Bekijk volle/desktop versie : Waarom wordt er zelden topics geopend over Quran?



08-08-2016, 23:12
De uitleg van Soerat ar-Rahmaan, vers 33
30 januari 2014
Vraag:

Graag zou ik een uitleg willen van het volgende vers (interpretatie van de betekenis):

"O verzameling van djinns en mensen, als jullie in staat zijn om de uiteinden van de hemelen en de aarde te ontvluchten, ontvlucht deze dan. Jullie zullen deze niet (kunnen) ontvluchten, behalve op Bevel (van Allah)."

(Soerat al-Rahmaan: 33)

Antwoord:

Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

"O verzameling van djinns en mensen, als jullie in staat zijn om de uiteinden van de hemelen en de aarde te ontvluchten, ontvlucht deze dan. Jullie zullen deze niet (kunnen) ontvluchten, behalve op Bevel (van Allah)."

(Soerat ar-Rahmaan: 33)

Dit is een uitdaging van Allah aan het adres van Zijn dienaren op de Dag der Opstanding. Dit gebeurt wanneer Hij al Zijn schepselen bij elkaar heeft gebracht, zowel de djinn als de mens. De hemelen zullen splijten en de Engelen zullen neerdalen op degenen die aanwezig zijn op de plaats der Opstanding. Allah zal hen uitdagen om weg te rennen, maar niemand zal hiertoe in staat zijn. Er is namelijk geen kracht of macht buiten die van Allah. De Engelen zullen zich op dat moment om hen heen begeven. Ibn Kathier zegt als uitleg op dit vers:

"Zij zullen niet in staat zijn om te vluchten voor het Bevel en de Kracht van Allah. Zij zullen van alle kanten omringd worden en niet in staat zijn om onder Zijn Oordeel uit te komen. Dit zal plaatsvinden op de plaats der Opstanding. Vanaf iedere kant zal men omringd worden door zeven rijen aan Engelen. Niemand zal dan in staat zijn om te vluchten, behalve met de Toestemming van Allah (interpretatie van de betekenis):

"De mens zal op die Dag zeggen: "Waar is de schuilplaats?"

(Soerat al-Qiyaamah: 10)

Islamqa.com

08-08-2016, 23:14


Lang geen Koran lezen
12 december 2011
Vraag:

Wat is uw advies aan degenen die de Koran voor een maand, of zelfs vele malen langer, niet reciteren en geen excuus hebben voor dit gedrag? Je ziet sommigen van hen echter wel tijdschriften lezen en deze op de voet volgen, terwijl het hen geen enkel profijt brengt.

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

Het is aanbevolen voor de gelovige man en vrouw om het Boek van Allah regelmatig te reciteren met overpeinzing en begrip. Dit kan worden gedaan middels een exemplaar van de Koran of vanuit het hoofd. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“(Dit is)een gezegend Boek dat Wij aan jou hebben neer gezonden, opdat zij zijn Verzen zullen overpeinzen en opdat de bezitters van verstand er lering uit trekken.”

(Soerat Saad: 29)

Ook zegt Hij (interpretatie van de betekenis):

“Voorwaar, degenen die het Boek van Allah reciteren en het gebed onderhouden en van datgene wat Wij hen hebben voorzien uitgeven in het verborgene en het openlijke, hopende op een handel die geen verlies zal geven. Opdat Hij hun de volle Beloning moge geven. Hij is zeker Vergevensgezind, Waarderend.”

(Soerat Faatir: 29-30)

De hiervoor bedoelde recitatie van de Koran omvat zowel het reciteren als het handelen ernaar. De recitatie wordt gedaan met overpeinzing en begrip ervan. Oprechtheid jegens Allah is een middel tot het voldoen aan en handelen naar de Koran. Ook brengt de recitatie grote beloningen met zich mee. De Profeet (vrede zij met hem) heeft namelijk gezegd: “Reciteer de Koran, want op de Dag der Opstanding zal het als een bemiddelaar komen voor zijn metgezel.”

(Moeslim)

Ook heeft de Profeet gezegd: “De beste van jullie is degene die de Koran leert en het onderwijst.”

(al-Boekhaarie)

In een andere overlevering zegt de Profeet: “Degene die één letter reciteert van de Koran zal een goede daad en tien goede daden gelijk daaraan ontvangen. En ik zeg niet dat “Alief Laam Miem een letter is, maar “Alief” is een letter, “Laam” is een letter en “Miem” is een letter.”

(at-Tirmidhie)

De Profeet zei tegen cAbdoellaah ibn cAmr ibn ul-cAas: “Rond de recitatie van de Koran in één maand af.” Hij zei: “Ik ben in staat om meer te doen dan dat.” Waarna hij (vrede zij met hem) zei: “Rond de recitatie dan eens in de zeven dagen af.”

(al-Boekhaarie)

De metgezellen waren daarom gewoon om de gehele Koran af te ronden in zeven dagen.

Ik adviseer daarom elke lezer van de Koran om deze veelvuldig te reciteren en deze te overpeinzen. Men dient hier ook oprecht in te zijn tegenover Allah. Dit met als doel het leren en profiteren van de Koran. Men zou de gehele Koran in een maand moeten reciteren. Als men echter in staat is om meer te reciteren, dan zou het in minder tijd afgerond moeten worden. Het is echter het best om het in niet minder dan drie dagen te doen, aangezien dit de minste tijd is die de Profeet heeft vermeld aan cAbdoellaah ibn cAmr ibn ul-cAas. Het reciteren in minder dan drie dagen leidt ertoe dat een persoon haastig wordt en de nodige aandacht en concentratie mist.

Sheikh cAbdoel-cAziez Ibn Baaz
(Fataawaa al-Djaamicah lil-Mar’at il-Moeslimah, nr. 294)

08-08-2016, 23:15
Wie zijn ziel weerhoudt van het slechte
9 oktober 2013
Vraag:

Kunt u ons een uitleg geven van de Woorden van Allah (interpretatie van de betekenis):

“En wat betreft degene die de Macht van zijn Heer vreesde en de ziel weerhield van slechte begeerten, waarlijk, het Paradijs is de verblijfplaats.”

(Soerat an-Naazicaat: 40-41)

Antwoord:

De betekenis van dit vers is heel duidelijk. Allah zegt (interpretatie van de betekenis) :

“En wat betreft degene die de Macht van zijn Heer vreesde en de ziel weerhield van slechte begeerten. Voorwaar, het Paradijs is de verblijfplaats.” Daarvóór zegt Hij (interpretatie van de betekenis): “Wat betreft degene die overtrad en de voorkeur gaf aan het wereldse leven, waarlijk, de Hel is de verblijfplaats!”

(Soerat an-Naazicaat: 37-39)

Oftewel, diegene is bang voor zijn positie bij Allah en onthoudt zich daarom van het volgen van zijn begeerten. Hiermee wordt gedoeld op de verboden begeerten. Dit is degene die het Paradijs en een hoogstaande positie toekomt. De ziel kan om verschillende redenen neigen naar het plegen van ontucht, het drinken van alcohol, rente, het begaan van onrecht jegens anderen of naar andere zaken die Allah heeft verboden. Als een gelovige man of vrouw door Allah in staat wordt gesteld om deze begeerten te bestrijden en er geen gehoor aan te geven, dan is dit een aanleiding om het Paradijs te betreden. (Interpretatie van de betekenis “En wat betreft degene die de Macht van zijn Heer vreesde en de ziel weerhield van slechte begeerten.” Deze persoon vreest het terechtstaan voor zijn Heer en heeft zichzelf daarom weerhouden van de slechte begeerten. Hij ging dus tegen zijn ziel in en hield haar standvastig. Hij probeerde haar te beteugelen, zodat zij niet in verboden zaken zou vervallen zoals overspel, drinken van bedwelmende middelen, nuttigen van rente, roddelen, ongehoorzaam zijn aan de ouders, het verbreken van de familiebanden of het onrecht plegen tegen mensen wat betreft hun bezit, bloed of eer.

Dit is degene die zichzelf heeft weerhouden van de valse begeerten en haar standvastig hield uit angst voor Allah en zoekend naar Zijn Tevredenheid. Hem komt het Paradijs en een eervolle plek toe.

Sheikh Abd ul-cAziez bin Baaz

http://www.binbaz.org.sa

08-08-2016, 23:17
Het geloof omtrent de heilige Koran
19 februari 2013
Vraag:

Wat geloofden de Salaf (vrome voorgangers) met betrekking tot de heilige Koran?

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

Het geloof van de Salaf met betrekking tot de heilige Koran is net als hun geloof in alle Namen en Eigenschappen van Allah. Dat is een geloof dat gebaseerd is op wat wordt aangeduid door het Boek van Allah en de Soennah van Zijn Boodschapper (vrede zij met hem). We weten allemaal dat Allah de heilige Koran heeft beschreven als Zijn Woord en dat Hij het heeft doen nederdalen. Allah, de Verhevene, zegt (interpretatie van de betekenis):

“En wanneer één van de veelgodenaanbidders bescherming bij jullie zoekt: geef hem dan bescherming, zodat hij het Woord van Allah hoort. En breng hem daarna naar een plaats die veilig voor hem is…”

(Soerat at-Tawbah: 6)

Met ‘het Woord van Allah’ wordt hier zonder twijfel de heilige Koran bedoeld. Ook zegt Allah (interpretatie van de betekenis):

“Voorwaar, deze Koran vertelt aan de kinderen van Israël waarover zij het meest redertwisten.”

(Soerat an-Naml: 76)

De Koran is dus het Woord van Allah, zowel in de bewoording als in de betekenis. Allah, de Verhevene, sprak het werkelijk uit en gaf het aan Djibriel. Vervolgens bracht Djibriel het naar beneden naar het hart van de Profeet (vrede zij met hem), zodat hij zou behoren tot één van de waarschuwers in een duidelijke Arabische taal.

De Salaf geloven dat de Koran werd geopenbaard. Allah openbaarde het fragmentarisch aan Mohammed (vrede zij met hem). Dat wil zeggen in delen, verdeeld over drieëntwintig jaar. Dit in overeenstemming met de Wijsheid van Allah, de Verhevene.

Bovendien werd een deel van de Openbaring om een specifieke reden geopenbaard, en een deel daarvan werd geopenbaard zonder een specifieke reden. En weer een ander deel ervan werd geopenbaard om een beschrijving te geven van een gebeurtenis die de Profeet (vrede zij met hem) en zijn metgezellen overkwam. Ook werden sommige zaken geopenbaard als Shariecah-Wetgeving, zoals de geleerden hebben gezegd hierover.

Vervolgens zeggen de Salaf dat de Koran in de eerste plaats toebehoort aan Allah en dat het zal terugkeren naar Hem aan het einde der tijden. Dit is de mening van de Salaf met betrekking tot de Heilige Koran.

Het is ons duidelijk dat Allah de heilige Koran heeft beschreven in overtreffende trap. Hij heeft de Koran beschreven als Wijs (Hakiem), Edel (Kariem), Groot (cAdhiem) en Glorieus (Madjied). Deze kwaliteiten (de termen waarmee Allah Zijn Boek heeft beschreven) kunnen worden bereikt door degene zich houdt aan dit Boek en hiernaar handelt, zowel qua innerlijk als uiterlijk. Allah zal hem dan zeker een deel van glorie, grootheid, wijsheid, eer en gezag geven. Dit zijn zaken die niet verleend zullen worden aan degene die zich niet houdt aan het Boek van Allah.

Vandaar dat ik alle moslims, heersers en onderdanen, geleerden en het gewone volk oproep om het Boek van Allah na te leven, zowel qua innerlijk als uiterlijk. Dit opdat zij eer, geluk, glorie en de overhand in het Oosten en in het Westen kunnen behalen.

Sheikh Mohammed ibnoe Saalih al-cOethaymien
(Fataawa kibaar ul-cOelamaa al-Oemmah, blz. 45)