1.2
Terugkomst Amina
/:Amina/
"Amina!" Nadir wist dat ik het vandaag moeilijk zou hebben. Na 7 jaar zette ik mijn voeten weer op het Belgisch grond. Na 7 jaar hoorde ik de taal weer. De taal die ik met mijn broertje sprak. Diezelfde taal die me deed denken aan het leven die ik toen had. ik zuchtte. Maar ik zou geen tranen meer laten. Nadir hield een zakdoek uit zijn broekzak. Hij schoof het in mijn handen. "Voor het geval dat." Zei hij knipogend.
Nadir had een appartement gevonden waar we in konden verblijven. Het uitpakken verliep moeizaam. Ik voelde me er niet goed bij. Mijn hart was onrustig. Nadir zou over twee maanden trouwen. het meisje kent hij niet. Ze komt uit een goede familie, en heeft een goed karakter had hij mij gezegd. En wenst ook hier in België te blijven. Nadir was nu al 35 jaar. Een leeftijd waar hij en hele gezin zou moeten hebben. Maar ik was de reden waardoor hij dit zo lang heeft uitgesteld. Hij wilde mij beschermen en bij mijn zijde blijven. Maar ik zou hem moeten loslaten. Mijn lieve oom, de broer van mijn moeder. Hij was de enige die ik nog over had. En over twee maanden was hij ook weg. Mijn hart was onrustig maar het leven had me hard gemaakt. Ik liep naar het raam en trok de gordijnen open. Ik had zicht op heel antwerpen. Ik dacht terug aan wat Nadir me zei toen we in Tunesië waren.
"Amina, ken je Moustafa nog? Hij heeft een nichtje die met mij wilt trouwen. Ze woont in België, maar was hier twee weken op vakantie. Ik heb haar kunnen spreken, en ik wil er voor gaan Amina. Het wordt tijd dat ik aan een familie begin."
Ik liep naar mijn slaapkamer nadat ik de wassing had verricht. Ik legde het gebedsmatje op de grond en opende mijn gebed. Het gebed, dat voor mij een toeverlaat was in deze jaren. Hetzelfde gebed had ik als een last gezien in het verleden. Ik verrichte het haastig omdat het moest, en omdat mijn moeder me het had verplicht. Maar het liefst van al deed ik het niet. hoe kon ik dan niet inzien hoe het gebed ervoor kan zorgen dat ik deze wereld voor even kan achterlaten? Ik reciteerde de prachtige verzen die mijn hart lieten beven bij de krachtige betekenis en de grootheid van God. Na het gebed bleef ik zitten op het gebedsmatje en richtte mijn hoofd naar Allah. Ik bleef even zitten zoals ik altijd deed en dacht na over alles. Hoe mijn leven er 7jaar geleden uitzag. een 18jarig verwend nest dat ik was. Mijn enige interesses waren films kijken en shoppen. En wanneer ik thuis aankwam maakte ik ruzie met mijn broertje Adil die enkele jaren jonger was. Mijn vader was nooit thuis. Hij werkte bijna 24 uur. Hij werkte zoveel dat mijn moeder het beu was en bijna wilde scheiden. Mijn vader deed alles wat zijn baas hem vertelde. Mijn vader had het bedrijf van het begin gevolgd. Vanaf de eerste steen werd gezet, was mijn vader erbij om zijn beste vriend bij te staan. Doordat mijn vader zo vaak werkte had ik de kans om vrij rond te lopen. Ik bleef laat weg en gedroeg me als een klein kind terwijl mijn moeder zich thuis zorgde maakte, ging ik weg om me te 'amuseren' Mijn moeder moest wel heel eenzaam zijn geweest. Vader was er nooit voor haar, ik verkoos mijn vriendinnen boven de kostbare tijd die ik bij haar zou kunnen zijn. De haat tegenover mezelf begon weer terug te komen. -Hoe kon ik zo onwetend zijn?-Er werd op de deur geklopt. "Ja?" Nadir kwam binnen. "Hoe bevalt het je hier?" Vroeg hij. "goed, hamdoelillah. Het is hier goed."
De volgende dag maakte ik me klaar om naar de familie van Nadir's verloofde te gaan. Ze zouden vandaag de islamitische voorwaarden voldoen, en zich dan voorbereiden op de trouw twee maanden later. Ik trok een zwarte abaya aan, en een donker grijze hoofddoek. Nadir liep zenuwachtig door het appartement. "Rustig, het komt wel goed." Zei ik. Hij keek me bezorgd aan. "Amina, wat als ik iets verkeerd zeg, of wat als haar vader me niet meer moet?" Ik kon mijn lach niet verbergen. Hij keek me met opgetrokken wenkbrauwen aan. "Lach je me uit?" Ik schudde mijn hoofd "Je zoekt er zelf voor." Zei ik spottend. "Nadir, wees gewoon jezelf, als jij jezelf bent dan ben je het meest geliefd."
We kwamen aan het huis van het meisje. Haar moeder deed open. Ik ging zitten in de woonkamer. Nadir en het meisje haar vader zaten in de kamer naast ons. Het meisje glimlachte "Ik ben Ikram." Zei ze. "Jij bent Amina toch?" Vroeg ze. Ik knikte. Na een tijdje over koetjes en kalfjes te hebben gepraat, werd ze plots serieus en zei ze "Amina, ik heb gehoord over je verleden, en ik vind het echt erg voor je." Ik wilde het daar niet over hebben, en wilde al zeker geen medelijden. "Nadir, is hij de enige die je nog hebt?" Het klonk zo zielig uit haar mond. maar het was de waarheid. Buiten Nadir, is er niemand waar ik op kon steunen. "Het klinkt misschien heel hard, maar ik wil het gezegd hebben." Haar gezicht werd strakker en haar lieve glimlach verdween. "Ik wil niet dat je bij ons woont, Nadir heeft dit als voorwaarde gesteld, maar ik kan niet tegen pottekijkers." Ik keek haar met open ogen aan "Pottekijkers?" Ik probeerde mijn boosheid te verbergen in een geforceerde glimlach. "Maak je maar geen zorgen, ik ben niet van plan bij jullie in te trekken." Zei ik.
Na enkele uren besloten we weer te vertrekken. Ik vertelde Nadir dat ik nog even iets wilde doen en liep naar buiten. Ik begon te rennen maar ik wist niet naar waar. Ik wilde gewoon even weg zijn terwijl niemand mijn tranen kan zien. Haar woorden hadden me zo gekwetst. Pottekijkers? Ik rende tot mijn lichaam niet meer mee wilde. Ik bukte me voorover en probeerde op adem te komen. ik hield mijn handen op mijn gezicht en barstte in tranen uitt[/SIZE]