Bekijk volle/desktop versie : God v.s. Darwin
Het ontstaan van het universum wordt in de Qoer'aan in het volgende vers beschreven:
Hij is de Voortbrenger van de hemelen en de aarde. (Qoer'aan 6:101)
Deze informatie gegeven in de Qoer'aan, is volledig in overeenstemming met de ontdekkingen van de hedendaagse wetenschap. Zoals we al eerder gezegd hebben zijn astrofysici tegenwoordig tot de conclusie gekomen, dat het hele universum, samen met de dimensies van tijd en materie, zijn ontstaan door een grote explosie, die in een oogwenk heeft plaatsgevonden. Deze gebeurtenis staat bekend als de 'Big Bang' en bewijst dat het universum uit het niets is geschapen als het resultaat van een explosie uit één enkel punt.
Voor de tijd van de Big Bang, bestond er niet zoiets als materie. Van een toestand van niet-bestaan, waarin noch materie, noch energie en zelfs geen tijd bestond, en wat slechts metafysisch beschreven kan worden, werden materie, tijd en energie, allen in een ogenblik geschapen. Dit feit, pas onlangs ontdekt door de moderne natuurkundigen, werd ons veertienhonderd jaar geleden in de Qoer'aan verteld.
De gevoelige sensoren, aan boord van de COBE ruimtesatelliet, die door de NASA in 1992 gelanceerd werd, legde duidelijke overblijfselen van de Big Bang vast. De ontdekking was een bewijs voor de Big Bang, een wetenschappelijke verklaring voor het feit dat het universum uit het niets is geschapen.
[SIZE=4]DE EXPANSIE VAN HET UNIVERSUM
Edwin Hubble met zijn enorme telescoop
In de Qoer'aan die veertienhonderd jaar geleden geopenbaard werd, in een tijd waarin de wetenschap van de astronomie nog primitief was, wordt de expansie van het universum als volgt beschreven:
Met macht hebben Wij de hemel gebouwd. Waarlijk, Wij zijn in staat om de omvangrijkheid en ruimte daarvan uit te breiden. (Qoer'aan 51:47)
Het woord 'hemel' dat in het bovenstaande vers gebruikt is, komt op verschillende plaatsen in de Qoer'aan voor, in de betekenis van ruimte en universum. Hier wordt het woord weer in die betekenis gebruikt, het zegt dat het universum 'uitdijt'. En de hedendaagse wetenschap is nu juist tot deze conclusie gekomen!
Georges Lemaitre
Tot het begin van de twintigste eeuw, was de enige opvatting in de wetenschappelijke wereld dat 'het universum een constante aard had en dat het sinds onmetelijke tijd bestond'. Het onderzoek, de observaties en berekeningen die door de moderne technologie werden uitgevoerd, hebben echter laten zien dat het universum eigenlijk een begin had, en dat het voortdurend 'uitdijt'.
Aan het begin van de twintigste eeuw hebben de Russische natuurkundige Alexander Friedmann en de Belgische kosmoloog Georges Lemaitre theoretisch uitgerekend dat het universum voortdurend in beweging is en dat het uitdijt.
Dit feit werd door gegevens verkregen uit observaties in 1929 bevestigd. Terwijl Edwin Hubble, de Amerikaanse astronoom de hemel met zijn telescoop bekeek, ontdekte hij dat de sterren en melkwegstelsels voortdurend van elkaar af bewogen. In een universum waarin alles voortdurend van elkaar af beweegt, betekent dit een voortdurend uitdijend universum. De observaties die de volgende jaren uitgevoerd werden, bevestigden dat het universum voortdurend uitdijt. Dit feit was in de Qoer'aan uitgelegd, terwijl eigenlijk niemand het wist. Dit komt omdat de Qoer'aan het woord van Allah is, de Schepper en de Heerser van het gehele universum.
Vanaf het moment van de Big Bang, dijt het universum met enorme snelheid uit. Wetenschappers vergelijken het uitdijende universum met de oppervlakte van een ballon, die opgeblazen wordt.