Citaat door Almazz:
SubnaAllah heb nog nooit zo iets gehoord. In welk opzichte is een dier een leermeester daar bedoel ik dan mee heb je een voorbeeld voor me?
.
De Profeet Mohammed sal Allah 3alayhi wa salam vertelde ook hoe Allah 3azza wa djal iemand terechtwees omdat hij een mierennest, een gemeenschap die Allah 3azza wa djal verheerlijkte, had willen vernietigen nadat een mier hem gestoken had:
Abu Huraira rapporteerde dat de Profeet
een incident aanhaalde dat aan een andere profeet uit het verleden overkomen was. Die profeet had een mierenbeet gekregen, en in zijn boosheid beval hij dat het hele mierennest uitgeroeid moest worden. Daarop wees Allah
deze profeet terecht met volgende woorden: "omdat één mier jou gestoken heeft, heb jij een volledige gemeenschap die Mij verheerlijkte uitgeroeid." (Bukhari en Muslim)[/SIZE]
Islam "humaniseert" de dierenwereld niet, maar beschouwt dieren als samenlevingen met eigen regels en waarden, verschillend van die van de mensen. Daaruit volgt dat men dieren niet mag behandelen alsof het mensen zijn en dat men niet mag verlangen dat ze zich volgens menselijke waarden en regels gedragen. Men moet hen integendeel benaderen met respect voor hun individuele en sociale particulariteit.
[SIZE=2]"Er is geen dier op aarde en geen vogel die met zijn vleugels vliegt of zij behoren zoals jullie tot gemeenschappen." (Koran 6:38)
[/SIZE]
In bovenstaand Koranisch vers wordt expliciet het woord "gemeenschap" gebruikt voor de dieren. Dit betekent dat dieren niet enkel als individu bestaan, maar dat zij ook een sociale functie bekleden binnen hun leefgemeenschap.
Allah 3azza wa djal sprak tot de dieren die Hem verheerlijken - dieren denken dus na.
Voor openbaringen, ingevingen van Allah
aan de Profeten, gebruikt de Koran het woord "Wahi". Ditzelfde woord wordt gebruikt in een vers waarin Allah
zich richt tot de dieren:
[SIZE=2]"En jouw Heer heeft aan de bijen ingegeven (Waawha - vervoegde vorm van Wahi): ´Betrek behuizingen in de bergen, in de bomen en in wat zij (als dakconstructies) optrekken.´" (Koran 16:68)
[/SIZE]
Allah 3azza wa djal heeft zich volgens de Koran dus geopenbaard aan de mensen én aan de dieren, elk in hun eigen taal.
De Koran vermeldt verder dat alle dieren Allah subhana wa ta ' ala aanbidden en verheerlijken maar dat de mens dit niet begrijpt:
[SIZE=2]"Hem prijzen de zeven hemelen en de aarde en wie daarin zijn. Er is niets of het prijst Zijn lof, maar jullie begrijpen hun lofprijzing niet." (Koran 17:44)
[/SIZE]
Dat de mensen de lofprijzingen van de dieren niet begrijpen heeft ook te maken met het feit dat dieren in hun gemeenschappen een eigen manier van communiceren hebben. Het is echter niet omdat wij de taal van de dieren niet begrijpen, dat zij geen taal hebben. Met deze taal, die wij niet begrijpen, aanbidden zij Allah 3azza wa djal
[SIZE=2]"Heb jij niet gezien dat God geprezen wordt door wie er in de hemelen en op de aarde zijn en ook door de vogels met uitgespreide vleugels? En van een ieder kent Hij zijn salaat (gebed) en zijn lofprijzing (psalmen); God weet wat zij doen." (Koran 24:41)[/SIZE]
Bidden is een intelligente, vrijwillige daad. Dat dieren Openbaringen van Allah 3azza wa djal begrijpen en Allah 3azza wa djal verheerlijken en aanbidden, wijst meteen op een hoge vorm van bewustzijn en intelligentie die het niveau van reflexen ver overstijgt.
[SIZE=3]Dieren als leermeesters van de mensen. [/SIZE]
Niet alleen is volgens de Islam de mens niet superieur aan de dieren doch slechts een soort tussen de soorten, ook worden dieren in de Koran verschillende keren opgevoerd als leermeesters van de mens. Zo meldt de Koran dat toen Kain zijn broer Abel vermoord had, hij het lijk gewoon had laten liggen. Daarop zond Allah 3azza wa djal een raaf die in de aarde scharrelde. Door naar deze raaf te kijken, leerde Kain dat hij het lijk van zijn broer moest bedekken met aarde:
[SIZE=2]"Toen zette hij zich ertoe aan om zijn broer te doden en hij doodde hem en zo ging hij tot de verliezers behoren. God zond toen een raaf die in de aarde scharrelde om hem te tonen hoe hij het lijk van zijn broer kon bedekken. Hij zei: ´Wee mij! Ben ik niet in staat om zoals deze raaf te zijn en het lijk van mijn broer te bedekken?´ Zo ging hij behoren tot hen die wroeging hebben." (Koran 5:28-31)