El7amdolilah
18-01-2005, 11:06
Het geloof bestaat uit drie zaken
Ook op gezag van ‘Omar رضي الله عنه die gezegd heeft:
“Toen wij (op een dag) bij de boodschapper van Allaah (sallahoe `aleihie was sallem) zaten, verscheen er een man voor ons, in stralend witte kleren en met gitzwarte haren, aan wie niet te merken was of hij een lange reis had afgelegd, noch iemand van ons kende hem. Hij ging voor de Profeet (sallahoe `aleihie was sallem) zitten, met zijn knieën tegen de knieën van de Profeet en met zijn handen op zijn dijen en zei: “O Mohammed, vertel me wat de Islaam is.” De Profeet (sallahoe `aleihie was sallem) antwoordde: “Islaam houdt in dat je getuigt, dat niets of niemand het recht heeft om aanbeden te worden dan Allaah en dat Mohammed de boodschapper van Allaah is, dat je het gebed onderhoudt, de zakaat betaald, tijdens de maand Ramadaan vast en de bedevaart naar het Huis verricht, als je daartoe in staat bent.” Waarop hij zei: “U heeft juist gesproken”. Wij waren erg verbaast dat hij hem eerst iets had gevraagd en daarna het antwoord bevestigde. Daarna zei hij: “Vertel mij wat de Iemaan is.” Hij antwoordde: “Het houdt in dat je gelooft in Allaah, Zijn engelen, Zijn boeken, Zijn Profeten en in de Laatste Dag en dat je gelooft dat zowel het goede als het slechte voorbeschikt is (al-Qadr).” Hij zei:
“U heeft juist gesproken.” Daarna vroeg hij: “Vertel mij wat Ihsaan is?” Hij antwoorde: “Het houdt in dat je Allaah aanbidt alsof je Hem ziet en als je Hem niet ziet, beseft dat Hij jou wel ziet.” Toen zei hij: “Vertel me over het Uur.” Hij antwoorde: “Daarover weet de ondervraagde niet meer dan de vrager.” Vervolgens zei hij: “Vertel me dan over de tekenen ervan”. Hij antwoorde: “Dat de slavin haar meester zal baren en dat je ziet dat op blote voeten lopende, straatarme en behoeftige schaapherders (bedoeïnen) met elkaar wedijveren in het bouwen van hoge huizen.” Hierna ging hij (de vreemdeling) weg en ik bleef daar een tijd zitten, totdat hij (de Profeet (sallahoe `aleihie was sallem)) me vroeg: “O ‘Omar, weet jij wie die vragensteller was?” Ik antwoorde: “Allaah en Zijn boodschapper weten het ‘t beste”. De Profeet zei: “Het was Djiebriel, hij kwam om jullie je godsdienst te leren”.”[1]
Overgeleverd door Moslim
Ook op gezag van ‘Omar رضي الله عنه die gezegd heeft:
“Toen wij (op een dag) bij de boodschapper van Allaah (sallahoe `aleihie was sallem) zaten, verscheen er een man voor ons, in stralend witte kleren en met gitzwarte haren, aan wie niet te merken was of hij een lange reis had afgelegd, noch iemand van ons kende hem. Hij ging voor de Profeet (sallahoe `aleihie was sallem) zitten, met zijn knieën tegen de knieën van de Profeet en met zijn handen op zijn dijen en zei: “O Mohammed, vertel me wat de Islaam is.” De Profeet (sallahoe `aleihie was sallem) antwoordde: “Islaam houdt in dat je getuigt, dat niets of niemand het recht heeft om aanbeden te worden dan Allaah en dat Mohammed de boodschapper van Allaah is, dat je het gebed onderhoudt, de zakaat betaald, tijdens de maand Ramadaan vast en de bedevaart naar het Huis verricht, als je daartoe in staat bent.” Waarop hij zei: “U heeft juist gesproken”. Wij waren erg verbaast dat hij hem eerst iets had gevraagd en daarna het antwoord bevestigde. Daarna zei hij: “Vertel mij wat de Iemaan is.” Hij antwoordde: “Het houdt in dat je gelooft in Allaah, Zijn engelen, Zijn boeken, Zijn Profeten en in de Laatste Dag en dat je gelooft dat zowel het goede als het slechte voorbeschikt is (al-Qadr).” Hij zei:
“U heeft juist gesproken.” Daarna vroeg hij: “Vertel mij wat Ihsaan is?” Hij antwoorde: “Het houdt in dat je Allaah aanbidt alsof je Hem ziet en als je Hem niet ziet, beseft dat Hij jou wel ziet.” Toen zei hij: “Vertel me over het Uur.” Hij antwoorde: “Daarover weet de ondervraagde niet meer dan de vrager.” Vervolgens zei hij: “Vertel me dan over de tekenen ervan”. Hij antwoorde: “Dat de slavin haar meester zal baren en dat je ziet dat op blote voeten lopende, straatarme en behoeftige schaapherders (bedoeïnen) met elkaar wedijveren in het bouwen van hoge huizen.” Hierna ging hij (de vreemdeling) weg en ik bleef daar een tijd zitten, totdat hij (de Profeet (sallahoe `aleihie was sallem)) me vroeg: “O ‘Omar, weet jij wie die vragensteller was?” Ik antwoorde: “Allaah en Zijn boodschapper weten het ‘t beste”. De Profeet zei: “Het was Djiebriel, hij kwam om jullie je godsdienst te leren”.”[1]
Overgeleverd door Moslim