Sahieh
10-10-2012, 23:06
Alle lof komt Allah de Heer der werelden toe. Moge Allahs salaat en salaam zijn met onze profeet Mohammed – de waarheidlievende, de betrouwbare – en met zijn familieleden en zijn metgezellen. Voorts, Allah (groots is Zijn Macht) heeft profeten en boodschappers gestuurd om de mensen uit te nodigen naar het geloven in de eenheid van Allah, het oprecht aanbidden van Allah (Verheven is Hij) alleen en om Zijn wetgeving te verduidelijken die Hij Zijn dienaren heeft opgelegd. Hij heeft de mens en de djinn voor dit doel geschapen, zoals de Verheven heeft gezegd [vertaling van de betekenis][1]: ‘En Ik heb de djinn en de mens slechts geschapen om Mij te aanbidden.’ [Soerat Adz-Dzaariyaat, Koranvers: 56] De Verhevene zei ook: ‘En voorzeker, Wij hebben aan iedere gemeenschap een boodschapper gezonden (die zei): ‘Aanbid Allah en blijf weg van de Taaghoet (alles wat naast Allah wordt aanbeden).’ [Soerat An-Nah’l, Koranvers: 36]
Hij (Verheerlijkt en Verheven is Hij) heeft ook verteld dat Hij nooit een volk zal straffen, voorat Hij iemand stuurt die hen verheugend nieuws vertelt en hen vermaant. Hij (Verheven is Hij) heeft gezegd: ‘O Lieden van het Boek! Waarlijk, Onze boodschapper is tot jullie gekomen – na een onderbreking in (de reeks van) boodschappers – om jullie (de Waarheid) te verduidelijken, zodat jullie niet zullen zeggen: ‘Er is geen brenger van blijde tijdingen en geen waarschuwer tot ons gekomen.’ Waarlijk, er is een brenger van blijde tijdingen en een waarschuwer tot jullie gekomen. En Allah is Almachtig over alle zaken.’ [Soerat Al-Maa’idah, Koranvers: 19] De Verhevene zei ook: ‘En Wij bestraffen nooit totdat Wij een boodschapper hebben gestuurd (om te waarschuwen).’ [Soerat Al-Israa’, Koranvers 15]
Onze profeet Mohammed (vrede zij met hem), die door Allah gestuurd is na een periode van onderbreking tussen de profeten, is gekomen nadat de wereld vol was met onderdrukking en onrecht, en nadat op Zijn aarde de ongehoorzaamheid jegens Allah het gewonnen heeft van de gehoorzaamheid jegens Allah. Allah stuurde hem naar de werelden: naar de mensen en de djinn. Naar de Arabieren en de niet-Arabieren, als een brenger van goed nieuws en als een waarschuwer. Als verkondiger van Allahs wetgeving.
Hij (vrede zij met hem) heeft de Waarheid verduidelijkt en heeft de mensen ernaar uitgenodigd. Hij stuurde gezanten en brieven naar heersers en vooraanstaanden om hen uit te nodigen naar datgene waar hij mee is gekomen, zodat het bewijs geleverd wordt tegen degene die zijn (Da’wah) verwerpt en niet accepteert. Allah (Verheven is Hij) heeft gezegd: ‘O mensen! Waarlijk, Ik ben naar jullie allen gestuurd als de boodschapper van Allah, aan Wie de heerschappij over de hemelen en de aarde behoort. Niemand heeft het recht om aanbeden te worden behalve Hij. Hij geeft het leven en doet sterven. Gelooft daarom in Allah en in Zijn boodschapper, de ongeletterde profeet, die in Allah en in Zijn Woorden gelooft. Volg hem opdat jullie geleid mogen worden.’ [Soerat Al-A’raaf, Koranvers:158]
Allah maakte van Zijn wetgeving (sharia) de laatste van alle wetgevingen en van de boodschap van de profeet (vrede zij met hem) de laatste van alle boodschappen, want deze bevat de absolute perfectie en de volledigheid die nodig zijn om de zaken van de mensen in orde te brengen, m.b.t. tot dit leven en het hiernamaals. De profeet (vrede zij met hem) heeft geen enkel goedheid gelaten of hij (vrede zij met hem) heeft ernaar uitgenodigd en heeft geen enkel kwaadheid gelaten of hij heeft ertegen gewaarschuwd.
Hij (vrede zei met hem) zei: ‘Ik laat jullie achter op een witte (heldere) pad, haar nacht is zoals haar dag. Enkel degene die ten onder is gegaan, zal ervan afwijken.’ [Overgeleverd door Ibn Maadjah]
Hij (vrede zij met hem) heeft ook gezegd: ‘Het is de plicht van iedere profeet die door Allah is gestuurd om zijn volgelingen te leiden naar datgene waarvan hij weet dat het goed voor hen is, en hen te waarschuwen tegen datgene waarvan hij weet dat het slecht voor hen is.’ [Overgeleverd door Moslim in zijn Sahieh]
De profeet (vrede zij met hem) zei ook: ‘Ik heb twee zaken voor jullie achtergelaten. Als jullie je er aan vasthouden, zullen jullie nooit dwalen: het Boek van Allah en mijn Sunnah.’ [Overgeleverd door Moslim]
Het Boek van Allah beveelt het verrichten van de oproep tot de religie van Allah; de ware religie die de enige religie is die door Allah (de Verhevene) van de mensen wordt geaccepteerd. Allah (Verheven is Hij) heeft gezegd: ‘Nodig uit tot de Weg van jouw Heer met wijsheid (i.e. de Koran en de Sunnah) en goede vermaningen, en discussier met hen op de beste wijze.’ [Soerat An-Nah’l, Koranvers:125]
De Verhevene zei ook: ‘Waarlijk, de (ware) godsdienst bij Allah is de islam.’ [Soerat Aali Imraan, Koranvers: 19] Hij (Verheven is Hij) zei ook: ‘En wie een andere godsdienst dan de islam ambieert: het zal niet van hem worden aanvaard en in het hiernamaals zal hij tot de verliezers behoren.’ [Soerat Aali Imraan, Koranvers: 85]
De Sunnah van de boodschapper van Allah (vrede zij met hem) bevat ook de aansporing tot het verrichten van Da’wah. Het bevat ook de verduidelijking van de plicht die de moslims hebben tegenover de religie van Allah, namelijk dat zij verplicht zijn om de islam aan alle mensen te verduidelijken. Dit is een toevertrouwde zaak aan de geleerden en deze plicht rust op hun schouders. Zij ontkomen niet aan de verplichting van het verduidelijken en het adviseren van zowel de moslims als de niet-moslims. De profeet (vrede zij met hem) zei: ‘Een gelovige ten opzichte van een andere gelovige is zoals een gebouw, elk deel ondersteund het andere deel.’ Vervolgens strengelde hij zijn vingers ineen. [overgeleverd door Al-Boekhaarie en Moslim]
Hij (vrede zei met hem) zei ook: ‘De gelijkenis van de gelovigen met betrekking tot hun wederzijdse liefde, genade en medeleven is zoals dat van een lichaam; wanneer een van de lichaamsdelen pijnlijk aanvoelt, dan zal de rest van het lichaam ook de pijn ondervinden in de vorm van slapeloosheid en koorts.’ [Overgeleverd door Al-Boekhaarie en Moslim]
De profeet (vrede zij met hem) zei ook: ‘Wie een ander op een goedheid wijst, zal dezelfde beloning ontvangen als die van degene die het verricht.’ [Overgeleverd door Moslim] Het is ook in Sahieh Al-Boekhaarie en in Sahieh Moslim overgeleverd dat de profeet (vrede zij met hem) tegen Alie (moge Allah tevreden met hem zijn) zei, toen hij hem naar de joden uit Khaybar stuurde om hen tot de islam op te roepen en hen de rechten van Allah op hen te verduidelijken. Hij (vrede zij met hem) zei: ‘Bij Allah! Als Allah één persoon door jouw toedoen leidt, dan is dat beter voor jou dan (het bezitten van) rode kamelen (de meest waardevolle kamelen).’ Het is verplicht voor de moslims – in elke plaats en in elk tijdperk – om elkaar te adviseren en elkaar te steunen in het verrichten van goedheden en in het verkrijgen van godsvrees. En om elkaar helpen in het aansporen tot de Waarheid en tot het hebben van geduld daarin. De moslims zijn ook verplicht – altijd en overal – om de niet-moslims tot de islam uit te nodigen. De Verhevene zei: ‘Bij de tijd. Voorwaar, de mens verkeert zeker in verlies. Behalve degenen die geloven, goede daden verrichten, elkaar aansporen tot de Waarheid en elkaar aansporen tot geduld.’ [Soerat Al-Asr, Koranvers: 1-3]
De Verhevene zei ook: ‘Ondersteun elkaar bij (het verrichten van) goedheden en in (het verkrijgen van) godvrees. En help elkaar niet (bij het begaan van) zonden en overtredingen.’ [Soerat Al-Maa’idah, Koranvers: 2]
De profeet (vrede zij met hem) zei: ‘De godsdienst is oprechtheid (An-Nasie’ah).’ Wij vroegen: ‘Ten opzichte van wie?’ Hij antwoordde: ‘Ten opzichte van Allah, Zijn Boek, Zijn boodschapper, de leiders van de moslims en de moslims in het algemeen.’ [Overgeleverd door Al-Boekhaarie en Moslim]
Het is dus een plicht voor de moslim om Zijn geboden na te leven en Zijn boodschapper (vrede zij met hem) te gehoorzamen, alsook om oprechtheid jegens Allah te hebben en Zijn dienaren van oprecht advies te voorzien. Dit levert zeker de absolute voorspoed in deze wereld en in het hiernamaals op. De eer van de moslims zal niet tot stand komen behalve met dit, want Hij (Verheven is Hij) zal dan hun woord verheffen en hun de overwinning op hun vijanden schenken; ongeacht hun aantallen (van de vijanden) en hun onderlinge samenwerking.
Hij (Verheerlijkt en Verheven is Hij) heeft ook verteld dat Hij nooit een volk zal straffen, voorat Hij iemand stuurt die hen verheugend nieuws vertelt en hen vermaant. Hij (Verheven is Hij) heeft gezegd: ‘O Lieden van het Boek! Waarlijk, Onze boodschapper is tot jullie gekomen – na een onderbreking in (de reeks van) boodschappers – om jullie (de Waarheid) te verduidelijken, zodat jullie niet zullen zeggen: ‘Er is geen brenger van blijde tijdingen en geen waarschuwer tot ons gekomen.’ Waarlijk, er is een brenger van blijde tijdingen en een waarschuwer tot jullie gekomen. En Allah is Almachtig over alle zaken.’ [Soerat Al-Maa’idah, Koranvers: 19] De Verhevene zei ook: ‘En Wij bestraffen nooit totdat Wij een boodschapper hebben gestuurd (om te waarschuwen).’ [Soerat Al-Israa’, Koranvers 15]
Onze profeet Mohammed (vrede zij met hem), die door Allah gestuurd is na een periode van onderbreking tussen de profeten, is gekomen nadat de wereld vol was met onderdrukking en onrecht, en nadat op Zijn aarde de ongehoorzaamheid jegens Allah het gewonnen heeft van de gehoorzaamheid jegens Allah. Allah stuurde hem naar de werelden: naar de mensen en de djinn. Naar de Arabieren en de niet-Arabieren, als een brenger van goed nieuws en als een waarschuwer. Als verkondiger van Allahs wetgeving.
Hij (vrede zij met hem) heeft de Waarheid verduidelijkt en heeft de mensen ernaar uitgenodigd. Hij stuurde gezanten en brieven naar heersers en vooraanstaanden om hen uit te nodigen naar datgene waar hij mee is gekomen, zodat het bewijs geleverd wordt tegen degene die zijn (Da’wah) verwerpt en niet accepteert. Allah (Verheven is Hij) heeft gezegd: ‘O mensen! Waarlijk, Ik ben naar jullie allen gestuurd als de boodschapper van Allah, aan Wie de heerschappij over de hemelen en de aarde behoort. Niemand heeft het recht om aanbeden te worden behalve Hij. Hij geeft het leven en doet sterven. Gelooft daarom in Allah en in Zijn boodschapper, de ongeletterde profeet, die in Allah en in Zijn Woorden gelooft. Volg hem opdat jullie geleid mogen worden.’ [Soerat Al-A’raaf, Koranvers:158]
Allah maakte van Zijn wetgeving (sharia) de laatste van alle wetgevingen en van de boodschap van de profeet (vrede zij met hem) de laatste van alle boodschappen, want deze bevat de absolute perfectie en de volledigheid die nodig zijn om de zaken van de mensen in orde te brengen, m.b.t. tot dit leven en het hiernamaals. De profeet (vrede zij met hem) heeft geen enkel goedheid gelaten of hij (vrede zij met hem) heeft ernaar uitgenodigd en heeft geen enkel kwaadheid gelaten of hij heeft ertegen gewaarschuwd.
Hij (vrede zei met hem) zei: ‘Ik laat jullie achter op een witte (heldere) pad, haar nacht is zoals haar dag. Enkel degene die ten onder is gegaan, zal ervan afwijken.’ [Overgeleverd door Ibn Maadjah]
Hij (vrede zij met hem) heeft ook gezegd: ‘Het is de plicht van iedere profeet die door Allah is gestuurd om zijn volgelingen te leiden naar datgene waarvan hij weet dat het goed voor hen is, en hen te waarschuwen tegen datgene waarvan hij weet dat het slecht voor hen is.’ [Overgeleverd door Moslim in zijn Sahieh]
De profeet (vrede zij met hem) zei ook: ‘Ik heb twee zaken voor jullie achtergelaten. Als jullie je er aan vasthouden, zullen jullie nooit dwalen: het Boek van Allah en mijn Sunnah.’ [Overgeleverd door Moslim]
Het Boek van Allah beveelt het verrichten van de oproep tot de religie van Allah; de ware religie die de enige religie is die door Allah (de Verhevene) van de mensen wordt geaccepteerd. Allah (Verheven is Hij) heeft gezegd: ‘Nodig uit tot de Weg van jouw Heer met wijsheid (i.e. de Koran en de Sunnah) en goede vermaningen, en discussier met hen op de beste wijze.’ [Soerat An-Nah’l, Koranvers:125]
De Verhevene zei ook: ‘Waarlijk, de (ware) godsdienst bij Allah is de islam.’ [Soerat Aali Imraan, Koranvers: 19] Hij (Verheven is Hij) zei ook: ‘En wie een andere godsdienst dan de islam ambieert: het zal niet van hem worden aanvaard en in het hiernamaals zal hij tot de verliezers behoren.’ [Soerat Aali Imraan, Koranvers: 85]
De Sunnah van de boodschapper van Allah (vrede zij met hem) bevat ook de aansporing tot het verrichten van Da’wah. Het bevat ook de verduidelijking van de plicht die de moslims hebben tegenover de religie van Allah, namelijk dat zij verplicht zijn om de islam aan alle mensen te verduidelijken. Dit is een toevertrouwde zaak aan de geleerden en deze plicht rust op hun schouders. Zij ontkomen niet aan de verplichting van het verduidelijken en het adviseren van zowel de moslims als de niet-moslims. De profeet (vrede zij met hem) zei: ‘Een gelovige ten opzichte van een andere gelovige is zoals een gebouw, elk deel ondersteund het andere deel.’ Vervolgens strengelde hij zijn vingers ineen. [overgeleverd door Al-Boekhaarie en Moslim]
Hij (vrede zei met hem) zei ook: ‘De gelijkenis van de gelovigen met betrekking tot hun wederzijdse liefde, genade en medeleven is zoals dat van een lichaam; wanneer een van de lichaamsdelen pijnlijk aanvoelt, dan zal de rest van het lichaam ook de pijn ondervinden in de vorm van slapeloosheid en koorts.’ [Overgeleverd door Al-Boekhaarie en Moslim]
De profeet (vrede zij met hem) zei ook: ‘Wie een ander op een goedheid wijst, zal dezelfde beloning ontvangen als die van degene die het verricht.’ [Overgeleverd door Moslim] Het is ook in Sahieh Al-Boekhaarie en in Sahieh Moslim overgeleverd dat de profeet (vrede zij met hem) tegen Alie (moge Allah tevreden met hem zijn) zei, toen hij hem naar de joden uit Khaybar stuurde om hen tot de islam op te roepen en hen de rechten van Allah op hen te verduidelijken. Hij (vrede zij met hem) zei: ‘Bij Allah! Als Allah één persoon door jouw toedoen leidt, dan is dat beter voor jou dan (het bezitten van) rode kamelen (de meest waardevolle kamelen).’ Het is verplicht voor de moslims – in elke plaats en in elk tijdperk – om elkaar te adviseren en elkaar te steunen in het verrichten van goedheden en in het verkrijgen van godsvrees. En om elkaar helpen in het aansporen tot de Waarheid en tot het hebben van geduld daarin. De moslims zijn ook verplicht – altijd en overal – om de niet-moslims tot de islam uit te nodigen. De Verhevene zei: ‘Bij de tijd. Voorwaar, de mens verkeert zeker in verlies. Behalve degenen die geloven, goede daden verrichten, elkaar aansporen tot de Waarheid en elkaar aansporen tot geduld.’ [Soerat Al-Asr, Koranvers: 1-3]
De Verhevene zei ook: ‘Ondersteun elkaar bij (het verrichten van) goedheden en in (het verkrijgen van) godvrees. En help elkaar niet (bij het begaan van) zonden en overtredingen.’ [Soerat Al-Maa’idah, Koranvers: 2]
De profeet (vrede zij met hem) zei: ‘De godsdienst is oprechtheid (An-Nasie’ah).’ Wij vroegen: ‘Ten opzichte van wie?’ Hij antwoordde: ‘Ten opzichte van Allah, Zijn Boek, Zijn boodschapper, de leiders van de moslims en de moslims in het algemeen.’ [Overgeleverd door Al-Boekhaarie en Moslim]
Het is dus een plicht voor de moslim om Zijn geboden na te leven en Zijn boodschapper (vrede zij met hem) te gehoorzamen, alsook om oprechtheid jegens Allah te hebben en Zijn dienaren van oprecht advies te voorzien. Dit levert zeker de absolute voorspoed in deze wereld en in het hiernamaals op. De eer van de moslims zal niet tot stand komen behalve met dit, want Hij (Verheven is Hij) zal dan hun woord verheffen en hun de overwinning op hun vijanden schenken; ongeacht hun aantallen (van de vijanden) en hun onderlinge samenwerking.