Citaat door Shaakir:Een vraag. Waar in de Quran staat beschreven hoe je moet bidden?
Dat hangt af welke deel je bedoelt.
Lees:
5. Gebedsvorm
De vorm wordt ook gewoon duidelijk weergegeven in de koran. Soennieten komen vaak de drogreden (ad hoc fallacy, er was eerst sprake van koran, daarna soenna, dus koran moet soenna hebben voortgebracht). Deze drogreden is een cliche geworden; veel soennieten komen met de ongeldige vraagstelling ‘waar staat in de koran dan hoe je moet bidden?’ In de koran staat heel duidelijk hoe je moet bidden, maar het gebed volgens de leerstellingen van JOUW SEKTE staat er niet in, is het correcte antwoord.
De gebedsvorm komt voor in de koran. De gebedshoudingen bestaan uit:
-staan (qiyam)
-buigen (ruku)
-neerbuigen of voorover knielen op de grond (sucud)
1. Staan (qiyam)- 25:64: "En zij die de nacht doorbrengen tewijl zij zich eerbiedig voor hun Heer neerbuigen en terwijl zij rechtop staan. "
26: 217-219 En stel je vertrouwen op de machtige, de barmhartige, die jou ziet wanneer jij rechtop staat en wanneer jij je heen en weer wendt met hen die zich eerbiedig neerbuigen.
2. Buigen (ruku)– 48:29: "Mohammed is de gezant van God. En zij die met hem zijn zijn streng tegen de ongelovigen, maar onderling barmhartig. Jij ziet hen buigen en zich eerbiedig neerbuigen in hun streven naar goedgunstigheid van God en welgevallen. Hun kenteken is op hun gezicht als gevolg van het zich eerbiedig neerbuigen. . ."
3. Neerbuigen of knielen (sucud)– 48:29: "Mohammed is de gezant van God. En zij die met hem zijn zijn streng tegen de ongelovigen, maar onderling barmhartig. Jij ziet hen buigen en zich eerbiedig neerbuigen in hun streven naar goedgunstigheid van God en welgevallen. Hun kenteken is op hun gezicht als gevolg van het zich eerbiedig neerbuigen."
Het gebed eindigt met een neerbuiging/knieling, zoals duidelijk wordt in het volgende vers:
4:102
“En wanneer jij bij hen bent en voor hen het gebed verricht, dan moet een groep van hen met jou het gebed verrichten en zij moeten hun wapens bij zich houden. Wanneer zij zich eerbiedig neerbuigen moeten zij achter jou zijn. Dan moet een andere groep komen die het gebed niet gebeden heeft. (..)”
Daarna staat men op en is het gebed voorbij (1), en kan men smeekbedes(2) verrichten:
39:9
“Is iemand die gedurende de nachtonderdanigheid toont, terwijl hij zich eerbiedig neerbuigt en opstaat(1), op zijn hoede is voor het hiernamaals en (2) op de barmhartigheid van Zijn Heer hoopt? Zeg: "Zijn zij die weten en zij die niet weten gelijk? Slechts de verstandigen laten zich vermanen."”
Er wordt in de koran verder nergens een herhaling van het gebedsvorm genoemd met betrekking tot een gebed. Dit is dus de vorm, en alle andere soorten zijn incorrect en gebaseerd op sprookjes (de moslims zouden stil bidden om beledigingen van niet-moslims te voorkomen. Relevant is dit niet; hoezo wordt het nog steeds gedaan wanneer er geen niet-moslims bij zijn?)
Het gebedsvorm houdt dus een staande houding, een buiging en een voorover knieling in, waarin men uiteraard alle koranische voorschriften hanteert.
De vraag wanneer en of er iets tijdens de verschillende gebedshoudingen gereciteerd moet worden, is een vraag die over zowel de inhoud als de vorm gaat. Zoals ik eerder zei geeft een koranvers aan dat men koranverzen dient te reciteren tijdens het gebed en daarbij God aan te roepen:
17:110
“Zeg: "Roept God of roept de Erbarmer aan. Waarmee jullie ook aanroepen, Hij heeft de mooiste namen. En spreek niet luid bij je gebed en fluister daarbij ook niet, maar zoek naar een manier ertussenin.”
Als je het gebed begint, dan richt je jezelf tot God. Het is dus logisch dat je Hem dan aanroept. God wordt aangeroepen door te beginnen met ‘ya Allah’, of ‘ya Rahman’ of ‘Ya Rahim’. Waarmee men ook aanroept, Hij heeft de mooiste namen. Allahu Akbar, is geen aanroeping, maar een stellingname. Het betekent ‘God is de grootste’. Aan wie deel je dat mede? Aan God? Aan jezelf? Anderen? God weet het al. Jijzelf als het goed is ook. En anderen… die zijn niet betrokken tot jouw persoonlijke aanbidding van God. Niemand staat tussen jou en God. Roep hem dus aan, zoals de koran dat onderwijst.
Wanneer men het gebed aanvangt, reciteert men een gedeelte uit de koran.
29:45
“Lees voor wat aan jou van het boek is geopenbaard en verricht het gebed; het gebed verbiedt wat gruwelijk en verwerpelijk is. Maar het gedenken Gods is geweldiger. En God weet wat jullie doen. ”
Dit moet wel tot God gericht zijn, dus in feite zouden alle uitspraken die tot God zijn gericht, in 2e persoon enkelvoud moeten worden uitgesproken (U in plaats van Hij). Bi-smi l-llahi r-rahmani r-rahim, wordt dus bi-smuka, ya rahman, ya rahim.
Al-hamdu li-llahi rabbi-l alamin, wordt dus ‘al-hamdu laka, ya rab al-alamin’ etc..
Verzen die met ‘qul’ (zeg!) beginnen, moeten tijdens het gebed (wanneer men zich tot God richt) zonder dit gebod (zeg!) worden uitgesproken, en alle 3e persoons benaderingen dienen te veranderen in 2e persoonsbenaderingen.
Qul huwwa-llahu ahad, Allahu S-Samad, lam yalid wa lam yulad wa lam yakun lahu kufu’an ahad, wordt dus ‘Anta-llahu ahad, Allahu S-Samad, lam talid wa lam tulad, wa lam yakun laka kufu’an ahad.
Buiten het gebed om, wanneer men zich niet tot God in aanbidding richt, kan sure-i ihlas in 3e vorm enkelvoud worden uitgesproken, als bijvoorbeeld referentie of verwijzing naar de koran tijdens een intellectuele bezigheid. Je hebt het dan tegen iemand anders over God. Echter dan ook, zonder ‘qul’. Want ‘qul’ is een werkwoord in de imperatief/gebiedende wijs, waarmee men wordt opgeroepen iets te doen. God roept JOU op iets te zeggen, niet de boodschap als een papagaai, compleet met imperatieven na te praten.
Als iemand aan je vraagt ‘zeg X’, dan ga je antwoorden met ‘X’, en niet met ‘zeg X’, dat is onlogisch en een teken van verstandloos napraten.
Ander argument is dat wanneer je God aanbidt, je tegen God geen ‘qul’ (zeg!) kunt zeggen. Het is net andersom; Hij roept jou op om van iets te getuigen of te belijden. Jij gaat God niet zeggen wat Hij moet zeggen, het is andersom. Dat is overgave aan God (islam).
Dit is het gemakkelijkst voor mensen die het Arabisch beheersen, daarom is het beter als men het Arabisch niet beheerst, God in de eigen taal te aanbidden om verwarring en fouten te voorkomen.
Zoals je in 17:110 leest, dient de toon die je hanteert consistent te zijn. De soennietische indeling van het gebed in zacht, en luid uitgesproken recitaties, is incorrect.
Wanneer men neerbuigt of knielt, wordt de lof van God geprezen. Dit geldt zowel voor de ruku (buigen) als de sucud (neerbuigen/knielen). Subanaka wa-l hamdu laka, bijvoorbeeld. Geen subhana rabbi al-azim, want dit is in de 3e persoon en niet direct tot God gericht. Je gaat niet tegen God zeggen; lof zij aan God. Is er een andere god? Nee. Je zegt ‘lof zij aan U’.
Dit kan uiteraard in onze eigen taal. Taal kent in de islam geen mystieke of ritualistische waarde, wel in het jodendom (denk aan Kabbala) en soennisme (soefisme bijvoorbeeld).
De lof van de Heer prijzen, bestaat niet alleen uit het uiten van loze woorden. Het is het deemoedig gedenken van God en het bedanken om waarmee Hij je onderhoudt. Deemoedigheid gaat niet samen met ritualisme. Wat ik hiermee bedoel, is dat het ritualistisch opnoemen van een standaard formule, geen aanbidding is. Er wordt gezegd dat men de lof van God dient te prijzen, niet in wat voor zin of taal. In het Arabisch is dit ‘subhanaka wa-l hamdu laka’, en dit kan uiteraard worden gevarieerd.
Alleen dan is er sprake van de zuivere islam, en alleen dan voldoet men aan de voorwaarden van de koran. Dit is de islam zoals hij aan de profeet werd geopenbaard, alles wat ervan afwijkt is verzonnen en/of verdraaid.
Het verplichte gebed kan zo slechts n minuut of iets korter of langer duren, en dat is een teken van Gods genade aan de mensen.
Het bezwaar tegen de duur van het gebed, wordt door soennieten aangevochten door te wijzen op twee verzen. Een vers heeft het over het verkorten van het gebed in tijden van gevaar, de ander heeft het over het al buigende en knielende doorbrengen van de nacht. Het betreft de volgende verzen: