Waar discussiëren het Gezelschap van meest verheven Engelen eigenlijk over?

[Arab-ELLA]

?
Citaat:

Assalamu alikum,



Do You Know What The Highest Company Of Angels Are Disputing About?


At-Tirmidhee reported in his ‘Sunan’ [Kitaab Tafseeril-Qur.aan: Chapter (39): And from Soorah 'Saad' (no. 3233)]:

“Salamah ibn Shabeeb narrated to us, and `Abd ibn Humayd, both saying: `Abdur Razzaaq narrated to us: from Ma`mar: from Ayyoob: from Aboo Qilaabah: from Ibn `Abbaas who said: Allaah’s Messenger said:

<< Last night my Lord -the Exalted and Most High- came to me in the finest form >>

he said: I think he said: << in a dream >>,

<< so He said: ‘O Muhammad! Do you know what the highest company (of Angels) are disputing about?.’

He said: “I said: No.”

He said: So He placed His Hand between my shoulder-blades, so that I felt its coolness within my breast – or he said – my chest. So I knew what was in the heavens and upon the earth.

He said: ‘O Muhammad! Do you know what the highest company (of Angels) are disputing about?’

I said: Yes, about those things which efface sins; and those things which efface sins are:

Remaining in the mosques after the Prayer, and walking upon foot to the congregational Prayers, and perfecting the wudoo when it is difficult.

Whoever does that will live upon good and die upon good, and with regard to his sins he will be like the day his mother gave birth to him.”

He said ‘O Muhammad! When you pray then say:





Allaahumma innee as aluka fi’alal khayraathi, wa tarkil munkaraati, wa hubbaal masaakeeni, wa idhaa ardatha bi ibaadika fitnatan faqbisnee ilayka ghayra maftoon.

O Allaah, I ask You for the performance of good deeds, and the abandonment of evil deeds, and for love of the poor and needy; and if You wish to put Your servants to trial then take me to Yourself (in death) not being put to trial.’

He said:

And the (high) levels are propagating the greeting of ‘Salaam’, providing food, and praying during the night whilst the people are sleeping. >>“

Shaikh al-Albaanee said: 'Saheeh' .


Wassalaam.

[Arab-ELLA]

Going Straight (Istiqama) . Riyad as-Salihin (The Meadows of the Righteous) by Imam Nawawi :


8. Chapter: On Going Straight (Istiqama) :


Allah Almighty says, "Go straight as you have been commanded," (11:112),

and the Almighty says, "The angels descend on those who say, 'Our Lord is Allah,' and then go straight: 'Do not fear and do not grieve, but rejoice in the Garden you have been promised! We are your protectors in the life of this world and in the Hereafter.

You will have there all that your selves could wish for. You will have there everything you demand. Hospitality from One who is Ever-Forgiving, Most Merciful." (W41:29-31; H41:30-32)

The Almighty says, "Those who say, 'Our Lord is Allah, and then go straight will feel no fear and will know no sorrow. Such people are the Companions of the Garden, remaining in it timelessly, for ever, as repayment for what they did." (W46: 12-13; H46:13-14)

[Arab-ELLA]

Wist je dat Surah Al-Mulk een middel is om jezelf tegen de Bestraffing van het graf te beschermen?


De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: ''Surah Al-Mulk is een bescherming tegen de bestrafing van het graf.'' [Overgeleverd door Hakim 2/498 & Nasai zie ook Sahihul Jamiea 1/680]

Het is overgeleverd van Anas dat De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: ''Er is een surah in de Koran met 30 verzen. Het zal hem verdedigen, die hem reciteert, totdat hij hem in het Paradijs zal plaatsen.''(Surah Al-Mulk wordt ermee bedoeld) [Overgeleverd door Fath al Qadir 5/257, Sahihul Jamiea 1/680, Tabrani in Al-Awsat & Ibn Mardawaith]

Het is overgeleverd van Abu Hurayrah dat de Profeet (vrede zij met hem) zei: ''Er is een surah in de Koran met 30 verzen, welke voorspraak heeft gedaan voor zijn recitator totdat hij vergeven was.'' [Overgeleverd door al-Tirmidhi, 2891, Ahmad, 7634, Abu Dawood, 1400, Ibn Maajah, 3786. Deze Hadith was Hasan (goed) verklaard door imaam Tirmidzie en bij Al Albaani in Saheeh al-Tirmidhi, 3/6. Verder is het als Saheeh verklaard door Shaykh al-Islam Ibn Taymiyah in Majmoo’ al-Fataawa, 22/277 & door Shaykh al-Albaani in Saheeh Ibn Maajah, 3053]

Het is overgeleverd van Jabir dat de Profeet (vrede zij met hem) nooit naar bed zou gaan zonder eerst 'Alif-laam-meem tanzeel' [al-Sajdah] 'Tabaarak alladhi bi yadihi’l-mulk' [al-Mulk] te hebben gereciteerd. [Overgeleverd door Ahmad 14249, Tirmidhi 2892, Darami. Al Albaani heeft in Saheeh al-Tirmidhi (3/6) gezegd dat het Saheeh Hadith is]

[Arab-ELLA]

Zonden die openbaar worden gemaakt worden niet vergeven :

Abu Huraira verhaalt dat hij de Boodschapper van Allah hoorde zeggen:" Ieder van mijn mensen zal vergeven worden, behalve degenen die hun zonden openbaar maken. Het openbaar maken omvat ook de man die `s nachts een daad verricht en `s morgens heeft Allah die verborgen. Dan zegt hij: Die-en-die, ik heb dit-en-dat `s nachts gedaan. `s Nachts had zijn Heer het verborgen en in de ochtend neemt hij de bedekking weg die Allah voor hem aangebracht had." Door Bukhari en Muslim.

[Arab-ELLA]

Wist je dat de kleren van de mensen van het Paradijs geproduceerd zijn van de bloemen van een boom in het Paradijs?


Abu Sa'eed Al-Khudri heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) zei:

''Tooba is een boom in het Paradijs, zo groot als een reis van honderd jaar! De kleren van de mensen van het Paradijs worden van de bloemen van deze boom gemaakt.''

[Overgeleverd door Ahmad Ibn Jareer & Ibn Hibbaan Zie ook Silsilat al-Hadith as-Saheehah, 4/639, no. 1985 als hasan (goed)].


'Abdullaah ibn 'Amr zei: ''Een man kwam naar de Profeet en hij vroeg hem:

''O Boodschapper van Allah, kan je me meer vertellen over de kleren van de bewoners van het Paradijs, zijn ze geschapen of worden ze gewoven?'' Sommige mensen gingen lachen.

De Profeet (vrede zij met hem) zei: ''Waarom lachen jullie? Omdat iemand iets niet wist en het heeft gevraagd aan iemand die het wel wist? Daarna draaide de Profeet zich om en vroeg:

''Waar is de man die de vraag stelde?''

De man zei: ''Hier ben ik, o Boodschapper van Allah.''

De Profeet zei: ''Nee ze worden geproduceerd door het fruit van het Paradijs.'' Drie keer[Overgeleverd door Ahmad Zie ook Silsilat al-Hadith as-Saheehah, 4/640].

[Arab-ELLA]

Geloof in een waarzegger en je gelooft niet in Muhammed`s Openbaring :

De Boodschapper van Allah . heeft gezegd: "Wie een waarzegger of een tovenaar raadpleegt en gelooft in hun waarzeggerij, brengt zichzelf in een situatie van ongeloof (afvallige/kaafir) tegenover hetgeen aan Muhammed werd geopenbaard."

Overgeleverd door Abu Dawud, At-Tirmidhi en Ibn Majah.

[Arab-ELLA]

Er is een Hadith waarin staat dat de Profeet Mou’adh ibn Jabal waarschuwt. Hij greep zijn tong en zei:” Beteugel dit.”

Mou’adh zei:” O Boodschapper van Allah zullen wij verantwoordelijk gehouden worden voor wat wij zeggen?”

De Profeet zei; ”Moge je moeder van je beroofd worden! Is er iets anders dat er voor zorgt dat mensen met hun gezicht in de Hel worden gegooid dan de oogst van hun tong!”

(Overgeleverd door Ibn Majah; Sahih Hasan).



De Profeet zei:”Degene die zich met kwade roddel bezighoudt, zal niet in het Paradijs komen!”

(Overgeleverd door Boechaarie & Moeslim; Sahih).

[Arab-ELLA]

Abu Hurairah heeft overgeleverd dat de Profeet zei:

'Allah zal aan het eind van elke honderd jaar, iemand laten opstaan die zijn religie weer zal vernieuwen naar zoals het hoorde (i.e. nadat mensen innovaties hebben ingebracht)'. (Abu Dawud, Boek 37, Hadith 4278).

[Arab-ELLA]

“The shaytaan is like a bandit…”

Shaykh al-Islam Ibn Taymiyah (may Allaah have mercy on him) said:

Waswaas is something that happens to everyone who turns to Allaah in dhikr etc; it will inevitably happen to him. So he should be steadfast and remain patient, and persist in his dhikr and prayer, and not give up, for by persisting in it he will foil the plot of the shaytaan and “ever feeble indeed is the plot of Shaytaan (Satan)” [al-Nisa’ 4:76].

Every time a person wants to turn to Allaah in his heart, whispers of other matters come to him. The shaytaan is like a bandit; every time a person wants to travel towards Allaah, he wants to intercept him. Hence it was said to one of the salaf: The Jews and the Christians say, we don’t experience waswaas. He said: They are right! What would the shaytaan do with a ruined house!?

Majmoo’ al-Fataawa 22/608, of Shaykh al-Islam Ibn Taymiyyah (rahimahullaah).

[Arab-ELLA]

The good and desired actions (specified) for Ramadhaan:


The good and desired actions (specified) for Ramadhaan are many, amongst them (are): Taking care in performing that which Allaah has made obligatory in Ramadhaan and (the) other (months) from the salaah (prayer) and the fasting. After that, increasing in the supererogatory (actions) from:

• reading the Qur.aan;

• (performance of) the taraaweeh prayer;

• (performance of) the tahajjud (night) prayer;

• giving charity;

• i’tikaaf (seclusion in the masjid to worship Allaah);

• increasing in (the) remembrance (of Allaah);

• reciting subhaan-Allaah (glory be to Allaah), laa-ilaaha ill-Allaah (there is none truly worthy of worship except Allaah), Allaahu Akbar (Allaah is the Greatest);

• sitting in the masjid for the purpose of worship;

• protecting the fast from (all) that may invalidate it;

• keeping away from impermissible and disliked speech and actions.



Shaykh Ibn Fawzaan|Fataawa Ramadhaan - Volume 2, Page 741, Fatwa No. 751;al-Muntaqaa min Fatawaa ash-Shaykh Saalih Ibn Fawzaan - Volume 3, Fatwa No. 156.

[Arab-ELLA]

Hoedhayfah Ibn al-Yaman [Radhiya Allahu ‘anhu] zei:

“De mensen vroegen de Profeet [sallAllahu ‘alayhi wa salam] gewoonlijk naar de goede dingen, maar ik vroeg hem gewoonlijk naar de slechte dingen, want ik was bang dat zij de macht over mij zouden krijgen. Ik zei: “O Boodschapper van Allah [sallAllahu ‘alayhi wa salam], we waren in de onwetendheid [Djahiliyah] en het kwaad verdwaald, toen bracht Allah [Subhanu Allahu Ta’ala] ons dit goede [d.w.z de Islam]. Zal er iets slechts na dit goede komen?” Hij zei: “Ja.” Ik vroeg: “En zal er iets goeds na het slechte komen?” Hij zei: “Ja, maar het zal met iets slechts besmet zijn.” Ik vroeg: “Hoe zal het besmet zijn?” Hij zei: “Er zullen mensen zijn die anderen op een pad zullen leiden dat van het mijne verschilt. Je zult goed en kwaad in hen zien.” Ik vroeg: “Zal er kwaad na dit goede komen?” Hij zei: “Sommige mensen zullen bij de poorten van de Hel staan en roepen; iedereen die aan hun roep gehoor geeft zal in het Vuur geworpen worden.” Ik zei: “O Boodschapper van Allah [sallAllahu ‘alayhi wa salam], beschrijf hen voor ons.” Hij zei: “Zij zullen van onze eigen mensen zijn en zij zullen onze taal spreken.” Ik vroeg: “Wat raad je mij aan te doen, als ik nog zal leven en dat zal zien?” Hij zei: “Blijf bij de belangrijkste groep [Al-Djama'ah] Moslims en hun leider [Imam].” Ik vroeg: “Wat moet ik doen als er geen belangrijkste groep en er geen leider is?” Hij zei: “Zonder je van al deze sekten af, zelfs als je de wortels van bomen moet eten en je door de dood in dit stadium wordt overmand!” [Saheeh Bukhari, Kitab al-fitnan 9/65]

[Arab-ELLA]

Hoedhayfah Ibn al-Yaman [Radhiya Allahu ‘anhu] zei:

“De mensen vroegen de Profeet [sallAllahu ‘alayhi wa salam] gewoonlijk naar de goede dingen, maar ik vroeg hem gewoonlijk naar de slechte dingen, want ik was bang dat zij de macht over mij zouden krijgen. Ik zei: “O Boodschapper van Allah [sallAllahu ‘alayhi wa salam], we waren in de onwetendheid [Djahiliyah] en het kwaad verdwaald, toen bracht Allah [Subhanu Allahu Ta’ala] ons dit goede [d.w.z de Islam]. Zal er iets slechts na dit goede komen?” Hij zei: “Ja.” Ik vroeg: “En zal er iets goeds na het slechte komen?” Hij zei: “Ja, maar het zal met iets slechts besmet zijn.” Ik vroeg: “Hoe zal het besmet zijn?” Hij zei: “Er zullen mensen zijn die anderen op een pad zullen leiden dat van het mijne verschilt. Je zult goed en kwaad in hen zien.” Ik vroeg: “Zal er kwaad na dit goede komen?” Hij zei: “Sommige mensen zullen bij de poorten van de Hel staan en roepen; iedereen die aan hun roep gehoor geeft zal in het Vuur geworpen worden!” Ik zei: “O Boodschapper van Allah [sallAllahu ‘alayhi wa salam], beschrijf hen voor ons.” Hij zei: “Zij zullen van onze eigen mensen zijn en zij zullen onze taal spreken.” Ik vroeg: “Wat raad je mij aan te doen, als ik nog zal leven en dat zal zien?” Hij zei: “Blijf bij de belangrijkste groep [Al-Djama'ah] Moslims en hun leider [Imam].” Ik vroeg: “Wat moet ik doen als er geen belangrijkste groep en er geen leider is?” Hij zei: “Zonder je van al deze sekten af, zelfs als je de wortels van bomen moet eten en je door de dood in dit stadium wordt overmand!” [Saheeh Bukhari, Kitab al-fitnan 9/65]

[Arab-ELLA]

Imaam Ahmad rahimuhAllah (d. 241) said;

“The person of theological rhetoric will never prosper. And never do you see anyone looking into theological rhetoric except that in his heart is a desire for creating mischief!“

[The above narration is reported Ibn Qudaamah in his Burhaan Fee Bayaanil-Qur'aan].

[Taken from "Foundations Of The Sunnah" Pp. 16-17].
[/SIZE]



[SIZE=2]
"De hypocrieten zeggen: "Wij geloven in Allaah en in de Boodschapper (Muhammad) en wij gehoorzamen" en dan keert een deel van hen zich er daarna van af en zij zijn geen gelovigen."
Surat An-Noor, 47.

"Maar zij die ongelovig zijn, keren zich af van hetgeen waar zij voor waren gewaarschuwd."
Surat Al-Ahqaaf, 3.

"En onder de mensen zijn er sommigen (hypocrieten) die zeggen: "Wij geloven in Allaah en de Laatste Dag", terwijl zij in werkelijkheid niet geloven. Zij denken dat zij Allaah en degenen die geloven kunnen bedriegen terwijl zij enkel zichzelf bedriegen maar zij beseffen (dit) niet! In hun harten is er een ziekte (van twijfel en hypocrisie) en Alaah heeft hun ziekte vermeerderd. Een pijnlijke kwelling is voor hen omdat zij altijd logen. En wanneer er tegen hen wordt gezegd: "Sticht geen onheil op aarde", dan zeggen zij: "Wij zijn slechts vredestichters!" Waarlijk, zij zijn degenen die onheil stichten maar zij beseffen dat niet. En wanneer er tegen hen (de hypocrieten) wordt gezegd: "Geloof, zoals de mensen (de volgelingen van Muhammad, salla Allaahu ´alayhi wa sallam: de An saar en de Muhaajireen) hebben geloofd, dan zeggen zij: "Zullen wij dan geloven zoals de dwazen hebben geloofd?!" Waarlijk, zij zijn de dwazen maar zij weten (het) niet. En wanneer zij degenen die geloven ontmoeten, dan zeggen zij: "Wij geloven", maar wanneer zij alleen zijn met hun Shayaateen (duivels, de polytheisten en de hypocrieten), dan zeggen zij: "Waarlijk, wij zijn met jullie. Waarlijk, wij dreven slechts de spot." Allaah drijft de spot met hem en doet hen toenemen in hun slechtheid zodat zij (als) blind(en) blijven voortgaan. Zij zijn degenen die dwaling hebben aangekocht (in de plaats) van leiding maar hun handel was vruchteloos en zij waren niet geleid. Hun gelijkenis is zoals de gelijkenis van degene die een vuurtje heeft aangestoken maar dan, wanneer het om hem heen oplichtte, nam Allaah hun licht weg en liet (Hij) hen achter in de duisternis. (Zodat) zij niet konden zien. Zij zijn doof, stom en blind dus zij keren niet terug (naar het Rechte Pad). Of zoals een regenstorm vanuit de hemel, waarin duisternis, donder en bliksem schuilt... Zij stoppen hun vingers in hun oren om de angstaanjagende donderklap weg te houden uit angst voor de dood. Maar Allaah heeft de ongelovigen altijd omringd (met andere woorden zal Allaah hen allemaal bij elkaar drijven). De bliksem neemt bijna hun zicht weg, elke keer dat het naar hen flitst. Zij lopen daarin en wanneer de duisternis hen bedekt, staan zij stil. En als Allaah het had gewild, dan had Hij hun gehoor en zicht weg kunnen nemen. Waarlijk, Allaah heeft de Macht over alle Zaken."
Surat Al-Baqarah, 8-20.

"En toen hij de tuin binnentrad terwijl hij verkeerde in een toestand (van trots en ongeloof), onrechtvaardig jegens zichzelf, zei hij: "Ik denk niet dat dit ooit zal vergaan en ik denk niet dat het Uur ooit zal komen en als ik werkelijk terug zal worden gebracht naar mijn Heer (op de Dag der Wederopstanding), dan zal ik zeker iets beters vinden dan dit wanneer ik tot Hem terugkeer!" Tijdens het gesprek met hem zei zijn metgezel: "Geloof jij dan niet in Degene Die jou heeft geschapen uit zand (jouw vader Aadam) en vervolgens uit een Nutfah (een mengeling van sperma van de man en afscheiding van de vrouw) en jou daarna tot een man heeft gemaakt? Maar wat mij betreft: (ik geloof) dat Hij Allaah is, mijn Heer en niemand zal ik vereenzelvigen als deelgenoot met mijn Heer!"
Surat Al-Kahf: 35-38.

[Arab-ELLA]

“The shaytaan is like a bandit…”

Shaykh al-Islam Ibn Taymiyah (may Allaah have mercy on him) said:

Waswaas is something that happens to everyone who turns to Allaah in dhikr etc; it will inevitably happen to him. So he should be steadfast and remain patient, and persist in his dhikr and prayer, and not give up, for by persisting in it he will foil the plot of the shaytaan and “ever feeble indeed is the plot of Shaytaan (Satan)” [al-Nisa’ 4:76].

Every time a person wants to turn to Allaah in his heart, whispers of other matters come to him. The shaytaan is like a bandit; every time a person wants to travel towards Allaah, he wants to intercept him. Hence it was said to one of the salaf: The Jews and the Christians say, we don’t experience waswaas. He said: They are right! What would the shaytaan do with a ruined house!?

Majmoo’ al-Fataawa 22/608, of Shaykh al-Islam Ibn Taymiyyah (rahimahullaah).

[Arab-ELLA]

Shaykh-ul-Islam ibn Taymiyyah (rahimahullaah) said:

“It is not for anyone to raise some person up, and call the Ummah to follow his path, treating all of those who follow him as allies, and all of those who do not as enemies, if that person is other than the Prophet (sallallaahu `alayhi wa sallaam). Likewise, it is not for anyone to raise up for (the Ummah) some opinion or quote from the words of some person, and treat all those who agree with it as allies, and all of those who do not agree with it as enemies, if those words are not from the speech of Allaah (subhanahu `wa ‘taala), or from the speech of His Messenger, or from ( ijma) those matters that the entire Ummah has agreed upon. Rather, this is from the behavior of the people of bid’ah who put up some person or some opinion and divide the Ummah with it. They ally themselves to those who agree, while treating as enemies all who do not!”

Majmoo’ Fataawa (Vol. 20, page 164).