O Allah
Ik zei U: Ik heb pijn
U zei: “Wanhoop niet aan de barmhartigheid van Allah” (39:53)
Ik zei U: Niemand weet wat er zich in mijn hart bevindt
U zei: ” Waarlijk, door het gedenken van Allah komen de harten tot rust.” (13:28)
Ik zei U: Vele kwetsen mij
U zei: ” Vergeef hen en vraag vergeving voor hen” (3:159)
Ik zei U: Ik voel me alleen
U zei: “En Wij zijn dichter bij hem dan zijn halsader.” (50:16)
Ik zei U: Mijn zonden zijn groot
U zei: ” En wie kan de zonden vergeven, behalve Allah?” (3:135)
Ik zei U: Laat me niet alleen
U zei: ” Gedenk Mij daarom, dan zal Ik jullie gedenken…” (2:152)
Ik zei U: Ik word met heel wat problemen geconfronteerd in mijn leven
U zei: “En voor hem die Allah vreest, zal Hij een uitweg bereiden.” (65:2)
Ik zei U: Ik heb heel wat dromen die ik wil waarmaken
U zei: “En uw Heer zegt: “Aanbidt Mij; Ik zal uw gebed verhoren.” (40:60)