Bekijk volle/desktop versie : Surah Al Ankabout



Pagina's : [1] 2

09-02-2005, 21:28
Salaam 3aleikom..

Ik had een vraagje wie kan er vor mij Surah Al Ankabout voor me plaatsen .. Met vertaling


Shokran alvat

Wa 3aleikom el salaam

10-02-2005, 00:58


29. De Spin (Al-Ankaboet)



In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.

1. Alif Laam Miem.

2. Denken de mensen dat zij (met rust) zullen worden gelaten, alleen omdat zij zeggen: "Wij geloven" zonder dat zij zullen worden beproefd?

3. Wij beproefden degenen die vóór hen waren. Daarom zal Allah ook hen die waarachtig zijn, onderscheiden en de leugenaars kenbaar maken.

4. Of denken zij, die slechte daden doen, dat zij Ons zullen ontsnappen? Hun oordeel is verkeerd.

5. Wie de ontmoeting met Allah verwacht (wete dat) Allah's vastgestelde tijd gewis komt. En Hij is de Alhorende, de Alwetende.

6. En wie streeft, streeft slechts voor zichzelf; want Allah is Onafhankelijk van alle werelden.

7. Waarlijk Wij zullen de fouten dergenen die geloven en goede daden verrichten bedekken en hun de beste beloning geven voor wat zij deden.

8. En Wij hebben de mens geboden zijn ouders goed te doen; en indien zij trachten u er toe te brengen dat gij iets met Mij vereenzelvigt waarvan gij geen kennis hebt, gehoorzaam hen dan niet. Tot Mij is uw terugkeer, en Ik zal u vertellen wat gij deedt.

9. En zij die geloven en goede werken doen, hen zullen Wij zeker onder de rechtevaardigen toelaten.

10. Onder de mensen zijn er die zeggen: "Wij geloven in Allah", maar als zij vervolgd worden om Allah's zaak, zien zij de vervolging van de mens als een straf van Allah. Maar als hulp van uw Heer komt, zeggen zij: "Voorzeker, wij waren met U." Weet Allah niet het best wat in het innerlijk aller schepselen is?

11. Allah zal de gelovigen zeker onderscheiden en Hij zal de huichelaars gewis kenbaar maken.

12. En de ongelovigen zeggen tot de gelovigen: "Volgt onze weg, wij zullen uw zonden dragen." Doch zij kunnen niets van hun zonden dragen. Zij zijn zeker leugenaars.

13. Voorzeker zij zullen hun eigen last dragen en andere last buiten hun eigen last. En waarlijk zij zullen op de Dag der Opstanding worden ondervraagd over hetgeen zij plachten te verzinnen.

14. Voorwaar, Wij zonden Noach tot zijn volk, en hij verbleef onder hen duizend jaar op vijftig jaar na. En de zondvloed achterhaalde hen terwijl zij onrechtvaardig waren.

15. Maar Wij redden hem en de deelgenoten der ark, en Wij maakten dit tot een teken voor alle volkeren.

16. En Wij zonden Abraham, en hij zeide tot zijn volk: "Aanbid Allah en vrees Hem. Dat zal voor u het beste zijn indien gij het begrijpt."

17. "Gij aanbidt naast Allah slechts afgoden en gij verzint leugens. Zij die gij naast Allah aanbidt hebben geen macht over uw onderhoud. Zoekt daarom levensonderhoud van Allah en aanbidt Hem en weest Hem dankbaar want tot Hem zult gij worden teruggebracht."

18. En als gij verloochent, andere geslachten vóór u verloochenden ook. En op de boodschapper rust slechts de duidelijke overbrenging (van de boodschap).

19. Zien zij niet hoe Allah de schepping verwekt, en daarna herhaalt? Dat is zeker gemakkelijk voor Allah.

20. Zeg: "Trek op aarde rond en zie hoe Allah de schepping begint en daarna de latere schepping verwekt." Waarlijk, Allah heeft macht over alle dingen.

21. Hij straft wie Hij wil en Hij toont barmhartigheid aan wie Hem behaagt en tot Hem zult gij worden teruggebracht.

22. Nimmer kunt gij de plannen van Allah in de hemel of op aarde verijdelen; noch hebt gij een enkele vriend of helper naast Allah."

23. Zij, die in de tekenen van Allah en de ontmoeting met Hem niet geloven, wanhopen aan Zijn barmhartigheid; dezen zullen een smartelijke straf ontvangen.

24. Het antwoord van zijn volk was slechts: "Doodt of verbrandt hem." Maar Allah redde hem van het vuur. Daarin zijn zeker tekenen voor een volk dat wil geloven.

25. Hij (Abraham) zeide: "Gij hebt naast Allah slechts afgoden voor u gekozen terwille van vriendschap onder elkander in het tegenwoordige leven. Doch op de Dag der Opstanding zult gij elkander verwerpen, en elkander vervloeken. En uw tehuis zal het Vuur zijn; en gij zult geen helper hebben."

26. En Lot geloofde in hem. Abraham zeide: "Ik vlucht naar mijn Heer; want Hij is de Almachtige, de Alwijze."

27. En Wij gaven hem Izaak en Jacob, en Wij plaatsten het profetenambt en het Boek onder zijn nageslacht, en Wij gaven hem zijn beloning in dit leven en in het Hiernamaals zal hij zeker tot de rechtvaardigen behoren.

28. En toen Lot tot zijn volk zeide: "Gij verricht een gruweldaad die niemand onder het mensdom ooit vóór u heeft begaan.

29. Nadert gij mannen met wellust en rooft gij op de weg, en begaat gij zelfs gruweldaden in uw bijeenkomsten?" Maar het antwoord van zijn volk was niet anders dan dat zij zeiden: "Breng de straf van Allah over ons als gij de waarheid spreekt."

30. Hij (Lot) zeide: "Help mij mijn Heer, tegen het volk dat onheil sticht."

31. En toen onze boodschappers Abraham het nieuws brachten, zeiden zij: "Wij willen het volk dezer stad vernietigen; want haar inwoners zijn onrechtvaardigen."

32. Hij zeide: "Maar Lot is daar." Zij zeiden: "Wij weten wel wie daar woont. Wij zullen hem en zijn familie sparen, behalve zijn vrouw, die achter zal blijven."

33. En toen Onze boodschappers tot Lot kwamen was hij verdrietig wegens hen en voelde zich daardoor in moeilijkheid. En zij zeiden: "Vrees niet, noch treur. Voorzeker, wij zullen u en uw familie redden, behalve uw vrouw die tot de achterblijvenden behoort.

34. Wij zullen gewis een straf van de hemel op de bewoners dezer stad nederzenden, wegens hun overtredingen."

35. En Wij lieten hier een duidelijk teken achter voor een volk, dat begrijpt.

36. En tot Midian, (zonden Wij) hun broeder Shoaib, die zeide: "O mijn volk, dien Allah en vrees de laatste dag en wandel niet op aarde onheil stichtende."

37. Maar zij verloochenden hem. Daarom overviel hen een hevige aardbeving en zij lagen in hun huizen plat tegen de grond.

38. En (Wij vernietigden) ook de Aad en de Samoed; en dit kunt gij aan hun woonplaatsen duidelijk zien. Satan deed hun daden hun goed voorkomen, en weerhield hen van het pad ofschoon zij het duidelijk konden zien.

39. Wij vernietigden eveneens Korach en Pharao en Hamaan. Mozes kwam tot hen met duidelijke tekenen, maar zij handelden hoogmoedig op aarde; toch konden zij Ons niet ontsnappen.

40. Zo grepen Wij iedereen om zijn zonden en onder hen waren er, die een rukwind achterhaalde, en onder hen waren er die de aardbeving overviel, en onder hen waren er die Wij in de aarde deden verzinken, en onder hen waren er die Wij deden verdrinken. Allah was het niet, die hen onrecht aandeed, maar zij handelden onrechtvaardig jegens zichzelf.

41. De gelijkenis van hen, die helpers verkiezen naast Allah, is als de gelijkenis van de spin die zich een huis maakt: en het zwakste der huizen is zeker het huis van de spin, als zij het slechts wisten!

42. Voorwaar, Allah weet wat zij naast Hem aanroepen: en Hij is de Almachtige, de Alwijze.

43. En dit zijn gelijkenissen die Wij voor de mensen geven, maar alleen zij die kennis bezitten begrijpen ze.

44. Allah schiep de hemelen en de aarde in waarheid Daarin is zeker een teken voor hen die willen geloven.

45. Verkondig hetgeen u in het Boek is geopenbaard, en onderhoud uw gebed. Voorwaar, het gebed weerhoudt van ondeugd en kwaad. En Allah gedachtig te zijn is inderdaad het hoogste. Allah weet wat gij doet.

46. En twist met de mensen van het Boek slechts op de goede wijze; doch zeg tegen de onrechtvaardigen: "Wij geloven in hetgeen ons is geopenbaard en hetgeen u is geopenbaard; en onze God en uw God is Eén; en aan Hem onderwerpen wij ons."

47. En aldus hebben Wij u het Boek nedergezonden en zij wie Wij het Boek hebben gegeven geloven daarin; en ook onder de (Mekkanen) zijn er die er in geloven. En het zijn alleen de ondankbaren die Onze tekenen verwerpen.

48. En voordien placht gij geen boek te lezen, noch met uw rechter hand te schrijven anders zouden de leugenaars aan de (echtheid) ervan hebben kunnen twijfelen.

49. Neen, het zijn duidelijke tekonen in het hart van hen aan wie kennis is gegeven. En alleen de onrechtvaardigen verwerpen Onze tekenen.

50. Toch zeggen zij: "Waarom zijn hem geen tekenen van zijn Heer nedergezonden?" Zeg: "De tekenen zijn bij Allah alleen, en ik ben slechts een duidelijke waarschuwer."

51. Is het niet genoeg voor hen dat Wij u het Boek hebben geopenbaard dat aan hen wordt voorgelezen? Voorwaar, hierin is barmhartigheid en aanzien voor een volk dat gelooft.

52. Zeg, "Allah is voldoende als Getuige tussen u en mij. Hij weet alles wat in de hemelen en op aarde is. Zij die in de leugen geloven en Allah verwerpen zijn de verliezers."

53. Zij vragen u de straf te verhaasten; en indien er geen termijn was genoemd zou de straf reeds over hen zijn gekomen; toch zal deze hen zeker onverwachts overvallen terwijl zij het niet voorzien.

54. Zij vragen u de straf te verhaasten; maar waarlijk de hel zal de ongelovigen omringen.

55. Op de Dag waarop de straf hen zal overweldigen van boven en van onder hun voeten, zal Hij zeggen: "Ondergaat wat gij hebt bedreven."

56. O Mijn gelovige dienaren Mijn aarde is uitgestrekt, aanbidt derhalve Mij alleen.

57. Elk mens moet de dood ondergaan, daarna zult gij tot Ons worden teruggebracht.

58. Zij, die geloven en goede werken doen, hen zullen Wij zeker huisvesten in verheven woningen van het paradijs waarin rivieren stromen. Zij zullen er in vertoeven. Hoe voortreffelijk is de beloning dergenen die goed doen.

59. Die standvastig zijn, en hun vertrauwen in hun Heer stellen.

(was te lang dus ik doe de andere helft in de volgende reactie)

10-02-2005, 00:59
60. En hoeveel dieren zijn er die hun eigen onderhoud niet meedragen! Allah zorgt voor hen en voor u, en Hij is de Alhorende, de Alwetende.

61. En als gij hen vraagt: "Wie heeft de hemelen en de aarde geschapen, en de zon en de maan in dienst gesteld?" zullen zij gewis zeggen, "Allah". Hoe worden zij dan (van het goede pad) afgewend?

62. Allah vergroot en bekrimpt het levensonderhoud voor wie Hij wil van Zijn dienaren. Voorzeker, Allah heeft kennis van alle dingen.

63. En als gij hun vraagt: "Wie zendt water uit de hemel neder en geeft er leven door aan de aarde na haar dood?", zullen zij gewis zeggen: "Allah". Zeg: "Alle roem behoort aan Allah." Maar de meesten hunner begrijpen het niet.

64. Het tegenwoordige leven is niets dan een leeg vermaak en een spel, maar het tehuis van het Hiernamaals, dat is het werkelijke Leven, als zij dit slechts konden begrijpen!

65. En wanneer zij aan boord van een schip gaan, roepen zij Allah aan, oprecht zijnde in gehoorzaamheid aan Hem. Maar wanneer Hij hen veilig aan wal brengt, zie, zij schrijven deelgenoten aan Hem toe.

66. Zodat zij datgene, wat Wij hun hebben geschonken verloochenen en zich vermaken. Maar zij zullen het weldra te weten komen.

67. Hebben zij niet gezien, dat Wij een veilig Heiligdom (Makka) hebben gemaakt, terwijl overal om hen heen mensen worden weggerukt? Geloven zij dan aan een leugen en ontkennen zij de gunsten van Allah?

68. En wie is onrechtvaardiger dan hij, die een leugen verzint over Allah, of de Waarheid verloochent wanneer zij tot hem komt? Is er geen woning in de hel voor de ongelovigen?

69. En zij, die naar Ons streven, - Wij zullen hen zeker op Onze wegen leiden. Voorwaar, Allah is met hen die goed doen.

10-02-2005, 15:27
Djazakallah
echt bedankt!

10-02-2005, 16:04


Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi
1. Alif-lam-meem

2. Ahasiba alnnasu an yutrakoo an yaqooloo amanna wahum la yuftanoona

3. Walaqad fatanna allatheena min qablihim falayaAAlamanna Allahu allatheena sadaqoo walayaAAlamanna alkathibeena

4. Am hasiba allatheena yaAAmaloona alssayyi-ati an yasbiqoona saa ma yahkumoona

5. Man kana yarjoo liqaa Allahi fa-inna ajala Allahi laatin wahuwa alssameeAAu alAAaleemu

6. Waman jahada fa-innama yujahidu linafsihi inna Allaha laghaniyyun AAani alAAalameena

7. Waallatheena amanoo waAAamiloo alssalihati lanukaffiranna AAanhum sayyi-atihim walanajziyannahum ahsana allathee kanoo yaAAmaloona

8. Wawassayna al-insana biwalidayhi husnan wa-in jahadaka litushrika bee ma laysa laka bihi AAilmun fala tutiAAhuma ilayya marjiAAukum faonabbi-okum bima kuntum taAAmaloona

9. Waallatheena amanoo waAAamiloo alssalihati lanudkhilannahum fee alssaliheena

10. Wamina alnnasi man yaqoolu amanna biAllahi fa-itha oothiya fee Allahi jaAAala fitnata alnnasi kaAAathabi Allahi wala-in jaa nasrun min rabbika layaqoolunna inna kunna maAAakum awa laysa Allahu bi-aAAlama bima fee sudoori alAAalameena

11. WalayaAAlamanna Allahu allatheena amanoo walayaAAlamanna almunafiqeena

12. Waqala allatheena kafaroo lillatheena amanoo ittabiAAoo sabeelana walnahmil khatayakum wama hum bihamileena min khatayahum min shay-in innahum lakathiboona

13. Walayahmilunna athqalahum waathqalan maAAa athqalihim walayus-alunna yawma alqiyamati AAamma kanoo yaftaroona

14. Walaqad arsalna noohan ila qawmihi falabitha feehim alfa sanatin illa khamseena AAaman faakhathahumu alttoofanu wahum thalimoona

15. Faanjaynahu waas-haba alssafeenati wajaAAalnaha ayatan lilAAalameena

16. Wa-ibraheema ith qala liqawmihi oAAbudoo Allaha waittaqoohu thalikum khayrun lakum in kuntum taAAlamoona

17. Innama taAAbudoona min dooni Allahi awthanan watakhluqoona ifkan inna allatheena taAAbudoona min dooni Allahi la yamlikoona lakum rizqan faibtaghoo AAinda Allahi alrrizqa waoAAbudoohu waoshkuroo lahu ilayhi turjaAAoona

18. Wa-in tukaththiboo faqad kaththaba omamun min qablikum wama AAala alrrasooli illa albalaghu almubeenu

19. Awa lam yaraw kayfa yubdi-o Allahu alkhalqa thumma yuAAeeduhu inna thalika AAala Allahi yaseerun

20. Qul seeroo fee al-ardi faonthuroo kayfa badaa alkhalqa thumma Allahu yunshi-o alnnash-ata al-akhirata inna Allaha AAala kulli shay-in qadeerun

21. YuAAaththibu man yashao wayarhamu man yashao wa-ilayhi tuqlaboona

22. Wama antum bimuAAjizeena fee al-ardi wala fee alssama-i wama lakum min dooni Allahi min waliyyin wala naseerin

23. Waallatheena kafaroo bi-ayati Allahi waliqa-ihi ola-ika ya-isoo min rahmatee waola-ika lahum AAathabun aleemun

24. Fama kana jawaba qawmihi illa an qaloo oqtuloohu aw harriqoohu faanjahu Allahu mina alnnari inna fee thalika laayatin liqawmin yu/minoona

25. Waqala innama ittakhathtum min dooni Allahi awthanan mawaddata baynikum fee alhayati alddunya thumma yawma alqiyamati yakfuru baAAdukum bibaAAdin wayalAAanu baAAdukum baAAdan wama-wakumu alnnaru wama lakum min nasireena

26. Faamana lahu lootun waqala innee muhajirun ila rabbee innahu huwa alAAazeezu alhakeemu

27. Wawahabna lahu ishaqa wayaAAqooba wajaAAalna fee thurriyyatihi alnnubuwwata waalkitaba waataynahu ajrahu fee alddunya wa-innahu fee al-akhirati lamina alssaliheena

28. Walootan ith qala liqawmihi innakum lata/toona alfahishata ma sabaqakum biha min ahadin mina alAAalameena

29. A-innakum lata/toona alrrijala wataqtaAAoona alssabeela wata/toona fee nadeekumu almunkara fama kana jawaba qawmihi illa an qaloo i/tina biAAathabi Allahi in kunta mina alssadiqeena

30. Qala rabbi onsurnee AAala alqawmi almufsideena

31. Walamma jaat rusuluna ibraheema bialbushra qaloo inna muhlikoo ahli hathihi alqaryati inna ahlaha kanoo thalimeena

32. Qala inna feeha lootan qaloo nahnu aAAlamu biman feeha lanunajjiyannahu waahlahu illa imraatahu kanat mina alghabireena

33. Walamma an jaat rusuluna lootan see-a bihim wadaqa bihim tharAAan waqaloo la takhaf wala tahzan inna munajjooka waahlaka illa imraataka kanat mina alghabireena

34. Inna munziloona AAala ahli hathihi alqaryati rijzan mina alssama-i bima kanoo yafsuqoona

35. Walaqad tarakna minha ayatan bayyinatan liqawmin yaAAqiloona

36. Wa-ila madyana akhahum shuAAayban faqala ya qawmi oAAbudoo Allaha waorjoo alyawma al-akhira wala taAAthaw fee al-ardi mufsideena

37. Fakaththaboohu faakhathat-humu alrrajfatu faasbahoo fee darihim jathimeena

38. WaAAadan wathamooda waqad tabayyana lakum min masakinihim wazayyana lahumu alshshaytanu aAAmalahum fasaddahum AAani alssabeeli wakanoo mustabsireena

39. Waqaroona wafirAAawna wahamana walaqad jaahum moosa bialbayyinati faistakbaroo fee al-ardi wama kanoo sabiqeena

40. Fakullan akhathna bithanbihi faminhum man arsalna AAalayhi hasiban waminhum man akhathat-hu alssayhatu waminhum man khasafna bihi al-arda waminhum man aghraqna wama kana Allahu liyathlimahum walakin kanoo anfusahum yathlimoona

41. Mathalu allatheena ittakhathoo min dooni Allahi awliyaa kamathali alAAankabooti ittakhathat baytan wa-inna awhana albuyooti labaytu alAAankabooti law kanoo yaAAlamoona

42. Inna Allaha yaAAlamu ma yadAAoona min doonihi min shay-in wahuwa alAAazeezu alhakeemu

43. Watilka al-amthalu nadribuha lilnnasi wama yaAAqiluha illa alAAalimoona

44. Khalaqa Allahu alssamawati waal-arda bialhaqqi inna fee thalika laayatan lilmu-mineena

45. Otlu ma oohiya ilayka mina alkitabi waaqimi alssalata inna alssalata tanha AAani alfahsha-i waalmunkari walathikru Allahi akbaru waAllahu yaAAlamu ma tasnaAAoona

46. Wala tujadiloo ahla alkitabi illa biallatee hiya ahsanu illa allatheena thalamoo minhum waqooloo amanna biallathee onzila ilayna waonzila ilaykum wa-ilahuna wa-ilahukum wahidun wanahnu lahu muslimoona

47. Wakathalika anzalna ilayka alkitaba faallatheena ataynahumu alkitaba yu/minoona bihi wamin haola-i man yu/minu bihi wama yajhadu bi-ayatina illa alkafiroona

48. Wama kunta tatloo min qablihi min kitabin wala takhuttuhu biyameenika ithan lairtaba almubtiloona

49. Bal huwa ayatun bayyinatun fee sudoori allatheena ootoo alAAilma wama yajhadu bi-ayatina illa alththalimoona

50. Waqaloo lawla onzila AAalayhi ayatun min rabbihi qul innama al-ayatu AAinda Allahi wa-innama ana natheerun mubeenun

51. Awa lam yakfihim anna anzalna AAalayka alkitaba yutla AAalayhim inna fee thalika larahmatan wathikra liqawmin yu/minoona

52. Qul kafa biAllahi baynee wabaynakum shaheedan yaAAlamu ma fee alssamawati waal-ardi waallatheena amanoo bialbatili wakafaroo biAllahi ola-ika humu alkhasiroona

53. WayastaAAjiloonaka bialAAathabi walawla ajalun musamman lajaahumu alAAathabu walaya/tiyannahum baghtatan wahum la yashAAuroona

54. YastaAAjiloonaka bialAAathabi wa-inna jahannama lamuheetatun bialkafireena

55. Yawma yaghshahumu alAAathabu min fawqihim wamin tahti arjulihim wayaqoolu thooqoo ma kuntum taAAmaloona

56. Ya AAibadiya allatheena amanoo inna ardee wasiAAatun fa-iyyaya faoAAbudooni

57. Kullu nafsin tha-iqatu almawti thumma ilayna turjaAAoona

58. Waallatheena amanoo waAAamiloo alssalihati lanubawwi-annahum mina aljannati ghurafan tajree min tahtiha al-anharu khalideena feeha niAAma ajru alAAamileena

59. Allatheena sabaroo waAAala rabbihim yatawakkaloona

60. Wakaayyin min dabbatin la tahmilu rizqaha Allahu yarzuquha wa-iyyakum wahuwa alssameeAAu alAAaleemu

61. Wala-in saaltahum man khalaqa alssamawati waal-arda wasakhkhara alshshamsa waalqamara layaqoolunna Allahu faanna yu/fakoona

62. Allahu yabsutu alrrizqa liman yashao min AAibadihi wayaqdiru lahu inna Allaha bikulli shay-in AAaleemun

63. Wala-in saaltahum man nazzala mina alssama-i maan faahya bihi al-arda min baAAdi mawtiha layaqoolunna Allahu quli alhamdu lillahi bal aktharuhum la yaAAqiloona

64. Wama hathihi alhayatu alddunya illa lahwun walaAAibun wa-inna alddara al-akhirata lahiya alhayawanu law kanoo yaAAlamoona

65. Fa-itha rakiboo fee alfulki daAAawoo Allaha mukhliseena lahu alddeena falamma najjahum ila albarri itha hum yushrikoona

66. Liyakfuroo bima ataynahum waliyatamattaAAoo fasawfa yaAAlamoona

67. Awa lam yaraw anna jaAAalna haraman aminan wayutakhattafu alnnasu min hawlihim afabialbatili yu/minoona wabiniAAmati Allahi yakfuroona

68. Waman athlamu mimmani iftara AAala Allahi kathiban aw kaththaba bialhaqqi lamma jaahu alaysa fee jahannama mathwan lilkafireena

69. Waallatheena jahadoo feena lanahdiyannahum subulana wa-inna Allaha lamaAAa almuhsineena

11-02-2005, 17:30
Djazakallah mozlan
die had ik ook nodig

11-02-2005, 23:50
En wie kan me die vergelijking met de spin uitleggen. Spinnendraad is in verhouding het sterkste draad wat er bestaat.

12-02-2005, 00:38
nee, het huis van de spin is het zwakste huis dat er is. In surat de spin:

41. De gelijkenis van hen, die helpers verkiezen naast Allah, is als de gelijkenis van de spin die zich een huis maakt: en het zwakste der huizen is zeker het huis van de spin, als zij het slechts wisten!

12-02-2005, 09:26

Citaat door mozlan:
nee, het huis van de spin is het zwakste huis dat er is. In surat de spin:

41. De gelijkenis van hen, die helpers verkiezen naast Allah, is als de gelijkenis van de spin die zich een huis maakt: en het zwakste der huizen is zeker het huis van de spin, als zij het slechts wisten!
Ja ik weet ook wel dat dat er staat, maar dat begrijp ik dus niet goed, want een spinnenwebdraad is naar verhouding heel sterk, een spinnenweb zit heel ingenieus in elkaar, en een spin vangt er nog vliegen mee ook.
Als een mens er een arm doorheen slaat ja ok dan is het snel kapot, maar ik vind het logischer om vanuit dat andere oogpunt te kijken. Dus wat bedoelen ze er dan mee?

12-02-2005, 09:32
Met die soerat wil de koran zeggen dat een gelovige net als een spin moet zijn. Wanneer een prooi in een spinnenweb valt, dan gaat de spin heel snel naar haar prooi om het op te eten en het onnuttige weggooien. Zo moet ook elk gelovige wanneer er een gunst "valt" op een bepaald plek/tijdstip snel er gebruik van maken en daaruit profijt trekken en het waardeloze daarvan 'laten vallen' zoals een spin de 'restjes' inwikkelt met haar spinnedraad en het laat 'vallen'.


Dalia

12-02-2005, 09:41

Citaat door Daliake:
Met die soerat wil de koran zeggen dat een gelovige net als een spin moet zijn. Wanneer een prooi in een spinnenweb valt, dan gaat de spin heel snel naar haar prooi om het op te eten en het onnuttige weggooien. Zo moet ook elk gelovige wanneer er een gunst "valt" op een bepaald plek/tijdstip snel er gebruik van maken en daaruit profijt trekken en het waardeloze daarvan 'laten vallen' zoals een spin de 'restjes' inwikkelt met haar spinnedraad en het laat 'vallen'.


Dalia
Houw die duivels interpretatie maar voor je zelf, er staat een geweldige pijnlijke bestraffing voor jou in het hiernamaals in het vooruit zicht.

12-02-2005, 10:14

Citaat door Daliake:
Met die soerat wil de koran zeggen dat een gelovige net als een spin moet zijn. Wanneer een prooi in een spinnenweb valt, dan gaat de spin heel snel naar haar prooi om het op te eten en het onnuttige weggooien. Zo moet ook elk gelovige wanneer er een gunst "valt" op een bepaald plek/tijdstip snel er gebruik van maken en daaruit profijt trekken en het waardeloze daarvan 'laten vallen' zoals een spin de 'restjes' inwikkelt met haar spinnedraad en het laat 'vallen'.


Dalia
Ik vind het leuk bedacht maar ik zie het verband niet tussen het zwakke huis van een spin en jouw verhaal.

12-02-2005, 13:00


Asalaamoe 'Alaikoem

Het enige wat ik wil toevoegen is,...

Beste broeders en zusters past alstublieft op met het uitleggen van de Edele Koran zonder enige kennis wij zijn leken beste broeders en zusters evenals de niet-moslims zoals Daliake/Daliaatje die denken de Edele Koran van binnen en buiten te kennen door het slechts door te nemen...

Om de Edele Koran te begrijpen gaat hier een gehele studie aan vooraf men moet de tafsir(exegese/x[/SIZE]uitleg) kennen en de context van de verzen en in welke tijden ze bv zijn geopenbaard etc.. Dit is waarlijk aan de geleerden onder ons pas dus alsjeblieft op met het verdelen van eigen interpertaties van de Edele Koran maar ook van de Ahadith.

Allah de Verhevene Zegt in de Edele Koran:

Vraagt dan de bezitters van kennis,indien jullie het niet weten [Surah Al-Anbiya:7]

Dit is echter om misverstanden e.d tegen te gaan.

Pas alsjeblieft op beste broeders en zusters.

Djazaakum Allahu Alfa Khairan

__________
[SIZE=1]xDe profeet Salla Allahu 3alaihi wa Sallem legde de verzen uit etc.


Wa Allahu A'lam

12-02-2005, 13:44

Citaat door Raahil:
Asalaamoe 'Alaikoem

Het enige wat ik wil toevoegen is,...

Beste broeders en zusters past alstublieft op met het uitleggen van de Edele Koran zonder enige kennis wij zijn leken beste broeders en zusters evenals de niet-moslims zoals Daliake/Daliaatje die denken de Edele Koran van binnen en buiten te kennen door het slechts door te nemen...

Om de Edele Koran te begrijpen gaat hier een gehele studie aan vooraf men moet de tafsir(exegese/x[/SIZE]uitleg) kennen en de context van de verzen en in welke tijden ze bv zijn geopenbaard etc.. Dit is waarlijk aan de geleerden onder ons pas dus alsjeblieft op met het verdelen van eigen interpertaties van de Edele Koran maar ook van de Ahadith.

Allah de Verhevene Zegt in de Edele Koran:

Vraagt dan de bezitters van kennis,indien jullie het niet weten [Surah Al-Anbiya:7]

Dit is echter om misverstanden e.d tegen te gaan.

Pas alsjeblieft op beste broeders en zusters.

Djazaakum Allahu Alfa Khairan

__________
[SIZE=1]xDe profeet Salla Allahu 3alaihi wa Sallem legde de verzen uit etc.


Wa Allahu A'lam
Lieverd, zeg dat maar tegen je eigen. Ik heb de tafsiers/exeges in het Arabisch van Ibn Kathir, sjeich ibn baaz,ibn taymia thuisliggen. Ik ken de koran en de hadiths in élk geval véél beter dan jij hoor. Ik beheers vloeiend Modern en Klassiek(taal van koran en hadiths) Arabisch. (Geleerd in avondschool én vrije vak naast mijn gewone studies die niets te maken hebben met arabisch aan de universiteit)

12-02-2005, 15:59

Citaat door Raahil:
Asalaamoe 'Alaikoem

Het enige wat ik wil toevoegen is,...

Beste broeders en zusters past alstublieft op met het uitleggen van de Edele Koran zonder enige kennis wij zijn leken beste broeders en zusters evenals de niet-moslims zoals Daliake/Daliaatje die denken de Edele Koran van binnen en buiten te kennen door het slechts door te nemen...

Om de Edele Koran te begrijpen gaat hier een gehele studie aan vooraf men moet de tafsir(exegese/x[/SIZE]uitleg) kennen en de context van de verzen en in welke tijden ze bv zijn geopenbaard etc.. Dit is waarlijk aan de geleerden onder ons pas dus alsjeblieft op met het verdelen van eigen interpertaties van de Edele Koran maar ook van de Ahadith.

Allah de Verhevene Zegt in de Edele Koran:

Vraagt dan de bezitters van kennis,indien jullie het niet weten [Surah Al-Anbiya:7]

Dit is echter om misverstanden e.d tegen te gaan.

Pas alsjeblieft op beste broeders en zusters.

Djazaakum Allahu Alfa Khairan

__________
[SIZE=1]xDe profeet Salla Allahu 3alaihi wa Sallem legde de verzen uit etc.


Wa Allahu A'lam
Je spreekt zelfs de koran tegen en hebt er geen jota van begrepen.

De Bezitters van Kennis(ahl Dikr) zijn de Ahl Kitsab(Volk van het Boek) met name de Joden:

soerah joenes: 10:94. En als gij over hetgeen Wij tot u hebben neergezonden twijfelt, vraagt dan degenen die het Boek vóór u hebben gelezen om uitleg.(Degenen die het Boek ontvangen hebben zijn de Joden)

Pagina's : [1] 2