arifi_4_life
21-02-2016, 23:40
باسم الله الرحمن الرحيم
Citaat:
Citaat:
Door: Shaykh AbdurRahman ibn Hassan
Allah de Almachtige zegt: ‘Zeg: Ik ben slechts een mens zoals jullie. Ik heb de inspiratie gekregen dat jullie god één God is. Dus iedereen die op de ontmoeting met zijn Heer hoopt, laat hem goede werken verrichten en geen deelgenoten in de aanbidding aan zijn Heer toekennen.’ (soerah al Kahf; 18:110)
Al Hafidh zei: ‘Ar Riyaa wordt gedefinieerd als de uitvoering van een daad met de bedoeling een ander dan Allah te plezieren. Het verschil tussen ar riyaah en soem’ah (het zoeken naar roem) is dat terwijl ar riyaa wordt gedaan om op te scheppen tegenover mensen, zoals bij het uitvoeren van het gebed, het laatste het doen van goede daden inhoudt, om gehoord te worden, zoals bij het herdenken van Allah, het met luide stem reciteren van de Qur’an, enz. Beide met dezelfde intentie: een goede indruk op anderen maken en hun bewondering verkrijgen.
{Zeg: Ik ben slechts een mens zoals jullie. Ik heb de inspiratie gekregen dat jullie god één God is.} Dit wil zeggen dat de profeet salallahu alayhi wa sallam niets heeft dat verwant is aan heerschappij, omdat dit alles de verdeinste van Allah alleen is; Hij heeft geen partners. {Dus iedereen die op de ontmoeting met zijn Heer hoopt} dat wil zeggen vreest Hem te ontmoeten {laat hem goede werken verrichten en geen deelgenoten in de aanbidding aan zijn Heer toekennen.} ‘geen deelgenoten’ staat hier voor alles en iedereen anders dan Allah de Almachtige, zoals profeten, engelen, vrome mannen, beschermers enzovoorts.
Ibn al Qayyim heeft gezegd: ‘Want Allah is degene die geen partner met Zich heeft, vergelijkbaar moet de aanbidding slechts aan Hem worden toegewijd. Ook is de goede daad, de daad die vrij is van ar riyaa, en die in overeenstemming met de profetische soennah wordt gedaan.
Het vers bewijst ook dat de kernboodschap en het essensieelste grondbeginsel waarmee de profeet Mohammed salallahu alayhi wa sallam en de profeten en boodschappers voor hem kwamen, is te verklaren dat niemand, behalve Allah, het recht heeft aanbeden te worden, is.
Fath al Majeed sharh Kitab at Tawheed
Bron: http://www.ahlul-tawhid.com/maktabah/aqidah/betekenis-van-ar-riyaa.htmlAllah de Almachtige zegt: ‘Zeg: Ik ben slechts een mens zoals jullie. Ik heb de inspiratie gekregen dat jullie god één God is. Dus iedereen die op de ontmoeting met zijn Heer hoopt, laat hem goede werken verrichten en geen deelgenoten in de aanbidding aan zijn Heer toekennen.’ (soerah al Kahf; 18:110)
Al Hafidh zei: ‘Ar Riyaa wordt gedefinieerd als de uitvoering van een daad met de bedoeling een ander dan Allah te plezieren. Het verschil tussen ar riyaah en soem’ah (het zoeken naar roem) is dat terwijl ar riyaa wordt gedaan om op te scheppen tegenover mensen, zoals bij het uitvoeren van het gebed, het laatste het doen van goede daden inhoudt, om gehoord te worden, zoals bij het herdenken van Allah, het met luide stem reciteren van de Qur’an, enz. Beide met dezelfde intentie: een goede indruk op anderen maken en hun bewondering verkrijgen.
{Zeg: Ik ben slechts een mens zoals jullie. Ik heb de inspiratie gekregen dat jullie god één God is.} Dit wil zeggen dat de profeet salallahu alayhi wa sallam niets heeft dat verwant is aan heerschappij, omdat dit alles de verdeinste van Allah alleen is; Hij heeft geen partners. {Dus iedereen die op de ontmoeting met zijn Heer hoopt} dat wil zeggen vreest Hem te ontmoeten {laat hem goede werken verrichten en geen deelgenoten in de aanbidding aan zijn Heer toekennen.} ‘geen deelgenoten’ staat hier voor alles en iedereen anders dan Allah de Almachtige, zoals profeten, engelen, vrome mannen, beschermers enzovoorts.
Ibn al Qayyim heeft gezegd: ‘Want Allah is degene die geen partner met Zich heeft, vergelijkbaar moet de aanbidding slechts aan Hem worden toegewijd. Ook is de goede daad, de daad die vrij is van ar riyaa, en die in overeenstemming met de profetische soennah wordt gedaan.
Het vers bewijst ook dat de kernboodschap en het essensieelste grondbeginsel waarmee de profeet Mohammed salallahu alayhi wa sallam en de profeten en boodschappers voor hem kwamen, is te verklaren dat niemand, behalve Allah, het recht heeft aanbeden te worden, is.
Fath al Majeed sharh Kitab at Tawheed