Bekijk volle/desktop versie : Wees geen helpers van satan tegen jullie broeder



13-05-2013, 22:18
zei: Wees geen helpers van satan tegen jullie broeder.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Al-Bukhari nr. 6781]


Volgens Thabit Ibn Ad-Dahhak [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Profeet Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Een gelovige vervloeken is net als hem doden.” [Unaniem overeengekomen, Al-Bukhari nr. 6047 en Muslim nr. 110]


Volgens Adu-d-Darda [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Degenen die geneigd zijn om een vloek uit te spreken zullen op de Dag van de Opstanding geen bemiddelaars, noch getuigen zijn.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Muslim nr. 2598]


Wa Alaikoem Asalaam

13-05-2013, 22:25


In een andere versie: “Vervloek hem niet, want bij Allah ik ken hem slechts als iemand die houdt van Allah en Zijn Boodschapper.” [Authentieke hadeeth, Al-Bukhari nr. 1393. An-Nasa'i nr. 4152. Abu Dawud nr. 4899]

14-05-2013, 18:46

Citaat door mama30:
zei: Wees geen helpers van satan tegen jullie broeder.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Al-Bukhari nr. 6781]


Volgens Thabit Ibn Ad-Dahhak [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Profeet Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Een gelovige vervloeken is net als hem doden.” [Unaniem overeengekomen, Al-Bukhari nr. 6047 en Muslim nr. 110]


Volgens Adu-d-Darda [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Degenen die geneigd zijn om een vloek uit te spreken zullen op de Dag van de Opstanding geen bemiddelaars, noch getuigen zijn.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Muslim nr. 2598]


Wa Alaikoem Asalaam
..........

25-06-2013, 15:18

Citaat door mama30:
overgeleverd door Imam Al-Bukhaari en Imam Muslim op gezag van Abu Hurairah (radiAllahu 'anhu) dat de Boodschapper van Allah (sallAllahu 'alayhi wa salaam) zei:

"Waarlijk, een dienaar kan een woord spreken zonder zich te bedenken of het goed of slecht is en kan daardoor verder in het Hellevuur vallen dan de afstand tussen het oosten en het westen."


En aan het eind van een hadith die overgeleverd is door Imam At-Tirmidhi, zegt de Profeet (sallAllahu 'alayhi wa salaam) in zijn advies aan Mu'aadh ibn Jabal (radiAllahu 'anhu):

"...Worden mensen op hun gezichten of op hun neuzen het Hellevuur ingeworpen om iets anders dan wat hun tongen geoogst hebben?!"
Rawdat-ul-'Uqalaa wa Nuzhat-ul-Fudalaa (blz. 49)
[11] Sahih Al-Bukhaari en Sahih Muslim
...

25-06-2013, 15:20



Citaat door mama30:
overgeleverd door Imam Al-Bukhaari en Imam Muslim op gezag van Abu Hurairah (radiAllahu 'anhu) dat de Boodschapper van Allah (sallAllahu 'alayhi wa salaam) zei:

"Waarlijk, een dienaar kan een woord spreken zonder zich te bedenken of het goed of slecht is en kan daardoor verder in het Hellevuur vallen dan de afstand tussen het oosten en het westen."


En aan het eind van een hadith die overgeleverd is door Imam At-Tirmidhi, zegt de Profeet (sallAllahu 'alayhi wa salaam) in zijn advies aan Mu'aadh ibn Jabal (radiAllahu 'anhu):

"...Worden mensen op hun gezichten of op hun neuzen het Hellevuur ingeworpen om iets anders dan wat hun tongen geoogst hebben?!"
Rawdat-ul-'Uqalaa wa Nuzhat-ul-Fudalaa (blz. 49)
[11] Sahih Al-Bukhaari en Sahih Muslim



...

25-06-2013, 15:27

Citaat door mama30:
Al-Hafidh ibn Rajab heeft in zijn boek 'Jaami' Al-'Uloem wal-Hikam' gezegd: "De betekenis van 'wat hun tongen geoogst hebben' is: vergelding en bestraffing voor verboden spraak. Waarlijk, de mensheid zaait met zowel zijn goede als zijn slechte spraak en daden en op de Dag des Oordeels oogst hij wat hij gezaaid heeft. Degene die goede spraak en daden gezaaid heeft, zal een goede en royale oogst vergaren, maar degene die slechte spraak en daden gezaaid heeft, zal een oogst van spijt vergaren!" []

Jaami' Al-'Uloomi wal-Hikam (Deel 2, blz. 146)
.....

25-06-2013, 15:32

Citaat door mama30:
En in een andere hadith is overgeleverd door Imam Al-Bukhaari op gezag van Abu Hurairah (radiAllahu 'anhu) dat de Boodschapper van Allah (sallAllahu 'alayhi wa salaam) zei:

"Ik zal de oorloge verklaren aan degene die vijandigheid toont tegenover een vrome aanbidder van Mij...Sahih Al-Bukhaari
......

25-06-2013, 15:46
barakallahoufieki zuster

25-06-2013, 20:54

Citaat door ali_moslim:
barakallahoufieki zuster

wa fieka baraka Allah

25-06-2013, 20:59

Citaat door mama30:
Allah zegt: "O u gelovigen, indien een faasiq (slecht persoon) u nieuws brengt onderzoek het dan nauwkeurig ..." (49:6)


...

03-12-2013, 21:05
• Er is overgeleverd door Abu Hurairah dat de Profeet, vrede zij met hem, heeft gezegd, 'Een ieder is verplicht tot het geven van een aalmoes. Elke dag dat de zon opgaat en je treft een rechtvaardig oordeel tussen twee mensen dan is dat een aalmoes. Het helpen van een man bij het bestijgen van zijn beest of zijn goederen helpen daarop neer te leggen, een vriendelijk woord uiten, elke stap die wordt gezet in de richting van de moskee om het gebed te verrichten en het vuil opruimen van de weg, al deze daden zijn een aalmoes'. (Sahih Bukhari, Boek 52, Hadith 141).

09-12-2013, 00:35

Citaat door mama30:
zei: Wees geen helpers van satan tegen jullie broeder.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Al-Bukhari nr. 6781]


Volgens Thabit Ibn Ad-Dahhak [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Profeet Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Een gelovige vervloeken is net als hem doden.” [Unaniem overeengekomen, Al-Bukhari nr. 6047 en Muslim nr. 110]


Volgens Adu-d-Darda [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Degenen die geneigd zijn om een vloek uit te spreken zullen op de Dag van de Opstanding geen bemiddelaars, noch getuigen zijn.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Muslim nr. 2598]


Wa Alaikoem Asalaam
en ondertussen een zuster voor VIEZE MEID uitmaken

22-12-2013, 19:28


Vraag:

Als een persoon een ander vervloekt en de vloek wordt niet beantwoord omdat diegene het niet verdient, valt (de vloek) dan terug op de eerste persoon of niet? En is het toegestaan om een vrouw die geen Hidjaab draagt te vervloeken?

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

Vloeken behoort niet tot de eigenschappen van een gelovige die het niveau van complete Imaan (geloof) heeft bereikt. Het is overgeleverd door imam Ahmad in zijn Moesnad en imam at-Tirmidhie in zijn Jaamic van cAlqamah dat cAbdoellaah ibn Mascoed (moge Allah tevreden met hem zijn) zei dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: “De gelovige is geen lasteraar, noch iemand die veel vloekt, noch iemand die zich toegeeft aan onzedelijkheid of iemand die zich bezighoudt met vies gepraat.”

(at-Tirmidhie verklaarde het Hasan Gharieb)

En het is overgeleverd in as-Sahiehayn van Thaabit ibn ud-Dahhaak dat de Profeet (vrede zij met hem) zei: “Een gelovige vervloeken is als het doden van hem.”

Hierop gebaseerd is het dus niet toegestaan voor een gelovige om iemand van zijn moslimbroeders te vervloeken, behalve degenen die Allah in Zijn Boek heeft vervloekt of die de Profeet (vrede zij met hem) heeft vervloekt.

Het is niet toegestaan om iemand vanwege zijn of haar zonde te vervloeken, zoals een vrouw die geen Hidjaab draagt e.d. In plaats hiervan dient de moslim haar op een vriendelijke wijze te adviseren en te stimuleren om de Hidjaab te dragen. Er staat een strenge waarschuwing op het onterecht vervloeken van een ander. De vloek valt namelijk terug op degene die hem ten onrechte heeft geuit. Dit wordt aangegeven door een overlevering van Aboe ad-Dardaa’ die zei dat de Profeet (vrede zij met hem) het volgende heeft gezegd: “Wanneer een persoon iets vervloekt, stijgt zijn vloek op naar de hemel, maar de poorten van de hemel sluiten zich voor deze vloek. Vervolgens keert deze terug naar de aarde en vindt de poorten van de aarde ook gesloten. Vervolgens zoekt deze zich een uitweg naar links en rechts, maar vindt er geen enkele. De vloek keert dan terug naar degene die vervloekt werd als deze het verdient. Zo niet (dan) valt deze over degene die het heeft uitgesproken.”

(Soenan Abie Daawoed)

En Allah is de Bron van kracht. Moge Allahs zegeningen en vrede met de Profeet Mohammed en zijn familie en metgezellen zijn.

(Fataawa al-Ladjnat ud-Daa’imah, boekdeel 26, blz. 67)