Jemal2002
14-02-2003, 11:04
De meeste mensen die zich moslim noemen belijden een religie die gebaseerd is op verschillende bronnen. De autoriteit die aan die bronnen wordt toegekend verschilt per stroming. Alle moslims erkennen de autoriteit van de Koran. Allen erkennen dat deze door God is geopenbaard aan de profeet Mohammed. De belangrijkste bron die naast de Koran erkend en gebruikt wordt is de Hadith. De Hadith is een verzameling van overleveringen over de profeet Mohammed die zo'n tweehonderd jaar na zijn dood samengesteld en op schrift gesteld is. De Soenna is de leefwijze die gebaseerd is op die Hadith. De autoriteit die aan de verschillende hadiths wordt toegekend verschilt per stroming. Deze komt voort uit de authenticiteit die al dan niet aan een hadith wordt toegekend. Ik zal hier aan de hand van de Koran aantonen waarom het handhaven van de Hadith naast de Koran geen Islam is.
"Zal ik een ander dan God als rechter nemen, terwijl Hij het is die het boek duidelijk uiteengezet naar jullie heeft neergezonden?" (Koran 6:114) Dit ene vers uit de Koran veroordeelt het handhaven van de Hadith op twee manieren. Ten eerste neemt degene die de Hadith handhaaft een ander dan God als rechter. Afgezien van de vraag of een specifieke hadith al dan niet authentiek is, veroordeelt dit vers duidelijk het nemen van een ander dan God als rechter. Of dat nou de samenstellers van de Hadith zijn of de profeet Mohammed zelf is.
Veel aanhangers van de Hadith realiseren zich het bovenstaande en stellen daarom dat de Hadith ook openbaringen zijn en dus zou het handhaven van de Hadith niet in strijd zijn met de Koran. Deze claim baseren ze op 53:3,4; "Noch spreekt hij uit een bevlieging. Het is niet anders dan een geopenbaarde openbaring". De aanhangers van Hadith suggereren met hun claim dat hier bedoeld wordt dat alles wat Mohammed zei een openbaring was. Terwijl het voor de hand liggend is dat deze verzen verwijzen naar de Koran zelf. De Koran levert hier het bewijs voor in 66:1; "O profeet! Waarom verklaar jij verboden wat God heeft toegestaan om je vrouwen tevreden te stellen? God is vergevend en barmhartig." Hier wordt de profeet vermaand omdat hij iets verkeerds deed. Als alles wat hij zei een openbaring was, zou het genoemde verbod van God zijn en zou deze aya niet bestaan. Daarnaast blijft dan de vraag welke hadith een openbaring is en welke niet? Hoe wordt dat bepaald en door wie?
Een ander vers die de aanhangers van de Hadith vergeten is 4:163; "Wij hebben jou de openbaring gezonden, zoals Wij Noah en de profeten na hem openbaring zonden en Wij gaven een openbaring aan Abraham en Ismaël en Isaak en Jacob en de stammen; en aan Jezus, Job, Jonas, Aaron en Salomon en Wij gaven David de psalmen." Dus als alles wat Mohammed zei een openbaring was, dan zou dit ook moeten gelden voor Noah en alle profeten na hem. Waar is hun Hadith?
Bovendien kan de Hadith geen openbaring zijn vanwege 4:82; "Overpeinzen zij de Koran dan niet? Als hij van een ander dan God was, dan zouden zij er veel tegenstrijdigs in vinden". Dit betekent onder andere dat wat wel van God is geen tegenstrijdigheden bevat. De Hadith bevat vele tegenstrijdigheden. Deze uiten zich intern doordat veel hadiths andere hadiths tegenspreken. Ook uiten deze tegenstrijdigheden zich extern omdat zij de Koran zelf tegenspreken. Hier zal ik later op in gaan.
De tweede manier waarop 6:114 het handhaven van de Hadith veroordeelt is de volgende; dit vers stelt namelijk dat de Koran "uiteengezet" is. Hiermee wordt een van de belangrijkste motivaties voor het handhaven van de Hadith ontkracht. Die is namelijk dat de Koran 'te moeilijk te begrijpen' is en 'vaag' en 'onduidelijk'. Daarom zou de Hadith nodig zijn om de Koran uit te leggen. De Koran is niet moeilijk of vaag volgens 6:114. De Koran is volledig en behoeft geen nadere uitleg; "En het woord van jouw Heer werd vervuld in waarheid en rechtvaardigheid" (6:115). Er wordt ook nergens verwezen naar een andere bron van wijsheid naast de Koran die gevolgd moet worden om een goede moslim te zijn. Als de Hadith zo belangrijk is voor de Islam, zou dat zeker in de Koran beaamd zijn.
Een voorbeeld dat goed illustreert hoe het handhaven van de Hadith in strijd is met de Koran is de rituele reiniging die verricht moet worden voordat de gelovige de Salaat (veelal vertaald met 'gebed') verricht. Deze rituele reiniging heet in de volksmond 'wudu'. De Koran schrijft het volgende voor met betrekking tot standaard-wudu in 5:6: "O jullie die geloven! Wanneer jullie je opstellen voor de Salaat, was dan jullie gezichten en handen tot aan de ellebogen en veeg jullie hoofden en voeten tot de enkels…". Dit zijn de instructies van God tot wie de Salaat verricht moet worden volgens 108:2 "En verricht dan de Salaat tot uw Heer…".
Volgens de Hadith is de standaard-wudu bovenstaande plus nog een hele set andere stappen, onder andere het wassen van de handen alleen, het spoelen van de mond en de neus, het wassen van de benen tot aan de knieën en dat allemaal drie keer. Volgens de ene groep aanhangers van deze wudu is de Salaat niet geldig als de wudu niet op deze manier verricht wordt. Een andere groep stelt dat de Salaat dan minder 'punten' oplevert. In het gunstigste geval, het laatste, zou het betekenen dat God een gebrekkige wudu heeft geopenbaard in de "beste hadith"; "God heeft hierin de beste 'hadith' neergezonden…" (39:23). Op het woord 'hadith' in de Koran zal ik later ingaan. Maar de Koran zou dus volgens de aanhangers van de Hadith gebrekkig zijn. Is dat geen ontkenning van 6:115?
Het woord 'hadith' zelf betekent vaak 'bericht'. Dit woord komt redelijk vaak in de Koran voor. In 7:185; "…en in welke 'hadith' na deze zullen zij dan geloven?". In 12:111; "… dit is geen verzonnen 'hadith', maar het is een bevestiging van wat er voordien al was en de uiteenzetting van alles en een leidraad en barmhartigheid voor mensen die geloven.". In 31:6; "En onder de mensen zijn er die de leegheid van de 'hadith' kopen om zonder kennis van Gods weg af te laten dwalen en er de spot mee te drijven…". In 39:23; "God heeft hierin de beste 'hadith' neergezonden…". In 45:6 "…En in welke hadith na God en Zijn tekenen zullen zij dan geloven?". In 77:50 "En in welke 'hadith' dan die zullen zij geloven?". Dit lijkt niet bepaald op een machtiging van God om de Hadith te handhaven naast de Koran.
"Zal ik een ander dan God als rechter nemen, terwijl Hij het is die het boek duidelijk uiteengezet naar jullie heeft neergezonden?" (Koran 6:114) Dit ene vers uit de Koran veroordeelt het handhaven van de Hadith op twee manieren. Ten eerste neemt degene die de Hadith handhaaft een ander dan God als rechter. Afgezien van de vraag of een specifieke hadith al dan niet authentiek is, veroordeelt dit vers duidelijk het nemen van een ander dan God als rechter. Of dat nou de samenstellers van de Hadith zijn of de profeet Mohammed zelf is.
Veel aanhangers van de Hadith realiseren zich het bovenstaande en stellen daarom dat de Hadith ook openbaringen zijn en dus zou het handhaven van de Hadith niet in strijd zijn met de Koran. Deze claim baseren ze op 53:3,4; "Noch spreekt hij uit een bevlieging. Het is niet anders dan een geopenbaarde openbaring". De aanhangers van Hadith suggereren met hun claim dat hier bedoeld wordt dat alles wat Mohammed zei een openbaring was. Terwijl het voor de hand liggend is dat deze verzen verwijzen naar de Koran zelf. De Koran levert hier het bewijs voor in 66:1; "O profeet! Waarom verklaar jij verboden wat God heeft toegestaan om je vrouwen tevreden te stellen? God is vergevend en barmhartig." Hier wordt de profeet vermaand omdat hij iets verkeerds deed. Als alles wat hij zei een openbaring was, zou het genoemde verbod van God zijn en zou deze aya niet bestaan. Daarnaast blijft dan de vraag welke hadith een openbaring is en welke niet? Hoe wordt dat bepaald en door wie?
Een ander vers die de aanhangers van de Hadith vergeten is 4:163; "Wij hebben jou de openbaring gezonden, zoals Wij Noah en de profeten na hem openbaring zonden en Wij gaven een openbaring aan Abraham en Ismaël en Isaak en Jacob en de stammen; en aan Jezus, Job, Jonas, Aaron en Salomon en Wij gaven David de psalmen." Dus als alles wat Mohammed zei een openbaring was, dan zou dit ook moeten gelden voor Noah en alle profeten na hem. Waar is hun Hadith?
Bovendien kan de Hadith geen openbaring zijn vanwege 4:82; "Overpeinzen zij de Koran dan niet? Als hij van een ander dan God was, dan zouden zij er veel tegenstrijdigs in vinden". Dit betekent onder andere dat wat wel van God is geen tegenstrijdigheden bevat. De Hadith bevat vele tegenstrijdigheden. Deze uiten zich intern doordat veel hadiths andere hadiths tegenspreken. Ook uiten deze tegenstrijdigheden zich extern omdat zij de Koran zelf tegenspreken. Hier zal ik later op in gaan.
De tweede manier waarop 6:114 het handhaven van de Hadith veroordeelt is de volgende; dit vers stelt namelijk dat de Koran "uiteengezet" is. Hiermee wordt een van de belangrijkste motivaties voor het handhaven van de Hadith ontkracht. Die is namelijk dat de Koran 'te moeilijk te begrijpen' is en 'vaag' en 'onduidelijk'. Daarom zou de Hadith nodig zijn om de Koran uit te leggen. De Koran is niet moeilijk of vaag volgens 6:114. De Koran is volledig en behoeft geen nadere uitleg; "En het woord van jouw Heer werd vervuld in waarheid en rechtvaardigheid" (6:115). Er wordt ook nergens verwezen naar een andere bron van wijsheid naast de Koran die gevolgd moet worden om een goede moslim te zijn. Als de Hadith zo belangrijk is voor de Islam, zou dat zeker in de Koran beaamd zijn.
Een voorbeeld dat goed illustreert hoe het handhaven van de Hadith in strijd is met de Koran is de rituele reiniging die verricht moet worden voordat de gelovige de Salaat (veelal vertaald met 'gebed') verricht. Deze rituele reiniging heet in de volksmond 'wudu'. De Koran schrijft het volgende voor met betrekking tot standaard-wudu in 5:6: "O jullie die geloven! Wanneer jullie je opstellen voor de Salaat, was dan jullie gezichten en handen tot aan de ellebogen en veeg jullie hoofden en voeten tot de enkels…". Dit zijn de instructies van God tot wie de Salaat verricht moet worden volgens 108:2 "En verricht dan de Salaat tot uw Heer…".
Volgens de Hadith is de standaard-wudu bovenstaande plus nog een hele set andere stappen, onder andere het wassen van de handen alleen, het spoelen van de mond en de neus, het wassen van de benen tot aan de knieën en dat allemaal drie keer. Volgens de ene groep aanhangers van deze wudu is de Salaat niet geldig als de wudu niet op deze manier verricht wordt. Een andere groep stelt dat de Salaat dan minder 'punten' oplevert. In het gunstigste geval, het laatste, zou het betekenen dat God een gebrekkige wudu heeft geopenbaard in de "beste hadith"; "God heeft hierin de beste 'hadith' neergezonden…" (39:23). Op het woord 'hadith' in de Koran zal ik later ingaan. Maar de Koran zou dus volgens de aanhangers van de Hadith gebrekkig zijn. Is dat geen ontkenning van 6:115?
Het woord 'hadith' zelf betekent vaak 'bericht'. Dit woord komt redelijk vaak in de Koran voor. In 7:185; "…en in welke 'hadith' na deze zullen zij dan geloven?". In 12:111; "… dit is geen verzonnen 'hadith', maar het is een bevestiging van wat er voordien al was en de uiteenzetting van alles en een leidraad en barmhartigheid voor mensen die geloven.". In 31:6; "En onder de mensen zijn er die de leegheid van de 'hadith' kopen om zonder kennis van Gods weg af te laten dwalen en er de spot mee te drijven…". In 39:23; "God heeft hierin de beste 'hadith' neergezonden…". In 45:6 "…En in welke hadith na God en Zijn tekenen zullen zij dan geloven?". In 77:50 "En in welke 'hadith' dan die zullen zij geloven?". Dit lijkt niet bepaald op een machtiging van God om de Hadith te handhaven naast de Koran.