Je zult zien dat wij veel fouten herhalen die Banu Israël al hadden gemaakt in hun tijd. Het is niet voor niets dat de Koran voor één derde uit het verhaal van Moesa en Banu Israël bestaat, het is zodat wij van deze geschiedenis leren, en de fouten van dat volk niet herhalen. Want deze Ummah lijkt het meest op die Ummah, en wat wij meemaken lijkt het meest op wat zij mee hebben moeten maken. Dus Allah سبحانه وتعالى vertelt ons hun geschiedenis zodat wij hiervan leren, en hun fouten niet herhalen. Maar integendeel, wij maken precies dezelfde fouten als zei maakten. Zo zie je bijvoorbeeld dat wij precies dezelfde woorden herhalen als hetgeen Banu Israël tegen Moesa zeiden toen hij hen opdroeg om het Heilige land binnen te gaan en te vechten. Ze weigerde en zeiden dat het een te sterk volk voor ze was, ze waren bang en voelden zich zwak en minderwaardig. En wij delen vandaag de dag hetzelfde minderwaardigheidscomplex en dezelfde verslagenheid, wij zien onze vijanden als groot, sterk en onverslaanbaar en zelf zijn we maar zwak.
Lezen we de Koran dan niet, en leren we hier niet uit: “En toen Mozes tot zijn volk zeide: “O, mijn volk, herinner u Allah’s gunst aan u, toen Hij profeten onder u aanstelde en u koningen aanwees en Hij u gaf, wat Hij aan niemand onder de volkeren heeft gegeven.” “O, mijn volk, gaat het heilige land binnen dat Allah voor u heeft bestemd en keert het niet de rug toe, anders zult gij verliezers worden.” Zij zeiden: “O, Mozes, daarin is een trots en machtig volk en wij zullen er niet binnengaan voordat zij er uit weggaan. En indien zij er uit weggaan, zullen wij het binnentrekken.” Daarop zeiden twee mannen van degenen die hun Heer vreesden en wie Allah Zijn gunst had bewezen: “Gaat de poort (van de stad) binnen, hen tegemoet – wanneer gij er eenmaal binnen zijt, dan zult gij zeker overwinnaar worden. En stelt uw vertrouwen in Allah, als gij gelovigen zijt.” Zij zeiden: “O, Mozes, wij zullen er stellig niet binnengaan zolang zij er in zijn. Gaat gij en uw Heer en strijdt – wij blijven hier zitten.” [Surat al-Ma'edah, vers 20 t/m 24]
Net zoals de Joden destijds zonder opofferingen en zonder te strijden en vechten het Heilige land wilden veroveren, zo willen vele Moslims vandaag de dag dat ook. Net zoals Banu Israël verwachtte dat het volk vanzelf uit het Heilige land zal vertrekken en plaats voor hun zal maken, zo verwachten wij ook dat de vijanden vanzelf uit onze landen zullen vertrekken en de overwinning vanzelf op ons zal nederdalen zonder gevecht noch strijd. En net zoals het slechts twee mannen waren onder Banu Israël die bereid waren te vechten, zijn het vandaag de dag ook slechts weinigen onder ons die hiertoe bereid zijn. Net zoals Banu Israël heeft de Ummah ervoor gekozen om te blijven zitten, op enkelen na.
2. Wij hebben een leider nodig om te kunnen vechten.
Iets anders wat je ziet is het excuus dat we een leider nodig hebben om onder te kunnen vechten en strijden, net zoals de Joden dit destijds zeiden. Banu Israël gaven het excuus dat zij pas zullen strijden wanneer er een koning voor hen aangesteld zou worden, terwijl ze een Profeet hadden waar zij onder konden vechten! Net zoals hun voorgangers onder de Profeet Moesa hadden gevochten. En deze Profeet wist dat zij slechts smoesjes aan het verzinnen waren. En Allah سبحانه وتعالى wilde hen testen en dit bewijzen dus stelde hij hun een koning aan. En toen hun inderdaad Thalut als koning werd aangesteld om onder de vechten, wat deden ze? Je kunt het al raden, ze weigerden te vechten op enkelen na.
Allah سبحانه وتعالى zegt in de Koran: “Weet gij niet van de leiders der kinderen Israëls na Mozes, toen zij tot één hunner profeten zeiden: “Stel ons een koning aan, opdat wij ter wille van Allah kunnen strijden.” Hij zeide: “Is het niet waarschijnlijk, dat gij niet zult willen vechten, wanneer het u wordt voorgeschreven?” Zij zeiden: “Welke reden hebben wij om ons van het vechten voor Allah’s zaak te willen onthouden, wanneer wij van onze huizen en onze kinderen zijn verdreven?” Maar, toen het vechten hun werd bevolen, wendden zij zich af, met uitzondering van een klein aantal hunner; Allah kent de overtreders goed.” [Surat al-Baqarah, vers 246]
Wij zien hetzelfde vandaag de dag, vele komen met het excuus dat wij een leider een koning nodig hebben om onder te kunnen vechten, maar toen Mullah Umar werd aangesteld als leider van de Mujahideen in Afghanistan, in een Jihad tegen Amerika. Wat hebben wij deze mensen zien doen? Hebben ze Mullah Umar en zijn bevel geaccepteerd? Of zijn ze nog steeds smoesjes aan het verzinnen om eronder uit te wurmen? Net zoals Banu Israël dit deden.
3. Zij brengen ons slechts in de problemen.
Mensen die zeggen dat de Mujahideen, de zogenaamde extremisten en de predikers van waarheid de Moslim Ummah slechts in de problemen hebben gebracht door hun Da’wah en door hun Jihaad tegen Amerika en het westen; zeggen precies hetzelfde als wat Banu Israël tegen Musa zeiden toen Fir’aun voor de tweede keer opdracht gaf om de nieuw geboren kinderen van Banu Israël te doden, omdat Musa niet op wilde houden met zijn Da’wah en zijn verzet tegen Fir’aun. Ze zeiden tegen hem dat hij hen slechts problemen en ellende had gebracht. Waarom? Vanwege zijn Da’wah, zijn verzet en opstand, en zijn Profeetschap. En dit is wat wij ook zeggen; die Mujahideen en die extremisten hebben ons slechts problemen gebracht met hun Jihad en hun Da’wah. Maar lees goed wat Musa terug antwoordde.
Allah سبحانه وتعالى zegt in de Koran: “En de leiders van het volk van Pharao zeiden: “Wilt gij Mozes en zijn volk in het land wanorde laten scheppen en u en uw goden laten verzaken?” Hij antwoordde: “Wij zullen hun zonen doden en hun vrouwen sparen. Zeker wij hebben macht over hen.” Mozes zeide tot zijn volk: “Zoekt de hulp van Allah en weest geduldig. Voorzeker, de aarde behoort aan Allah. Hij geeft haar als erfdeel aan wie Zijner dienaren Hij wil en de uiteindelijke overwinning is voor de godvrezenden. Zij antwoordden: “Wij werden vervolgd, voordat gij tot ons kwaamt en nadat gij tot ons zijt gekomen.” Hij (Mozes) zeide: “Waarschijnlijk gaat uw Heer uw vijand vernietigen en u tot stedehouders in het land maken, dan zal Hij zien hoe gij handelt.” [Surat al-A'raaf, vers 127 t/m 129]
Wij willen dat de nasr, de tamqeen en khilafa zonder enige opofferingen komt. Kijk met wat Banu Israël beproeft werden en wat zij moesten opofferen voor de overwinning en hun vrijheid, al hun nieuw geboren kinderen werden tot twee keer toe van a t/m z gedood vanwege de Profeetschap en de Dawah van Musa. Dit is de prijs die zij moesten betalen voor de overwinning, de khilafa en hun vrijheid, zonder de slavernij en zonder de onderdrukking mee te rekenen die zij moesten ondergaan. En wij? Kunnen wij zeggen dat wij zoveel hebben moeten opofferen als hun? Dus wat willen wij dan? Dat de nasr, de tamqeen en khilafa geheel gratis en voor niets komt zonder enige opofferingen?