Bekijk volle/desktop versie : Arabische honden en hun zionistische meesters



Pagina's : [1] 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

15-07-2014, 20:52
.
.
.
.
.
.
.
.


De topic is verwijderd, dus ik zal hier alles opnieuw plaatsen in sha Allah.

Beoordeel dit onderwerp a.u.b.!




.
.
.

''Inhoudsopgave''

Hossein ibn Ali:

#3
#4
#5
#6

Faisal ibn Hossein

#7
#8
#9
#10
#31

Abdelaziz ibn Saud

#11
#12
#13
#28
#33
#34
#35
#51
#54


Hassan 2

#14
#15
#16
#17
#18
#19
#20
#21
#22
#23
#24
#25
#26
#26
#146

De ongekroonde koning van de Arabieren

#29
#30
#31
#32

Abdullah | van Jordanië
#58
#61
#66
#68

Jamaal Abdel Nasser

#77
#83
#84
#85
#87
#93

[COLOR="#FF0000"]Anwar Saddat[/COLOR]

#95
#97
#98
#99
#100
#101
#102
#103
#104
#105
#106
#108

Al Khadaffi

#124
#125
#127
#128
#130
#131
#132
#134
#135

15-07-2014, 20:53


Universiteit., je hebt geen toegang om op deze pagina te komen. Dit kan door onderstaande redenen komen:

Je hebt de rechten niet om de gewenste actie uit te voeren.
Je account is niet actief.



Zionistische onderbuikgevoelens hebben sommigen hier op deze forum

15-07-2014, 20:55



De Arabische hond die er voor heeft gezorgd dat fitna is ontstaan in het Midden-Oosten

15-07-2014, 20:56
Introductie

In 1896 schreef Theodoor Herzl (joodse naam: Binyamin Ze'ev Herzl), geboren in 1860 te Boedapest, zijn politiek pamflet Der Judenstaat (De Joodse Staat). Herzl was opgegroeid in Wenen en geschoold tot meester in de rechten aan de Universiteit van Wenen, maar in de periode voor Der Judenstaat was hij in Parijs werkzaam geweest als journalist. Hij was joods van afkomst, maar niet religieus. Hij en zijn familie behoorden tot de hogere sociale klasse van de seculiere joden in Europa. Eerder al in Wenen, maar vooral tijdens zijn verblijf in Parijs maakte Herzl kennis met het antisemitisme van Europa. Hieruit trok Herzl de conclusie dat het "jodenvraagstuk" enkel opgelost kon worden indien het joodse ras zich zou verenigen in een eigen staat. Assimilatie in de Europese samenlevingen door de joden had het probleem van het anti-semitisme niet weten op te lossen, stelde Herzl, en assimilatie zou dit probleem ook nooit op kunnen lossen. Voor een echte oplossing voor het probleem zou het joodse ras zich moeten omvormen van "vreemde eend in de bijt" - zoals zij op dat moment feitelijk overal waar zij verbleven in Europa beschouwd werden - tot geaccepteerde burgers van de wereld, en wel door het stichten van een eigen joodse staat.

De ideeën van Herzl werden met weinig enthousiasme ontvangen binnen joodse (religieuze) kringen. Zijn plan om naar aanleiding van de publicatie van Der Judenstaat een congres te organiseren in München om de zionistische politieke ideeën toe te lichten en te bespreken, liep dan ook op niets uit vanwege verzet hiertegen... door de joden van München. Zo kwam het dat het Eerste Zionisten Congres uiteindelijk plaats vond in Basel, Zwitserland, in 1897. Dit congres definieerde het streven - en hierdoor de betekenis - van zionisme, als:

"Het doel van zionisme is de creatie voor het joodse volk van een thuisland in Eretz (Groot) Israël, zeker gesteld door de wet."

Tijdens deze eerste bijeenkomst van zionistische joden werd het Wereld Zionisten Congres opgericht om te werken aan realisering van het doel van zionisme, en het kreeg Theodoor Herzl toegewezen als eerste president. De methode van het Wereld Zionisten Congres zou, volgens de deelnemers aan het congres, moeten zijn:

1. Promotie middels geschikte middelen van de vestiging in Eretz Israël door joodse boeren en producenten;
2. Het organiseren van de vereniging van het ganse jodendom;
3. Het versterken en bevorderen van het joods sentiment en het joods nationaal bewustzijn;
4. Voorbereidende stappen ter vergaring van toestemming van overheden, waar nodig, om de doelen van het zionisme te kunnen realiseren.

Naar aanleiding van het Eerste Zionisten Congres schreef Herzl in zijn dagboek:

"Zou ik het congres van Basel in één woord samen moeten vatten - wat ik zal beschermen opdat het niet publiekelijk uitgesproken wordt - dan zou dit het volgende zijn: 'In Basel heb ik de Joodste Staat gesticht'. Als ik dit vandaag luid zou verkondigen dan zou ik universeel uitgelachen worden. In 5, of misschien 50 jaar zal iedereen dit erkennen."

In het teken van het zionisme ontmoette Herzl vervolgens verschillende malen de Keizer van Duitsland. Aan de hand van de Keizer probeerden de zionisten in persoonlijk contact te treden met de Ottomaanse Khalifah AbdoelHamid II, wiens Khilafah op dat moment nog regeerde over het gebied dat Eretz Israël zou moeten worden volgens de zionisten: Palestina. In 1901 bezocht een delegatie van de zionisten AbdoelHamid II met een voorstel:

- Betaling van alle schulden van de Ottomaanse Khilafah door de zionisten;
- Opbouw van de marine van de Ottomaanse Khilafah bekostigd door de zionisten; en
- 35 miljoen gouden lira's in lening van de zionisten aan de Ottomaanse Khilafah, renteloos, om de welvaart van de Ottomaanse Khilafah te ondersteunen.

Dit alles in ruil voor:

- Het recht voor joden om Palestina te bezoeken en er te verblijven waneer zij wilden;
- Het recht voor joden om in Palestina, dichtbij aan Al Qoeds (Jeruzalem) nederzettingen te bouwen waar zij zouden kunnen leven.

Maar de Khalifah weigerde om hen zelfs maar te ontmoeten. Hij liet hen door een derde persoon zijn antwoord op het voorstel van de zionisten overbrengen:

"Vertelt die onbeleefde joden dat de schulden van de Ottomaanse Khalifah geen schande zijn, (ook) Frankrijk heeft schulden maar lijdt er niet onder. Al Qoeds werd een deel van het Islamitische Khalifah toen 'Oemar bin Al Chattab de stad innam, en ik ga niet de historische schande van het verkopen van het Heilige Land aan de joden dragen, en ik wil de verantwoordelijkheid over en het vertrouwen van mijn mensen niet schaden. De joden mogen hun geld houden. De Ottomanen schuilen niet in kastelen die met het geld van de vijanden van Islam zijn gebouwd."

Later hetzelfde jaar probeerde Herzl zelf Khalifah AbdoelHamid II te bezoeken, maar ook hem weigerde de Khalifah te ontmoeten:

"Adviseer Dr. Herzl om geen verdere stappen te nemen betreffende zijn project. Ik kan zelfs geen handvol van de grond van dit land weggeven, want het is niet van mij. Het is van de Islamitische Oemma. De Islamitische Oemma die omwille van dit land Djihad heeft gedaan en haar bloed ervoor heeft vergoten. De joden kunnen hun geld en hun miljoenen behouden. Als een dag de Islamitische Khilafah vernietigd wordt dan zullen zij Palestina kunnen nemen zonder er een prijs voor te betalen! Maar zolang ik in leven ben zou ik eerder een zwaard in mijn lichaam steken dan toe te zien dat Palestina wordt weggerukt en weggeven door de Khilafah. Dit is iets wat niet zal gebeuren, ik kan onze organen niet afsnijden terwijl wij in leven zijn."

De weigering van de Khilafah om ook maar te praten over een verkoop van Palestina aan de zionisten deed Herzl besluiten zich te wenden tot de leiders van andere naties, meest vooraanstaand Groot-Brittannië.


Groot-Brittannië en Frankrijk, vijanden van de Khilafah

In de 19e eeuw bewoog de Ottomaanse Khilafah zich in het vizier van de Europese imperialistische staten, Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland en (in mindere mate) Italië. Allen smeedden plannen in de hoop de gebieden van de Ottomaanse Khilafah te kunnen "bevrijdden" en voor zichzelf te kunnen inwinnen. Van deze wetenschap probeerden de zionisten gebruik te maken. Derhalve, na de afwijzing van het aanbod van "hulp" van de zionisten door Khalifah AbdoelHamid II, bood de opvolger van Theodoor Herzl als leider van de zionisten, Chaim Weizmann, deze hulp aan bij deze vijanden van de Ottomaanse Khilafah. Weizmann probeerde deze landen er van te overtuigen dat door middel van het doel van de zionisten zij eigenlijk hun eigen doel - inname van de landen van de Khilafah - zouden realiseren.

Vooral in het geval van Groot-Brittannië slaagden de zionisten er in de juiste mensen voor hun zaak te winnen, zo bijvoorbeeld in het geval van Lloyd George die later premier van Groot-Brittannië zou worden, Arthur James Balfour die later Brits minister van Buitenlandse Zaken zou worden, en Mark Sykes. Bij hen benadrukte Weizman keer op keer de volgende boodschap:

"Zou Palestina onder de Britse sfeer van invloed komen te liggen, en zou Groot-Brittannië een joodse kolonisatie van het gebied aanmoedigen, ... dan zouden we daar in 20 tot 30 jaar een miljoen joden kunnen hebben; zou zouden een uitstekende bewaker zijn voor het (Britse) Suez kanaal."

15-07-2014, 20:56


Vervolg



"Engeland zou in de joden de best mogelijke vriend hebben, die de ideeën van de oosterse landen als beste begrijpen en die als brug zouden kunnen dienen tussen de twee beschavingen. Dat is wederom niet een materieel argument, maar voor de politicus die graag 50 jaar vooruitkijkt zou dat toch zeker grote waarde moeten hebben." 1

Over de laatstgenoemde van het stel Britse contacten, Mark Sykes, zei Weizman:

"Een van onze grootste vondsten was Mark Sykes, secretaris-generaal van het Ministerie van Oorlog. Ik kan onmogelijk te veel zeggen over de diensten die Sykes ons verleend heeft."

Mark Sykes was degene die namens de Britse overheid onderhandelde met de Franse overheid over de opsplitsing van de landen van de Ottomaanse Khilafah onder hen beiden. In eerste instantie was Frankrijk de mening toegedaan dat de gebieden die ten tijde van de Kruistochten door haar voor korte tijd veroverd waren geweest ook nu haar ten deel moesten vallen. Frankrijk, met andere woorden, claimde het hedendaagse Libanon waar de Maronieten woonden, de Christelijk gemeenschap met wie de Fransen nauwe banden onderhielden, Syrië en Palestina. Aan Sykes was de taak om de Fransen er van te overtuigen dat Palestina in handen moest komen van de zionisten, en dus dat het in eerste instantie onder de autoriteit van de Britten geplaatst zou moeten worden opdat die het dan op een later moment aan de zionisten over zouden kunnen dragen.

"Het plan-de-campagne begon nu vorm te krijgen. Weizmann zou Sykes ontmoeten in Egypte en tezamen met hem naar Palestina gaan wanneer de tijd daarvoor rijp was. Sokolow (een ander lid van het Wereld Zionisten Congres) zou zien wat hij kon doen om een meer gunstige atmosfeer te creëeren in Parijs, waar tot dusver de regerring niet genegen was geweest de zionisten serieus te nemen en waar de leidende joden openlijk vijandig waren gebleken (tegenover de zionisten). ... Een georganiseerde poging werd ondernomen om steun te vergaren onder Russische en Amerikaanse zionisten en - waar mogelijk - van hun regeringen, voor het nu veropenlijkte zionistische plan: de totstandbrenging van een Joods Gemenebest in Palestina onder auspiciën van Groot-Brittannië. Sykes, voor zijn deel, maakte zich klaar om tegenover Picot (de Franse evenknie van Sykes) duidelijk te maken dat Groot-Brittannië er op zou staan om de autoriteit over Palestina te verkrijgen en dat de Fransen zichzelf in het reine zouden moeten brengen met het verlaten van hun aanspraak (op het gebied)." 2


Uiteindelijk accepteerde Frankrijk de "joodse kolonisatie van Palestina" en liet het Palestina overgaan tot het gebied onder Britse controle, zou de Ottomaanse Khilafah eenmaal vernietigd zijn. In het verdrag dat bekend zou worden onder de naam van haar opstellers Mark Sykes namens Groot-Brittannië en François Georges Picot namens Frankrijk, oftewel het verdrag van Sykes-Picot van 1916, wordt dit als volgt verwoord:

"Ik heb de eer de ontvangst van uwe Excellentie's notitie (...) te mogen bevestigen, waarin wordt gesteld dat de Franse regering de grenzen van de toekomstige Arabische staat, of conmfederatie van Arabische staten, accepteert, en die delen van Syrië waar Franse belangen zullen domineren, tezamen met de hierop betrekking hebbende voorwaarden, zoals zij zijn geresulteerd uit de recente discussies in Londen en Petrograd bij dit onderwerp.

Mij valt de eer toe uwe Excellentie in antwoord te informeren dat acceptatie van het ganse project, zoals het nu op tafel ligt, het afzien van aanzienlijke Britse belangen behelst, maar dat, gezien het feit dat Zijne Majesteits regering het voordeel van het algemene doel van de geallieerden om een meer gunstige interne politieke situatie tot stand te brengen in Turkije erkent, zij bereid is de overeenkomst waartoe nu gekomen is te accepteren, op voorwaarde dat de assistentie van de Arabieren verzekerd wordt en dat de Arabieren aan de voorwaarden voldoen en de steden Homs, Hama, Damascus en Aleppo innemen.
Derhalve is het volgende begrepen door de Franse en Britse overheden:

1. Dat Frankrijk en Groot-Brittannië bereid zijn om een onafhankelijke Arabische staat of een confederatie van Arabische staten onder de heerschappij van een Arabische leider, te erkennen en beschermen in de gebieden gemarkeerd met (A) en (B) op bijgevoegde kaart. Dat in gebied (A) Frankrijk, en in gebied (B) Groot-Brittannië, het voorrecht zal kennen op onderneming en uitlenen van geld. Dat in gebied (A) Frankrijk, en in gebied (B) Groot-Brittannië, alleen adviseurs of buitenlandse adviseurs zal aanleveren op verzoek van de Arabische staat of een confederatie van Arabische staten.

2. Dat in het blauwe gebied (Libanon, kust Syrië en binnenland Turkije) Frankrijk, en in het rode gebied (Irak en Koeweit) Groot-Brittannië, gerechtigd zullen zijn een direct of indirecte administratie of controle te vestigen zoals zij wensen en zoals zij juist mogen achten.

3. Dat in het bruine gebied (Palestina) een internationale administratie gevestigd zal worden, over wiens vorm beslist zal worden na consultering van Rusland, en naderhand consultering met de andere geallieerden en de Sjarief van Mekka."

Dit was voor de zionisten onder leiding van Weizmann het teken om te werken aan het formaliseren van de afspraak van de zionisten met de Britse regering.

"De tijd was gekomen, derhalve, om actie te ondernemen, om aan te zetten tot een verklaring van het beleid van de Britse regering inzake Palestina; en tegen het einde van januari 1917 stuurde ik naar Mark Sykes een memorandum voorbeid door ons committee."

Deze verklaring van de Britse regering kwam er dan ook, en wel gebaseerd op het voorstel van de zionisten. Het was een schrijven van de hand van de eerder genoemde Sir Balfour, op dat moment reeds Brits minister van Buitenlandse Zaken, in de richting van de Lord Rothschild, één van de leiders van de zionisten. Het document is bekend geworden als de Balfour Declaratie van 1917:

"Geachte Lord Rothschild,

Met groot genoegen zend ik U namens Zijne Majesteits regering de volgende verklaring van sympathie met het joodse zionistische streven. Ze werd het kabinet voorgelegd en is door het kabinet goedgekeurd.

Zijner Majesteits regering staat welwillend tegenover de oprichting van een nationaal tehuis voor het Joodse volk in Palestina en zal zich de grootste inspanningen getroosten om het bereiken van dat doel te vergemakkelijken, waarbij vanzelfsprekend niets gedaan kan worden dat aan de maatschappelijke en godsdienstige rechten van niet-joodse gemeenschappen in Palestina of aan de rechten van de joden als burgers van andere landen afbreuk zou kunnen doen.

Ik ben U erkentelijk wanneer U deze verklaring ter kennis wilt brengen van de Zionistische Federatie.

Hoogachtend,

Arthur James Balfour"

Hiermee beschikten de zionisten over een formele verklaring van Groot-Brittannië dat eenmaal zij de controle over Palestina zou verkrijgen, wat op dat moment in 1917 nog behoorde tot de Ottomaanse Khilafah, dat dit Palestina dan het thuisland voor de zionisten zou worden.


De Arabische verraders

Vanzelfsprekend was de belangrijkste stap ter completering van dit Frans/Brits/zionistisch complot de bewerkstelliging van de vernietiging van de Ottomaanse Khilafah. Het Britse plan hiertoe was het organiseren van een opstand door Arabieren tegen de Khilafah. Initieel stelde het India Bureau van het Brits ministerie van Buitenlandse Zaken, het departement dat verantwoordelijk was voor de administratie van de Brits kolonie India 3, voor om haar Arabische agent Ibn Saoed hiertoe in te schakelen. Daarentegen stelde het Caïro Bureau van het Brits ministerie van Buitenlandse Zaken, het departement dat verantwoordelijk was voor de administratie van de Brits kolonie Egypte 4, voor om gebruik te maken van haar Arabische agent Hoessein, de Sjarief van Mekka, en diens zonen. Het plan van het Caïro Bureau kreeg uiteindelijk de steun van de Britse regering, en daarop werd agent Sjarief Hoessein geïnformeerd betreffende hetgeen van hem verwacht werd.

15-07-2014, 20:57

Vervolg



In reactie stuurde Sjarief Hoessein zijn zoon Faisal bin Hoesein naar Damascus, om daar onder de vooraanstaande Arabieren te polsen wat nodig zou zijn om hun steun te verkrijgen voor een opstand tegen de Khilafah. Het antwoord vatte Sjarif Hoessein samen in een brief gericht aan Sir Henry McMahon, die door de Britse regering aangesteld was als Hoge-Commisaris in Egypte. Dit schrijven, effectief de eisen die Sjarief Hoessein stelde aan de Britten voor zijn deelname aan hun plan tegen de Khilafah, draagt de naam het Damascus Protocol:

"In ruil voor zijn medewerking, wat zou moeten leiden tot controle over gans het Arabisch Schiereiland, Mesopotamië, Syrië, Palestina en een deel van Sicilë, formuleert Sjarief Hoesein de volgende eisen:

De onafhankelijkheid van de Arabieren, in een gebied begrensd in het noorden tot inclusief Mersina en Adana, en begrensd tot de 37e breedtegraad tot aan de Perzische grens; de oosterse grens zou de Perzische grens moeten zijn tot de Golf van Basra; in het zuiden zou het gebied moeten grenzen aan de Indische Oceaan, met uitzondering van Aden; in het westen zou het begrensd moeten worden door de Rode Zee en de Middelandse Zee tot Mersina.

Groot-Brittannië zou de vestiging van een Arabisch Khilafah moeten erkennen. (...) In ruil hiervoor verklaart de Sjarief zich bereid Groot-Brittannië preferentieel te behandelen in al de economische zaken van de Arabische landen, al het overige gelijk.

Een defensieve militaire alliantie zou overeengekomen moeten worden. In het geval één der partijen een offensieve oorlog zou ondernemen, dan moet de andere partij zich strict neutraal opstellen."

McMahon antwoorde namens de Britse regering bevestigend op Sjarief Hoesseins eisen, waardoor betreffende het Britse plan ter vernietiging van de Ottomaanse Khilafah met alle partijen op alle fronten een akkoord was bereikt:

"De gebieden van Mersina en Alexandretta, de delen van Syrië die gelegen zijn ten westen van Damascus, Homs, Hama en Aleppo, hiervan 5 kan niet gezegd worden dat zij zuiver Arabisch zijn, en derhalve moeten zij buiten de voorgestelde begrenzing (van het te vormen Arabische Kalifaat) gehouden worden.

Onder voorbehoud van aanpassingen, en zonder bevooroordeeld te zijn door verdragen tussen ons en bepaalde Arabische leiders, accepteren we deze begrenzing.

Voor wat betreft de gebieden binnen de voorgestelde grenzen, binnen welken het Groot-Brittannië vrij staat te handelen zonder de belangen van haar bondgenoot Frankrijk te schaden, ben ik gemachtigd u de volgende beloftes te doen namens de regering van Groot-Brittannië, en om als volgt te reageren op uw schrijven:

Dat onder voorbehoud van bovenstaande aanpassingen, Groot-Brittannië bereid is de onafhankelijk van de Arabieren te erkennen en behouden, in al de gebieden binnen de grenzen voorgesteld door de Sjarief van Mekka.

Groot-Brittannië garandeert de Heilige Plaatsen tegen iedere buitenlandse aggressie, en erkent hun individualiteit. Mocht de situatie dit toestaan, dan zal Groot-Brittannië de Arabieren adviseurs ter beschikking stellen, en hen helpen in het opzetten van een overheid die het meest geschikt is voor de verschillende gebieden. Aan de andere kant, het is begrepen dat de Arabieren reeds besloten hebben enkel de raad en het advies te zoeken van Groot-Brittannië; en dat de Europese adviseurs en ambtenaren zoals die nodig zijn om een gedegen overheidsapparaat op te zetten, Britten zullen zijn. Met betrekking tot de twee wilayat van Basra en Bagdad, de Arabieren erkennen het feit dat de posities aldaar ingenomen en de belangen aldaar gerealiseerd door Groot-Brittannië, een speciaal administratieve overeenkomst vereisen om deze gebieden te beschermen tegen buitenlandse aggressie, om het welzijn van hun inwoners te verzekeren en om onze gemeenschappelijke belangen te kunnen beschermen."

Groot-Brittannië stuurde Hoessein daarop hun agent T.E. Lawrence, om de Arabische opstand te coördineren. "Lawrence of Arabia", zoals T.E. Lawrence beroemd zou worden, doorzag de ambitie van Sjarief Hoessein heel duidelijk. Sjarief Hoessein was door de Ottomaanse Khalifah eigenlijk aangesteld als wali (gouverneur) over de wilaya (gouvernement) Hedjaz, maar in plaats van gehoorzaamheid tegenover de Khalifah en het behartigen van de belangen van de moslims was zijn eigenlijke doel anders. Lawrence scheef:

"Zijn (Sjarief Hoessein) doel is het vestigen van een (tweede) Khilafah voor zichzelf, en onafhankelijkheid voor de Arabisch sprekende mensen van de huidige vervelende onderwerping door de mensen die Turks spreken. Zijn doelstelling is dus duidelijk in conflict met de pan-Islamitische beweging die zijn voornaamste obstakel vormen. Zijn activiteit lijkt voordelig voor ons omdat het voortgaat volgens onze doelstellingen, de opsplitsing van het Islamitische blok en verstoring van het Ottomaanse Rijk. (...) Als we er toch voor zouden kunnen zorgen dat zijn politieke verandering gewelddadig zal zijn, dan zullen we de bedreiging van Islam verwijderd hebben."
Voor de zionisten was de afspraak van de Britse overheid met Sjarief Hoessein een aanleiding om ervoor te zorgen dat ook deze partij, de Arabische agenten van de Britten, met hen in zee zou gaan. Wiezmann contacteerde hiertoe Faisal bin Hoessein, de zoon van Sjarief Hoessein, om ook met hem definitieve afspraken te maken betreffende Palestina. Het resultaat van het overleg tussen beiden is bekend geworden als het Faisal-Weizmann Verdrag, dat ondermeer stipuleerde:

"Zijne koninklijke hoogheid de Amir Faisal, vertegenwoordigende en handelende namens het Arabische koninkrijk van Hedjaz, en dokter Chaim Weizmann, vertegenwoordigende en handelende namens de Zionistische Organisatie, bewust van de raciale broederschap en de eeuwenoude banden die bestaan tussen de Arabieren en het joodse volk, en zich realiserende dat de meest zekere manier om hun beider nationale aspiraties te kunnen realiseren is door middel van de meeste hechte van samenwerkingen in de vestiging van een Arabische Staat en Palestina, en ernaar verlangende om de goede verstandhouding die tussen hen beiden bestaat te bevestigen, zijn de volgende artikelen overeengekomen:

Artikel I
De Arabische Staat en Palestina zullen zich in al hun relaties en ondernemingen beperken tot de meest hoffelijke goodwill en begrip, en voor dit doel zullen Arabische en joodse agenten gevestigd worden en behouden worden in hunner beider gebieden.

(...)

Artikel III
Bij de vestiging van een grondwet en een administratie voor Palestina zullen al de stappen genomen worden die met de grootste zekerheid de tenuitvoerbrenging van de (Balfour) declaratie van de Britse regering van de 2e november 1917, zal garanderen.

Artikel IV
Al de noodzakelijke stappen zullen genomen worden om immigratie van joden naar Palestina op grote schaal aan te moedigen en te stimuleren, en om zo snel mogelijk de joodse immigranten te vestigen in het land door het opzetten van vestigingen en cultivatie van het land. Bij het nemen van de stappen zullen de rechten van de Arabische boer beschermd worden, en zij zullen geholpen worden om vooruit te gaan in hun economische ontwikkeling.

(...)

Artikel IX
Ieder dispuut dat kan ontstaan tussen beide partijen van het contract zal verwezen worden naar de Britse regering voor arbitrering.

Getekend,

Faisal bin Hoessein
Chaim Weizmann"

Zo verraadden Sjarief Hoessein en zijn zonen de Khilafah en de moslims. Zij verkochten Palestina wel aan de zionisten, in tegenstelling tot wat Khalifah AbdoelHamid II had gedaan. Enkel en alleen op zoek naar steun voor hun ambitie om als agent van Groot-Brittannië een eigen Khilafah te kunnen stichten.

http://www.expliciet.nl/index2.php?option=com_content&do_pdf=1&id=7259

15-07-2014, 20:57
Ook een andere grote verrader is Faisal ibn Ali, dit is de zoon van Husein ibn Ali.



Hij zette de samenwerking tussen de Arabische honden en de Britten voort (na het overlijden van zijn vader), hij kreeg ook een deel van het Midden-Oosten die hij mocht regeren.

Faisal ibn Hossein was een grote vriend van de kruisvaarders en de zionisten. Hier zie je hem met een zionistische leider (Weizmann):


15-07-2014, 20:58
Feisal Hussein, King of Iraq and Syria agreed to Jewish National Home according to British Mandate (Israel and Jordan) in 1918. King of Iraq from 1921; eldest son of Hussein, sherif of Mecca. He led the Arab intifada against Turkey (1916-1918) and was designated king of Syria. Feisal was at first sympathetic to a Jewish Homeland from which he hoped to receive aid in building his future kingdom. He met Dr. Weizmann in Jordan (1918) and Paris (1919) where they reached an agreement on mutual aid, conditional on the implementation of British promises to the Arabs. Later, owing to his expulsion from Syira by the French (1920) and the influence of other Arab leaders, his attitude later became hostile.

By the mid-19th century, up to 100,000 people lived in Palestine, including a high percentage of Jews, whose forebears had lived there for thousands of years. In 1882, roughly 200,000 Muslims lived in all of Western Palestine.1 By 1918, the situation had not changed much: That was why Hussein ibn-Ali, Sherif of Mecca, and his son, King Faisal of Iraq, both endorsed and extolled the Balfour Declaration 2

Hussein wrote in Mecca's Al Qibla, in 1918, "The resources of the country are still virgin soil and will be developed by the Jewish immigrants. One of the most amazing things until recent times was that the Palestinian used to leave his country, wandering over the high seas in every direction. His native soil could not retain a hold on him.... At the same time, we have seen the Jews from foreign countries streaming to Palestine from Russia, Germany, Austria, Spain, and America. The cause of causes could not escape those who had a gift of deeper insight. They knew that the country was for its original sons [abna'ihi-l-asliyin], for all their differences, a sacred and beloved homeland. The return of these exiles [jaliya] to their homeland will prove materially and spiritually an experimental school for their brethren who are with them in the fields, factories, trades and all things connected to the land." 3

In early 1919, King Faisal, then the only recognized Arab leader in the world, executed a treaty with Chaim Weizmann adopting the understanding of the Balfour Declaration. It outlined relations between Palestine and the Arab state, recognizing the former as a National Home for the Jews, in which they should quickly settle. He wrote, "We Arabs, especially the educated among us, look with the deepest sympathy on the Zionist movement. Our delegation here in Paris is fully acquainted with the proposals submitted yesterday to the Zionist organization to the Peace Conference, and we regard them as moderate and proper." (emphasis added)

The 1919 Faisal-Weizmann treaty provided a firm foundation for League of Nations ratification of the Balfour Declaration at the San Remo Conference in 1920. The proposals covered Palestine - from the Mediterranean through the entire Galilee, up to the Litany River, hundreds of miles east of the Jordan River through all of current day Jordan, and into part of the Sinai. The League assigned Palestine Mandate administration to Britain, entrusting it to establish the National Home for the Jews.

15-07-2014, 20:59

Vervolg




Agreement Between Emir Feisal Husseini and Dr. Weizman
His Royal Highness the Emir FEISAL, representing and acting on behalf of the Arab Kingdom of Hedjaz, and Dr. CHAIM WIEZMANN, representing and acting on behalf of the Zionist Organization.

mindful of the racial kinship and ancient bonds existing between the Arabs and the Jewish people, and realising that the surest means of working out the consumation of their national aspirations is through the closest possible collaboration in the development of the Arab State and Palestine, and being desirous further of confirming the good understanding which exists between them,

have agreed upon the following Articles;-

ARTICLE I

The Arab State and Palestine in all their relations and undertakings shall be controlled by the most cordial goodwill and understanding and to this end Arab and Jewish duly accredited agents shall be established and maintained in the respective territories.

ARTICLE II

Immediately following the completion of the deliberations of the Peace Conference, the definite boundaries between the Arab State and Palestine shall be determined by a Commission to be agreed upon by the parties hereto.

ARTICLE III

In the establishment of the Constitution and Administration of Palestine all such measures shall be adopted as will afford the fullest guarantee for carrying into effect the British Government's Declaration of the 2nd of November, 1917.

ARTICLE IV

All necessary measures shall be taken to encourage and stimulate immigration of Jews into Palestine on a large scale, and as quickly as possible to settle Jewish immigrants upon the land through closer settlement and intensive cultivation of the soil. In taking such measures measures the Arab peasant and tenant farmes shall be protected in their rights and shall be assisted in forwaxiiing their economic development.

ARTICLE V.

No regulation nor Iaw shall be made prohibiting or interfering in any way with the free exercise of religion; and further the free excercise and enjoyment of religious profession and worship without discimimtion or preference shell forever be allowed. No religious test shall ever be required for the exercise of civil or political rights.

ARTICLE VI

The Mohammedan Holy Places shall be under Mohammedan control.

ARTICLE VII

The Zionist Organization proposes to send to Palestine a Commission of experts to make a survey of the economic possibilities of the country, and to report upon the best means for its development. The Zionist Organisation will place the aforementioned Comission at the disposal of the Arab State for the purpose of a survey of the economic possibilities of the Arab State and to report upon the best means for its development. The Zionist Organization will use Its best efforts to assist the Arab State in providing the means for developing the natural resources and economic possibilities thereof.

ARTICLE VIII.

The parties hereto agree to act in complete accord and harmony on all matters embraced herein before the Peace congress.

ARTICLE IX

Any matters of dispute which my arise between the contracting parties shall be referred to the British Government for arbitration.

Given under our hand at LONDON.
ENGLAND, the THIRD day of
JANUARY, ONE THOUSAND NINE
HUNDRED AND EIGHTEEN.

Chaim-Weizmann.

Feisal ibn-Hussein.

RESERVATION BY THE EMIR FEISAL

If the Arabs are established as I have asked in my manifesto of January 4th addressed to the British Secretary of State for Foreign Affairs, I will carry out what is written in this agreement. If changes are made, I cannot be answerable for failing to carry out this agreement.

Feisal ibn-Hussein.

15-07-2014, 20:59
De documenten waarin Faisal ibn Hosein ibn Ali Palestina verkoopt:








Zijn antwoord hierop:





http://www.eretzyisroel.org/~samuel/feisal1.html

15-07-2014, 21:00
Een andere grote verrader van de Arabische honden is: Koning Abdelaziz ibn Saud (ook wel Abdel Ingliz genoemd, de slaaf van de Britten)

Hij was de eerste koning van de staat die later bekend zou staan als KSA (kingdom of Saudi Arabia)..

Met de hulp van de Britten regeerde hij over grote delen van de Arabische schiereiland, en later zou hij volgens mij (als ik me goed herinner) Hosein ibn Ali (die op de vorige page aan bod kwam) verslaan in Hijaaz (de omgeving tussen Mekka en Medina).

Al die leiders van KSA zijn de nakomelingen van hem







Hier zie je hem met zijn meester: Winston Churchill (die een vijand was van islam)

15-07-2014, 21:00


Hier zie je hem met een zionistische persoonlijkheid die tot op de dag van vandaag geeerd wordt door de zionisten in ''Israel''.

Belboul



Citaat:
Mr Belboul is still in good health, walks every day to the Israeli Defence Ministry where he continues his unpaid voluntary work. He was awarded in 1947 the honour of MBE (Member of the Order of the British Empire).

15-07-2014, 21:01



Citaat:
“Our declaration of war against bin Rashid, and our severance of relations with him, have already been communicated to you. We have fought against him on the 1333A.H. at a place called Al Artawi [Artawiyyah], and a great battle ensued. They were slaughtered and defeated; but it is a source of regret that our beloved friend and rare well-wisher, Captain Shakespear, was hit from a distance by one of the enemy’s shots and died. I offer my condolences on his death.



I request you to advise HM’s Secretary of State for Foreign Affairs, and offer the exalted government my sorrow and condolences for the death of our friend. We had pressed him to leave us before the incident; but he persisted in refusing to do so and in being present with us. Amongst other remarks, he said, ‘I have been ordered to be with you. If I leave you now it will be a blemish to my honour, and the honour of my country. Therefore excuse me. I must certainly be with you.’ Accordingly we allowed him [to come] with us.
Now I request you to advise the Secretary of State to acquaint them [the Government], in detail, with all that we told him [Shakespear] in Arabic as to what was required, or delegate somebody familiar with the Arabic language, in order that we may verbally represent all that is required, so that he may communicate the same to the illustrious government.



May God protect you Percy
Your faithful
‘Abd al-‘Aziz’.
Wie was ibn Rashid?
Hij was de bondgenoot van de Ottomaanse khilafah.

Naar wie stuurde hij dit?
Naar Percy Cox, hij bekleedde een plaats binnen de Britse leger.

Wie was Captain Shakespear?
DIt was een Brit dit handig was met kaarten en hielp de Britse leger met informatie over de geografie van de Arabische schiereiland.

15-07-2014, 21:02
.
.
.

Hassan 2

Wie is hij?
Hassan 2 volgde zijn vader Mohammed 5 op als koning van Marokko. Hij groeide op onder de Franse bezetting van Marokko en leerde Frans, Arabisch en Engels.

Zijn stamboom gaat terug naar de profeet. Zijn familie emigreerde vanuit de Arabische schiereiland naar Marokko op uitnodiging van Amazigh stammen van de Soess.

Hij overleefde 2 aanslagen op zijn leven:

1. De eerste was een poging tot staatsgreep door 2 Imazighen uit de Rif:

a) Mohamed Medbouh
b) M'hamed Ababou

2. De tweede was ook een staatsgreep door een Amazigh uit de soess:

a) Oufkir

Beide staatsgrepen werden tegengehouden. De reden hierachter is dat hij steun kreeg van de joodse Mossad (veiligheidsdienst van ''Israel'').

Hassan 2 (als jong kind) zingt in het Frans

[video=youtube;bGkkdDoy0k8]http://www.youtube.com/watch?v=bGkkdDoy0k8[/video]

15-07-2014, 21:02
Regeren in een Amazigh land

Hassan 2 was er bewust van dat meer dan 90% van zijn land bestond uit Imazighen en daarom begon hij met een campagne van Arabische nationalisme. Hij importeerde Syrische en Egyptische docenten van de Arabische taal en hij zorgde er ook voor dat vele boeken in de Marokkaanse onderwijs geschreven werden door Egyptenaren.x

x Egypte was in de jaren '60 de centrum van de koefr van Arabische nationalisme, Hassan 2 koos dus niet zomaar dit land.

Hij zorgde er ook voor dat Arabische zangers en zangeressen naar Marokko kwamen:


Hassan 2 deelt medaille uit aan Umm Kholtoom en andere Arabische musici
[video=youtube_share;DiVEyzNKbw0]http://youtu.be/DiVEyzNKbw0[/video]

Pagina's : [1] 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12