Bekijk volle/desktop versie : Verhalen over de Profeten



03-01-2005, 20:42
Salaam alekuim broeders/zusters,

Kan iemand hier informatie plaatsen over de profeten van Allah swt, maakt niet uit waar het over gaat, alle informatie is welkom.

Inchallah komen er vele antwoorden, ik vind het zeer belangrijk om me bezig te houden met de profeten, het zijn immers goede voorbeelden voor ons.

Salaam alekuim.

03-01-2005, 21:08


profeet Yoesof


Yoesef (vrede zij met hem) de zoon van Jacqoeb (vrede zij met hem) was één van de Profeten van Allah . Al toen hij jong was, was hij heel erg intelligent en ook erg knap. Zijn vader, Jacqoeb was ook een Profeet van Allah en was het kleinkind van Ibrahiem (vrede zij met hun beide). Jacqoeb (vrede zij met hem) hield heel erg veel van Yoesef (vrede zij met hem). Yoesef (vrede zij met hem) was dan ook, samen met zijn broertje Benjamin van dezelfde moeder, het lievelingskind van zijn vader. Natuurlijk hield Jacqoeb (vrede zij met hem) ook van zijn andere kinderen. Hij had nog elf andere zonen naast Yoesef (vrede zij met hem).


Yoesef (vrede zij met hem) en de droom


Op een nacht had Yoesef (vrede zij met hem) een hele bijzondere droom. Hij zag elf sterren en de zon en de maan allemaal voor hem buigen. Hij vertelde zijn vader over de droom.

“O mijn vader, ik zag elf sterren en de zon en de maan in mijn droom. Ik zag ze voor mij buigen.”
(vertaling van de Koran, Soerat Yoesef: 4)

Jacqoeb (vrede zij met hem) begreep dat Allah hem gezegend had en dat Yoesef (vrede zij met hem) een grootse toekomst te wachten stond. Jacqoeb (vrede zij met hem) wist ook dat de shaitan de eeuwige vijand van de mensen is en hun altijd van het rechte pad probeert af te brengen. Hij zei dan ook tegen zijn zoon:

“ O mijn zoon, vertel jouw droom niet aan je broers, anders zullen zij tegen jou een plan beramen. Voorwaar, de shaitan is voor de mens een duidelijke vijand.” (vertaling van de Koran, Soerat Yoesef: 5)


De broers van Yoesef (vrede zij met hem) waren inderdaad erg jaloers op hem en zijn broertje, omdat ze dachten dat hun vader Jacqoeb (vrede zij met hem) meer van hen hield. Zij zeiden dan ook:

“Yoesef en zijn broer (Benjamin) zijn geliefder bij onze vader dan wij, terwijl wij een hechte groep zijn. Voorwaar, onze vader verkeert zeker in een duidelijke dwaling.”
(vertaling van de Koran, Soerat Yoesef: 8)

De broers van Yoesef (vrede zij met hem) vonden omdat zij sterker, ouder en een hechte groep waren, dat zij de voorkeur van hun vader verdienden. Hun vader had in hun ogen dan ook een duidelijke dwaling begaan door de voorkeur te geven aan Yoesef (vrede zij met hem) en zijn broertje. Op een dag maakten ze een plan om voor eens en voor altijd van hem af te komen. Ze vroegen toestemming aan hun vader om Yoesef (vrede zij met hem) mee te nemen om met hen te spelen.

Zij zeiden: “O onze vader, waarom vertrouwt u Yoesef niet aan ons toe. Voorwaar wij hebben het beste met hem voor. Laat hem morgen met ons mee gaan, zodat hij zich kan vermaken en spelen. Wij zullen op hem passen.” (vertaling van de Koran, Soerat Yoesef: 11-12)


Jacqoeb (vrede zij met hem) wist dat zijn (andere) zonen jaloers waren op Yoesef (vrede zij met hem) en Benjamin. Hij stond het dan ook niet toe dat zij Yoesef (vrede zij met hem) zouden meenemen. Hij zei:


“Ik vrees dat de wolf hem zal opeten terwijl jullie niet opletten.” (vertaling van de Koran, Soerat Yoesef: 13)



De broers bleven aandringen en Jacqoeb (vrede zij met hem) gaf alsnog toestemming. De broers namen Yoesef (vrede zij met hem) mee en onderweg begonnen ze hem te slaan en uit te schelden en vertelden hem wat ze van plan waren. Ze gooiden Yoesef (vrede zij met hem) in een diepe put. De broers spraken met elkaar af om tegen hun vader te zeggen dat Yoesef (vrede zij met hem) door een wolf was opgegeten. De broers slachtten een geit en doordrenkten het hemd van Yoesef (vrede zij met hem) met het bloed van het dier. Thuis aangekomen vertelden ze hun leugen.


En zij kwamen ’s Avonds huilend bij hun vader. Ze zeiden: “Onze vader, wij hielden een wedstrijd en lieten Yoesef met onze spullen achter en de wolf verslond hem, maar u zult ons toch niet geloven, ook al spreken wij de waarheid”. En zij brachten zijn hemd met het valse bloed erop. Hij (Jacqoeb vrede zij met hem) zei: “Jullie hebben voor jezelf iets moois verzonnen. Daarom is geduld passend. En Allah is het Die om hulp wordt gevraagd bij wat jullie beschrijven.”
(vertaling van de Koran, Soerat Yoesef: 16-18)

Jacqoeb (vrede zij met hem) wist natuurlijk dat zijn zonen logen. Daarom zei hij dat geduld passend was en hij stelde zijn vertrouwen op Allah.


Yoesef (vrede zij met hem) wordt naar Egypte gebracht

Toen Yoesef (vrede zij met hem) in de put zat openbaarde Allah hem dat hij niet bang hoefde te zijn en dat hij uit deze benarde positie zou worden gehaald. Allah openbaarde hem ook dat hij zijn broers zal confronteren met hun daad. Als dat zal gebeuren, zal Yoesef (vrede zij met hem) de overhand op hen hebben.

“En Wij openbaarden aan hem: Jij zult hen zeker inlichten over die zaak van hun (wat zij hadden gedaan), terwijl zij het niet beseffen.” (vertaling van de Koran, Soerat Yoesef: 15)

Een karavaan die op doorreis was naar Egypte kwam langs en wilden water uit de put halen maar vonden daarin Yoesef (vrede zij met hem). Ze namen Yoesef (vrede zij met hem) mee en verkochten hem aan een Aziz van Egypte.

Yoesef (vrede zij met hem) groeide op tot een zeer aantrekkelijke jongeman en de vrouw van de Aziz voelde zich erg aangetrokken tot hem. Maar Yoesef (vrede zij met hem) ging hier niet op uit vrees voor Allah. Op een dag probeerde de vrouw van de Aziz, Yoesef (vrede zij met hem) te verleiden. Ze ging naar hem toe met haar slechte bedoelingen, maar Yoesef (vrede zij met hem) wilde hier niets van weten en probeerde van haar los te komen. Terwijl Yoesef (vrede zij met hem) weg rende, trok de vrouw van de Aziz van achter aan zijn hemd en hierdoor scheurde het. Op dat moment kwam de Aziz binnen en zei de vrouw dat Yoesef (vrede zij met hem) haar had aangevallen. Yoesef (vrede zij met hem) beweerde juist dat hij het slachtoffer was.

En zij in wiens huis hij (Yoesef) verbleef, probeerde hem te verleiden, tegen zijn wil en zij sloot de deuren en zei: "Kom hier." Hij zei: "(Ik zoek mijn) toevlucht bij Allah. Voorwaar Hij is mijn Heer. (Hij geeft mij) mijn beste plaats. Voorwaar de onrechtplegers zullen niet slagen." (vertaling van de Koran, Soerat Yoesef: 23-25)

Wat moest de Aziz nu doen? Wie sprak de waarheid? Een familielid van de Aziz zei dat als zijn vrouw gelijk had het overhemd van Yoesef (vrede zij met hem) aan de voorkant gescheurd moest zijn omdat de vrouw dan de aanval van Yoesef (vrede zij met hem) zou proberen af te weren en hierdoor zijn overhemd (van voren) zou scheuren. Maar als het overhemd van achter zou zijn gescheurd dan zou Yoesef (vrede zij met hem) de waarheid spreken want dan zou hij juist proberen weg te rennen van haar aanval en moest zij van achter hebben getrokken. Yoesef’s onschuld werd dus bewezen.

De Aziz vroeg aan Yoesef (vrede zij met hem) om niets over het voorval door te vertellen. Sommige prinsessen en andere rijke vrouwen werden echter op de hoogte gebracht van wat de vrouw van de Aziz had gedaan. Zij wezen haar na en zeiden:

De vrouw van de Aziz probeert haar slaaf te verleiden, voorwaar zij houdt heftig van hem. Waarlijk wij zien haar in een duidelijke dwaling. (vertaling van de Koran, Soerat Yoesef: 30)



Toen de vrouw van de Aziz hoorde dat er zo over haar gesproken werd wilde zij haar daad duidelijk maken en laten zien dat deze slaaf niet zo was zoals zij dachten. Zij nodigde hierop al haar vriendinnen uit en bereidde een maaltijd voor hen. Als dessert werd er fruit gebracht dat met messen gesneden moest worden. Alle vrouwen kregen een mes en toen riep zij Yoesef (vrede zij met hem), die op dat moment zijn mooiste kleren moest aantrekken.

Toen de vrouwen naar hem keken vielen hun monden van verbazing open, zij hadden nog nooit zo een aantrekkelijke man in hun hele leven gezien. Zij zeiden:
“Hoe volmaakt is Allah, dit is geen mens. Dit is niets anders dan een edele engel!” (vertaling van de Koran, Soerat Yoesef: 31)

Door de wonderbaarlijke verschijning van Yoesef (vrede zij met hem) raakten de vrouwen zo in de war dat ze vergaten dat ze een mes in hun handen hadden. Zij sneden zichzelf in hun handen in plaats van het fruit, maar ze voelden zelfs de pijn niet.

Zij zei: “Dit is hij, waarover jullie mij beschuldigden en ik heb hem geprobeerd te verleiden, maar hij weigerde. Maar als hij niet doet wat ik hem beveel, dan zal hij zeker gevangen gezet worden en zal hij zeker tot de vernederden behoren.”
(vertaling van de Koran, Soerat Yoesef: 32)

De vrouw van de Aziz zei dat dit de man was die zij wilde verleiden. Ze prees Yoesef (vrede zij met hem) voor zijn vroomheid. De vrouwen begonnen Yoesef (vrede zij met hem) nu te dwingen om naar zijn meesteres te luisteren maar hij weigerde dit en zocht zijn toevlucht tot Allah en zei:

“O mijn Heer! De gevangenis is mij liever dan datgene waar zij mij naar uitnodigt en als U hun list niet van mij afwendt, zal ik zeker tot hen neigen, en zal ik tot de onwetenden behoren.” (vertaling van de Koran, Soerat Yoesef: 33)

03-01-2005, 21:10
Yoesef (vrede zij met hem) wordt onterecht gevangen gezet
De Aziz dacht dat het voor zijn vrouw beter zou zijn om Yoesef (vrede zij met hem) niet in de buurt te hebben. Zij wilden de mensen ook een beetje wijs maken dat Yoesef (vrede zij met hem) degene was die haar probeerde te verleiden. Zo werd Yoesef (vrede zij met hem) onterecht in de gevangenis gezet.

Yoesef (vrede zij met hem) zat samen met twee andere jonge mannen in de gevangenis. De één was de wijnproever van de koning en de ander was de bakker van de koning. Beiden werden beschuldigd van het plegen van een misdrijf. Toen zij Yoesef (vrede zij met hem) ontmoetten, waren zij erg onder de indruk van zijn goede manieren, zijn rechtvaardigheid en van het feit dat hij altijd zijn gebed verrichte.

Op een dag gebeurde het dat beide mannen hadden gedroomd en zij wilden weten wat hun dromen betekenden. De wijnproever droomde dat hij druiven perste in de beker van de koning en bood het hem vervolgens aan.
De bakker droomde dat hij een mand brood op zijn hoofd droeg en vervolgens begonnen roofvogels van dit brood te eten. De jonge mannen vertelden hun droom aan Yoesef (vrede zij met hem) en vroegen hem om hun droom uit te leggen. Yoesef (vrede zij met hem) zei dat hij de verklaringen van hun dromen wist. Hij zei:

“Dat is wat mijn Heer mij heeft geleerd (het uitleggen van dromen). Ik heb de godsdienst afgezworen van een volk dat niet in Allah gelooft, en van de ongelovigen in het Hiernamaals zijn.” (vertaling van de Koran, Soerat Yoesef: 37)

Yoesef (vrede zij met hem) nodigde de twee jonge mannen uit tot de godsdienst (dit heet in het Arabisch Dacwah) van Allah. Hij zei:

“O mijn twee medegevangen! Zijn verschillende heren beter of Allah de Ene, de Onweerstaanbare? Wat jullie naast Hem aanbidden zijn slechts namen die jullie en jullie vaderen hebben gegeven. Allah heeft hiervoor geen gezag gegeven. Het oordeel is slechts aan Allah. Hij heeft jullie bevolen niemand anders dan Hem te aanbidden, dat is de ware godsdienst, maar de meeste mensen weten het niet.” (vertaling van de Koran, Soerat Yoesef: 39-40)



Yoesef (vrede zij met hem) leidde de mannen eerst naar het pad van Allah. Vervolgens zei hij:

“O mijn twee medegevangen! Wat één van jullie betreft, hij zal voor zijn heer wijn inschenken. Wat de andere betreft, hij zal gekruisigd worden en de vogels zullen van zijn hoofd eten. De zaak waarover jullie vragen, is reeds besloten.”
(vertaling van de Koran, Soerat Yoesef: 41)

En hij zei tegen de andere, van wie hij dacht dat hij gered zou worden:
"Noem mij tegenover jouw heer." Maar de shaitan maakte dat hij vergat zijn naam te noemen voor zijn heer. Daarom verbleef hij een aantal jaren in de gevangenis.
(vertaling van de Koran, Soerat Yoesef: 42)

De wijnproever ontsnapte aan zijn straf. Yoesef (vrede zij met hem) vroeg hem aan de koning te vertellen dat hij onschuldig in de gevangenis zat. Maar de shaitan zorgde ervoor, dat de wijnproever het vergat door te vertellen. Hierdoor verbleef Yoesef (vrede zij met hem) nog eens drie tot negen jaar in de gevangenis.



De droom van de koning

De koning van Egypte droomde eens dat, hij aan een rivieroever zat waar hij zeven vette koeien zag die door zeven magere koeien werden opgegeten, en zeven groene korenaren die door zeven verwelkte korenaren werden opgegeten. Niemand kon de verklaring van deze droom aan de koning geven, totdat de wijnproever, zich Yoesef (vrede zij met hem) herinnerde. Hij vroeg aan de koning om hem naar Yoesef (vrede zij met hem) te sturen in de gevangenis. Toen hij Yoesef (vrede zij met hem) ontmoette, vroeg hij hem om de droom van de koning uit te leggen.

Yoesef (vrede zij met hem) was niet eens boos op de wijnproever en verklaarde de droom zonder daar tegenover te stellen dat hij zou worden vrijgelaten. Hij zei dat de komende zeven jaren, overvloedige jaren zouden zijn en dat daarna zeven jaren van droogte zouden volgen. De koning was erg onder de indruk van de intelligentie van Yoesef (vrede zij met hem) en hij stuurde daarom een boodschapper om Yoesef (vrede zij met hem) te halen zodat hij hem kon ontmoeten. Yoesef (vrede zij met hem) wilde echter niet uit de gevangenis komen voordat alle mensen wisten, dat hij onrechtvaardig gevangen genomen was. Hij zei tegen de boodschapper:

"Ga terug naar jouw heer en vraag hem hoe het is met de vrouwen die hun handen verwondden. Voorwaar mijn Heer weet van hun list." (vertaling van de Koran, Soerat Yoesef: 50)

De koning liet de vrouwen komen om hen aan de tand te voelen. Hij zei:

"Wat was er met jullie toen jullie probeerden Yoesef te verleiden, tegen zijn wil?” Zij zeiden: “Heilig is Allah, wij weten geen kwaad van hem. (Yoesef (vrede zij met hem))” Zij (de vrouw van de Aziz) zei: “Nu is de waarheid gebleken, ik probeerde hem tegen zijn wil te verleiden. Hij is zeker één van de waarachtigen."
(vertaling van de Koran, Soerat Yoesef: 51)

De koning raakte nu nog meer onder de indruk van Yoesef (vrede zij met hem) en wilde hem als betrouwbare minister aanstellen. Yoesef (vrede zij met hem) werd aangexsteld als de enige hoge ambtenaar van Egypte en hij beheerde de voorraadschuren en hij kon doen wat hij maar wilde.

Dus gaven Wij het volledige gezag aan Yoesef in het land, om daarin bezittingen te nemen wanneer en waar hij maar wenste. (vertaling van de Koran, Soerat Yoesef: 56)



De broers van Yoesef (vrede zij met hem) in Egypte

Toen de magere jaren aangebroken waren ontstond er niet alleen in Egypte en hongersnood maar ook in de omringende landen. Door de hongersnood gedreven, kwamen ook Yoesef's broers uit Kana’an om graan van Yoesef (vrede zij met hem) te kopen. Hij herkende hen, maar zij wisten niet wie hij was.

Yoesef (vrede zij met hem) gaf hun het graan en liet zonder dat zijn broers het wisten hun geld in hun zadeltassen terugstoppen. Hij vertelde ze dat ze volgende keer hun jongste broertje moesten meenemen, anders zouden ze niet langer van de voorraad krijgen. Thuis aangekomen vroegen de broers hun vader om hun broertje Benjamin mee te nemen. Zij zeiden dat als ze hem niet zouden meenemen ze geen graan zouden krijgen. Hij zei: “Zeker zoals jullie vroeger Yoesef (vrede zij met hem) mee hadden genomen”. Aangezien de hongersnood nog steeds voortduurde stemde Yaccoeb in maar onder voorwaarde dat ze bij Allah zouden beloven, dat ze hun broertje koste wat kost zouden terug brengen.

03-01-2005, 21:12
Yoesef (vrede zij met hem) ontmoet Benjamin

Toen Yoesef (vrede zij met hem) zijn broertje Benjamin ontmoette vertelde hij hem in het geheim dat hij z’n broer was en hij vertelde wat zijn oudere broers hem hadden aangedaan. Hij vroeg Benjamin om zijn ware identiteit niet te verklappen. Yoesef (vrede zij met hem) had namelijk een plan bedacht om zijn broers te beproeven. Hij liet de maatbeker van de koning in Benjamin's tas verstoppen, zodat het leek alsof Benjamin het had gestolen. Aldus moest hij voor straf achterblijven.

De broers smeekten Yoesef (vrede zij met hem) om één van hen achter te houden in plaats van Benjamin, maar Yoesef (vrede zij met hem) weigerde. Hierop keerden de broers terug naar hun vader, en vertelden hem dat Benjamin achter moest blijven in verband met diefstal. Yaccoeb (vrede zij met hem) huilde van verdriet, maar geloofde niets van de diefstal. Hij stuurde toen zijn zonen terug om Yoesef (vrede zij met hem) te zoeken en Benjamin terug te halen. De broers gingen als eerste terug naar Yoesef (vrede zij met hem), hem smekende om een volle maat graan.

Yoesef (vrede zij met hem) begon medelijden met zijn arme vader te krijgen en besloot zichzelf bekend te maken en zei:

“Weten jullie wat jullie met Yoesef en zijn broer hebben gedaan, toen jullie onwetend waren?” (vertaling van de Koran, Soerat Yoesef: 89)



Waarop ze hem verbaast vroegen:

"Bent u echt Yoesef? Hij (Yoesef (vrede zij met hem)) antwoordde: “Ik ben Yoesef en dit is mijn broer. Allah is ons zeker genadig geweest. Waarlijk, degene die rechtgeleid en geduldig is, dan zeker, Allah zorgt ervoor dat de beloning van de weldoeners niet verloren gaat." (vertaling van de Koran, Soerat Yoesef: 90)

De broers schaamden zich diep en gaven toe dat Allah hun broer zeker begunstigd had. Yoesef (vrede zij met hem) strafte hen niet, integendeel, hij smeekte Allah om medelijden met hen te hebben.

Hij zei: “Op deze dag is er voor jullie geen verwijt, moge Allah jullie vergeven.” (vertaling van de Koran, Soerat Yoesef: 92)

Daarna vroeg hij zijn broers om met de hele familie en Yacoeb naar hem te komen. Zijn vader was ondertussen blind geworden door zijn verdriet. Hij zei:

“Neem dit hemd van mij met jullie mee, leg het over het gezicht van mijn vader, hij zal dan weer kunnen zien en breng al jullie familieleden bij mij.” (vertaling van de Koran, Soerat Yoesef: 93)



Toen de broers Egypte verlieten, vertelde Yacoeb (vrede zij met hem) aan zijn achtergebleven zonen, dat hij de geur van Yoesef (vrede zij met hem) rook, hoewel de karavaan ver weg was. Nadat de broers terug kwamen en het hemd over Yacoeb’s gezicht werd geplaatst, kon hij weer zien.



De droom van Yoesef (vrede zij met hem) komt uit

Toen de familie van Yoesef (vrede zij met hem) Egypte binnenkwam, zette hij zijn ouders op zijn eigen troon en zij allen, samen met zijn elf broers, bogen als teken van respect voor Yoesef (vrede zij met hem). (Dit was in hun goddelijke wetten toegestaan, maar is in de Islam haram)

Dit was de vervulling van Yoesef’s droom, waarin de zon en de maan en de sterren die zich voor hem bogen. Yoesef (vrede zij met hem) prees daarna Allah en dankte Hem daarna voor Zijn genade en goedheid ten opzichte van hem. Hij zei:

“Mijn Heer! U heeft inderdaad het gezag aan mij gegeven en mij de betekenis van de dromen onderwezen. De Schepper van de hemelen en de aarde! U bent mijn Beschermheer in deze wereld en in het hiernamaals, laat mij sterven als een moslim en voeg mij bij de rechtvaardigen.” (vertaling van de Koran, Soerat Yoesef: 101)

03-01-2005, 21:21


Mooi stuk oegtie, plaats nog meer als je dat hebt en wilt.

Salaam

03-01-2005, 21:26
Weet je ook wanneer de Profeet Yousef as is geboren, wanneer de profeet is doodgegaan, in welke tijd de profeet ongeveer leefde, wat waren zijn belangrijste boodschappen.

Een belangrijke eigenschap van de Profeet Yousef as is dus dat hij dromen kon uitleggen dankzei Allah swt.

04-01-2005, 01:28
masha'allah! prachtige verhalen, in de bijbel staat het ook zo geschreven, alleen jammer dat ze zijn afgedwaald...........
maar ik wil meer van zulke verhalen horen, want ik weet helaas heel weinig over de andere profeten(vzmh), en de profeet yoesoef(vzmh) was toch getrouwd met meryam?

04-01-2005, 11:21

Citaat door xSairax:
masha'allah! prachtige verhalen, in de bijbel staat het ook zo geschreven, alleen jammer dat ze zijn afgedwaald...........
maar ik wil meer van zulke verhalen horen, want ik weet helaas heel weinig over de andere profeten(vzmh), en de profeet yoesoef(vzmh) was toch getrouwd met meryam?
profeet yoesof is met de vrouw van aziz getrouwd, zouliga.

04-01-2005, 11:24
het verhaal van habiel en kabiel.

(Van de hieronder staande aayaat (Qur'anische verzen) wordt slechts de Nederlandse betekenis beschreven!)

Allaahu Ta`ala schonk aan Adam en Hawwa vele kinderen. Een van zijn kinderen heette Kaabiel en een andere Haabiel. Kaabiel was een slecht persoon die niet erg gehoorzaam was aan Allaahu Ta`ala en zijn vader, de profeet Adam . Daarentegen was zijn broer Haabiel een goede moslim die zich wel aan Allaahu Ta`alas en Adam 's bevelen hield. Deze twee broers kregen onderling onenigheid, die zich steeds zou herhalen onder de mensen na hen. Deze onenigheid eindigde met de moord van Haabiel door zijn broer Kaabiel. Met deze gebeurtenis is het gevecht tussen het goede en het kwade begonnen.

Iblis (satan) had destijds niet naar Allaahu Ta`ala geluisterd toen Allaahu Ta`ala hem bevolen had voor Adam te buigen. Allaahu Ta`ala werd erg boos op hem en joeg hem uit het paradijs (djanna) en Allaahu Ta`ala verdoemde hem voor altijd. Eerst had Iblis Adam en Hawwa de verkeerde weg op gestuurd en nu probeerde hij het ook met de twee zonen van Adam . Iblis wilde niet alleen in de hellevuur (djahannam). Hij wilde ook vrienden meenemen. Hij was uit op wraak.

Wat hieronder staat komt niet in de Quraan en ook niet in de ahadieth voor. Er wordt verteld, dat Adam en Hawwa bij elke geboorte een tweeling, een jongen en een meisje, kregen. Omdat er geen andere mensen waren dan zij, trouwde de jongen uit de eerste geboorte met het meisje van de daarop volgende geboorte. Dat was het bevel van Allaahu Ta`ala aan Adam , de eerse mens en de eerste profeet. Toen deze echtparen kinderen kregen trouwden neven en nichten met elkaar.

Adam en Hawwa kregen hun eerste tweeling: een zoon, die Kaabiel heette en een dochter. Daarna hun tweede tweeling: een zoon, die Haabiel heette en een dochter. De tweeling zus van Kaabiel, die met Haabiel zou trouwen, was knapper dan de tweeling zus van Haabiel, die met Kaabiel zou trouwen. Toen Adam de huwelijk tussen Haabiel en de tweeling zus van Kaabiel wilde voltrekken, kwam Kaabiel in opstand. Hij wilde niet met de lelijke tweeling zus van Haabiel trouwen maar met zijn eigen tweeling zus. Hij vond dat hij meer recht had om met zijn eigen tweeling zus te trouwen dan zijn jongere broer Haabiel. Volgens Kaabiel was het verbod dat je niet met je eigen tweeling zus mocht trouwen niet van Allaahu Ta`ala maar een idee van zijn vader. Daarop stelde Adam voor dat ze een offer aan Allaahu Ta`ala moesten brengen en degene wiens offer geaccepteerd werd kreeg zijn zin.

Haabiel was een veeboer en Kaabiel een landbouwer. Elk van hen heeft een offer aan Allaahu Ta`ala gebracht. Haabiel heeft de mooiste van zijn rammen als offer gekozen en Kaabiel zijn slechtste oogst. Op het moment van de offer ceremonie kwam een vuurbol uit de hemel en vernietigde het offer van Kaabiel. Het offer van Haabiel bleef ongedeerd. Op dat moment begreep Kaabiel dat Allaahu Ta`ala het offer van zijn broer had geaccepteerd en niet die van hem.

In de Qur'an lezen we de gebeurtenis als volgt: (de namen van Haabiel en Kaabiel worden niet in de Qur'aan genoemd): Toen brachten Kaabiel en Haabiel een offer aan Allaahu Ta`ala. Alleen het offer van Haabiel werd door Allaahu Ta`ala goedgekeurd en die van Kaabiel niet. Kaabiel zei:" Ik sla jou dood". Haabiel zei:" Allaahu Ta`ala neemt het offer alleen van de godvrezenden aan. Ook al steek jij je handen uit om mij te doden, ik zal mijn hand niet naar jou uitsteken om jou te doden. Ik vrees Allaahu Ta`ala, de Rabbi'l `alamien: Rabb van al het geschapene. Ik wens dat jij mijn zondes en die van jou over je brengt en dat je tot de bewoners van de hel, djahannam, zult behoren. Dat is de vergelding voor de onrecht plegers".

In de Islaam moet je nooit proberen iemand opzettelijk te doden. Want het is een van de grootste zondes die je kunt begaan. Luister maar naar wat Rasoellullah (sas) zegt: "Als twee moslims elkaar met wapens te lijf gaan om elkaar te doden zullen beide in de hel komen. De vrienden van de Profeet (sas), de ashaab, zeiden: "O Rasoellullaah, het is logisch dat de moordenaar in de hel komt, maar hoe is het dan met het gedoodde persoon. Rasoellullah (sas) antwoordde: "De gedode persoon was ook van plan zijn vriend te doden".

Zijn ego (jaloezie, hoogmoedigheid en ongehoorzaamheid aan Allaahu Ta`ala) zette Kaabiel ertoe aan zijn broer Haabiel te doden: En Kaabiel vermoordde Haabiel en hij behoorde tot de verliezers.

Wat heeft Kaabiel verloren?. Allereerst zijn broer, want deze viel nu dood voor hem neer. Na deze afschuwelijke daad kon hij natuurlijk niet meer terug naar zijn vader en moeder, dus hij verliest zijn familie. Vanaf nu weet hij niet hoe broederschap en liefde voor de mensen is. Hij is nu immers vrienden geworden met de sjaytaan. Hij zal altijd de pijn en het verdriet met zich meedragen voor wat hij misdaan heeft. Hij zal nooit rust en vrede in zichzelf voelen. Hij zal tot de Dag des Oordeels (Yawmu'l Qiyamah) aangeduid worden met moordenaar. Luister maar wat Rasoellullaah (sas) vertelde: "Als een zoon van Adam , een mens, ten onrechte vermoord wordt, dan gaat de zonde ervan ook naar de eerste zoon van Adam , Kaabiel. Want hij was de eerste die ermee begon".

Op de Yawmu'l Qiyamah zal het gedode persoon zijn recht opeisen bij de moordenaar. Allaahu Ta`ala neemt goede daden van de moordenaar en geeft het aan de gedode. Als de moordenaar geen goede daden heeft en de gedoodde persoon niet zijn recht heeft gekregen dan neemt Allaahu Ta`ala slechte daden van het gedoodde persoon en geeft het aan de moordenaar.

Kaabiel wist geen raad met het dode lichaam van Haabiel. Allaahu Ta`ala zond toen een raaf, die in de aarde scharrelde om Kaabiel te tonen hoe hij het lijk van zijn broer kon bedekken. Kaabiel zei:" Wee mij, ben ik niet in staat om zoals deze raaf te zijn en het lijk van mijn broer te bedekken. En zo kreeg hij spijt van wat hij had gedaan.

Kaabiel voelde zich nog lager dan een beest, een raaf. Hij had geen werkelijke berouw, tawba. Hij had gehoopt dat als hij zijn broer zou vermoorden, pas blij en tevreden zou zijn. Maar dat was niet het geval. Hij voelde nog steeds haat, nijd en jaloezie. Hij had zijn doel niet bereikt: Allaahu Ta`ala en zijn ouders hielden niet meer van hem. In tegendeel de sjaytaan hield nu van hem.

De eerste zonde werd gepleegd door Iblis en de eerst moord door Kaabiel. Deze twee zondes is het gevolg van hoogmoed en jaloezie. Allaahu Ta`ala vertelt ons met dit verhaal wat er gebeurt als mensen hoogmoedig, onrechtvaardig, gierig en jaloers zijn. Allaahu Ta`ala heeft Kaabiel, en de mensen zoals Kaabiel, hier op aarde en in het hiernamaals (yawmi'l akhirah) gestraft. En Allaahu Ta`ala heeft Haabiel, en de mensen zoals Haabiel, vergeven en beloond met het paradijs, djannah.

We zien dat als je naar de sjaytaan en je eigen ego (nafs) luistert zelfs je eigen broer kan doden. Hoewel Haabiel, de moslim broer, zijn best deed om zijn broer van slechte gedachten te brengen, overwon de sjaytaan en zijn ego.

Waar, wanneer en hoe de mensen ook zijn, ze lijken of op Kaabiel of op Haabiel. Als je aan iets slechts denkt dan kan het makkelijker tot iets slechts leiden. Daarom moet je proberen zoveel mogelijk goede dingen te denken, te zeggen en te doen.

Rasoellullaah (sas) heeft het volgende van zijn Rabb overgeleverd:

Allaahu Ta`ala heeft de goede en de slechte daden vastgesteld. Vervolgens heeft Hij de volgende uitleg gegeven: Als iemand van plan is om een goede daad te verrichten, maar daar niet toe komt, dan telt deze bij Allaahu Ta`ala als een volledige goede daad.

Als iemand van plan is om een goede daad te doen en deze ook verricht, dan telt deze bij Allaahu Ta`ala als tien tot zevenhonderd of zelfs veel meer goede daad.

Als iemand van plan is om een slechte daad te verrichten, en deze niet uitvoert, dan telt deze bij Allaahu Ta`ala als een volledige goede daad.

04-01-2005, 14:05
Ik zoek al lang naar Islamitische bronnen over de Profeet Yahya, Vrede Zij met hem.

InchAllah, dat iemand hier meer kennis over heeft.


Davud

04-01-2005, 15:06
Profeet noeh




Noeh (´aleihi salaam) was een profeet die vele jaren na Adam leefde. De mensen wilden niet naar Noeh (´aleihi salaam) luisteren, hoewel hij toch wel 950 jaar lang bij hen woonde. Wanneer hij hen zei dat ze alleen Allah moesten aanbidden en goede dingen moesten doen, gaven ze hem helemaal geen aandacht. Noeh (´aleihi salaam) vertelde hen dat ze heel zwaar gestraft zouden worden omdat ze niet naar de Boodschap van Allah luisterden. Nog steeds geloofden de mensen niets van wat Noeh (´aleihi salaam) hen vertelde. Ze lachten hem uit en zeiden tegen hem dat hij gewoon maar een mens was net als zij. En dat alleen de arme zwakke mensen hem geloofden. Ze zeiden: 'Als je de waarheid vertelt, laat ons dan de straf zien waar je ons mee dreigt, je bent niets anders dan een leugenaar!' Noeh (´aleihi salaam) zei tegen hen: 'Ik wil helemaal niets van jullie en zal nooit de zwakke en arme mensen wegsturen. En wat betreft de straf, Allah zal het laten komen wanneer Hij wil. Denk niet dat je de plannen van Allah kunt stoppen!'



Noeh (´aleihi salaam) was verdrietig maar ook boos omdat de mensen niet naar hem wilden luisteren. Maar Allah zei tegen hem dat hij zich niet zo hoefde te voelen en dat Noeh (´aleihi salaam) veel belangrijker werk te doen had. Noeh (´aleihi salaam) moest een heel groot schip bouwen. Zoals Allah het wilde begon Noeh (´aleihi salaam) met het bouwen van een schip. De mensen zagen dit en ze plaagden hem met zijn schip. Er was helemaal geen zee in de buurt! Maar Noeh (´aleihi salaam) waarschuwde hen, hij zei: 'Jullie lachen ons nu uit, maar we zullen gauw weten wie de zware straf zal krijgen!'



Toen het schip af was begon het te regenen. Het hield maar niet op en het water kwam steeds hoger te staan op aarde. Allah zei tegen Noeh (´aleihi salaam) dat hij op het schip moest gaan samen met zijn familie en al zijn vrienden die in Allah geloofden. Noeh (´aleihi salaam) moest ook van elk soort dier op aarde een mannetje en een vrouwtje meenemen. Noeh (´aleihi salaam)deed dit en hij zei: 'In de Naam van Allah, we zullen nu wegvaren, en wanneer het een goed tijd is zullen we weer terugkomen aan land.'



Het water kwam steeds maar hoger te staan totdat alle valleien onder water kwamen te staan. Noeh (´aleihi salaam) zag dat één van zijn zoons nog niet op het schip was. Hij riep naar hem: 'O mijn zoon, kom aan boord bij ons, zodat je niet bij de ongelovigen hoort.'Maar zijn zoon weigerde. Hij zei tegen Noeh (´aleihi salaam): 'Ik ga naar de hoogste berg. Het water kan me daar niet bereiken.' Noeh (´aleihi salaam) werd nu heel erg bezorgd. Hij schreeuwde naar zijn zoon: 'Alleen de mensen die naar Allah luisteren zullen veilig zijn!' En juist daarna kwam er een hele grote golf en zo verdronken er een heleboel mensen. De zoon van Noeh (´aleihi salaam) verdronk ook.



Het bleef nog een hele tijd regenen. Het water stond zo hoog dat zelfs alle bergen onder water stonden. Maar eindelijk stopte het met regenen. Het schip van Noeh (´aleihi salaam) kwam veilig aan, aan de rand van een berg en alle mensen en dieren die op het schip waren kwamen aan land. Noeh (´aleihi salaam) en zijn familie en vrienden dankten Allah vanuit hun harten omdat Allah hen had gered.

04-01-2005, 20:27
Dank je wel oegtie Shirien 85, waar heb je deze gegevens vandaan, makkelijk als ik zelf verder kan zoeken.

04-01-2005, 21:57



Citaat door Mocrobrains:
Dank je wel oegtie Shirien 85, waar heb je deze gegevens vandaan, makkelijk als ik zelf verder kan zoeken.
http://www.anajaat.com en dan bij kinderhoek kijken , je kan ook bij links klikken krijg je allemaal andere sites waar je zulke verhalen kan vinden.

04-01-2005, 22:02
Het leven van onze Profeet Mohammed
(vrede en zegeningen met hem)

Mohammed (v.z.m.h.) was een wees. Zijn vader was al gestorven voor Mohammed (v.z.m.h.) geboren werd en zijn moeder stierf toen hij nog erg jong was. Daarom werd Mohammed (v.z.m.h.) opgevoed door zijn grootvader, Abdul Mutallib en later door zijn oom, Abu Talib.
Beiden hielden erg veel van de wees Mohammed (v.z.m.h.) en beiden besteedden veel zorg aan hem. Toen Mohammed (v.z.m.h.) groot en sterk genoeg was om te werken, ging hij schapen hoeden aan de rand van Mekka, de stad waarin hij leefde. Mohammed (v.z.m.h.) was nog een jongen toen hij als schaapsherder werkte. Later, toen hij was opgegroeid als jongeman, nam zijn oom Abu Talib hem mee op zijn handelsreizen. Mekkanen als Abu Talib waren handelaren en de reizen die ze maakten waren erg lang. Hun kamelen brachten veel verschillende goederen naar Mekka. Dit was een zeer goede en boeiende ervaring voor Mohammed (v.z.m.h.) en toen hij ouder werd leidde hij zelf de karavanen.

In Mekka leefde een rijke weduwe, genaamd Khadija. Zij bezat karavanen en nam Mohammed (v.z.m.h.) in dienst om die voor haar te leiden. Khadija had een zeer wijze keuze gemaakt, Mohammed (v.z.m.h.) was een goede betrouwbare zakenman en een zeer succesvolle. Later trouwden Mohammed (v.z.m.h.) en Khadija en gingen samen met hun kinderen in Mekka wonen en leidden een gelukkig en vredig leven.

Met de voorbijgaande jaren en het ouder worden van Mohammed (v.z.m.h.), begon hij dieper na te denken over veel dingen. Hoewel zijn eigen gezin erg gelukkig was , maakte hij zich zorgen om allerlei problemen. Mohammed (v.z.m.h.) wandelde vaak door de bergen buiten Mekka en in een grot in de berg Hira zat en dacht hij in vrede en eenzaamheid.

Mohammed (v.z.m.h.) was lang verontrust door de situatie, die in Mekka bestond: de mensen hielpen de armen niet. Ze deden geen moeite voor de zorg van wezen of genezing van de zieken naar een goede gezondheid. De Mekkanen leken alleen geïnteresseerd in het hebben van geld en als ze dat hadden wilden ze meer! Deze gedachten verontrustte Mohammedx (v.z.m.h.) vele jaren.

Op een dag, Mohammedx (v.z.m.h.) was 40 jaar oud en zat in de grot op de berg Hira toen een engel voor hem verscheen. De engel, genaamd Gabriel zei tegen Mohammed (v.z.m.h.):

"Lees voor in de naam van jouw Heer die jou heeft geschapen. Geschapen heeft Hij de mens uit een bloedklonter".

Ineens wist Mohammed (v.z.m.h.) wat de betekenis was. Hij moest naar Mekka gaan en de mensen vertellen dat Allah de mens heeft gecreëerd, Allah heeft alles geschapen wat mensen nodig hebben om te leven. Daarom zou men dankbaar moeten zijn aan Allah. Men zou alleen moeten bidden tot Allah en alleen Hem moeten gehoorzamen. Het is Allah’s wil dat de armen en de zieken verzorgd worden, en dat men zou moeten streven met alle macht om goed te doen en eerbare levens te lijden. Na de dood zal men rijkelijk beloond worden voor de moeite. Maar degenen die met opzet slecht doen zullen een vreselijke straf krijgen behalve als ze oprecht berouw over hun daden hebben en Allah om vergiffenis vragen.

Allereerst was Mohammed (v.z.m.h.) erg verward, hij had nooit eerder een engel gezien. Maar toch realiseerde hij zich dat de engel hem antwoorden op vele vragen had gegeven die hem hadden beziggehouden. Voor enige tijd had Mohammed (v.z.m.h.) zich altijd afgevraagd wie hem altijd had geholpen, nu wist hij het: Allah. Hij vroeg zich af waarom de Mekkanen zo gierig en gemeen waren, nu wist hij ook waarom: omdat zij ongehoorzaam waren aan Allah. Allah had de mensen geschapen en alles wat in de wereld is, en daarom moeten de mensen gehoorzaam zijn aan Allah.

Toen Mohammed (v.z.m.h.) terugging naar Mekka vertelde hij alles wat gebeurd was aan zijn vrouw Khadija en wat de engel Gabriel had gezegd. Zijn vrouw zei hem: Allah zou je nooit in ongenade laten vallen. Je doet vele goede dingen. Je houdt families bijeen. Je draagt de last van de zwakken, je helpt de armen en de behoeftige, je vermaakt je gasten en verdraagt moeilijkheden op de weg van waarheidsliefde. Mohammed (v.z.m.h.) was erg blij dat zijn vrouw net als hij geloofde en vertrouwde in Allah. Hij begon zijn vrienden te vertellen over de engel Gabriel en wat de engel hem had verteld. Eerst waren er maar enkelen die aandacht besteedden aan Mohammed (v.z.m.h.). De meeste negeerden hem, te druk met geld verdienen en geen tijd of zin om aan Allah te denken.

Gedurende deze tijd en erna bleef de engel Gabriel voor Mohammed (v.z.m.h.) verschijnen en herinnerde hem aan dezelfde dingen. Mohammed (v.z.m.h.) was gekozen tot Allah’s profeet en het was zijn taak om de mensen te vertellen goed te doen en geen andere Allah te aanbidden. Mohammed (v.z.m.h.) moest ook vertellen dat ze hun geld moesten besteden aan het helpen van arme mensen die zelf te weinig geld hadden. Tenslotte begon Mohammed (v.z.m.h.) de Mekkanen te benaderen. Hij koos mooie woorden om te vertellen over Allah’s wensen, zodat hij ze hierdoor kon aantrekken: als je genoeg te eten hebt en er is een arme man die honger heeft, dan moet je iets van jouw voedsel te eten geven en iets van jouw kleding te dragen geven. De zieken moeten genezen worden en de wezen moeten goed verzorgd worden. Als je dit alles doet zoals Allah wenst dan zul je beloond worden. Maar als je weigert, waarschuwde Mohammed (v.z.m.h.) dan zul je ernstig gestraft worden.
Helaas, de Mekkanen lachten Mohammed (v.z.m.h.) uit. Nog erger: zij weigerde Allah te aanbidden en gingen door te geloven dat het belangrijker was veel geld te hebben. Sommigen gooiden zelfs stenen naar Mohammed (v.z.m.h.) en ze doodden sommigen die hem volgden en alleen in Allah geloofden.

04-01-2005, 22:03
Hun vijandigheid nam toe en de Mekkanen besloten dat Mohammed (v.z.m.h.), zijn gezin, zijn familie en vrienden verdreven moesten worden uit de stad. Daarom stuurden ze hem naar een vallei in de bergen buiten Mekka en niemand mocht hem opzoeken of voedsel brengen. Ze moesten drie jaar op die verlaten plek leven, ze waren zo hongerig geworden dat ze bladeren van de bomen aten, omdat er niet genoeg voedsel was.

Het leven was zo slecht, dat Khadija, de vrouw van Mohammed (v.z.m.h.) overleed. Mohammed (v.z.m.h.) was erg verdrietig. Toen kwam de engel Gabriel die hem uitlegde dat Allah hem wilde helpen. Hij moest zijn familie en volgelingen meenemen van Mekka naar een ander stad, genaamd Medina. De mensen daar waren gewillig naar Allah te luisteren, zo vertelde de engel aan Mohammed (v.z.m.h.). Dit vertelde Mohammed (v.z.m.h.) aan zijn volgelingen. Iedereen die geloofde in Allah en alleen Allah aanbad verliet Mekka. De laatste die vertrokken waren Mohammed (v.z.m.h.) en zijn beste vriend, Abu Bakr. Maar de mensen van Mekka waren niet blij dat Mohammed (v.z.m.h.) vertrok. Nu wilden ze hem vermoorden, omdat hij hun gewaarschuwd had wegens hun slechte daden. Maar Mohammed (v.z.m.h.) was in staat te vertrekken toen de Mekkanen op weg waren hem te vermoorden. Ali, de moedige jonge neef van Mohammed (v.z.m.h.) legde zichzelf in het bed van Mohammed (v.z.m.h.) zodat de Mekkanen zouden denken dat de profeet daar nog steeds was. Maar Mohammed (v.z.m.h.) en Abu Bakr waren allang op weg, en om te voorkomen dat iemand hun vond verstopten ze zich in een grot. Toen de mensen ontdekten dat het Ali was in Mohammed (v.z.m.h.) ’s bed en dat de profeet weg was werden ze woedend. Maar ze konden niets doen, omdat Mohammed (v.z.m.h.) allang buiten hun bereik was.

Medina was heel anders dan Mekka. Hier had Mohammed (v.z.m.h.) meer vrienden dan vijanden. Maar de Mekkanen lieten hem niet met rust. Ze volgden hem naar Medina om oorlog te voeren met hem. Maar Allah hielp de profeet en zijn volgelingen, en beschermde hen tegen hun vijanden.

In Medina bleef Mohammed (v.z.m.h.) Allah’s boodschappen ontvangen van de engel Gabriel. Deze boodschappen zijn neergeschreven in een boek, genaamd de Koran. In de Koran kunnen we alles lezen wat Allah heeft gezegd tegen de mensen.

De profeet en zijn vrienden bouwden een moskee in Medina en hier deden ze vijf keer per dag het gebed. Een keer per jaar vastten ze een maand: gedurende die dagen aten en dronken ze niet op de dag (dit is in de maand Ramadan). Ze trainden zichzelf zonder voedsel en drinken te zijn . Door deze ervaring leerden ze weinig te eten. Hierdoor was er genoeg voedsel over om weg te geven aan de armen. Ze geven aan de armen ook van hun geld.

Mohammed (v.z.m.h.) en zijn familie geloofden in Allah en aanbaden Hem alleen. Ze waren gehoorzaam aan Allah en volgden zijn bevelen. Daarom worden ze moslims genoemd. Degenen die in Allah geloven, alleen Allah aanbidden en handelen volgens de Koran zijn moslims. Maar degenen die niet in Allah geloven en weigeren hem te gehoorzamen en zelfs de moslims willen doden door oorlogen te voeren tegen hen zijn geen moslims. Dat zijn de ongelovigen.

Vele jaren moesten Mohammed (v.z.m.h.) en zijn volgelingen zichzelf verdedigen tegen de aanvallen van zijn vijanden en vele keren werden ze gedwongen tegen hen te vechten. In deze slagen hielp Allah Mohammed (v.z.m.h.) en de moslims. Na enige tijd begrepen de ongelovigen dat door Allah’s hulp Mohammed (v.z.m.h.) veel sterker was dan zij waren. Tenslotte zeiden ze tegen zichzelf te stoppen met vechten, want niemand is sterker dan Allah; het was beter voor hen ook in Allah te geloven en hem te aanbidden. Mohammed (v.z.m.h.) en de moslims waren erg blij dat de lange oorlog tenslotte aan een eind was gekomen. Allah hielp hun zoals Hij had beloofd en ze konden terug naar Mekka, waar ze eens de eerste kleine groep van mensen waren die in Allah geloofden. Toen ze in Mekka aankwamen hielden ze een gezamenlijk gebed. Daarna bleven sommigen in Mekka, anderen die een huis hadden in Medina gingen terug.

Deze moslims in Medina reisden elk jaar naar Mekka omdat de Kaaba daar is.
De Kaaba is een grote stenen gebouw zonder ramen. Het lijkt op een grote kubus. Het was gebouwd door profeet Ibrahiem (v.z.m.h.) die vele jaren leefde voor Mohammed (v.z.m.h.) . Als je de Kaaba ziet dan zul je herinnerd worden aan wat Allah Zijn mensheid heeft verteld en wat de mensheid zou moeten doen:

GELOVEN IN ALLAH, ALLEEN ALLAH AANBIDDEN EN ALTIJD STREVEN NAAR GOED DOEN.

Dat zijn Allah’s bevelen aan de mensheid. Allah heeft vele profeten gezonden met boodschappen van Hem, de Schepper van mens en heelal. Mohammed (v.z.m.h.) was de laatste van Allah’s vele profeten, na zijn dood liet hij de Koran achter waarin Allah’s boodschappen zijn neergeschreven. In de Koran zijn ook veel verhalen van andere profeten die lang voor Mohammed (v.z.m.h.) leefden.

Salaam Aleikoum