Noeha.
06-03-2016, 06:39
Anas Ibn Maalik ( ) zei:
"Ik hoorde de Boodschapper van Allah ( ) zeggen:
“Allah de Almachtige zegt:
“O Zoon van Adam, zo lang je Mij aanroept en Mij vraagt, zal Ik je vergeven voor
wat je gedaan hebt, en Ik zal er geen bezwaar tegen hebben. O zoon van Adam,
al reiken je zonden tot de wolken in de lucht, als je Mij om vergeving vraagt, zal
Ik je vergeven. O zoon van Adam, als je tot Mij komt met zonden bijna zo groot
als de aarde en je komt tot Mij zonder deelgenoten aan Mij toe te schrijven, dan
zou Ik je vergeving schenken bijna zo groot als dat (de aarde).” 1
Deze Hadieth van Anas ( ) bevat de drie voorwaarden om vergeving te
ontvangen.
[SIZE=5]Smeekbede en Hoop:[/SIZE]
De eerste voorwaarde is smeekbede en hoop. Voorwaar, het aanroepen van Allah is iets dat ons
geboden is en waarvan een beantwoording is beloofd zoals Allah zei :
[SIZE=3]وَقَالَ رَبُّكُمُ ادْعُونِي أَسْتَجِبْ لَكُمْ[/SIZE]
"En uw Heer zei: "Roept Mij aan, Ik zal jullie verhoren."
Bovendien, in de vier beroemde collecties van Hadieth [An-Nasaa'i, Aboe Dawoed, At-Tirmidhie
en Ibn Maadjah], leverde An-Nu'maan Ibn Baashir ( ) over dat de Profeet ( )
zei:
"Voorwaar, de smeekbede is (de kern van) aanbidding." [An-Nu'maan gaat verder] "Dan
reciteerde hij de [bovenstaande] vers."
Hoe dan ook, de smeekbede eist enkel een antwoord op als haar voorwaarden zijn vervuld en als
alles wat het antwoord weerhoud wordt vermeden.
Het antwoord kan uitgesteld of weerhouden worden omdat sommige van haar voorwaarden niet
aanwezig waren of door sommige zaken of etiketten welke iemand zijn smeekbede weerhouden
van een antwoord.
Van de grootste van deze voorwaarden is dat de aanroeper zijn hart volledig in zijn smeekbede
moet zetten en overtuigd moet zijn dat Allah hem zal beantwoorden, zoals in de hadieth van Abu
Hurayrah ( ) de Profeet ( ) zei:
"Roep Allah aan terwijl jij zeker bent van Zijn antwoord. En weet dat Allah de smeekbede van
een onzorgvuldig, onoplettend hart niet aanvaardt."
Omwille van dit [het feit dat je zeker moet zijn van een antwoord], is het voor de dienaar
verboden om in zijn smeekbeden te zeggen:
"Laat niemand van jullie zeggen : “O Allah, vergeef me als U wilt,” want er is niemand die Allah
kan dwingen tot iets.”
Het is voor een persoon ook niet toegestaan om haastig te zijn en daarom te stoppen met het
aanroepen van Allah, als het antwoord dat hij wenst niet meteen (wordt beantwoord). Dit is één
van de zaken die de smeekbeden weerhouden van een antwoord, dus dat de dienaar zijn hoop
verliest in het verkrijgen van een antwoord, ook als er tijd voorbij gaat. Allah houdt van degenen
die volhardend zijn en Hem altijd aandachtig smeken. Allah zegt :
[SIZE=3]وَادْعُوهُ خَوْفًا وَطَمَعًا ۚ إِنَّ رَحْمَتَ اللَّهِ قَرِيبٌ مِّنَ الْمُحْسِنِينَ
"Roept Hem met vrees en hoop aan. Voorzeker, de Barmhartigheid van Allah is dicht bij
degenen die goed doen."
Dus zolang de dienaar volhardt in het aanroepen van Allah, streeft naar een zekere antwoord
zonder de hoop te verliezen, dan is hij dicht bij zijn antwoord. En wie dan ook oprecht op de deur
klopt, de deur zal uiteindelijk voor hem worden geopend.
Van de meest belangrijke zaken die een dienaar aan zijn Heer kan vragen is vergeving voor zijn
zonden en wat dat inhoud is, het worden gered van het hellevuur en het betreden van het
Paradijs. De Profeet ( ) zei:
"In het algemeen, is het over dat (het Hellevuur en het Paradijs) waar om wordt gesmeekt."
Abu Muslim Al-Khawlaani zei:
"Ik maakte nooit een smeekbede waarin ik het Hellevuur in vermelde behalve dat ik deze [de
smeekbede] volledig beëindigde met het zoeken van bescherming tegen het Hellevuur."
Van de Barmhartigheid van Allah tegenover Zijn dienaar is dat wanneer een dienaar Hem
aanroept, hulp zoekt met alles wat hij nodig heeft in deze wereld, Hij hem daarmee helpt en het
vervangt voor iets beters. Hij kan, als een antwoord tot zijn aanroeping, hem ook weerhouden
van iets slechts dat hem overvalt, of het antwoord bewaren en de beloning in het Hiernamaals
geven, of Hij kan aan de hand van de smeekbede één van zijn zonden vergeven. Imaam Ahmed
levert in 'Al-Musnad' een hadiet over van Abu Sa'id ( ) dat de Profeet ( ) zei:
"Er is geen moslim die een smeekbede maakt, zolang het niet iets zondevol bevat of het
verbreken van de familiebanden met een familielid, behalve dat Allah hem zal geven door
middel van één van deze drie zaken. Ofwel zal Hij meteen zijn smeekbede beantwoorden, of
Hij zal het [de beloning] bewaren voor hem tot in het Hiernamaals of Hij zal hem weerhouden
van iets kwaads dat hem voorvalt."
Dan zeiden de Metgezellen: "Dan zullen we [in smeekbeden] toenemen."
De Profeet ( ) antwoordde:
"Allah zal (eveneens) toenemen."
In ieder geval, volhardend en ijverig aanhouden in smeekbeden voor vergeving terwijl men hoopt
op Allah is de weg tot het verkrijgen van deze vergeving.
Ook één van de belangrijkste middelen om vergeving te ontvangen is, dat wanneer de dienaar
een zonde pleegt, hij noch vraagt noch hoopt op iemand zijn vergeving buiten die van zijn Heer.
Hij weet dat niemand anders zonden vergeeft of mensen neemt om deze af te rekenen dan
Allah.
Wat Allah's woorden [in de eerste Hadieth] betreft:
"Zo lang je Mij aanroept en Mij vraagt, zal Ik je vergeven voor wat je gedaan hebt, en Ik zal er
geen bezwaar tegen hebben…"
Dit betekend: Ongeacht hoe ontelbaar jouw zonden en fouten zijn, dat [de vergeving] zal niet te
groot zijn voor Mij noch zal ik het teveel overwegen.
Zoals overgeleverd in 'Sahih Muslim" [Nr. 2679] dat de Profeet ( ) zei:
“Wanneer iemand van jullie een smeekbede verricht, laat hem niet zeggen: “O Allah, vergeef
me als U wilt,” laat hem echter vastberaden zijn in zijn verzoek en laat hem zijn hoop en
enthousiasme verhogen voor Allah- Niets is te groot voor Hem."
Dus de zonden van een dienaar, ongeacht hoe groot en ontelbaar zij mogen zijn, de vergeving
van Allah is beslist veel groter. Zulke zonden zijn zeker onbeduidend tegenover de vergeving van
Allah. Iemand zei [In een Poetische vorm]:
Mijn Heer, hoewel mijn zonden ernstig en overvloedig zijn, heb ik al bekend dat Uw Vergeving
groter is. Als alleen een goed-doener hoopt in Jou, wie roept de zondaar dan aan en in wie hoopt
hij dan? Ik heb geen weg naar U behalve in het hopen van de Schoonheid van Uw vergeving en
het feit dat ik moslim ben.