Verrijking
07-06-2013, 23:20
“Het Koninkrijk van God, of 'de hemel', bevindt zich ín u”
Abel vraagt aan zijn Meester: “Meester, bestaat er slechts één hemel?”
Zijn Meester antwoordt: “Ieder mens is uniek. Niet één mens is gelijk aan een ander voor wat zijn gedachten en daden betreft. Al hangen zij als groep een bepaalde religie aan, toch verschillen zij enigszins van mening hoe zij tegen bepaalde dingen aankijken. En dat klein beetje verschil maakt het grote uit.”
Abel: “Meester, maar hoe komt het dat zij toch nog in staat zijn om gezamenlijk kwaad te doen?”
Meester: “Dat komt, omdat zij nog niet in staat zijn om individueel keuzes te maken.”
Abel: “Meester, maar hoe komt het dat zij nog niet in staat zijn om individueel keuzes te maken?”
“Meester: “Omdat zij nog afhankelijk zijn van anderen hun meningen.”
Abel: “Meester, maar hoe komt het dat zij nog afhankelijk zijn van anderen hun meningen.”
Meester: “Omdat zij nog niet bewust zijn van hun eigen bestaan en daarom geen eigen mening hebben.”
Abel: “Maar Meester, u hebt mijn vraag nog steeds niet beantwoord.”
Meester: “Ik heb jouw vraag al beantwoord, maar je hebt het niet begrepen. Heb ik niet eerder gezegd dat de mensen niet gelijk zijn in hun daden en gedachten? En heb ik niet gezegd dat het klein beetje verschil in hun daden en gedachten het grote uitmaakt? Wel nu, zoals zij verschillen in hun daden en gedachten, zo zal hun hemel ook verschillen in dat van de ander.”
Abel: ”Dus Meester, wilt u daarmee zeggen dat er een heleboel hemelen bestaan?”
Meester: “Ja mijn zoon, je hebt al die tijd een hemel buiten jezelf gezocht, niet wetende dat jij jouw hemel in jezelf draagt. Gedurende je leven op aarde bouw je aan je eigen hemel. Als jij je lichaam verlaat, kom je terecht in je eigen hemel die je zelf gebouwd hebt. En ik zeg u, al wat gij op aarde bindt, zal ook gebonden zijn in je hemel.”
Abel vraagt aan zijn Meester: “Meester, bestaat er slechts één hemel?”
Zijn Meester antwoordt: “Ieder mens is uniek. Niet één mens is gelijk aan een ander voor wat zijn gedachten en daden betreft. Al hangen zij als groep een bepaalde religie aan, toch verschillen zij enigszins van mening hoe zij tegen bepaalde dingen aankijken. En dat klein beetje verschil maakt het grote uit.”
Abel: “Meester, maar hoe komt het dat zij toch nog in staat zijn om gezamenlijk kwaad te doen?”
Meester: “Dat komt, omdat zij nog niet in staat zijn om individueel keuzes te maken.”
Abel: “Meester, maar hoe komt het dat zij nog niet in staat zijn om individueel keuzes te maken?”
“Meester: “Omdat zij nog afhankelijk zijn van anderen hun meningen.”
Abel: “Meester, maar hoe komt het dat zij nog afhankelijk zijn van anderen hun meningen.”
Meester: “Omdat zij nog niet bewust zijn van hun eigen bestaan en daarom geen eigen mening hebben.”
Abel: “Maar Meester, u hebt mijn vraag nog steeds niet beantwoord.”
Meester: “Ik heb jouw vraag al beantwoord, maar je hebt het niet begrepen. Heb ik niet eerder gezegd dat de mensen niet gelijk zijn in hun daden en gedachten? En heb ik niet gezegd dat het klein beetje verschil in hun daden en gedachten het grote uitmaakt? Wel nu, zoals zij verschillen in hun daden en gedachten, zo zal hun hemel ook verschillen in dat van de ander.”
Abel: ”Dus Meester, wilt u daarmee zeggen dat er een heleboel hemelen bestaan?”
Meester: “Ja mijn zoon, je hebt al die tijd een hemel buiten jezelf gezocht, niet wetende dat jij jouw hemel in jezelf draagt. Gedurende je leven op aarde bouw je aan je eigen hemel. Als jij je lichaam verlaat, kom je terecht in je eigen hemel die je zelf gebouwd hebt. En ik zeg u, al wat gij op aarde bindt, zal ook gebonden zijn in je hemel.”