Bekijk volle/desktop versie : 'Zo winstgevend was slavenhandel niet'



06-07-2012, 12:41

Citaat door Ahmadiyya:
[h=1]'Zo winstgevend was slavenhandel niet'[/h]OPINIE - Piet Emmer − 05/07/12, 10:29

© ANP. 2002: drie beeldjes in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam, onderdeel van de expositie 'Slaven en Schepen - Enkele reis, bestemming onbekend'.
[FONT=Arial]VK OPINIE[/FONT] Het economische belang van de slavernij en de slavenhandel was minder groot dan vaak wordt voorgesteld, schrijft Piet Emmer.



Enfin, zo blijven we bezig, want behalve de illegale slavenhalers en de bruto marges zullen er in de toekomst ongetwijfeld wel weer nieuwe argumenten worden bedacht om het belang van de slavenhandel en slavernij groter voor te stellen.


Het herdenkingsseizoen ligt weer achter ons: op 4 en 5 mei herdachten we de Nederlandse slachtoffers van oorlogsgeweld en de bevrijding en op 1 juli de afschaffing van de slavernij in de Nederlandse koloniën. Tussen die twee herdenkingen bestaan nogal wat verschillen, zoals het feit dat we ons bij de herdenking van de bezetting van Nederland nooit afvragen of de Duitsers daar nu financieel voor- of nadeel van hebben ondervonden.

Dat is anders bij de slavenhandel en de slavernij. Daar moeten de Nederlanders wel heel erg rijk van zijn geworden, anders zouden ze zich daar nooit aan hebben bezondigd. Die redenering zegt echter niets over het verleden en alles over onze onwil om te erkennen dat er vroeger andere morele drempels bestonden en dat slavenhandel en slavernij in de toenmalige wereld helemaal niet zo verwerpelijk waren en dat deze activiteiten alleen al daarom geen uitzonderlijke opbrengsten hoefden te genereren.

Daar komt nog een tweede foutieve redenering bij, waarin de rijkdom van het Westen in dialectisch verband wordt gebracht met de economische achterstand van Afrika en met de maatschappelijke achterstand van de verre nazaten van de slaven. Hoe groter de omvang en hoe hoger de winst van slavenhandel en slavernij, hoe meer Europa daarvan zou hebben geprofiteerd en hoe makkelijker de armoede in Afrika en onder de nakomelingen van de slaven te verklaren zou zijn.

Deze twee misvattingen vormen de reden waarom er de afgelopen decennia voortdurend pogingen zijn gedaan om de slavenhandel en de koloniale slavernij tot belangrijke sectoren van de toenmalige economie te maken. Zo kopte de Volkskrant op 13 april: 'Transatlantische slavenhandel profijtelijker dan gedacht' en werd gewezen op nieuwe berekeningen, die het economische belang van deze sector voor de Nederlandse economie veel groter maakten dan altijd was aangenomen. Dat kwam, doordat de vele illegale slavenhalers en de hoge bruto marges in de Nederlandse slavenhandel tot nu toe steeds buiten beeld waren gebleven.

De nieuwe gegevens over de illegale slavenhandel vergroten inderdaad het aantal door Nederlanders verhandelde slaven met ongeveer 10 procent, van 550.000 tot 600.000. Dat betekent dat er tussen 1600 en 1800 op Nederlandse schepen gemiddeld niet 2.750 maar 3.000 slaven per jaar zijn vervoerd. Dat scheelt ongeveer één slavenschip per jaar. Daarin zie ik geen sterk argument om de economische invloed van de slavenhandel op Nederland plotseling veel hoger in te schatten dan voorheen.

Daarbij zij bedacht dat in een van de topjaren van de slavenhandel, 1770, er ongeveer 30 tot 40 slavenschepen uit Nederlandse havens vertrokken, terwijl de totale Nederlandse koopvaardijvloot toen tussen de 1.500 en 2.000 schepen telde.

Maar het ene schip is het andere niet en het is juist dat de slavenhandel werd gekenmerkt door grote verschillen tussen de inkoopprijs van de slaven op de Afrikaanse kust en de verkoopprijs in de West. Zo'n grote bruto marge lijkt op hoge winst te duiden, maar doet dat niet. Die marge was nodig om de vele kosten en risico's te dekken zoals de gages voor de bemanning, de sterfte onder de slaven, het verlies op de ongedekte cheques van de kopers van de slaven, averij, schipbreuk, kaping en confiscatie in oorlogstijd.

De hoge marges waren een afspiegeling van de risico's en zeiden niets over de invloed van de slavenhandel op de Nederlandse economie. Zo zijn vandaag de dag in de detailhandel de brutomarges op de aan- en verkoop van levensmiddelen gemiddeld slechts een fractie van de brutomarges bij de aan- en verkoop van juwelen en sieraden. Toch zal niemand beweren dat supermarkten van geringer belang voor de Nederlandse economie zijn dan juweliers.

De winsten geven een beter beeld en die waren zo gering dat de Nederlandse slavenhandel zich al bijna zelf had afgeschaft ver vóór het wettelijke verbod van 1814.

Enfin, zo blijven we bezig, want behalve de illegale slavenhalers en de bruto marges zullen er in de toekomst ongetwijfeld wel weer nieuwe argumenten worden bedacht om het belang van de slavenhandel en slavernij groter voor te stellen.

Als het om de herdenking van 1 juli 1863 gaat, is dat echter niet nodig. Daarbij gaat het niet om geld en winst, maar om het feit dat na die datum de vrijgelaten slaven hun leven voortaan naar eigen inzicht konden inrichten en dat de Nederlanders Afrikanen, Aziaten en Indianen niet langer als verhandelbare objecten mochten beschouwen noch in eigendom bezitten. Dat lijkt in onze ogen een bescheiden stap voorwaarts, maar het was wel degelijk een teken van vooruitgang. Herdenken dus!

Piet Emmer is emeritus-hoogleraar geschiedenis te Leiden. Van Piet Emmer en Jos Gommans verscheen vorige maand het boek Rijk aan de rand van de wereld. De geschiedenis van Nederland overzee, 1600-1800 (Amsterdam, Bert Bakker).

http://www.volkskrant.nl/vk/nl/3184/opinie/article/detail/3282139/2012/07/05/Zo-winstgevend-was-slavenhandel-niet.dhtml
[/FONT]
[/COLOR]
.