Sincere.
06-04-2005, 20:43
broeders en zusters, als jullie dit verhaal niet lezen, wallahie jullie missen EGT veel, want je kunt hier mashaAllah veel van leren!!
Het bord met de vreemde bestemmingen
Er waren eens 4 zussen. Samen besloten ze eens een dagje te gaan chillen. Op een zelfde weg wandelend liepen ze luid kletsend met elkaar te discussiëren. Waarnaar toe ze gingen wandelen dat maakte weinig uit. Het zonnetje scheen en hun samenkomst was al reden genoeg tot plezier. Ze liepen en liepen, en bewandelde deze oh zo heerlijke weg met z’n 4tjes. Niets geen zorgen, genoeg te eten langs de weg voor bijna niets en het weer maakte dat ze hun eigen voeten niet eens voelden. Fatima zegt tegen haar zus; ‘Hey, waar zijn we nu dan?’ ‘Wat zeg je’ zegt Latifa. ‘Ze vraagt waar we nu heen moeten gaan, er zijn 2 kanten die we op kunnen. Zegt Sundous, Latifa aankijkend. Dichter bij de 2 wegen aangekomen zien ze een groot bord. ‘Oh gelukkig’ zegt Fatima, ‘het staat daar verder op duidelijk aangegeven.’
Op de kruising staat een groot bord, Sara schrikt ervan, er staan twee bestemmingen op waar ze in haar leven nog nooit echt over had nagedacht. Paradijs met een dikke pijl naar rechts, en Hel met een zelfde pijl links. Met z’n vieren staan ze onder het grote bord. Het valt even stil. De weg die aangegeven staat met Hel ziet er vreemd genoeg gezellig en vrolijk uit. ‘Er lopen daar een aantal jongens die er niet verkeerd uitzien’ zegt Fatima met een glimlach. De weg die aangegeven staat als paradijs ziet er niet uit, het is grauw en donker, weinig verlichting en er lopen vreemde figuren rond. Het vreemdste is nog dat ze allemaal op hun voorhoofd een soort van lichtje dragen. Sara is aan het twijfelen maar denkt dan wat haar verstand zegt. Naast haar verstand voelt ze het nu ook in haar hart. Wil niet iedereen naar het paradijs? Ze herinnerde zich dat ooit iemand haar had verteld dat het paradijs willen een zware taak is, maar de beloning was het meer dan dubbel en dwars waard. Sara besluit het hard op tegen haar zussen te zeggen. Sundous geeft haar zus gelijk, ook zij vind het logischer klinken om naar het paradijs te gaan dan naar de Hel. ‘Kom op meiden, een beetje actie in het leven is ook niet verkeerd’ zegt Sundous om ook haar andere 2 zussen te overtuigen. Fatima begint hard te lachen. ‘Actie, noem jij DAT actie?’Een aantal half dode, saaie, idioten mensen die met een klein lichtje op hun kop de weg niet eens kunnen zien. Sorry hoor, maar mij is altijd verteld dat het paradijs de mooiste bestemming is die je zult kunnen krijgen. Het paradijs, daar kunnen toch niet zulke halve gare in terechtkomen. Kijk eens daar dan, weyow, als die mensen naar de Hel gaan, nou dan ga ik wel mee zegt ze met bulderende lach. Sundous schrikt van haar woorden; de Hel, nee dat nooit!
Fatima moet om haar angstige gezicht lachen. Ook Latifa en Sara kijken niet meer vrolijk. Denk je nu echt meid, dat we door nu te kiezen naar een hel of hemel zullen gaan? Gewoon een of andere gek die hier een bordje heeft neer geplaatst en ja hoor, jullie die dat ook nog geloven. Echt naïef zijn jullie! Sara kijkt doordringend naar Latifa die al een tijdje niets heeft gezegd. ‘wat vind jij ervan, Latifa?’’Ik weet het niet hoor’ zegt ze ‘om eerlijk te zijn vind ik die so called Hel er leuker uitzien. Ik hou niet van keuzes maken, waarom moeilijk doen, kunnen we niet gewoon terug?’De meiden kijken achterop. De weg waar ze net zo makkelijk over liepen is verdwenen. Op de grond staat met dikke witte letters geschreven; De jeugd vergaat snel, maak een keuze het Paradijs of de Hel! ‘Oh mijn God’ zegt Fatima, welke idioot heeft dit verzonnen. ‘Nou, ik vind het scary hoor’ zegt Sundous. Ik weet nu zeker dat ik die paradijs weg ga volgen. Fatima lacht, ‘Nou ga je nog mee Lat of wat, haha, passen jullie goed op jullie zelf daar in het paradijs. Latifa kijkt ongemakkelijk, ‘euhm, Fatima…..ik ga denk ik toch wel even met hun mee, samen uit, samen thuis toch?
Vanuit de weg die aangegeven staat als Hel komt er n mooie taxi aan. ‘Stap in dames’ zegt een mooie, aantrekkelijke jongen. ‘genoeg plek voor mooie meiden als jullie. En ik vind het nog al eng voor jullie hier alleen, kijk wat een vage mensen’. Hij wijst naar de weg waar paradijs op staat. Er loopt net een oud mannetje voorbij, gebukt en slecht lopend strompelt hij vooruit met zijn lichtje. Sara vind em een beetje op haar vroegere opa lijken, en vat de opmerking van de taxi chauffeur beledigend op. Ze kijkt hem aan met een van haar wenkbrauwen opgetrokken en draait haar hoofd om. Fatima zit al in de taxi, ‘Nou komt er nog wat van of wat zegt ze. Nee, zegt Sara, ik vertrouw die kerel niet. Voor ze het weten is de taxi al ver in de verte. Pfoe, zegt Sundous, wel jammer dat Fatima weg is. Waarom moet ze nou altijd zo koppig zijn. Latifa is stil, het enige wat in haar hoofd afspeelt is dat ze niet zo wil worden als die saaie mensen daar. Ze wil niet zoveel moeilijkheden, ze wil gewoon gezelligheid maar ja, het paradijs is wat ze ook altijd heeft gewild. Sara lacht, zegt Fatima dat deze mensen hier saai zijn, nou het zijn juist mensen met levenservaring dat zie je in hun gezichtsuitdrukking. Kom, die oude man kan ons vast verder helpen. Ze komen dichterbij de oude man in het wit gekleed. Ze vragen de oude man waar deze weg toe leidt en wat komen zal gaan. Hij antwoord rustig en kalm; ‘Deze weg ligt vol gevaren, maar uiteindelijk leid het tot het goede. Blijf een ding onthouden meiden, wil vooruit en neem nooit een weg terug!’
Het bord met de vreemde bestemmingen
Er waren eens 4 zussen. Samen besloten ze eens een dagje te gaan chillen. Op een zelfde weg wandelend liepen ze luid kletsend met elkaar te discussiëren. Waarnaar toe ze gingen wandelen dat maakte weinig uit. Het zonnetje scheen en hun samenkomst was al reden genoeg tot plezier. Ze liepen en liepen, en bewandelde deze oh zo heerlijke weg met z’n 4tjes. Niets geen zorgen, genoeg te eten langs de weg voor bijna niets en het weer maakte dat ze hun eigen voeten niet eens voelden. Fatima zegt tegen haar zus; ‘Hey, waar zijn we nu dan?’ ‘Wat zeg je’ zegt Latifa. ‘Ze vraagt waar we nu heen moeten gaan, er zijn 2 kanten die we op kunnen. Zegt Sundous, Latifa aankijkend. Dichter bij de 2 wegen aangekomen zien ze een groot bord. ‘Oh gelukkig’ zegt Fatima, ‘het staat daar verder op duidelijk aangegeven.’
Op de kruising staat een groot bord, Sara schrikt ervan, er staan twee bestemmingen op waar ze in haar leven nog nooit echt over had nagedacht. Paradijs met een dikke pijl naar rechts, en Hel met een zelfde pijl links. Met z’n vieren staan ze onder het grote bord. Het valt even stil. De weg die aangegeven staat met Hel ziet er vreemd genoeg gezellig en vrolijk uit. ‘Er lopen daar een aantal jongens die er niet verkeerd uitzien’ zegt Fatima met een glimlach. De weg die aangegeven staat als paradijs ziet er niet uit, het is grauw en donker, weinig verlichting en er lopen vreemde figuren rond. Het vreemdste is nog dat ze allemaal op hun voorhoofd een soort van lichtje dragen. Sara is aan het twijfelen maar denkt dan wat haar verstand zegt. Naast haar verstand voelt ze het nu ook in haar hart. Wil niet iedereen naar het paradijs? Ze herinnerde zich dat ooit iemand haar had verteld dat het paradijs willen een zware taak is, maar de beloning was het meer dan dubbel en dwars waard. Sara besluit het hard op tegen haar zussen te zeggen. Sundous geeft haar zus gelijk, ook zij vind het logischer klinken om naar het paradijs te gaan dan naar de Hel. ‘Kom op meiden, een beetje actie in het leven is ook niet verkeerd’ zegt Sundous om ook haar andere 2 zussen te overtuigen. Fatima begint hard te lachen. ‘Actie, noem jij DAT actie?’Een aantal half dode, saaie, idioten mensen die met een klein lichtje op hun kop de weg niet eens kunnen zien. Sorry hoor, maar mij is altijd verteld dat het paradijs de mooiste bestemming is die je zult kunnen krijgen. Het paradijs, daar kunnen toch niet zulke halve gare in terechtkomen. Kijk eens daar dan, weyow, als die mensen naar de Hel gaan, nou dan ga ik wel mee zegt ze met bulderende lach. Sundous schrikt van haar woorden; de Hel, nee dat nooit!
Fatima moet om haar angstige gezicht lachen. Ook Latifa en Sara kijken niet meer vrolijk. Denk je nu echt meid, dat we door nu te kiezen naar een hel of hemel zullen gaan? Gewoon een of andere gek die hier een bordje heeft neer geplaatst en ja hoor, jullie die dat ook nog geloven. Echt naïef zijn jullie! Sara kijkt doordringend naar Latifa die al een tijdje niets heeft gezegd. ‘wat vind jij ervan, Latifa?’’Ik weet het niet hoor’ zegt ze ‘om eerlijk te zijn vind ik die so called Hel er leuker uitzien. Ik hou niet van keuzes maken, waarom moeilijk doen, kunnen we niet gewoon terug?’De meiden kijken achterop. De weg waar ze net zo makkelijk over liepen is verdwenen. Op de grond staat met dikke witte letters geschreven; De jeugd vergaat snel, maak een keuze het Paradijs of de Hel! ‘Oh mijn God’ zegt Fatima, welke idioot heeft dit verzonnen. ‘Nou, ik vind het scary hoor’ zegt Sundous. Ik weet nu zeker dat ik die paradijs weg ga volgen. Fatima lacht, ‘Nou ga je nog mee Lat of wat, haha, passen jullie goed op jullie zelf daar in het paradijs. Latifa kijkt ongemakkelijk, ‘euhm, Fatima…..ik ga denk ik toch wel even met hun mee, samen uit, samen thuis toch?
Vanuit de weg die aangegeven staat als Hel komt er n mooie taxi aan. ‘Stap in dames’ zegt een mooie, aantrekkelijke jongen. ‘genoeg plek voor mooie meiden als jullie. En ik vind het nog al eng voor jullie hier alleen, kijk wat een vage mensen’. Hij wijst naar de weg waar paradijs op staat. Er loopt net een oud mannetje voorbij, gebukt en slecht lopend strompelt hij vooruit met zijn lichtje. Sara vind em een beetje op haar vroegere opa lijken, en vat de opmerking van de taxi chauffeur beledigend op. Ze kijkt hem aan met een van haar wenkbrauwen opgetrokken en draait haar hoofd om. Fatima zit al in de taxi, ‘Nou komt er nog wat van of wat zegt ze. Nee, zegt Sara, ik vertrouw die kerel niet. Voor ze het weten is de taxi al ver in de verte. Pfoe, zegt Sundous, wel jammer dat Fatima weg is. Waarom moet ze nou altijd zo koppig zijn. Latifa is stil, het enige wat in haar hoofd afspeelt is dat ze niet zo wil worden als die saaie mensen daar. Ze wil niet zoveel moeilijkheden, ze wil gewoon gezelligheid maar ja, het paradijs is wat ze ook altijd heeft gewild. Sara lacht, zegt Fatima dat deze mensen hier saai zijn, nou het zijn juist mensen met levenservaring dat zie je in hun gezichtsuitdrukking. Kom, die oude man kan ons vast verder helpen. Ze komen dichterbij de oude man in het wit gekleed. Ze vragen de oude man waar deze weg toe leidt en wat komen zal gaan. Hij antwoord rustig en kalm; ‘Deze weg ligt vol gevaren, maar uiteindelijk leid het tot het goede. Blijf een ding onthouden meiden, wil vooruit en neem nooit een weg terug!’