Kahali
11-03-2005, 13:48
Herontdek de tolerantie en maak je niet zo druk om de islam
Iedereen moet kunnen denken wat hij wil denken, dat is onderdeel van tolerantie. Maar het moet niet tot onverschilligheid leiden. De essentie van tolerantie is in een gecoördineerde actie van politieke leiders, onderwijskundigen en opiniemakers religieuze haat en vooroordeel onschadelijk te maken.
Sinds de moord op Theo van Gogh verkeert Nederland in shock en vertoont het verontrusting in alle gelederen. Tolerantie, een der onbetwiste pijlers van de Nederlandse identiteit, is minder vanzelfsprekend geworden. Wat houdt deze nationale eigenschap nog in? Een diepgevoelde culturele crisis is het gevolg. Mensen lijken een obsessie te hebben voor de laatste demografische statistieken en vrezen dat over vijftien jaar de steden het toneel zullen zijn van een allesbeslissende cultuurstrijd.
Al vóór de moord op Van Gogh werd in buitenlandse tv-programma's de vraag gesteld of en zo ja waarom Nederlanders toch hun vertrouwde en vriendelijke imago hadden verloren. Of zij inderdaad plotseling ongastvrij en onvriendelijk jegens nieuwkomers en niet-blanken waren geworden - een intolerant land eigenlijk. Velen vragen zich nu af of de Nederlandse opvatting van tolerantie, zoals die zich sinds de Tweede Wereldoorlog heeft ontwikkeld, naïef is geweest, of sterker, zelfgenoegzaam en blind voor de sociale problemen waarmee het land nu kampt.
Ik denk dat de huidige crisis de filosofie van de in Frankrijk geboren zeventiende-eeuwse denker Pierre Bayle (1647-1706), die in Rotterdam geschiedenis en filosofie doceerde, een speciale relevantie verschaft. Maar de geïnteresseerde leek hoeft zich niet te schamen wanneer hij zich dat niet heeft gerealiseerd, aangezien geen enkele journalist of commentator tijdens de vele debatten iets over Bayle heeft gezegd. Sterker nog, ik meen als trouwe vriend en bewonderaar van Nederland - maar ook als iemand die vindt dat er momenteel alle reden toe is niet alleen kritisch, maar gewoonweg onsympathiek te zijn - dat de collectieve veronachtzaming van Bayle's betekenis voor de Nederlandse beschaving even symbolisch is voor de huidige identiteitscrisis als voor Bayle's filosofie zelf.
Want de flagrante nalatigheid om in het onderwijs of voor het nationale bewustzijn ook maar iets te doen aan Bayle - die net als Spinoza en Descartes in Nederland leefde en werkte en net als zij in het rijtje grote filosofen thuishoort - is een typisch symptoom van de huidige malaise die de Nederlandse samenleving tart. Er heerst grote onkunde om de werkelijke historische én filosofische betekenis van noties als tolerantie, vrijheid van meningsuiting en persoonlijke vrijheid te waarderen en te ontsluiten. Het zijn ideeën waar Spinoza en Bayle vele jaren over nadachten en die zij uiteindelijk verwerkten in uiterst ingenieuze sociale, culturele en politieke doctrines.
Zonder enige twijfel is de Gouden Eeuw vanuit een breed internationaal perspectief de belangrijkste bijdrage van Nederland aan de ontwikkeling van de moderne westerse samenleving. Maar wanneer je de systematische en modieuze afname van de waardering voor de Gouden Eeuw sinds de jaren '60 in aanmerking neemt, is het niet raar dat de meerderheid van de Nederlanders eigenschappen als tolerantie, individuele vrijheid en de vrijheid van meningsuiting als een vanzelfsprekend goed beschouwt. Waarden waarmee ze opgroeien en die niet vanuit een historisch of cultureel perspectief verklaard moeten worden of filosofisch gerechtvaardigd.
Deze schaal van onnozelheid en nalatigheid is de laatste tijd alleen maar in omvang gegroeid wegens de door de overheid gerichte aanval op de humaniora op middelbare scholen en universiteiten. Er heerst een Thatcheriaanse obsessie - zo alomtegenwoordig in West-Europa - voor de zogenaamde nuttige beroepsstudies als economie, recht en technische studies. En dit gaat gepaard met bezuinigingen op zo'n beetje alles wat bijdraagt aan een groter cultureel, sociaal en historisch begrip.
Hier ligt de werkelijke naïviteit, de ware zelfgenoegzaamheid en de oppervlakkigheid die zoveel schade hebben aangericht. Geschiedenis en de geesteswetenschappen krijgen steeds minder geld, wat een vorm van culturele zelfmoord is. Het is voldoende om ministers van Onderwijs en politici in het algemeen elk recht te ontzeggen krokodillentranen te huilen om de plotselinge opkomst van een nieuwe barbarij, filisterij en fanatisme.
Ik ken persoonlijk vele intelligente Nederlandse tieners die nog nooit van Spinoza of Bayle hebben gehoord, en wie eigenlijk nauwelijks iets over de Gouden Eeuw is geleerd, op school of thuis. Zij begrijpen dan ook niet waarom Nederland altijd gezien werd als een vroeg-ontwikkeld en verlicht voorbeeld voor de ontwikkeling van opvattingen als seksuele en raciale gelijkheid en vrijheid van meningsuiting. Als Spinoza wordt gebagatelliseerd, dan is het niet overdreven te stellen dat Bayle praktisch genegeerd wordt. Dus in plaats van anderen de schuld te geven, of rancuneus jegens buitenlanders te zijn, denk ik dat het Nederlandse volk niemand anders dan zichzelf iets kan verwijten.
Wat is nu zo relevant aan Bayle's theorie van tolerantie? Net als Spinoza meende hij dat de meesten onder ons eerder in theologische doctrines dan in rationele criteria geloven. Zij aanbidden de religieuze leiders, die de doctrines interpreteren volgens geaccepteerde tradities en daarmee grote invloed over mensen uitoefenen. Beide denkers vonden dit simpele sociaal-culturele feit uiterst gevaarlijk. Bayle wilde moraliteit en gewetensvrijheid zoveel mogelijk van het geloof scheiden. Door te laten zien welke verschrikkelijke gevolgen de gewelddadige geloofsvervolging had voor leven en goed, wilde Bayle de lezer overtuigen van het morele failliet van geloofsonverdraagzaamheid als rechtvaardiging voor de godsdienstoorlogen, die dan ook niet door God, Christus of welke christelijke kerk of autoriteit dan ook, konden worden gepropageerd.
Volgens Bayle nemen gelovigen logischerwijs aan dat zij het juiste geloof belijden. Maar omdat het niet mogelijk is dit rationeel te bewijzen aan iemand die het hier niet mee eens is, concludeert Bayle dat ieder geloof tijdelijk is en daarmee even geldig of ongeldig. Deze redenering vormt de basis van zijn beroemde ‘conscience errante'-doctrine: aangezien niemand rationeel de waarheid of onwaarheid van een bepaald geloof kan aantonen, is er ook geen rationele methode voorhanden om iemand die in totale absurde of onzinnige leerstellingen gelooft, te overtuigen van zijn dwaling. De enige uitweg hiervoor is elke minderheid het recht op gewetensvrijheid toe te kennen alsof je het zou toekennen aan je eigen geloofsgenoten. Dit recht dient ook te gelden voor degenen wier denkbeelden door de grote meerderheid als totaal absurd worden gezien.
Een van de belangrijkste aspecten in de filosofie van Bayle is zijn inzicht dat het feit dat de meeste mensen menen dat iets waar of juist is, nog niet betekent is dat dit echt waar of juist is. Integendeel, gegeven de menselijke neiging tot oppervlakkigheid en onwetendheid, zo stelt Bayle in zijn Pensées Diverses, is de wetenschap dat een bepaalde overtuiging door de meeste mensen wordt gedeeld meestal een blijk van de volkomen onzinnigheid van die overtuiging. Juist het feit dat de meerderheid meent dat dergelijke ideeën waar zijn, maakt religie en haar leiders tot de grootste bedreiging voor het onafhankelijke denken en de individuele vrijheid; maar ook voor de stabiliteit en eenheid van de samenleving zelf. Want volgens Bayle hebben het volk en de theologen de macht om niet alleen andersdenkenden te censureren en te onderdrukken, maar ook te vervolgen en uit te schakelen.
Iedereen moet kunnen denken wat hij wil denken, dat is onderdeel van tolerantie. Maar het moet niet tot onverschilligheid leiden. De essentie van tolerantie is in een gecoördineerde actie van politieke leiders, onderwijskundigen en opiniemakers religieuze haat en vooroordeel onschadelijk te maken.
Sinds de moord op Theo van Gogh verkeert Nederland in shock en vertoont het verontrusting in alle gelederen. Tolerantie, een der onbetwiste pijlers van de Nederlandse identiteit, is minder vanzelfsprekend geworden. Wat houdt deze nationale eigenschap nog in? Een diepgevoelde culturele crisis is het gevolg. Mensen lijken een obsessie te hebben voor de laatste demografische statistieken en vrezen dat over vijftien jaar de steden het toneel zullen zijn van een allesbeslissende cultuurstrijd.
Al vóór de moord op Van Gogh werd in buitenlandse tv-programma's de vraag gesteld of en zo ja waarom Nederlanders toch hun vertrouwde en vriendelijke imago hadden verloren. Of zij inderdaad plotseling ongastvrij en onvriendelijk jegens nieuwkomers en niet-blanken waren geworden - een intolerant land eigenlijk. Velen vragen zich nu af of de Nederlandse opvatting van tolerantie, zoals die zich sinds de Tweede Wereldoorlog heeft ontwikkeld, naïef is geweest, of sterker, zelfgenoegzaam en blind voor de sociale problemen waarmee het land nu kampt.
Ik denk dat de huidige crisis de filosofie van de in Frankrijk geboren zeventiende-eeuwse denker Pierre Bayle (1647-1706), die in Rotterdam geschiedenis en filosofie doceerde, een speciale relevantie verschaft. Maar de geïnteresseerde leek hoeft zich niet te schamen wanneer hij zich dat niet heeft gerealiseerd, aangezien geen enkele journalist of commentator tijdens de vele debatten iets over Bayle heeft gezegd. Sterker nog, ik meen als trouwe vriend en bewonderaar van Nederland - maar ook als iemand die vindt dat er momenteel alle reden toe is niet alleen kritisch, maar gewoonweg onsympathiek te zijn - dat de collectieve veronachtzaming van Bayle's betekenis voor de Nederlandse beschaving even symbolisch is voor de huidige identiteitscrisis als voor Bayle's filosofie zelf.
Want de flagrante nalatigheid om in het onderwijs of voor het nationale bewustzijn ook maar iets te doen aan Bayle - die net als Spinoza en Descartes in Nederland leefde en werkte en net als zij in het rijtje grote filosofen thuishoort - is een typisch symptoom van de huidige malaise die de Nederlandse samenleving tart. Er heerst grote onkunde om de werkelijke historische én filosofische betekenis van noties als tolerantie, vrijheid van meningsuiting en persoonlijke vrijheid te waarderen en te ontsluiten. Het zijn ideeën waar Spinoza en Bayle vele jaren over nadachten en die zij uiteindelijk verwerkten in uiterst ingenieuze sociale, culturele en politieke doctrines.
Zonder enige twijfel is de Gouden Eeuw vanuit een breed internationaal perspectief de belangrijkste bijdrage van Nederland aan de ontwikkeling van de moderne westerse samenleving. Maar wanneer je de systematische en modieuze afname van de waardering voor de Gouden Eeuw sinds de jaren '60 in aanmerking neemt, is het niet raar dat de meerderheid van de Nederlanders eigenschappen als tolerantie, individuele vrijheid en de vrijheid van meningsuiting als een vanzelfsprekend goed beschouwt. Waarden waarmee ze opgroeien en die niet vanuit een historisch of cultureel perspectief verklaard moeten worden of filosofisch gerechtvaardigd.
Deze schaal van onnozelheid en nalatigheid is de laatste tijd alleen maar in omvang gegroeid wegens de door de overheid gerichte aanval op de humaniora op middelbare scholen en universiteiten. Er heerst een Thatcheriaanse obsessie - zo alomtegenwoordig in West-Europa - voor de zogenaamde nuttige beroepsstudies als economie, recht en technische studies. En dit gaat gepaard met bezuinigingen op zo'n beetje alles wat bijdraagt aan een groter cultureel, sociaal en historisch begrip.
Hier ligt de werkelijke naïviteit, de ware zelfgenoegzaamheid en de oppervlakkigheid die zoveel schade hebben aangericht. Geschiedenis en de geesteswetenschappen krijgen steeds minder geld, wat een vorm van culturele zelfmoord is. Het is voldoende om ministers van Onderwijs en politici in het algemeen elk recht te ontzeggen krokodillentranen te huilen om de plotselinge opkomst van een nieuwe barbarij, filisterij en fanatisme.
Ik ken persoonlijk vele intelligente Nederlandse tieners die nog nooit van Spinoza of Bayle hebben gehoord, en wie eigenlijk nauwelijks iets over de Gouden Eeuw is geleerd, op school of thuis. Zij begrijpen dan ook niet waarom Nederland altijd gezien werd als een vroeg-ontwikkeld en verlicht voorbeeld voor de ontwikkeling van opvattingen als seksuele en raciale gelijkheid en vrijheid van meningsuiting. Als Spinoza wordt gebagatelliseerd, dan is het niet overdreven te stellen dat Bayle praktisch genegeerd wordt. Dus in plaats van anderen de schuld te geven, of rancuneus jegens buitenlanders te zijn, denk ik dat het Nederlandse volk niemand anders dan zichzelf iets kan verwijten.
Wat is nu zo relevant aan Bayle's theorie van tolerantie? Net als Spinoza meende hij dat de meesten onder ons eerder in theologische doctrines dan in rationele criteria geloven. Zij aanbidden de religieuze leiders, die de doctrines interpreteren volgens geaccepteerde tradities en daarmee grote invloed over mensen uitoefenen. Beide denkers vonden dit simpele sociaal-culturele feit uiterst gevaarlijk. Bayle wilde moraliteit en gewetensvrijheid zoveel mogelijk van het geloof scheiden. Door te laten zien welke verschrikkelijke gevolgen de gewelddadige geloofsvervolging had voor leven en goed, wilde Bayle de lezer overtuigen van het morele failliet van geloofsonverdraagzaamheid als rechtvaardiging voor de godsdienstoorlogen, die dan ook niet door God, Christus of welke christelijke kerk of autoriteit dan ook, konden worden gepropageerd.
Volgens Bayle nemen gelovigen logischerwijs aan dat zij het juiste geloof belijden. Maar omdat het niet mogelijk is dit rationeel te bewijzen aan iemand die het hier niet mee eens is, concludeert Bayle dat ieder geloof tijdelijk is en daarmee even geldig of ongeldig. Deze redenering vormt de basis van zijn beroemde ‘conscience errante'-doctrine: aangezien niemand rationeel de waarheid of onwaarheid van een bepaald geloof kan aantonen, is er ook geen rationele methode voorhanden om iemand die in totale absurde of onzinnige leerstellingen gelooft, te overtuigen van zijn dwaling. De enige uitweg hiervoor is elke minderheid het recht op gewetensvrijheid toe te kennen alsof je het zou toekennen aan je eigen geloofsgenoten. Dit recht dient ook te gelden voor degenen wier denkbeelden door de grote meerderheid als totaal absurd worden gezien.
Een van de belangrijkste aspecten in de filosofie van Bayle is zijn inzicht dat het feit dat de meeste mensen menen dat iets waar of juist is, nog niet betekent is dat dit echt waar of juist is. Integendeel, gegeven de menselijke neiging tot oppervlakkigheid en onwetendheid, zo stelt Bayle in zijn Pensées Diverses, is de wetenschap dat een bepaalde overtuiging door de meeste mensen wordt gedeeld meestal een blijk van de volkomen onzinnigheid van die overtuiging. Juist het feit dat de meerderheid meent dat dergelijke ideeën waar zijn, maakt religie en haar leiders tot de grootste bedreiging voor het onafhankelijke denken en de individuele vrijheid; maar ook voor de stabiliteit en eenheid van de samenleving zelf. Want volgens Bayle hebben het volk en de theologen de macht om niet alleen andersdenkenden te censureren en te onderdrukken, maar ook te vervolgen en uit te schakelen.