Een samenwerkingsverband van koningshuizen is helemaal klaar met verschillende campagnes tegen koningshuizen en koningen die naar Nederland komen.
'Graag willen wij uw aandachtvragen voor onze zorgen over de laatste zorgwekkende ontwikkelingen met betrekking tot koningshuizen en de adel. Bijvoorbeeld, de manier waarop onze adel in de media worden bejegend houdt de adellijke gemeenschap enorm bezig en baart ons ontzettend veel zorgen', klinkt het.
'Bepaalde recente gebeurtenissen baren ons grote zorgen. Te denken valt aan de gerichte media aanvallen op onze koning, die in Dordrecht, zijn verjaardag wilde vieren en ook de kwetsende posters in ’t Gooi. Dit zijn zeer ongezonde ontwikkelingen en wij maken ons zorgen om de Nederlandse samenleving, het leefklimaat en ook onze soeverein macht.'
De organisatie vraagt zich terecht af waar dit naartoe leidt. Het huidige leefklimaat (lees: hetze tegen adel), gevoed door bepaalde media en weinig beweging hiertegen vanuit de overheid geeft de koningshuizen weinig reden tot optimisme. Ook hekelt men het feit dat termen als zakkenvuller, plofkop, rovershol en belastingontduikers steeds normaler taalgebruik aan het worden is.
'Dit is voor adel zeer kwetsend en niet te tolereren. Voor ons als, adel, wordt het steeds moeilijker om onze achterban te overtuigen dat zij als volwaardige burgers kunnen participeren in onze samenleving. Wij zien dan ook geen mogelijkheid om onze achterban continu voor te houden dat deze gebeurtenissen niet gericht zijn op adel en het koningshuis.'
Onduidelijk
De koningshuizen stellen dat er weinig duidelijkheid is over de grenzen tussen vrijheid van meningsuiting, discriminatie, het beledigen van groepen en aanzetten tot haat. Tijdens discussies hierover grossiert bovendien het dubbel moraal.
'Wij willen niet verantwoordelijk worden gehouden voor welke vorm van escalatie. De laatste weken is door velen al een parallel getrokken met grote gebeurtenissen uit het verleden. Wij willen hier niet aan denken. Op 5 mei zeggen we in Nederland dat we de bevrijding van ons land vieren met een motto als “eens en nooit meer”. Wij weten nog niet welke vrijheid wij moeten vieren.'
Desalniettemin zegt de organisatie zich in te zullen zetten en de verantwoordelijkheid te zullen nemen op gebieden waar het kan.