Natural
03-07-2012, 17:36
Surah al Qiyaamah - Fahd al-Kanderi
[video=youtube;_ur2XWgl9k0]http://www.youtube.com/watch?v=_ur2XWgl9k0[/video]
Interpretatie van de betekenis:
1. Ik zweer bij de Dag der Opstanding.
2. En Ik zweer bij de (zichzelf) verwijtende ziel.
3. Denkt de mens dat Wij zijn botten nooit zullen bijeenbrengen?
4. Welzeker, Wij zijn in staat om zelfs zijn vingertoppen (opnieuw) volmaakt te vormen.
5. De mens wil zelfs in zondigheid voortleven.
6. Hij vraagt: "Wanneer is de Dag der Opstanding?"
7. Wanneer dan de ogen zich opensperren.
8. En de maan duister wordt.
9. En de zon en de maan bijeengebracht worden.
10. Die Dag zal de mens zeggen: "Waar is het toevluchtsoord?"
11. Nee! Er is geen toevluchtsoord.
12. Bij jouw Heer is die Dag de eindbestemming.
13. De mens zal die Dag worden meegedeeld wat hij heeft voortgebracht en wat hij heeft nagelaten.
14. Hij zal zelfs tegen zichzelf getuigen.
15. Ook al biedt hij zijn verontschuldigingen aan.
16. (Allah zegt tot de Profeet: ) "Beweeg jouw tong er niet mee (de Quran), om er haast mee te maken.
17. Voorwaar, het is aan Ons hem te doen bewaren en hem voor te doen dragen.
18. Wanneer Wij hem dan hebben doen voordragen, volg dan zijn voordracht.
19. Daarna is aan Ons de uitleg ervan."
20. Nee! Jullie houden van het voorbijgaande.
21. En jullie besteden geen aandacht aan het Hiernamaals.
22. Gezichten zullen op die Dag verlicht zijn.
23. Naar hun Heer zullen zij zien.
24. En gezichten zullen op die Dag duister zijn.
25. Zij weten zeker dat er een verpletterende ramp over hen zal worden gebracht.
26. Nee, wanneer de (laatste) adem in de keel stokt.
27. En er gezegd wordt: "Wie kan genezen?"
28. En hij beseft dat het afscheid is gekomen.
29. En de benen (in doodsangst) over elkaar liggen.
30. Naar jouw Heer worden zij die Dag gesleept.
31. Hij geloofde (de Quran en de Boodschapper) niet, en hij verrichtte de salaah niet.
Dit vers beschrijft de hoogmoedigheid van Abu Djahl, een van de voornaamste tegenstanders van de Profeet
32. Maar hij loochende en wendde zich af.
33. Daarna ging hij naar zijn verwanten, hoogmoedig.
34. Wee jou, wee!
35. Nogmaals, wee jou, wee!
36. Denkt de mens dat hij ongemoeid zal worden gelaten?
37. Was hij niet eerst een druppel van uitgestort sperma?
38. En vervolgens een bloedklonter waarna Hij (hem) schiep en nauwkeurig vormde?
39. Zo maakte Hij daarvan de twee geslachten, de man en de vrouw.
40. Is Degene met zo'n macht niet in staat de doden tot leven te brengen?
[video=youtube;_ur2XWgl9k0]http://www.youtube.com/watch?v=_ur2XWgl9k0[/video]
Interpretatie van de betekenis:
1. Ik zweer bij de Dag der Opstanding.
2. En Ik zweer bij de (zichzelf) verwijtende ziel.
3. Denkt de mens dat Wij zijn botten nooit zullen bijeenbrengen?
4. Welzeker, Wij zijn in staat om zelfs zijn vingertoppen (opnieuw) volmaakt te vormen.
5. De mens wil zelfs in zondigheid voortleven.
6. Hij vraagt: "Wanneer is de Dag der Opstanding?"
7. Wanneer dan de ogen zich opensperren.
8. En de maan duister wordt.
9. En de zon en de maan bijeengebracht worden.
10. Die Dag zal de mens zeggen: "Waar is het toevluchtsoord?"
11. Nee! Er is geen toevluchtsoord.
12. Bij jouw Heer is die Dag de eindbestemming.
13. De mens zal die Dag worden meegedeeld wat hij heeft voortgebracht en wat hij heeft nagelaten.
14. Hij zal zelfs tegen zichzelf getuigen.
15. Ook al biedt hij zijn verontschuldigingen aan.
16. (Allah zegt tot de Profeet: ) "Beweeg jouw tong er niet mee (de Quran), om er haast mee te maken.
17. Voorwaar, het is aan Ons hem te doen bewaren en hem voor te doen dragen.
18. Wanneer Wij hem dan hebben doen voordragen, volg dan zijn voordracht.
19. Daarna is aan Ons de uitleg ervan."
20. Nee! Jullie houden van het voorbijgaande.
21. En jullie besteden geen aandacht aan het Hiernamaals.
22. Gezichten zullen op die Dag verlicht zijn.
23. Naar hun Heer zullen zij zien.
24. En gezichten zullen op die Dag duister zijn.
25. Zij weten zeker dat er een verpletterende ramp over hen zal worden gebracht.
26. Nee, wanneer de (laatste) adem in de keel stokt.
27. En er gezegd wordt: "Wie kan genezen?"
28. En hij beseft dat het afscheid is gekomen.
29. En de benen (in doodsangst) over elkaar liggen.
30. Naar jouw Heer worden zij die Dag gesleept.
31. Hij geloofde (de Quran en de Boodschapper) niet, en hij verrichtte de salaah niet.
Dit vers beschrijft de hoogmoedigheid van Abu Djahl, een van de voornaamste tegenstanders van de Profeet
32. Maar hij loochende en wendde zich af.
33. Daarna ging hij naar zijn verwanten, hoogmoedig.
34. Wee jou, wee!
35. Nogmaals, wee jou, wee!
36. Denkt de mens dat hij ongemoeid zal worden gelaten?
37. Was hij niet eerst een druppel van uitgestort sperma?
38. En vervolgens een bloedklonter waarna Hij (hem) schiep en nauwkeurig vormde?
39. Zo maakte Hij daarvan de twee geslachten, de man en de vrouw.
40. Is Degene met zo'n macht niet in staat de doden tot leven te brengen?