ali_moslim
08-12-2013, 15:51
tussen het prijzenswaardige fundament en het afkeurenswaardige aspect - Shaykh Farkûs
Alle lof is aan Allah, Heer der Werelden, en vrede en zegeningen zijn met degene die Allah (‘azza wajall) als barmhartigheid heeft gezonden voor de hele wereld, evenals met zijn familie, zijn metgezellen en zijn broeders tot de dag der opstanding.
Dit gezegd zijnde :
Jaloezie is het feit dat de man haat dat iemand anders zich bij hem voegt in hetgeen zijn recht is. [1] Ze omvat, in haar algemene betekenis, de jaloezie die de man voelt voor zichzelf, voor zijn familie, voor zijn naasten en voor alle mensen. De jaloezie is verdienstelijk, want ze bestaat er in oorsprong in de slechte zaken, verdorvenheden, verboden en zonden te haten en te verafschuwen. Dit is de meest specifieke eigenschap van de nobele en edele man. Daarom was de Profeet (sallAllâhu 'alayhi wa âlihi wasallam) degene die het meeste jaloezie vertoonde voor de gemeenschap, en Allah is nog jaloerser dan hem.
Hij (sallAllâhu 'alayhi wa âlihi wasallam) zei :
أَتَعْجَبُونَ مِنْ غَيْرَةِ سَعْدٍ، لَأَنَا أَغْيَرُ مِنْهُ، وَاللهُ أَغْيَرُ مِنِّي
"Zijn jullie verbaasd over de jaloezie van Sa'd ? Ik ben zeker jaloerser dan hem en Allah is jaloerser dan mij !" [2]
En hij (sallAllâhu 'alayhi wa âlihi wasallam) zei in de preek van de zonsverduistering (kusûf) :
يَا أُمَّةَ مُحَمَّدٍ، وَاللهِ مَا مِنْ أَحَدٍ أَغْيَرُ مِنَ اللهِ أَنْ يَزْنِيَ عَبْدُهُ أَوْ تَزْنِيَ أَمَتُهُ
"O gemeenschap van Muhammad ! Niemand is jaloerser dan Allah over het feit dat Zijn dienaar of Zijn dienares ontucht (zinâ pleegt." [3]
En hij (sallAllâhu 'alayhi wa âlihi wasallam) zei :
وَلَيْسَ أَحَدٌ أَغْيَرَ مِنَ اللهِ مِنْ أَجْلِ ذَلِكَ حَرَّمَ الْفَوَاحِشَ
"Niemand is jaloerser dan Allah, daarom heeft Hij de verdorvenheden verboden." [4]
Ibn al-Qayyim (rahimahullâh) heeft gezegd :
"Daarom betreft de jaloezie van Allah het feit dat Zijn dienaar doet wat Hij verboden heeft. En omwille van Zijn jaloezie heeft Hij (subhânahu) de verdorvenheid verboden, zowel wat daarvan openbaar is als wat daarvan verborgen is. De schepselen zijn Zijn dienaren en Zijn dienaressen, dus toont Hij jaloezie voor Zijn dienaressen zoals een meester jaloezie vertoont voor zijn dienaressen, en aan Allah behoort het hoogste voorbeeld. Hij toont jaloezie voor Zijn dienaren die houden van anderen dan Hem en dat deze liefde hen brengt tot passionele liefde voor vormen en afbeeldingen en (tot het verrichten van) verdorvenheden met deze." [5]
Mijn doel met dit artikel is (te spreken over) één van de rechten van de echtgenote op haar echtgenoot : dat hij jaloezie toont voor haar tegen elk kwaad dat haar kan overkomen vanwege anderen, ongeacht of dat nu komt door een blik of een glimlach of een woord of een aanraking of door gemengdheid (اختلاطٍ) en dergelijke zaken die haar religie, haar persoon of haar eer kunnen schaden. Het behoort dus tot het recht van de echtgenote op haar echtgenoot dat hij zorg voor voldoende geborgenheid en volledige en gehele bescherming. Dit recht omvat de jaloezie waarvan de vormen tot uiting kunnen komen op de volgende manieren :
- Door jaloezie voor haar te tonen wanneer ze haar schoonheid toont aan anderen dan haar echtgenoot en haar mahârim, net zoals hij jaloezie voor haar toont wanneer een vreemde man zijn blik niet neerslaat voor haar of zijzelf haar blik niet neerslaat voor hem. Hij moet haar dat verbieden en niet tevreden zijn met haar daad - zelfs als ze een gezond hart en een goede intentie heeft - want « de goede intentie rechtvaardigt het verbodene niet » (النِّيَّةَ الحَسَنَةَ لاَ تُسَوِّغُ الحَرَامَ). Allah Ta'âlâ heeft gezegd :
قُلْ لِلْمُؤْمِنِينَ يَغُضُّوا مِنْ أَبْصَارِهِمْ وَيَحْفَظُوا فُرُوجَهُمْ ذَلِكَ أَزْكَى لَهُمْ إِنَّ اللهَ خَبِيرٌ بِمَا يَصْنَعُونَ. وَقُلْ لِلْمُؤْمِنَاتِ يَغْضُضْنَ مِنْ أَبْصَارِهِنَّ وَيَحْفَظْنَ فُرُوجَهُنَّ وَلاَ يُبْدِينَ زِينَتَهُنَّ إِلاَّ مَا ظَهَرَ مِنْهَا وَلْيَضْرِبْنَ بِخُمُرِهِنَّ عَلَى جُيُوبِهِنَّ وَلاَ يُبْدِينَ زِينَتَهُنَّ إِلاَّ لِبُعُولَتِهِنَّ أَوْ آبَائِهِنَّ أَوْ آبَاءِ بُعُولَتِهِنَّ أَوْ أَبْنَائِهِنَّ أَوْ أَبْنَاءِ بُعُولَتِهِنَّ أَوْ إِخْوَانِهِنَّ أَوْ بَنِي إِخْوَانِهِنَّ أَوْ بَنِي أَخَوَاتِهِنَّ أَوْ نِسَائِهِنَّ أَوْ مَا مَلَكَتْ أَيْمَانُهُنَّ أَوِ التَّابِعِينَ غَيْرِ أُولِي الإِرْبَةِ مِنَ الرِّجَالِ أَوِ الطِّفْلِ الَّذِينَ لَمْ يَظْهَرُوا عَلَى عَوْرَاتِ النِّسَاءِ وَلاَ يَضْرِبْنَ بِأَرْجُلِهِنَّ لِيُعْلَمَ مَا يُخْفِينَ مِنْ زِينَتِهِنَّ وَتُوبُوا إِلَى اللهِ جَمِيعًا أَيُّهَ الْمُؤْمِنُونَ لَعَلَّكُمْ تُفْلِحُونَ
"Zeg (O Muhammad) tegen de gelovige mannen dat zij hun ogen neerslaan en hun kuisheid bewaken, dat is reiner voor hen. Voorwaar, Allah is Alwetend over wat zij doen. En zeg tegen de gelovige vrouwen dat zij hun ogen neerslaan en hun kuisheid bewaken, en hun sieraad niet tonen behalve wat daarvan zichtbaar is. En zij moeten hun sluiers over hun boezems dragen en hun schoonheid niet openlijk tonen, behalve aan hun echtgenoten, of hun vaders, of de vaders van hun echtgenoten, of hun zonen, of de zonen van hun echtgenoten, of hun broers, of de zonen van hun broers, of de zonen van hun zussen, of hun vrouwen of slavinnen waarover zij beschikken, of mannelijke helpers die geen begeerte meer hebben of de kinderen die nog niet op de awrât van vrouwen letten. En laten zij niet met hun voeten stampen om hun sieraden die zij verbergen te laten kennen. En keer jullie allen berouwvol tot Allah, o gelovigen. Hopelijk zullen jullie welslagen." [6]
- Door jaloezie voor haar te tonen wanneer ze haar tong loslaat voor slechte woorden en obsceniteiten en grove taal. Hij moet haar hiervan weerhouden omwille van de uitspraak van Allah Ta'âlâ :
لاَ يُحِبُّ اللهُ الْجَهْرَ بِالسُّوءِ مِنَ الْقَوْلِ
"Allah houdt er niet van dat er openlijk slechte woorden worden gesproken." [7]
Evenzo door jaloezie voor haar te tonen wanneer ze een vreemde man aanspreekt met nederigheid in haar woorden en zachtheid in haar spraak. Hij moet haar waarschuwen tegen deze handeling, zelfs uit noodzaak of in afwezigheid van slechte bedoelingen of verdorven intentie, omwille van de uitspraak van Allah Ta'âlâ :
فَلاَ تَخْضَعْنَ بِالْقَوْلِ فَيَطْمَعَ الَّذِي فِي قَلْبِهِ مَرَضٌ
"Wees daarom niet minzaam [8] in jullie manier van spreken waardoor degene in wiens hart een ziekte is, begeerte gaat voelen." [9]
- Door jaloezie voor haar te tonen als ze binnenkomt bij niet-mahârim onder de vreemde mannen of als zij binnenkomen bij haar om zich met hen te vermengen op het werk of om de avond door te brengen, of dat met familie is of niet, ongeacht of dat in haar huis is of in het huis van anderen, omdat ze niet gegarandeerd veilig is voor een slechte blik of een slecht woord of een slechte daad : de gevolgen van waar de ziel om smeekt en van wat de shaytân influistert zijn verwerpelijk en rampzalig. Daarom behoort het tot de vereiste van de jaloezie en haar motieven dat hij haar niet toestaat zich te mengen met de mannen op zondige wijze, omwille van de algemeenheid van de uitspraak van Allah Ta'âlâ :
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا قُوا أَنْفُسَكُمْ وَأَهْلِيكُمْ نَارًا وَقُودُهَا النَّاسُ وَالْحِجَارَةُ
"O jullie die geloven, behoed julliezelf en jullie gezinsleden voor de hel die als brandstof mensen en stenen heeft." [10]
Alle lof is aan Allah, Heer der Werelden, en vrede en zegeningen zijn met degene die Allah (‘azza wajall) als barmhartigheid heeft gezonden voor de hele wereld, evenals met zijn familie, zijn metgezellen en zijn broeders tot de dag der opstanding.
Dit gezegd zijnde :
Jaloezie is het feit dat de man haat dat iemand anders zich bij hem voegt in hetgeen zijn recht is. [1] Ze omvat, in haar algemene betekenis, de jaloezie die de man voelt voor zichzelf, voor zijn familie, voor zijn naasten en voor alle mensen. De jaloezie is verdienstelijk, want ze bestaat er in oorsprong in de slechte zaken, verdorvenheden, verboden en zonden te haten en te verafschuwen. Dit is de meest specifieke eigenschap van de nobele en edele man. Daarom was de Profeet (sallAllâhu 'alayhi wa âlihi wasallam) degene die het meeste jaloezie vertoonde voor de gemeenschap, en Allah is nog jaloerser dan hem.
Hij (sallAllâhu 'alayhi wa âlihi wasallam) zei :
أَتَعْجَبُونَ مِنْ غَيْرَةِ سَعْدٍ، لَأَنَا أَغْيَرُ مِنْهُ، وَاللهُ أَغْيَرُ مِنِّي
"Zijn jullie verbaasd over de jaloezie van Sa'd ? Ik ben zeker jaloerser dan hem en Allah is jaloerser dan mij !" [2]
En hij (sallAllâhu 'alayhi wa âlihi wasallam) zei in de preek van de zonsverduistering (kusûf) :
يَا أُمَّةَ مُحَمَّدٍ، وَاللهِ مَا مِنْ أَحَدٍ أَغْيَرُ مِنَ اللهِ أَنْ يَزْنِيَ عَبْدُهُ أَوْ تَزْنِيَ أَمَتُهُ
"O gemeenschap van Muhammad ! Niemand is jaloerser dan Allah over het feit dat Zijn dienaar of Zijn dienares ontucht (zinâ
En hij (sallAllâhu 'alayhi wa âlihi wasallam) zei :
وَلَيْسَ أَحَدٌ أَغْيَرَ مِنَ اللهِ مِنْ أَجْلِ ذَلِكَ حَرَّمَ الْفَوَاحِشَ
"Niemand is jaloerser dan Allah, daarom heeft Hij de verdorvenheden verboden." [4]
Ibn al-Qayyim (rahimahullâh) heeft gezegd :
"Daarom betreft de jaloezie van Allah het feit dat Zijn dienaar doet wat Hij verboden heeft. En omwille van Zijn jaloezie heeft Hij (subhânahu) de verdorvenheid verboden, zowel wat daarvan openbaar is als wat daarvan verborgen is. De schepselen zijn Zijn dienaren en Zijn dienaressen, dus toont Hij jaloezie voor Zijn dienaressen zoals een meester jaloezie vertoont voor zijn dienaressen, en aan Allah behoort het hoogste voorbeeld. Hij toont jaloezie voor Zijn dienaren die houden van anderen dan Hem en dat deze liefde hen brengt tot passionele liefde voor vormen en afbeeldingen en (tot het verrichten van) verdorvenheden met deze." [5]
Mijn doel met dit artikel is (te spreken over) één van de rechten van de echtgenote op haar echtgenoot : dat hij jaloezie toont voor haar tegen elk kwaad dat haar kan overkomen vanwege anderen, ongeacht of dat nu komt door een blik of een glimlach of een woord of een aanraking of door gemengdheid (اختلاطٍ) en dergelijke zaken die haar religie, haar persoon of haar eer kunnen schaden. Het behoort dus tot het recht van de echtgenote op haar echtgenoot dat hij zorg voor voldoende geborgenheid en volledige en gehele bescherming. Dit recht omvat de jaloezie waarvan de vormen tot uiting kunnen komen op de volgende manieren :
- Door jaloezie voor haar te tonen wanneer ze haar schoonheid toont aan anderen dan haar echtgenoot en haar mahârim, net zoals hij jaloezie voor haar toont wanneer een vreemde man zijn blik niet neerslaat voor haar of zijzelf haar blik niet neerslaat voor hem. Hij moet haar dat verbieden en niet tevreden zijn met haar daad - zelfs als ze een gezond hart en een goede intentie heeft - want « de goede intentie rechtvaardigt het verbodene niet » (النِّيَّةَ الحَسَنَةَ لاَ تُسَوِّغُ الحَرَامَ). Allah Ta'âlâ heeft gezegd :
قُلْ لِلْمُؤْمِنِينَ يَغُضُّوا مِنْ أَبْصَارِهِمْ وَيَحْفَظُوا فُرُوجَهُمْ ذَلِكَ أَزْكَى لَهُمْ إِنَّ اللهَ خَبِيرٌ بِمَا يَصْنَعُونَ. وَقُلْ لِلْمُؤْمِنَاتِ يَغْضُضْنَ مِنْ أَبْصَارِهِنَّ وَيَحْفَظْنَ فُرُوجَهُنَّ وَلاَ يُبْدِينَ زِينَتَهُنَّ إِلاَّ مَا ظَهَرَ مِنْهَا وَلْيَضْرِبْنَ بِخُمُرِهِنَّ عَلَى جُيُوبِهِنَّ وَلاَ يُبْدِينَ زِينَتَهُنَّ إِلاَّ لِبُعُولَتِهِنَّ أَوْ آبَائِهِنَّ أَوْ آبَاءِ بُعُولَتِهِنَّ أَوْ أَبْنَائِهِنَّ أَوْ أَبْنَاءِ بُعُولَتِهِنَّ أَوْ إِخْوَانِهِنَّ أَوْ بَنِي إِخْوَانِهِنَّ أَوْ بَنِي أَخَوَاتِهِنَّ أَوْ نِسَائِهِنَّ أَوْ مَا مَلَكَتْ أَيْمَانُهُنَّ أَوِ التَّابِعِينَ غَيْرِ أُولِي الإِرْبَةِ مِنَ الرِّجَالِ أَوِ الطِّفْلِ الَّذِينَ لَمْ يَظْهَرُوا عَلَى عَوْرَاتِ النِّسَاءِ وَلاَ يَضْرِبْنَ بِأَرْجُلِهِنَّ لِيُعْلَمَ مَا يُخْفِينَ مِنْ زِينَتِهِنَّ وَتُوبُوا إِلَى اللهِ جَمِيعًا أَيُّهَ الْمُؤْمِنُونَ لَعَلَّكُمْ تُفْلِحُونَ
"Zeg (O Muhammad) tegen de gelovige mannen dat zij hun ogen neerslaan en hun kuisheid bewaken, dat is reiner voor hen. Voorwaar, Allah is Alwetend over wat zij doen. En zeg tegen de gelovige vrouwen dat zij hun ogen neerslaan en hun kuisheid bewaken, en hun sieraad niet tonen behalve wat daarvan zichtbaar is. En zij moeten hun sluiers over hun boezems dragen en hun schoonheid niet openlijk tonen, behalve aan hun echtgenoten, of hun vaders, of de vaders van hun echtgenoten, of hun zonen, of de zonen van hun echtgenoten, of hun broers, of de zonen van hun broers, of de zonen van hun zussen, of hun vrouwen of slavinnen waarover zij beschikken, of mannelijke helpers die geen begeerte meer hebben of de kinderen die nog niet op de awrât van vrouwen letten. En laten zij niet met hun voeten stampen om hun sieraden die zij verbergen te laten kennen. En keer jullie allen berouwvol tot Allah, o gelovigen. Hopelijk zullen jullie welslagen." [6]
- Door jaloezie voor haar te tonen wanneer ze haar tong loslaat voor slechte woorden en obsceniteiten en grove taal. Hij moet haar hiervan weerhouden omwille van de uitspraak van Allah Ta'âlâ :
لاَ يُحِبُّ اللهُ الْجَهْرَ بِالسُّوءِ مِنَ الْقَوْلِ
"Allah houdt er niet van dat er openlijk slechte woorden worden gesproken." [7]
Evenzo door jaloezie voor haar te tonen wanneer ze een vreemde man aanspreekt met nederigheid in haar woorden en zachtheid in haar spraak. Hij moet haar waarschuwen tegen deze handeling, zelfs uit noodzaak of in afwezigheid van slechte bedoelingen of verdorven intentie, omwille van de uitspraak van Allah Ta'âlâ :
فَلاَ تَخْضَعْنَ بِالْقَوْلِ فَيَطْمَعَ الَّذِي فِي قَلْبِهِ مَرَضٌ
"Wees daarom niet minzaam [8] in jullie manier van spreken waardoor degene in wiens hart een ziekte is, begeerte gaat voelen." [9]
- Door jaloezie voor haar te tonen als ze binnenkomt bij niet-mahârim onder de vreemde mannen of als zij binnenkomen bij haar om zich met hen te vermengen op het werk of om de avond door te brengen, of dat met familie is of niet, ongeacht of dat in haar huis is of in het huis van anderen, omdat ze niet gegarandeerd veilig is voor een slechte blik of een slecht woord of een slechte daad : de gevolgen van waar de ziel om smeekt en van wat de shaytân influistert zijn verwerpelijk en rampzalig. Daarom behoort het tot de vereiste van de jaloezie en haar motieven dat hij haar niet toestaat zich te mengen met de mannen op zondige wijze, omwille van de algemeenheid van de uitspraak van Allah Ta'âlâ :
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا قُوا أَنْفُسَكُمْ وَأَهْلِيكُمْ نَارًا وَقُودُهَا النَّاسُ وَالْحِجَارَةُ
"O jullie die geloven, behoed julliezelf en jullie gezinsleden voor de hel die als brandstof mensen en stenen heeft." [10]