Mells
31-05-2013, 19:31
Proloog
Begraafplaats, 15 september 00:01 [/FONT]
[FONT=Book Antiqua" -->Esma Dahmani stond voor het graf. Met een gekanteld hoofd las ze de grafsteen terwijl de wind met haar vuurrode haren speelden in de duisternis van de nacht. Het contrast was overweldigend mooi. Net als de dame zelf. Tweeëntwintig jaar en al zo volmaakt.
Mannen keken twee keer om, om zich van haar schoonheid te verzekeren. Vrouwen keken twee keer om, om zich ervan te verzekeren dat wat ze ook deden ze zulk natuurlijk schoon nooit zouden behalen.
Ondanks haar schoonheid moest Esma het vooral van haar innerlijk hebben. Met mooi zijn zou ze niets bereiken. Dat had haar moeder vaak genoeg in haar oren geknoopt. Meestal vlak nadat ze haar voor de zoveelste keer had beschuldigd van haar vaders dood.
Ayman Dahmani, liefhebbende echtgenoot en kersverse vader.
Esma schudde lichtjes haar hoofd. Haar vader was gestorven toen hij zich gehaast had om op tijd naar het ziekenhuis te komen voor haar geboorte. Onderweg werd hij aangereden door een dronken vrachtwagenchauffeur. Door haar moeder had Esma zich haar hele leven al schuldig gevoeld.
“Het is tijd.”
Een geluid niets meer dan een fluistering zorgde ervoor dat Esma omkeek. Ze stond op en draaide zich om. Het verbaasde haar niet dat de persoon voor haar een wapen bij zich had.
De persoon in kwestie moest nog eens slikken door de schoonheid van de dame. Alhoewel haar korte lengte en uiterlijk er voor zorgde dat ze een schattige uitstraling had, keek ze toch dreigend. Esma Dahmani was iemand waar je niet mee kon sollen. En dat wist die persoon.
“Je vaders dood. Het was geen ongeluk. Het was opzet.”
Esma klapte in haar handen.
“Bravo, dat had ik nog niet door.” antwoordde ze sarcastisch.
De persoon verdeed haar tijd vond ze. Ze was naar haar geboortestad teruggekeerd om rust te vinden die ze nergens anders kon vinden.
Overal waar ze kwam werd ze aangehouden voor verhoor. Zo koppig als ze was, hield ze haar mond dicht en gaf geen antwoord. Gek werden ze ervan. Maar Esma zelf werd dat ook. Hoe kon zij nou weten wie de moord van haar vader op zijn geweten had? Het was allemaal haar schuld. Als zij niet geboren was dan zou haar vader nog leven. Daarom sprak Esma dus niet tegen een ambtenaar in functie van de zaak over haar vader.
“Ik heb een kans voor je, maar ben je bereid die te nemen?”
“Een kans? Wat voor kans?”
De persoon liep om haar heen en bleef staan voor haar vaders graf.
“Je vader heeft een bedrijf achtergelaten, dat nu aan de rand van de afgrond staat. Aan jou om het te redden.”
“Wat krijg ik ervoor terug?”
“Een goedlopend bedrijf. Mits je juist handelt.”
Esma trok een wenkbrauw omhoog.
“En natuurlijk de dader van jouw vaders moord. Ik kan me voorstellen dat jij dat wel graag zou willen weten?”
Esma negeerde de subtiele toenadering en ging verder met vragen terwijl ze haar armen over elkaar sloegen.
“En mijn broer dan?”
“Wie? Reda? Die heeft het allang opgegeven.”
“Wat laat jou denken dat ik het wel kan?”
De persoon liep een rondje om Esma heen en reikte toen het geweer aan.
“Schiet.”
Zonder na te denken nam Esma het pistool aan. Het voelde koud en zwaar aan. Net als de bui die altijd om heen haar pulseerde. In een soepele beweging bracht ze het omhoog en nam een doel voor ogen. Ze schoot zonder angst recht op haar doel af. Het schot zorgde voor een oorverdovend geluid. Gelijk daarna heerste de stilte weer.
“Antwoord gekregen?”
Esma kauwde op haar volle, dieproze lippen. Moest ze deze persoon geloven? Ze was al helemaal naar hier gekomen. Dit kon er ook nog wel bij.
“Ik doe het.”
De persoon keek haar verbaasd aan. Vervolgens verscheen een lach op diens gezicht.
“Je bent onvoorspelbaar. Daar hou ik van.”
Met een glimlach draaide Esma zich om. Onvoorspelbaar was ze zeker.