Sheikh Mohammed ibnoe Saalih al-Oethaymien zei: “Vrouwen mogen I3tikaaf verrichten zolang het niet leidt naar fitna als zij meedoen. Als het leidt naar fitna, dan zou het hen verboden moeten worden. Als iets dat aangeraden is zal leiden naar iets dat verboden is, dan moet het vermeden worden. Net zoals dat als iets dat toegestaan is zal leiden naar iets wat verboden is, vermeden moet worden. Maar er kan gezegd worden: Hoe kan (een vrouw) Ictikaaf verrichten inde moskee waar gemeenschappelijke gebeden niet worden gehouden? Is dat niet een bron van fitna? Antwoord hierop is dat het kan of niet kan. De moskee kan veilig zijn als er zekerheid is dat niemand binnenkomt. Daar is dus geen angst voor fitna als de vrouwen Ictikaaf verrichten. Of het kan het tegenovergestelde zijn. Het punt is dat als er zich fitna voordoet, het de vrouwen verboden moet worden om mee te doen aan de Ictikaaf. Ongeacht welke moskee het is.”
(Ash-Sharh ul-Moemtic, Zaad ul-Moestaqnic, boekdeel 6, blz. 510 en 511)