Bekijk volle/desktop versie : Een dag uit het leven van de hoofdstad



13-08-2014, 15:54

Citaat door Yezidi:
Door Stephan Sanders
8 augustus 2014 Leestijd: 5 minuten
'Hoeveel ruimte moet ik laten aan ISIS-aanhangers die hardop dromen dat die plurale, Amsterdamse samenleving liever vandaag dan morgen de lucht in vliegt?'

De subculturele oogst van afgelopen zondag in Amsterdam: veel voetbalsupporters, want de wedstrijd om de Johan Cruijff Schaal werd gespeeld in de Amsterdam Arena; veel homo’s en hun liefhebbers uit binnen- en buitenland, want Gay Pride; de pro-Gaza-betoging, dwars door de Amsterdamse binnenstad, die Internationale Socialisten, crypto-ISIS-aanhangers en Palestijnse medestanders samenbrengt; een dancefestival in het Amsterdamse Bos; en de een na laatste editie van Kwaku, de grote, van oorsprong Surinaamse voetbalbraderie in Amsterdam Zuidoost.

Een dag uit het leven van de hoofdstad: ‘diversiteit’ dekt de lading al niet meer, dat ruikt te veel naar gezellig andermans hapjes leren eten, en compatibel zijn de verschillende groepen niet per se. De gays en de voetbalsupporters: ik zou ze niet in één hok samenbrengen. De pro-Gaza demonstratie? Ik heb zo mijn twijfels of en hoe dat samengaat met het homo-welzijn – in Gaza zelf moeten ze van homo’s in elk geval niets hebben. Hooguit krijgt zo’n jongeman een bomgordel om, zodat hij z’n familie niet tot schande is en als een nette martelaar aan zijn einde komt. En die voetbalsupporters zou ik hooguit aan de Surinaamse voetballiefhebbers koppelen; andere combinaties: linke soep.

Dan roept iemand, met authentiek Amsterdams-Marokkaanse tongval: ‘Kanker-Hollander. Izz bang in jouw eigen land’

Hoeveel verscheidenheid verdraagt een stad, zonder dat je over scheuren en kloven moet gaan nadenken? Ik laat even Frans Kellendonk aan het woord, gestorven in 1990 maar sindsdien eigenlijk alleen maar winnend aan invloed; zijn vaak geciteerde opmerking die hij in de jaren ’80 maakte ‘dat een straat waar men op de ene hoek een katholieke kerk probeert te handhaven, op de andere een moskee en nog een hindoe-tempeltje ergens in het midden, een straat is waar binnen de kortste keren helemaal geen godsdienst en helemaal geen gemeenschap meer zullen zijn.’

Hoe groter het geheel, hoe meer verschillen er in passen. Maar kun je Amsterdam op zo’n dag nog een ‘geheel’ noemen? Fotocredit: Sabine Joosten/HH
Hoe groter het geheel, hoe meer verschillen er in passen. Maar kun je Amsterdam op zo’n dag nog een ‘geheel’ noemen? Fotocredit: Sabine Joosten/HH
Zijn apocalyptische visie klinkt nu zowat als een idylle; katholieken, moslims en hindoes – dat is overzichtelijk, goed te doen. Bovendien vond links in die tijd het teloorgaan van alle godsdienst een belofte, en allesbehalve een nachtmerrie. Wel even vergeten dat daarbij niet de meest vreedzame, maar de meest haatdragende variant van ‘godsdienst’ het het langste uitzingt. Blijft over die verdwijnende gemeenschap. Die ‘straat’ van Kellendonk is geen ‘stad’: hoe groter het geheel, hoe meer verschillen er in passen. Maar kun je Amsterdam op zo’n dag nog een ‘geheel’ noemen? Is dat ‘organische weefsel’ van belang, of kunnen we net zo goed zonder?

Veel is mogelijk, maar leuker wordt het er niet van. De stadsbewoner leert zijn hoofd op gezette tijden af te wenden en die andere stedelingen toe te staan wat hemzelf met afschuw vervult. Tolerantie gaat van tandenknarsen, je moet wel eerst iets verbijten. Pluralisme is geen gift aan een ander, maar een dure belofte die je jezelf oplegt –en die kan pijnlijk zijn. Maar er is een ondergrens: hoeveel ruimte moet ik laten aan ISIS-aanhangers die hardop dromen dat die plurale, Amsterdamse samenleving liever vandaag dan morgen de lucht in vliegt?

Waar dachten deze types naartoe gebracht te worden in geval van een ongeluk, de Eerste Hulp in Casablanca?

Tijd voor een onschuldige anekdote, dus minus ISIS (hoop ik). Bij mij om de hoek liggen twee coffeeshops: een ongelooflijk lievige, met zelfgebakken cake en weed en andere stuff, en een die sterk naar binnen is gericht, met boosheid die je van buiten al tegemoet blaast. Clientèle: voornamelijk Marokkaans-Nederlandse jongens. Zo’n twaalf daarvan komen in een kolonne aangelopen, uit die coffeeshop, branie – en blikjesschoppend. Het Gezag is nergens te zien, maar het gezag kan ook een optatert krijgen. Tot zover: niks typisch Marokkaans, zeer veel jongensachtigheid. Ze slaan de hoek om, komen bij mij de Dijk op, en ik zie een buurman die argwanend dat groepje met zijn ogen volgt – hij is getuige als er autospiegels sneuvelen en de parkeerautomaat wordt gemold. Jongens jennen, ook deze buurman, en als ze even voorbij hem zijn, roept iemand, met authentiek Amsterdams-Marokkaanse tongval: ‘Kanker-Hollander. Izz bang in jouw eigen land.’

Dit is een tragedie: die jongens, waarschijnlijk geboren en in elk geval ruim getogen in Nederland, die denken bijdehand te zijn door Nederland niet te reserveren voor zichzelf. Ha, buurman bang in zijn eigen land – lekker niet het onze. Waar dachten deze types naartoe gebracht te worden in geval van een ongeluk, de Eerste Hulp in Casablanca?

Dat opzichtig zijn in Nederland, en tegelijkertijd alles wat Nederland en Nederlands is vervloeken, zonder daar ooit ook maar een tamelijk logische en goed betaalbare consequentie uit te trekken.

Ik kan daar steeds minder tegen.

http://www.vn.nl/Archief/Samenleving/Artikel-Samenleving/Een-dag-uit-het-leven-van-de-hoofdstad.htm
.