Bekijk volle/desktop versie : De evolutie van het evolutiedebat



15-10-2014, 21:17
Wie? Jonas Slaats - Theoloog, actief binnen de Vlaamse en internationale culturele dialoog

In de leefwereld van islamitische jongeren, zo beschrijft het UCL-onderzoek dat Luckas Vander Taelen aanhaalt, staat religie in groeiende mate centraal, wat soms problematische situaties veroorzaakt. Zo durven in het onderwijs leerkrachten sommige debatten steeds minder aan te gaan. Vooral kwesties zoals het Israël-Palestina-conflict of de evolutietheorie vormen heikele punten.

Dat debat rond de evolutietheorie steekt natuurlijk geregeld de kop op. Al enkele jaren blijkt dat het merendeel van de moslimjongeren het creationisme aanhangt. Ook deze keer werd het in de berichtgeving sterk benadrukt, niet het minst door een titel als ‘Waarom Brusselse leraars liever niets vertellen over Darwin’.

Het blijft frappant dat dit debat telkens opnieuw in de religieuze schoenen van de islam geschoven wordt en dat de eigen onderliggende ideologieën van elke twijfel gevrijwaard blijven. Daardoor ziet men niet dat er, ironisch genoeg, een enorme evolutie zit in dat evolutiedebat. Het zal velen verbazen, maar de evolutieleer werd vroeger door de meeste vooraanstaande moslimgeleerden zonder problemen aanvaard, al vanaf het einde van de 19de eeuw.

In de beginjaren van de opkomst van de evolutieleer waren er zeker ook moslimgeleerden die het creationisme onderschreven, maar die werden zelden door serieuze autoriteiten aanvaard, omdat ze heel wat wetenschappelijkheid ontbeerden. Het ging die geleerden niet echt om de evolutietheorie. Hun pleidooi was een theologische reactie op de gangbare materialistische filosofieën die geassocieerd werden met de westerse koloniale mogendheden.

De hedendaagse pleitbezorgers van een doorgedreven islamitisch creationisme baseren zich zelden op oude bronnen van degelijke islamitische geleerden. Ze maken wel gebruik van de retoriek uit christelijke conservatieve Amerikaanse middens.

15-10-2014, 21:17


Onderliggende patronen

Zo zien we ook hier een patroon dat in andere hedendaagse debatten over islam doorschemert. Dag in dag uit worden moslims op hun geloof aangesproken en wordt dat geloof in één adem geproblematiseerd. Het gevolg is dat heel wat moslims hun hakken in de grond zetten, hun recht op religie nog harder opeisen en binnen die religie onbuigzamer worden. Ze doen dat vaak vanuit een visie die helemaal niet hun traditionele visie is.

Stelden we in onze maatschappelijke debatten ooit werkelijk de vraag: ‘Hoe denkt de islam écht over de evolutietheorie?’ We boden niet de rust, ruimte of tijd om er grondig over te spreken. We vertrokken vanuit een ongefundeerde premisse: ‘De islam is een religie en een religie heeft per definitie een probleem met wetenschappelijke ontwikkelingen.’ Die hangt nauw samen met onze eigen geschiedenis. Want historisch gesproken hebben de islam en de wetenschap helemaal niet zo’n problematische relatie zoals dat eeuwen het geval was in de christelijke cultuur. Samengaan van wetenschap en geloof is eerder een evidentie in klassieke islamitische teksten.

Maar jongeren verdiepen zich natuurlijk niet altijd in de eigen traditie. Wat ze wel doen, is fel reageren, zeker als een deel van hun identiteit wordt aangevallen. Die felle reactie vertrekt in dit geval niet vanuit islamitische principes, wel vanuit de vooronderstellingen van de dominante groep in de samenleving.

Is er ook bezieling?

Het is pijnlijk om te zien dat men, aan beide kanten, in dit dovemansgesprek steeds minder moeite doet om werkelijk te dialogeren, met als gevolg dat elke mogelijke nuance verdwijnt.

Wie het gesprek wel degelijk aangaat, zal merken dat het, net zoals een eeuw geleden, eigenlijk niet over de evolutietheorie gaat, wel over het diepere wereldbeeld. De echte discussie draait immers niet rond genetica. Ze gaat over de vraag of alles in de wereld aan louter biologische, chemische, fysische en mechanische wetten beantwoordt. De vraag of er ook sprake is van bezieling. En de vraag of die bezieling dan voortvloeit uit het goddelijke of niet.

Over dat soort vragen kun je lang discussiëren. Wat je niet moet doen, is ze problematiseren. Het is dan ook bizar dat ‘de schuld’ van het vastgelopen debat volledig bij de moslimjongeren wordt gelegd die, zo wordt verondersteld, ‘vanwege hun geloof niet naar de leerkracht willen luisteren’. Op zijn minst is het een tikje eigenaardig dat heel wat leerkrachten niet langer een legitiem gesprek kunnen voeren over ons huidige wereld- en mensbeeld. Of moeten moslims ook hun geloof in God achterwege laten om als ‘gematigd’ en ‘goed geïntegreerd’ te worden beschouwd?


http://www.standaard.be/plus/ochtend/34