Glimp van de Binnenkant van de Hel

[fatimaatjuh]

Titel:
Een glimp van de binnenkant van de Hel

Geschreven door:
Sheikh ‘Abdoerrah’maan ‘Abdoelkhaaleq



Vertaald door:
Aboe Yoesoef


Uitgegeven door:
Uitgeverij Momtazah
Postbus 216
5700 AE Helmond
Tel:06-24737227
Email: momtazah@al-islaam.com
http://www.momtazah.net

----------------------------------------------------------------------------------------------------
Uitgeverij Momtazah© 1424-2004 copyrights, All rights reserved.
Alles uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, zonder aanpassingen of toevoegingen, mits deze niet voor financiële doeleinden gebruikt worden. Voor misbruik zal men aan Allah (Glorieus en Verheven is Hij) verantwoording moeten afleggen

[fatimaatjuh]

Bismillahi Rahmani Rahiem

In de naam van Allah de Barmhartige de Genadevolle

Voorwoord van de uitgever

Alle lof zij Allah, Heer der werelden, Allah’s vredesgroeten en prijzingen met de profeet Mohammed Salla Allahu alayhi wa Salam.
Voorts:
Alvorens men begint dit boekje te lezen, dient men zijn intentie te bekijken waarom men dit boekje leest, want alle daden worden beoordeeld naar hun intentie.
Het is overgeleverd van de leider der gelovigen, Abie H’afs ‘Oemar ibn Al-Khattaab dat hij heeft gezegd: ‘’Ik heb Allah’s boodschapper Salla Allahu alayhi wa Salam horen zeggen: ‘’de daden worden bepaald door de intentie, en ieder mens zal krijgen wat hij als intentie had. Dus wiens emigratie is omwille van een wereldse zaak, of vanwege een vrouw om haar te huwen, dan is zijn emigratie voor datgene waarvoor hij emigreert.’’
(Overgeleverd door Al-Boekhari en Moeslim)

Wij hopen dat eenieder die dit boekje leest, het nu leest met een zuivere intentie, waardoor het geaccepteerd en beloond kan worden door Allah, de Heer der Werelden.

‘’En haast jullie naar vergeving van jullie Heer, en naar het Paradijs dat net zo wijd is als de hemelen en de aarde, gereedgemaakt voor de godvrezende.’’
(Soerat Aal-‘Imraan(3), aayah 133)

‘’En degene die met de Waarheid is gekomen, en deze bevestigt: hij is degene die tot Al-Moettaqoen (de godvrezende) behoort.~ Voor hen is wat zij wensen bij hun Heer. Dat is de beloning voor de weldoeners.~ Zodat Allah het slechtste dat zij hebben gedaan zal uitwissen en zodat Hij hen hun beloning zal geven naar het beste van wat zij plachten te doen.’’
(Soerat Az-Zoemar(39), aayah 33-35)

Een oprechte gelovige zal sterven om het Paradijs binnen te mogen treden en hij zal trachten alles te vermijden wat hem van het Paradijs zal weerhouden. Want als men het Paradijs niet kan betreden, dan is de Hel zijn verblijfplaats en de Hel is een verschrikkelijke bestraffing. Moge Allah de Genadevolle ons hier tegen beschermen! Een moslim dient naast de liefde voor Allah de Barmhartige, en de hoop op Zijn Genade ook angst voor Hem te hebben, omdat Hij beslist naar welke bestemming Zijn dienaren gaan: het Paradijs of de Hel. Een vogel, wiens kop de liefde voor Allah is, heeft 2 vleugels: 1 vleugel is de hoop op de Barmhartigheid en Vergeving van Allah en de andere vleugel is de angst voor de bestraffing van Allah. Een vogel met 1 vleugel kan niet vliegen.

In dit boekje trachten wij een beeld te geven van de Hel en waarom wij Allah en Zijn bestraffing dienen te vrezen. De onderstaande overlevering is daar een goed voorbeeld van. Lees en bestudeer en laat je taqwa (godsvrees) toenemen. In een Hadieth Qoedsie lezen we: ‘’Moesa (Mozes) alayhi salaam zei: ‘’O mijn Heer, U heeft de wereld gesloten voor Uw gelovige dienaren!’’ Allah opende daarop voor hem een van de poorten van het Paradijs en zei: ‘’Dit is wat Ik voor hen heb voorbereid.’’ Moesa alayhi salaam zei: ‘’Bij Uw Macht en Majesteit en de Hoogte van Uw positie, als een man, (bij wie zijn) beide handen en voeten afgehakt zijn, gesleept zou worden op zijn gezicht van de dag dat hij geschapen was tot aan den Dag de Opstanding, dan zou dit zijn beloning zijn en hij zal niet voelen dat hij ooit moeilijke tijden beleefd heeft.’’ Moesa alayhi salaam zei: ‘’ O mijn Heer, U heeft de wereld gegeven aan de ongelovigen!’’ Allah opende daarop voor hem een van de poorten van de Hel en zei:’’ Dit is wat Ik voor hen heb voorbereid.’’ Moesa alayhi Salaam zei: ‘’ O mijn Heer, bij Uw Macht en Majesteit, als U een ongelovige de wereld zou geven en alles wat er in is en hij genoot er constant van vanaf de dag dat hij geschapen was tot aan de Dag der Opstanding en dit was zijn lot, hij zal voelen dat hij nooit enig goed iets (in zijn leven) gezien zou hebben~!’’

Allah de Verhevene zegt in de Edele Qor-aan:’’ En degenen die Onze Verzen loochenden, die zullen Wij geleidelijk naar de vernietiging voeren, zodat zij het niet weten.~En ik geef hen uitstel. Voorwaar, Mijn plan is sterk.’’
(Soerat Al-Araaf(7), aayah 182-183)

En Hij zegt ook: ‘’Voelen zij zich soms veilig voor het plan van Allah? Niemand voelt zich veilig voor het plan van Allah, behalve het verliezende volk.’’
(Soerat Al-Araaf(7), aayah 99.)

[fatimaatjuh]

De ware betekenis van zonde begrijpen

Door een aantal punten ben ik opnieuw gaan denken over eerdere houding en ben ik vanuit een nieuw perspectief naar het onderwerp gaan kijken. De eerste reden, die me bewust maakte van mijn eerdere houding betreffende Paradijs en Hel, aan het begin van mijn weg, was mijn begrip van de betekenis van zonde en dat het niet gehoorzamen van Allah een ernstige zaak was. Een van de redenen dat dit begrip teweegbracht, was een zin van een deugdzame man die heeft gezegd: ‘’Kijk niet naar hoe klein de zonde is, maar denk aan Degene Die je ongehoorzaam bent geweest.’’

Ik heb het bewijs van deze gevonden in de verwijzingen naar de Heilige Namen van Allah, die Zijn perfectie aanduiden, Zijn gunsten en Zijn gulheid jegens Zijn schepsels. Maar ook in Zijn recht om oprecht, gevreesd en gehoorzaamd te worden en dat men zich niet tegen Hem verzet; in Zijn recht om te worden bedankt en recht worden herdacht en niet te worden vergeten. Wie kan deze verplichtingen allemaal nakomen, zoals zij behoren te worden nagekomen? Ik ontdekte dat Allah de Verhevene, de Glorieuze, Zijn schepselen waarschuwt voor Zijn bestraffing en dat Hij zonden bestraft, klein of groot~!! Ik werd er zeker van, dat de rechten van Allah over Zijn schepselen groter en machtiger zijn, dan alle verplichtingen die Hij van hen vraagt en dat alles en iedereen onderworpen is aan Zijn genade en klaarstaat voor Zijn bevelen en dat de Glorieuze: ‘’ Maar op die Dag is er niemand die straft zoals Hij.~ En niemand knevelt zoals Hij knevelt.’’
(Soerat Al-Fadjr(89), aayah 25-26.)

[fatimaatjuh]

Waarom is een zonde een ernstige misdaad?

Zonde is waarlijk heel ernstig, want het is een afwijzing van een bevel van Allah, de Enige, de Schepper van de hemelen en de aarde, de Schepper van alles. Hij is de Heer en Bezitter van alles. Hij is de God aan Wie alles ondergeschikt is. Voor Hem is alles onderdanig en eenvoudig. Hij is Degene Die Zijn Schepselen overheerst. Hij bezit alle wijsheid en alle kennis, Hij weet van elke zaak, klein of groot. Hij is de God Die De daden van elke persoon kent en Hij is op de hoogte van elk elementair deeltje dat zich in de hemelen of op de aarde bevindt. De grote machtige engelen vrezen Hem en de hemelen ontploffen bijna uit angst voor Hem.

Allah is Degene Die de hemelen op hun plaats houdt en de aarde in haar eigen baan. Niemand van Zijn schepselen weet iets over Hem, terwijl Hij wel weet wat zich in de geesten van Zijn schepselen afspeelt. Hij kent hun wensen en Hij kent de verleidingen in hun harten. Hij is Degene Die een en al barmhartigheid en kennis is en Hij accepteert niets van Zijn schepselen, dan volledige ondergeschiktheid en complete overgave aan Hem.

Allah is Degene Die vrijgevig is met Zijn schepsels en dienaren, Zijn gulheid is eindeloos en Zijn gunsten zijn overvloedig. Hij vernedert wie Hij wil van Zijn schepsels met een onvoorstelbare, eeuwige vernedering. Hij bestraft wie Hij wil van Zijn schepsels, een niet te vergelijken, onvoorstelbare eindeloze bestraffing. Allah de Verhevene zegt:
‘’ Maar op die Dag is er niemand die straft zoals Hij.~ En niemand knevelt zoals Hij knevelt.’’
(Soerat Al-Fadjr(89), aayah 25-26.)


Hij is de God Die de schepping heeft begrensd en de macht van het bevelen aan Hemzelf heeft voorbehouden, alleen Hij schept. Alleen Hij is in staat om een minuscuul atoom, een piepkleine graankorrel of een vlieg te scheppen. Hij is Degene Die Zijn schepping voordeel kan brengen of schade kan berokkenen overeenkomstig Zijn, niet voor onderhandeling vatbare Wil. Hij is de God Wiens schepping van de aarde en de hemelen Hem niet in het minst vermoeiden en Wiens controle over de aarde en de hemelen, en het op hun aangewezen en precieze plaatsen en banen houdt, niet vermoeit.

Wie anders dan Allah kan de zon in haar aangewezen en specifieke baan houden? Wie anders dan Allah kan de maan, de planeten en de Melkweg in stand houden, elk van deze draait in haar eigen baan. Wie heeft zo’n precisie geschapen? Allah de Verhevene zegt:
‘’Voorwaar, Allah houdt de hemelen en de aarde vast, zodat zij niet vergaan; en zeker, wanner zij (dreigen te) vergaan dan is er buiten Hem niemand die hen kan vasthouden. Voorwaar, Hij is Zachtmoedig, Vergevensgezind.’’
(Soerat Faatir(35) ayaah 41)

Hij bezit alles, de Beheerder van het hele universum, niemand heeft Hem geassisteerd of geholpen om het heelal te scheppen en niemand helpt Hem het te beheren. Hij is de Schepper van alles in dit universum, zijn Beheerder en zijn Beschermer. Hij is Degene Die de orde van dit heelal kan vernietigen en de aarde en de hemelen kan vervangen wanner Hij maar wil. Allah de Verhevene zegt: ‘’ Wanneer de hemel gespleten wordt.~En wanneer de sterren vallen.~En wanneer de zeeën overstromen.~En wanneer de graven worden omgekeerd.~ Dan weet de ziel wat zij verricht en wat zij nagelaten heeft.’’(Soerat Al-Infitaar (82), aayah 1-5.)

En Hij zegt ook: ‘’ Wanneer de zon opgerold wordt.~ En wanneer de sterren vallen. ~ En wanneer de bergen bewogen worden.~En wanneer de drachtige kamelen achtergelaten worden. ~En wanneer de wilde dieren verzameld worden.~En wanneer de zeeën tot koken gebracht worden.~ En wanneer de zielen verenigd worden.~ En wanneer het levend begraven meisje ondervraagd wordt.~ Voor welke zonde zij gedood werd. ~En wanneer de bladen opgeslagen worden. ~En wanneer de hemel afgestroopt wordt. ~En wanneer Djahiem (De Hel) ontstoken wordt. En wanneer het Paradijs nabij gebracht wordt. ~Dan weet een ziel wat zij verricht heeft.’’
(Soerat At-Takwier(81), aayah 1-14)

En Allah de Almachtige zegt ook: ‘’Wanneer de hemel verscheurd wordt.~En hij(de hemel) naar zijn Heer luistert en zijn plicht vervult.~ En wanneer de aarde uitgespreid wordt.~ En uitwerpt wat in haar is en zich ledigt.~En zij naar haar Heer luistert en haar plicht vervult.’’
(Soerat Al-Inshiqaaq (84), aayah 1-5)

Allah de Verhevene heeft zichzelf in de Edele Qor-aan beschreven:
‘’Voorwaar, jullie Heer is Allah, Degene Die de hemelen en de aarde in 6 dagen (perioden) heeft geschapen. Vervolgens zetelde Hij zich op de Troon. Hij doet de nacht de dag bedekken, die hem haastig najaagt; en de zon. De maan en de sterren zijn aan Zijn bevel onderworpen. Weet, dat scheppen en bevelen aan Hem is voorbehouden. Gezegend zij Allah, de Heer der Werelden.’’
(Soerat Al-A’raaf (7), aayah 54.)

‘’Allah, er is geen god dan Hij, de Levende, de Zelfstandige, sluimer noch slaap kan Hem treffen, aan Hem behoort toe wat er in de hemelen en wat er op de aarde is. Wie is degene die van voorspraak is bij Hem zonder Zijn verlof? Hij kent wat er voor hen in ene wat er achter hen is. En zij kunnen niets van Zijn kennis omvatten, behalve wat Hij wil. En Zijn Zetel strekt zich uit over de hemelen en de aarde en het waken over beide vermoeit Hem niet. En Hij is de Verhevene, de Almachtige.’’
(Soerat Al-Baqarah (2), aayah 255)

‘’Allah is Degene die de hemelen en de aarde en wat tussen hen is heeft geschapen, in zes dagen(perioden) en Hij zetelde Zich op de Troon. Er is voor jullie buiten Allah geen beschermer en geen voorspreker. Laten jullie je dan niet vermanen?~ Hij regelt het bestuur vanuit de hemel naar de aarde, waarna die naar Hem opstijgt in een dag waarvan de tijdmaat duizend jaar is, zoals jullie rekenen.~Dat is de Kenner van het onwaarneembare en het waarneembare, de Almachtige, de meest Barmhartige.~ Degene Die alles wat Hij schiep op de beste manier heeft geschapen. En Hij begon de schepping van de mens uit klei.~Daarna maakte Hij zijn nageslacht van een uitrekstel van nederig water (sperma).~Daarop voltooide Hij hem en blies in hem van de Ziel en Hij maakte voor jullie het gehoor en het gezichtsvermogen en de harten. Weinig dankbaarheid tonen jullie~!’’
(Soerat As-Sadjdah (32), aayah 4-9)


‘’Allah is Degene Die de hemelen en de aarde heeft geschapen en Hij zendt uit de hemel water neer, waarmee Hij dan vruchten voortbrengt als een voorziening voor jullie. En Hij heeft het schip voor jullie dienstbaar gemaakt, opdat het op de zee zal varen op Zijn bevel. En Hij maakte voor jullie de rivieren dienstbaar.~En Hij maakte voor jullie de zon en de maan dienstbaar, die onophoudelijk (draaien in hun baan). En Hij maakte voor jullie de nacht en de dag dienstbaar.~ En Hij schonk jullie van alles wat jullie Hem vroegen. En als jullie de gunsten van Allah op willen sommen, dan kunnen jullie ze niet tellen. Voorwaar, de mensen zijn zeker onrechtvaardig en ondankbaar.’’
(Soerat Ibraahiem (14), aayah 32-34)


Daarom is het ongehoorzaam zijn aan zo’n Heilige en Almachtige God een grote zaak, en het schenden van de verplichtingen tegenover Hem is waarlijk een grote zonde.

[fatimaatjuh]

Er zijn veel meer rechten van Allah over Zijn schepping, dan wat Hij hen beveelt

En andere factor, wat het negeren van Allah’s bevelen een ernstige situatie en een grote zonde maakt, is dat de rechten van Allah die Hij heeft over Zijn schepping, veel meer zijn dan wat Hij Zijn dienaren beveelt te doen. Allah is de Schepper van alles wat er is. Hij is Degene Die hun zaken regelt. Hij is Degene die hen de gunst en de zegeningen van het bestaan, dit op de eerste plaats, heeft geschonken. Elke andere zegening die daarna komt, komt van Hem. Hij is Degene en de Enige Die alles geeft aan al Zijn dienaren. Hij is Degene Die Zijn dienaren voedt en onderwijst met Zijn barmhartigheid. Zij hebben geen andere god dat Hij en geen andere schepper dan Hij.

Wat dan ook Allah Zijn dienaren beveelt te doen, dat is Zijn recht op Zijn dienaren. Hij heeft ze geschapen uit niets. Toch beveelt Allah de Almachtige niet iets wat niet gedaan kan worden. Ook beveelt Hij Zijn dienaren om dat te volgen wat goed voor hen is. Bovendien, wanneer Allah beveelt, dan doet Hij dit terwijl Hij de aanbidding van hen niet nodig heeft. In feite, Hem aanbidden is een van de geschenken die Hij aan Zijn dienaren gegeven heeft, want het is een oorzaak van reiniging van zonden en het verheft hen naar een hogere rang. Hij is tevens een reden om hen zijn Barmhartigheid, vergeving en beloning te schenken. Dat heeft als gevolg dat de zonde van degene die ongehoorzaam is een grote omvang kent. Hij is een overweldigende zonde, want het betekent opstandigheid jegens de God Die veel heeft gegeven, Die Zijn dienaren met de meeste gulheid heeft behandeld, geschapen, Zijn dienaren heeft begunstigd en Die het meest genadig is met Zijn schepping.

[fatimaatjuh]

Islaam is de enige godsdienst die Allah accepteert van Zijn dienaren

De enige godsdienst die Allah aanvaardt is de Islaam, wat een totale, volledige en onvoorwaardelijke overgave aan Allah inhoudt, door in Hem te geloven en zich te schikken naar Zijn bevelen. Allah de Verhevene zegt: ‘’Voorwaar, de (enige) godsdienst bij Allah is de Islaam…’’
(Soerat Aal-‘Imraan (3) aayah 19)

Hij zegt ook: ‘’ En wie er een ander godsdienst dan de Islaam zoekt: het zal niet van hem aanvaard worden en hij behoort in het Hiernamaals tot de verliezers.’’
(Soerat Aal-‘Imraan (3), aayah 85.)

Islaam is de religie die Allah accepteert van Zijn schepping. Allah de Verhevene zegt: ‘’… en heb Ik de Islaam voor jullie als godsdienst gekozen…’’
(Soerat Al-Maa-iedah (5), aayah 3.)

Het is de religie van de engelen en elk schepsel dat gehoorzaamt. Allah de Verhevene zegt: ‘’Zij vrezen hun Heer boven hen en zij doen wat Hij beveelt.’’
(Soerat An-Nah’l (16), aayah 50)

Het is ook de religie van de hemelen en de aarde. Allah de Verhevene zegt: ‘’Daarna wendde Hij Zich tot de hemel die een nevel was en Hij zei tot haar en tot de aarde: ‘’Komt tot Ons, gewillig of ongewillig.’’ Zij (de hemelen en de aarde) zeiden: ‘’Wij zijn vrijwillig gekomen.’’
(Soerat Foesilat(41), aayah 11)

Wat betreft de schepsels die Hem niet vrijwillig gehoorzamen, zij zullen Hem dan onvrijwillig gehoorzamen:’’Zouden zij een andere godsdienst dan die van Allah zoeken, terwijl degenen die er in de hemelen en de aarde zijn zich gewillig en ongewillig aan Hem hebben overgegeven? En tot Hem worden zij teruggekeerd.’’
(Soerat Aal-‘Imraan (3), aayah 83)

[fatimaatjuh]

Allah’s boodschap en advies ontkennen is ongeloof en Zijn bevelen volledig afwijzen is ook ongeloof

Wie de boodschappen van Allah de Verhevene, de Glorieuze ontkent of enig ander deel van het onwaarneembare (Al-Ghayb) waarover Hij ons heeft ingelicht, heeft ongeloof begaan. En wie de bevelen van Allah afwijst en weigert zich daaraan te onderwerpen uit trots of opstandigheid, heeft ook ongeloof begaan. De eerste zonde die Satan heeft begaan jegens Allah was, van het tweede soort; hij weigerde een bevel uit te voeren. Allah de Verhevene had hem bevolen om voor Adam alayhi Salaam te knielen, maar hij zei: ‘’ …. Moet ik (mij) neerknielen voor iemand die U uit aarde heeft geschapen?’’
(Soerat Al-Israa-e (17), aayah 61.)

Satan (moge Allah hem vervloeken) heeft geen enkel goddelijk geheim ontkend noch Zijn Almachtige Krachten. Zijn zonde draait om het weigeren van een bevel van Allah uit te voeren uit arrogantie en trots. Satan (we zoeken toevlucht bij Allah tegen hem) meende dat het bevel botste met het gezonde verstand, want hoe kan het dat de ‘betere’ knielt voor degene van ‘lagere kwaliteit?’ Hij was tenslotte geschapen uit vuur een Aadam alayhi Salaam uit klei. De redenering van Satan is uiteraard zeer slecht en verkeerd. Toen Satan bij zijn beslissing bleef, heeft Allah de Almachtige hem bevolen het Paradijs te verlaten; vervloekte hem voor eeuwig en verbood hem Zijn genade. De zonde van Satan was een weigering om aan een goddelijk bevel te voldoen; hij werd daardoor ongelovig en hem werd Allah’s genade verboden.

De tweede zonde werd gepleegd door Aadam alayhi Salaam, toen hij uit vergeetachtigheid en zonder opzet Allah’s bevel had geschonden, zoals Allah de Verhevene zegt: ‘’En voorzeker, Wij hadden vroeger met Aadam een verbond gesloten, maar hij vergat het. Wij vonden bij hem geen vastberadenheid.’’
(Soerat Taahaa (20), aayah 115.)

Echter Aadam alayhi Salaam volhardde niet in zijn schending of proberen niet zijn daden te rechtvaardigen; hij verontschuldigde zich meteen en toonde berouw aan Allah de Glorieuze. Allah de Verhevene omschrijft deze gebeurtenis en zegt: ‘’… En hun Heer riep tot hen: ‘’Heb ik jullie deze boom voor jullie niet verboden en heb Ik niet tot jullie gezegd: Voorwaar, de Satan is voor jullie een duidelijke vijand?’’.~Zij zeiden: ‘’Onze Heer, wij hebben onszelf onrecht aangedaan en wanneer U ons niet vergeeft en ons geen genade schenkt, dan zullen wij zeker tot de verliezers behoren.’’
(Soerat Al-A’raaf(7), aayah 22-23.)

Toen Aadam alayhi Salaam en zijn vrouw hun zonde toegaven, onmiddellijk berouw toonden en om genade vroegen, aanvaardde Hij zijn verontschuldiging en hielp hem het juiste pad te volgen.

Eenieder die de schuld van Aadam alayhi Salaam onderzoekt zal merken dat het allen om een schending van een goddelijk bevel ging, want het eten van een boom in het Paradijs is op zich geen zonde, ware het niet dat het ging om een schending tegenover Allah, Degene Die Aadam alayhi Salaam had bevolen niet van die boom te eten.

[fatimaatjuh]

Ibraahiem alayhi Salaam is het toonbeeld van hoe iemand onmiddellijk het bevel van Allah uitvoert.

Allah’s profeet Ibraahiem alayhi Salaam is degene, die Allah heeft uitgekozen om de imaamx voor de gehele mensheid te zijn. Allah heeft hem gekozen om de vader te zijn van alle profeten. Ibraahiem alayhi Salaam heeft deze zeer hoge status in imaamahxx bereikt, omdat hem goddelijke bevelen werden gegeven die niet in overeenstemming waren met het menselijke begrip en denkvermogen, terwijl hij deze toch precies uitvoerde op de manier waarop Allah de Almachtige het wilde. Allah de Verhevene zegt: ‘’En (gedenk) toen Ibraahiem door zijn Heer beproefd werd met enkele woorden (geboden en verboden) die hij daarop in acht nam. Hij (Allah) zei: ‘’Voorwaar, Ik zal jou voor de mensheid tot een leider maken..’’
(Soerat Al-Baqarah (2), aayah 124)

Hem werd bevolen, onder de bevelen die niet logisch zijn voor het menselijke verstand, om zijn vrouw Haadjar en hun zoon Ismaa’iel alayhi Salaam achter te laten in een verlaten en onbewoond gebied, namelijk Mekkah. Zij waren helemaal alleen, hadden geen voedsel behalve een zak dadels, hadden geen water behalve een waterzak… Hij ging vervolgens helemaal alleen naar de noordelijke regio, naar Damascus.

Zo’n goddelijk bevel aan Ibraahiem alayhi Salaam komt niet overeen met het gezonde verstand van de mensen. Met andere woorden, als iemand zoiets zou doen omdat hij dit zelf wil, dan wordt wat hij heeft gedaan beschouwd als een misdaad en zonde. Ook het bevel van Allah om zijn oudste zoon Ismaa’iel alayhi Salaam, die in de bloei van zijn jeugd was, te offeren werd meteen uitgevoerd, zonder de minste aarzeling, heroverweging of uitstel. Maar het zou een ernstige misdaad zijn voor elk mens om zijn eigen kind te offeren, zijn eerstgeborene, zonder een goddelijk bevel.

Imaam Al-Boekhari (moge Allah hem genadig zijn) heeft van Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden zijn met vader en zoon) overgeleverd dat hij zei: ‘’De eerste vrouw die ooit de mitaqxxx heeft gedragen was Haadjar. Zij gebruikte de mintaq zodat haar voetsporen zouden worden uitgewist zodat Saarah, de tweede vrouw van Ibraahiem, haar niet zou achtervolgen. Toen bracht Ibraahiem alayhi Salaam haar met hun zoon Ismaa’iel alayhi Salaam, toen hij nog een baby die nog aan het zogen was, weg tot ze aankwamen bij het (Heilige Huis), op een vlakte boven Zemzemxxxx, helemaal op het einde waar later de moskee zou komen. Er was op dat moment helemaal niemand in Mekkah. Noch was er water op die plaats. Hij liet hen achter met een zak dadels en een waterzak. Toen hij wegging, volgde de moeder van Ismaa’iel hem en vroeg: ‘’Ibraahiem, waar ga je naartoe, ons achterlatend in deze verlaten woestijn?’’ Zij herhaalde haar vraag meerdere keren, maar hij draaide zich niet naar haar om. Toen vroeg ze hem: ‘’ Heeft Allah je bevolen dit te doen?’’ Hij antwoordde haar:’’Ja.’’ Toen zei zij: ‘’ Dan zal Allah ons niet doen verwaarlozen.’’ Zij liep vervolgens terug. Ibraahiem alayhi Salaam liep door tot hij bij een bocht kwam, waar zij hem niet konden zien. Hij keerde zijn gezicht naar het Huis en bad tot Allah en zei: ‘’Onze Heer~! Voorwaar, ik heb mijn kinderen laten wonen in een onbegroeide vallei bij Uw gewijde huis (de Ka’abah). Onze Heer! (Ik liet hen achter) zodat zij de salaat (het gebed) zullen onderhouden, laat daarom de harten van de mensen tot hen neigen, en voorzie hen van vruchten. Hopelijk zullen zijn dankbaar zijn.’’
(Soerat Ibraahiem (14), aayah 37.)

Ismaa’iels moeder gaf haar zoon borstvoeding en dronk van het water dan Ibraahiem alayhi Salaam haar had gegeven, tot het op was. Na een tijd begon ze dorst te krijgen, samen met haar zoon. Zij kon het niet verdragen naar haar zoon te kijken terwijl hij huilde van de dorst, dus zij begon van hem weg te lopen.
Toen ze de heuvel as-Safa bereikte, die het dichtst bij haar was, beklom ze die tot aan de top zodat ze de vallei kon overzien om te kijken of ze iemand kon zien, maar ze zag niemand. Toen daalde ze van As-Safa af en liep ze in de richting van de vallei. Toen ze bij de vallei aankwam, deed ze een stuk van haar lange kleed omhoog en bleef rennen totdat ze de vallei voorbij was. Toen kwam ze bij de heuvel al-Marwa en beklom deze in de hoop iemand te kunnen zien, maar ze zag niemand. Dit herhaalde zij 7 keer. Ibn ‘Abbaas radiya Allahu 3anh zei dat de profeet Salla Allahu 3alayhi wa Salam heeft gezegd: ‘’ Dat is de reden waarom de mensen tussen hen (de heuvels as-Safa en al-Marwa tijdens de bedevaart) lopen.’’

‘’Aan het einde van de zevende ronde, toen ze bij Al-Marwa was, hoorde ze een geluid en zei: tegen zichzelf pratend: ‘’Wees stil!’’
Toen hoorde ze hetzelfde geluid nog een keer en nog een keer. Ze zei: ‘’Je hebt jezelf hoorbaar gemaakt, als je hulp gekregen hebt.’’ En daar was een engel bij de plek van Zemzem. Hij groef een gat met zijn hiel, of (zei hij) met zijn vleugel, totdat het water er uit kwam. Ze begon het water met handen gevuld met zand te omringen met zand en ze vulde haar waterzak terwijl et water er spontaan uit stroomde terwijl ze het opschepte.’’
Ibn ‘Abbaas zei:’’ De profeet salla Allahu 3alayhi wa Salam: ‘’Moge Allah genade schenken aan de moeder van Ismaa’iel, want zij heeft Zemzem losgelaten,’’ of hij zei: ‘’ had zij het niet opgeschept, dan was het een overvloedige waterbron geworden.’’ Hij zei: ‘’Zij dronk en gaf haar baby borstvoeding. Toen zei de engel tegen haar: ‘’ Wees niet bang om verloren te raken, want dit is het huis van Allah dat deze jongen en zijn vader zullen bouwen en Allah staat niet toe dat de mensen van dit huis verloren raken.’’

[fatimaatjuh]

Het huis was op hogere gronden. Voor een tijd leefde zij daar alleen. Toen arriveerde er een karavaa van Djorhoemxxxxx, komend van de richting Koedaa-e. Zij gingen richting de lagere gebieden van Mekkah en zagen een vogel in rondvliegen in de lucht. Zij zeiden: ‘’Deze vogel moet rond water vliegen, maar wij weten dat er in deze vallei geen water is.’’ Dus zonden zij 1 of 2 bedienden om het te controleren. Zij vonden het water en zij gingen terug om hun mensen dit te vertellen, die op hun beurt gingen om te kijken. Ismaa’iel’s moeder was toen ij het water en vroegen haar: ‘’ Sta je ons toen om ons bij jou te vestigen?’’ Zij antwoordde: ‘’Ja.’’ Toen zei Ibn ‘Abbaas dat de profeet Salla Allahu alayhi wa Salam zei: ‘’Hun verlangen gaf Ismaa’iel’s moeder een soort van eergevoel, want ze hield van gezelschap.’’ Zo vestigden zij zich daar en berichtten hun families die kwamen en zich daar ook vestigden en vele families bewoonden het gebied.


De jongen groeide op en werd een jongeman, leerde de Arabische taal van hen en hij was het middelpunt van hun bewondering en trots. Toen hij de leeftijd bereikte om te trouwen, huwde ze hem met een van hun vrouwen. Toen stierf zijn moeder. Na het huwelijk met Ismaa’iel alayhi salaam kwam Ibraahien alayhi Salaam om te kijken hoe het met zijn familie ging. Hij vond Ismaa’iel alayhi Salaam niet, dus vroeg hij Ismaa’iel’s vrouw over haar man. Zij zei: ‘’Hij ging om iets voor ons te halen.’’ Toen vroeg Ibraahiem alayhi salaam over hun leven en leefomstandigheden. Zij klaagde en zei: ‘’Wij hebben het slecht~! We zijn behoeftig en in nood~!’’ Ibraahiem alayhi Salaam antwoordde zeggend: ‘’ Als je man komt geef hem mijn vredesgroeten en zeg tegen hem dat hij deze trede van de deur moet vervangen.’’

Toen Ismaa’iel aankwam voelde hij iets en vroeg zijn vrouw: “Heeft iemand ons bezocht?” Zij zei: “Ja, een oude man die zo en zo eruit zag, {ze gaf een omschrijving van Ibraahiem ) hij vroeg over jou en ik antwoordde hem. Toen vroeg hij over ons leven en ik zei tegen hem dat we een hard en moeilijk leven leiden.” Ismaa’iel vroeg toen; “Zei hij dat je vredesgroeten door te geven?” Zij zei: “Ja, hij vroeg mij om jou zin vredesgroeten door te geven. Hij zei ook dat jij de trede van de deur moet vervangen.” Ismaa’iel zei: “Dat was mijn vader en bij beval me jou te verlaten! Ga naar je familie. Je bent gescheiden!” Ismaa’iel scheidde van zijn vrouw en trouwde een andere, afkomstig van dezelfde mensen.
Na een behoorlijke tijd bezocht Ibraahiem alayhi Salaam hen, maar vond Ismaa’iel alayhi salaam niet, dus vroeg hij zijn vrouw over hem. Ze zei: ‘’ Hij ging om iets voor ons te halen.’’ Ibraahiem alayhi Salaam vroeg: ‘’ Hoe leven jullie en wat is jullie eten?’’ Zij zei: ‘’Vlees~!’’ Hij vroeg haar: ‘’ En wat drinken jullie?’’ Zij antwoordde:’’Water~!’’ Hij bad: ‘’Moge Allah jullie vlees en water zegenen.’’

De profeet salla Allahu alayhi wa salam zei: ‘’In die dagen was er geen graan, anders had hij voor hen gebeden betreffende dit.’’ Als resultaat van het leven van alleen water en vlees, is dit van nature gezond geworden voor de mensen van Mekkah, terwijl het elders ondraaglijk is. Toen zei Ibraahiem alayhi Salaam: ‘’ Als je man terugkomt, doe hem de vredesgroet van mij en zeg hem dat hij deze trede van zijn deur moet behouden.’’ Toen Ismaa’iel alayhi Salaam terug kwam vroeg hij: ‘’Heeft iemand jou bezocht?’’ Zij zei: ‘’ Ja, een waardige oude man bezocht ons.’’ Zij prees Ibraahiem alayhi Salaam verder en vervolgde: ‘’Hij vroeg mij over jou en ik antwoordde hem. Hij vroeg ook over onze leefomstandigheden en ik vertelde hem dat we genieten van een goed leven.’’ Ismaa’iel alayhi Salaam vroeg: ‘’Heeft hij om iets gevraagd?’’ Zij zei: ‘’ Ja, Hij geeft zijn vredesgroeten aan mij jou en verzocht jou deze trede van jouw deur te behouden.’’ Ismaa’iel alayhi salaam zei: ‘’ Dat was mijn vader en hij vroeg mij jou te houden.’’

Daarna, na een andere periode van afwezigheid, kwam Ibraahiem alayhi Salaam naar hen en hij vond Ismaa’iel alayhi Salaam terwijl hij bezig was met het scherp maken van een pijn in een groen gebied dichtbij Zemzem. Toen Ismaa’iel Ibraahiem alayhi Salaam zag stond hij op en groette hem op een manier waarop een vader zijn zoon groet en de zoon zijn vader. Toen zei Ibraahiem alayhi Salaam: ‘’Ismaa’iel~! Allah heeft me opgedragen hier een huis te bouwen.’’ Hij wees naar een hoog stuk land. Zij bouwden de fundamenten van het huis.
Ismaa’iel alayhi Salaam bracht de stenen, droeg ze over aan Ibraahiem alayhi Salaam die ze op zijn beurt op elkaar begon te stapelen, het huis bouwend. Toen de muren hoger waren dan Ibraahiem’s bereik plaatste hij de steen om de grond, ging er op staan en ging verder met bouwen van het huis, terwijl Ismaa’iel alayhi Salaam hem de stenen aangaf. Zij baden tot Allah, zeggend:’’…. Onze Heer, aanvaard het voor ons: voorwaar, U bent de Alhorende, de Alwetende.’’
(Soerat Al-Baqarah(2), aayah 127)

Zo gingen zij door met het bouwen van het huis en gingen er omheen in cirkels om alle omringende muren af te maken, biddend tot Allah:’’…Onze Heer, aanvaar het van ons: voorwaar, U bent de AlHorende, de Alwetende.’’ De voorgaande hadieth is overgeleverd door Al-Boekhari.

xIbraahiem (Abraham) alayhi Salaam, de vader der profeten, is de leider in het geloof, overgave en gehoorzaamheid. Hij is een voorbeeld dat gevolgd dient te worden.
xxImaamah: het leiderschap zelf, dat als beloning aan Ibraahiem alayhi Salaam werd gegeven vanwege zijn oprecht geloof in Allah de Barmhartige
xxxMintaq: Een kleed die aan het midden van het lichaam vastgezet wordt.
xxxx Zemzem: een bijzondere waterbron.
xxxxxDjorhoem: een Arabische stam van het Arabische Schiereiland.

[fatimaatjuh]

De algemene betekenis van een zonde

Wanneer een dienaar zijn Rabb (Heer, Schepper en Beheerder.) beschouwt zoals Hij gerealiseerd moet worden, als zijn Schepper, Degene Die hem van alle benodigdheden voorziet, Degene Die zorgt voor alle behoeftes van de dienaar, de Enige Die hem werkelijk voordeel kan doen of schaden, Degene Die weet wat een schepsel kenbaar makt aan de mensen of juist verborgen houdt, Degene Die hem op een bepaald moment geschapen heeft en Degene die precies het tijdstip van zijn dood kent, Degene zonder Wiens hulp een dienaar geen seconde kan leven, dan zal deze dienaar compleet bewust zijn van het feit dat het Allah’s recht is over Zijn dienaren om gehoorzaamd te worden. Dan realiseert een persoon het recht van Allah, om oprecht aanbeden te worden, te worden bedankt en niet dat Hij vergeten wordt en dat Hij wordt gevreesd zoals Hij gevreesd dient te worden.

Een ware gelovige zou de vervulling van Allah;s rechten niet moten uitstellen, noch deze ontkennen. Elk moment van nalatigheid of achteloosheid van Allah is een zonde, hen niet waarderen of dankbaar zijn voor één van Zijn overvloedige geschenken is een zonde, en het overtreden van Allah’s wetten, ongeacht he klein of groot deze overtreding is, is een zonde. Dit omdat Allah Zijn dienaren bevolen heeft Hem te vrezen zoals Hij gevreesd dient te worden, aangezien Hij dé God is (Verheven en Glorieus is Hij), al-ileeh, Degene Die op de hoogte is van alle daden van elke ziel. Allah de Verhevene zegt: “ En jij houdt je niet met een zaak bezig, en niets draag jij daarover van de Qor-aan voor, en jullie verrichten geen werk, of Wij zijn over jullie Getuigen wanneer jullie daarin verdiept zijn. En jou Heer ontgaat geen stofdeeltje op de aarde en (in) de hemel; er is niets kleiner dan dat en niets groter, of het staat in een duidelijk Boek.” { Soerat Yoenoes (10), aayah 61}

Allah de Almachtige is Zich er volledig van bewust, dat Zijn schepsels niet in staat zijn Hem te aanbidden, zoals Hij aanbeden zou moeten worden, of Hem te vrezen zoals Hij gevreesd zou moeten worden. Daarom verplicht Hij hen te doen wat zij kunnen. Allah de Verhevene zegt: “Vreest daarom Allah volgens jullie vermogen; en luistert en gehoorzaamt…” {Soerat At- Taghaaboen (64), aayah16}
Kortom, iedereen die de mogelijke verplichte herinnering veronachtzaamd of vergeet is een zondaar. De profeet (Salallahoe ’leyhi Wasalaam zei: “Elke groep mensen die op een plaats samenkomen en die hun samenkomst beëindigen zonder Allah te gedenken; zo’n bijeenkomst zal een groot verdriet en bron van leed zijnop de Dag der opstanding. “ {overgeleverd door At-Tirmiedzie en Aboe-Dawood.}

Kan er een bron van leed zijn voor iets anders dan het negeren van een verplichting?

Iedereen die te kort schiet in het bedanken voor een geschenk waar hij bewust van is, is een zondaar, zelfs als dit geschenk een slokje water is waar hij Allah niet voor bedankt heef. Allah de Verhevene zegt: “Dan zullen jullie op de die Dag ondervraagd worden over de genietingen.” { Soerat At- Dakladder (102), aayah 8}

De profeet Mohammed (Sallalahoe a’lehi wasalaam ) zei tegen Aboe Bakr en ‘Omar (moge Allah tevreden zijn met hen), toen zij allen uit hun huizen gedreven waren door de honger en werden uitgenodigd door de Ansaari, {Een inwoner van Medinah wordt Ansaari genoemd} die hen dadels en koud water aanbood, zij aten en dronken: “Dit is één van de giften en jullie zullen er over gevraagd worden op de Dag der Opstanding.” { At-Tirmiedzie en Ibn Maadjah.)

Iedereen die Allah ongehoorzaam is, ongeacht hoe klein of groot zijn ongehoorzaamheid is, als er geen antwoord op weten, tenzij Allah hem vergeeft. De profeet (sallahoe ‘alaheihi wasalaam) zei: “Mijn hart is onder een Ghaan { Het bedekt zijn met een zeer dun laagje van vergeetachtigheid} en ik toon berouw aan Allah meer dan honderd keer per dag.”{ Moeslim en Aboe Dawood.}

De profeet Mohammed (sallahoe ‘aleihi wasalaam) was gewoon te bidden in het midden van de nacht en stond tot zijn voeten leden van de blaren. Wanneer hij hierover werd gevraagd, zei hij (sallahoe ‘aleihi wasalaam): “Moet ik geen dankbare dienaar zijn?” {Moeslim, Ah’med, At-Tirmedzie, An-Nasaa-ie en Ibn Maadjah}

Daarom zal iedereen die zich bewust is van de rechten van Allah over Zijn schepsels en het recht van Allah om te worden verheerlijkt, realiseren hoe groot Zijn geschenken aan Zijn schepsels zijn. Hij raakt ervan overtuigd, dat de rechten van Allah over Zijn dienaren zijn: om herinnerd te worden en niet vergeten, om gewaardeerd en bedankt te worden en niet veronachtzaamd en gelasterd, om te worden gehoorzaamd en niet opstandig zijn jegens Hem, en om gevreesd te worden zoals Hij gevreesd dient te worden. Dan realiseert een dienaar de betekenis van ongehoorzaamheid en zonde.

[selima17__1986]

Baraka Allahu fieki , Lieverd

[L7ouB_FieLaah]

Assalaam Aleikoum WaRa7matoehoeAllahoe wa barakatoehoe,


Mashaa Allah , eindelijk iets Leerzaams ,

3anaki Allah,


Asmae

[fatimaatjuh]

Alaikoem Salaam




Fatima

[islam4always]

Moge Allah swt jou hiervoor belonen.
heb jij het overgetypd van het boek of van een site...?

[fatimaatjuh]

Amien..

Eeh, zelf overgetypd hamdulilaah