Bekijk volle/desktop versie : Het lasteren van de uitnodigers



21-11-2012, 22:50
Salaam aleykum

Het lasteren van de uitnodigers

Door de nobele Shaykh



Al-Imaam ‘Abdoel-‘Aziez ibn ‘Abdillaah ibn Baaz



- moge Allah hem genadig zijn -





Een veel voorkomend verschijnsel in deze tijd is dat velen van degenen die zich toeschrijven aan de kennis en de uitnodiging naar het goede, de eer aantasten van velen van hun broeders van onder de bekende uitnodigers. Zij lasteren de studenten van de kennis en de uitnodigers die lessen geven. Dit doen zij in het geheim in hun bijeenkomsten en misschien nemen zij dit op op cassettes die verspreid worden onder de mensen. Ook kan het zijn dat zij dit openlijk doen tijdens openbare lezingen in de moskeeën. Deze manier van handelen is tegenstrijdig met hetgeen Allah en Zijn Boodschapper - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - hebben opgedragen vanuit verschillende opzichten. Onder andere:



Ten eerste: het is een schending van de rechten van de moslims en zelfs van de speciale mensen onder hen: de studenten van de kennis en de uitnodigers. Zij die hun best doen om de mensen inzicht te geven, hen te leiden en hun geloofsleer en methodologie te corrigeren. Zij die zich inspannen in het geven van lessen en lezingen en het schrijven van profijtelijke boeken.



Ten tweede: deze handeling verdeelt de moslims en verscheurt hen, terwijl zij meer dan ooit behoefte hebben aan het vormen van een eenheid en het afstand nemen van verdeeldheid, opsplitsing en ijdele praat. Vooral omdat de uitnodigers die aangevallen worden, behoren tot Ahloes-Soennah wal-Djamaa'ah, die bekend staan om het bestrijden van innovaties en zaken van bijgeloof, het tegenstreven van degenen die hiertoe oproepen en het onthullen van hun listen en misleiding. Wij zien in deze handeling geen enkel voordeel, behalve voor de loerende vijanden van onder de mensen van ongeloof en huichelarij of de mensen van innovatie en dwaling.



Ten derde: met deze handeling steunen en helpen zij de zelfingenomen secularisten en anderen van de atheïsten die bekend staan om het kwaadspreken over de uitnodigers, het liegen over hen en het ophitsen tegen hen in datgene wat zij geschreven en opgenomen hebben. Het behoort niet tot de Islamitische broederschap dat deze haastige mensen hun vijanden helpen tegen hun broeders van onder de studenten van de kennis, de uitnodigers en anderen.



Ten vierde: deze handeling leidt tot het bederven van de harten van het gewone volk en de studenten van de kennis. Het zorgt ervoor dat leugens en valse geruchten verspreid worden. Het leidt tot kwaadsprekerij en ophitsing. Met deze handeling worden de deuren van het kwade wijd geopend voor degenen met een zwakke ziel: zij die volharden in het verspreiden van twijfels en het veroorzaken van chaos en ernaar streven de mensen zonder recht kwaad te doen.



Ten vijfde: veel van de woorden die gezegd worden, hebben geen basis. Het zijn slechts waanideeën welke de Shaytaan(1) voor hen schoon doet schijnen en waarmee hij hen bedriegt. Voorzeker, Allah - Verheven is Hij - zegt:



O jullie die geloven, vermijd vele van de vermoedens. Voorwaar, een gedeelte van de vermoedens zijn zonden. En bespioneer elkaar niet en roddel niet over elkaar.

[ Soerah al-Hoedjoeraat 49:12 ]



De gelovige dient de woorden van zijn moslimbroeder op de beste manier op te vatten. Eén van de Voorgangers zei:



"Denk niet slecht over een woord dat jouw broeder geuit heeft, terwijl jij dit op een goede manier kan opvatten."



Ten zesde: wanneer een geleerde of student van de kennis idjtihaad(2) verricht in datgene waarin de idjtihaad geoorloofd is, dient hij hiervoor niet berispt of verweten te worden, mits hij tot de mensen van idjtihaad behoort. Als iemand met hem van mening verschilt, is het gepaster om met hem te discussiëren op de beste wijze, terwijl men streeft naar het bereiken van de waarheid via de kortste weg. Op deze manier beschermt men zich tegen de influisteringen van de Shaytaan en de verdeeldheid die hij wil zaaien onder de gelovigen.



Als dit echter niet mogelijk is en men is van mening dat het noodzakelijk is om de fout te verduidelijken, dan dient dit te gebeuren met de mooiste woorden en op de zachtste wijze. Zonder deze persoon aan te vallen of te kwetsen en zonder het gebruik van woorden die ervoor kunnen zorgen dat hij de waarheid verwerpt of zich hiervan afwendt. Bovendien zonder namen te noemen, intenties te beschuldigen of extra zaken te vermelden die niet nodig zijn. De Boodschapper - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - was gewoon om in dit soort zaken te zeggen:



"Wat is er mis met mensen die dit en dit gezegd hebben?"



Mijn advies aan deze broeders, die de eer van de uitnodigers aantasten en hen aanvallen, is om berouw te tonen tegenover Allah - Verheven is Hij - voor datgene wat hun handen geschreven hebben of hun tongen uitgesproken hebben; wat ervoor gezorgd heeft dat de harten van sommige jongeren zijn bedorven en dat zij geladen zijn met haat en nijd; het heeft hen afgeleid van het vergaren van profijtelijke kennis en van het uitnodigen naar Allah en het heeft hen beziggehouden met ijdele praat, het spreken over die en die en die en die, het zoeken naar wat zij als fouten zien van anderen, het jagen hierop en het zich inspannen hierin.



Verder adviseer ik hen om datgene wat zij gedaan hebben te compenseren door openbaar te maken - door middel van schrijven of anders - dat zij afstand nemen van dit soort handelingen en datgene te verwijderen wat in het hoofd zit van degenen die naar hun woorden luisteren. Dat zij zich wenden tot de vruchtbare daden die dichter tot Allah brengen en van nut zijn voor de dienaren. Dat zij ervoor oppassen om zich te haasten de mensen tot ongelovigen, zondaren of innovators te verklaren zonder duidelijk bewijs. Voorzeker, de Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - heeft gezegd:



"Wie tegen zijn broeder zegt: "O ongelovige", dan keert dit (woord) terug naar één van hen."

Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim.



Wanneer iets van de woorden van de mensen van kennis of anderen onduidelijk is voor de uitnodigers naar de waarheid en de studenten van de kennis, dienen zij terug te keren naar de betrouwbare geleerden en hun hierover te vragen. Zij zullen de werkelijkheid voor hen verduidelijken, hen op de hoogte brengen van de realiteit en de aarzeling en twijfels in hun zielen verwijderen. Allah - de Almachtige en Majesteitelijke - zegt namelijk in Soerah an-Nisaa-:



En wanneer een zaak van veiligheid of angst tot hen komt, verspreiden zij deze. Maar als zij deze terug zouden voeren naar de Boodschapper en naar de gezaghebbers onder hen, dan zouden degenen onder hen die in staat zijn het te onderzoeken, het weten. En was het niet om de Gunst van Allah aan jullie en Zijn Barmhartigheid, dan hadden jullie de Shaytaan gevolgd, op weinigen na.

[ Soerah an-Nisaa- 4:83 ]



Allah is Degene Die gevraagd wordt om de omstandigheden van alle moslims te verbeteren, om hun harten en daden te verenigen op godvrezendheid en om alle geleerden van de moslims en alle uitnodigers tot de waarheid te leiden naar datgene wat Hem tevredenstelt en Zijn dienaren profijt schenkt. Wij vragen Hem om hun woord te verenigen op de leiding, om hen te beschermen tegen de oorzaken van de verdeeldheid en onenigheid en om door middel van hen de waarheid te laten zegevieren en de valsheid ten ondergang te brengen. Voorwaar, Hij is de Almachtige daarover en Hij is daartoe in staat. Moge Allah's salaah en salaam rusten op onze Profeet Mohammad, zijn familieleden, Metgezellen en eenieder die zijn leiding volgt tot aan de Dag van de Afrekening.



Bron: Madjmoe' Fataawa wa Maqaalaat Moetanawwi'ah (7/311-314)

Vertaald vanuit het Arabisch door: Ridouane Mallouki




--------------------------------------------------------------------------------

(1) Voetnoot van de vertaler: Shaytaan (mv. shayaatien): De Satan, de duivel.



(2) Voetnoot van de vertaler: Idjtihaad: Het verrichten van inspanningen door een geleerde om tot een oordeel te komen betreffende een religieus vraagstuk.

http://www.soennah.com.