Bekijk volle/desktop versie : Doodgefolterd omdat ze geen kinderen kon krijgen, Latifa stier door excorisme



15-05-2012, 02:44
BRUSSEL - Ze kon geen kinderen krijgen, en dus moest Latifa (23) wel bezeten zijn door de duivel. Daarvan was haar man Mourad Mazouj (34) overtuigd. 56 dagen lang probeerde een exorcist de duivel te verdrijven met hete baden, oorverdovende koranverzen en een bezemsteel. Tot Latifa bezweek. De Brusselse assisenjury moet oordelen over Mourad Mazouj en vijf medebeklaagden. Onder hen Xavier Meert, de bekeerde Belg die de rituelen leidde.

Mourad Mazouj trok op 5 augustus 2004 zijn tegenspartelende vrouw bij de benen en duwde haar meermaals kopje onder in een heet, 'zuiverend' bad. Latifa kon geen kinderen krijgen en daarom moest een exorcist de boze geesten uitdrijven. De vrouw onderging de folteringen 56 dagen lang, op 5 augustus stierf ze tijdens het ritueel.

Naast hoofdverdachte Mourad Mazouj zitten nog vijf personen op de beklaagdenbank. Onder hen Xavier Meert, een Belg die zich tot de islam bekeerde. Hij had de leiding over de duiveluitdrijving bij Latifa. Ook Mohamed Abdelkrim Aznagui, de goeroe van de vzw die Latifa ervan overtuigde dat ze bezeten was, zit op de strafbank.

Voor Fouad, de oudste broer van Latifa, lijdt het geen twijfel: haar man Mourad draagt de volle verantwoordelijkheid voor de dood van Latifa. Maar Fouad wordt ook verteerd door een schuldgevoel. 'Ik had beter op mijn zus moeten passen. Ik had moeten zien dat ze veranderde, dat ze niet meer in haar normale doen was. Helaas kampte ik toen zelf met familiale problemen. Daardoor verloor ik mijn zus een beetje uit het oog. Bovendien wou ik mij niet mengen in het huwelijk van mijn zus. Een jong koppel laat je toch rustig zijn nestje bouwen, niet?'

'Ik ben als oudste broer te kort geschoten tegenover mijn zus. Ik had te veel vertrouwen in Mourad, die me erg sympathiek leek. En toen Latifa in Marokko vertelde dat zij verliefd was op Mourad, wilde papa haar gelukkig maken. Latifa was de oogappel van mijn ouders, hun enige dochter. Ze was altijd vriendelijk, deed geen vlieg kwaad. Je kon haar gewoon niets weigeren. Dus stemde papa in met haar wens om met Mourad te mogen trouwen, ook al was zij toen nog geen 18jaar. U kunt zich voorstellen hoe papa zich nu voelt.'

Huisje, tuintje...

Latifa's grote droom was een gezin te stichten. 'Huisje, tuintje en kinderen, de droom van vele meisjes. Latifa wist echter dat ze moeilijk kinderen kon krijgen. Toen bleek dat er ook een probleem was bij haar man, was de kans plots bijzonder klein dat haar droom in vervulling zou gaan. Ze was daar erg verdrietig om, maar leek er uiteindelijk toch in te berusten.'

Waarom zijn zus dan door een duiveluitdrijving toch haar kinderwens nog in vervulling wou laten gaan, is Fouad een raadsel. 'Latifa ging vroeger naar een gemengde school in Woluwe. Daar ging zij om met meisjes én jongens met verschillende overtuigingen. Ze wou wetenschappen studeren. Toen Latifa besloot om een hoofddoek te dragen, moest ze plots van school veranderen. Ze belandde in Schaarbeek, in een meisjesschool waar iedereen een hoofddoek droeg. Daar kwam ze terecht in de afdeling snit en naad. Weg was haar open venster op de wereld. Geen sprake meer van confrontaties met andere denkbeelden. Latifa raakte sociaal geïsoleerd en werd een gemakkelijk slachtoffer voor manipulators', vertelt Fouad, in een poging de gebeurtenissen te verklaren.

Mourad repte tegenover de familie van Latifa met geen woord over de rituele uitdrijving, de roqya, die Latifa fysiek en mentaal uitputte. 'Geen wonder als je ziet wat Latifa moest ondergaan. Bijna elke dag moest ze een zuiverend bad nemen in heet water. Ondertussen kreeg ze door een koptelefoon de koran in de oren gebulderd, want de volumeknop stond altijd op maximum. Dagelijks dronk ze liters water, gemengd met saffraan, tot ze moest braken. Ze mocht ook niet veel eten om de boze geest -de djinn- uit te hongeren. Ze at slechts af en toe een potje yoghurt. Bovendien kreeg ze slaag met een bezemsteel waarop de verzen van de koran geschreven stonden. Niemand zou dat hebben volgehouden.'

Pas een maand voor de dood van Latifa kregen haar ouders argwaan. 'Mourad belde ze in Marokko op. Latifa was ziek, maar niks om zich zorgen over maken, zei hij. Papa voelde dat er iets ernstigs met zijn dochter aan de hand was. De volgende dag vloog hij al naar Brussel. Hij heeft heel die bende uitdrijvers bij Latifa weggejaagd. Mijn ouders hebben gedurende verscheidene dagen voor hun dochter gezorgd. Zij hebben haar weer gewoon eten gegeven. Latifa herleefde. Mijn ouders wilden haar in een ziekenhuis laten opnemen. Maar Mourad vreesde dat zij in de psychiatrie zou belanden. Althans, dat zei hij. Hij is hoe dan ook in zijn opzet geslaagd. Latifa is bij hem thuis gebleven. Hij zou haar zelf verzorgen. Maar in werkelijkheid riep hij er de exorcisten binnen de kortste keren weer bij. Latifa onderging opnieuw dezelfde folteringen en is uiteindelijk gestorven.'

Geen proces van islam

Fouad hoopt dat niet alleen Mourad, maar iedereen die zijn zus met de rituele uitdrijving de dood heeft ingejaagd, een strenge straf krijgt. 'De daders hebben niet alleen Latifa vermoord, ze hebben het leven van onze familie verwoest. Daarvoor moeten ze de juiste prijs betalen. Maar ik hoop ook dat dit assisenproces niet het proces wordt van de islam. Want de folteringen die Latifa onderging, horen niet bij de islam. Dergelijke praktijken stammen uit lang vervlogen tijden. Ze worden alleen toegepast door charlatans en ketters, die zwakke personen in hun macht willen krijgen. Als het assisenproces dit bij het brede publiek duidelijk kan maken, is Latifa niet voor niets gestorven.'

bron: http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=H93Q28L6

15-05-2012, 02:52


Tjonge jonge ..was het al na een uur niet duidelijk genoeg dat het wellicht toch niets met duivel te maken had ??

15-05-2012, 03:04
"Ar-Rouqya en enkele fouten die erbij gemaakt worden" :


Door Shaykh Mohammed al-Imaam :



Deze vraag richten wij aan onze Shaykh Mohammed bin Abdillaah al-Imaam - moge Allaah hem behouden-


Vraag:



Er zijn vele instanties geopend voor ar-Rouqya. De meeste personen die deze instanties runnen denken alleen aan het verzamelen van geld. Zo zijn er ook vele fouten in deze instanties terug te vinden. Bijvoorbeeld dat de lezer de vrouwen in een ruimte brengt waar gelezen wordt en de mahaarim moeten dan buiten wachten. Zo worden vrouwen bijvoorbeeld ook bij hun keel gepakt (gewurgd) en worden de vrouwen aangeraakt op hun hoofd en andere delen van hun lichaam. Zo worden er ook bepaalde producten voor genezing verkocht terwijl die niet nodig zijn en de bedoeling hiervan is het verzamelen van geld.

Wij hopen op een antwoord van onze Shaykh – moge Allaah hem behouden - op deze vraag; een antwoord die volledig en voldoende is omdat het een algemene beproeving is geworden. [Wij hopen ook op] een gericht advies aan deze mensen; moge Allaah jullie hiervoor belonen.



Antwoord:



Alle lof behoort toe aan Allaah en zegeningen en vrede aan de boodschapper van Allaah, zijn familie en metgezellen. En wat volgt:

Wij moeten weten dat het lezen over iemand die getroffen is door bezetenheid of tovenarij, wanneer dit is omwille van het aangezicht van Allaah en de lezer is standvastig is in kennis en bekend is met deze handelingen, dan behoort dit tot één van de beste goede daden. Shaykhu l-‘Islaam ibn Taymiyyah heeft gezegd toen hij sprak over het reciteren over iemand die getroffen is door een jinn:

“Dit behoort tot de beste daden en het behoort tot de handelingen van de profeten en de rechtsgeschapenen. Voorwaar de profeten en de rechtsgeschapenen hielden zich bezig met het weghouden van de duivels bij de kinderen van ‘Aadam met de bemiddelen die zijn verordend door Allaah en Zijn Boodschapper. Net zoals de Maseeh (`Eesaa - ‘alayhi s-salaam -) en onze profeet (Muhammad - salla l-Laahu `alayhi wa-sallam -) dit deden.” [Majmoo`u l-Fataawaa: 19-56/57]

En hoe kan het zo zijn dat deze daden niet tot de beste daden behoren terwijl de lezer een middel is voor het helpen van de moslims tegen de aanvallen van de duivels van onder de jinn en de mensen tegen de moslims? En [de lezer] ook een middel is in het beschermen van de Religie van de getroffene, en hij zal veilig zijn voor de tovenaars, astrologen en de bedriegers? Deze handeling is een belangrijke daad waar de moslims nog meer aan genoodzaakt zijn dan dat zij genoodzaakt zijn aan de artsen voor hun lichamen, want de ziekte van bezetenheid en tovenarij heeft invloed op het hart, verstand en lichaam.

Wat betreft de personen die reciteren op de mensen die geraakt zijn door bezetenheid en hier geld voor vragen: er zijn hier vele bewijzen die deze mensen misprijzen. De Boodschapper van Allaah – salla l-Laahu `alayhi wa-sallam - heeft gezegd:

“Reciteer de Qur’aan en eet er niet mee [vraag er geen geld voor]”

En hij zei: “Reciteer de Qur’aan en vraag Allaah hiermee. Voorwaar er zullen mensen verschijnen die de Qur’aan reciteren en de mensen [om bezit] vragen.” Zoals dit overgeleverd is door `Imraan ibn Husayn door Ahmed en anderen.

En de mensen die een beloning [aan]nemen voor de wettelijke ar-Rouqya zijn van twee soorten:

Eén groep heeft deze beloning [voor Rouqya] als een oorsprong gemaakt voor het verdienen van haar inkomsten [en] hij maakt daarom al zijn tijd vrij voor het reciteren; die eet middels zijn religie en sommige van de Salaf werden gevraagd over an-Nadl [de laaghartige dief], zei zeiden: “Dat is diegene die eet middels zijn religie.” Wie zijn tijd dus geheel vrijmaakt om te reciteren met als reden om geld te verzamelen: dit is niet toegestaan. En deze verdiensten zijn de afgekeurde [verdiensten] in de overleveringen die al eerder vermeld zijn. En Allaah is ervan op de hoogte dat wij een hekel hebben aan dit soort mensen, omdat in deze handelingen die vermeld zijn een vernedering zit.

Een andere groep neemt een beloning, maar stelt dit niet als oorsprong voor haar inkomsten. In deze kwestie is een geschil tussen de mensen van kennis. Voorrang wordt verleend aan het laten van het nemen van een beloning, wachtend op de beloning van Allaah. Wanneer hij (i.e. diegene die Rouqya doet) een beloning accepteert zonder dit als ambitie te hebben, dan is het toegestaan. Sommige mensen die ar-Rouqya verrichten misbruiken ar-Rouqya voor het verzamelen van geld op een andere manier, nmelijk door het verkopen van producten voor genezing zoals kruiden, honing, zware zaad [habbu s-sawdah] en olijfolie. Wij moeten weten dat de meeste mensen die getroffen zijn door tovenarij en bezetenheid niet genoodzaakt zijn aan deze producten. En deze groep die zich zo heeft uitgebreid: het kan zo zijn dat zij op elke afzonderlijke product dat gedronken of gesmeerd moet worden ar-Rouqya verrichten, en nog ernstiger dan dit, sommigen reciteren op water en vervolgens verkopen zij dat water. Wij moeten niet verbaasd zijn als deze mensen grote sommen geld hebben verzameld waarmee zij de grote handelaren voorbij gaan. Op hun is de uitspraak van de Boodschapper van Allaah - salla l-Laahu `alayhi wa-sallam - van toepassing:

“Als je niet schaamt, doe dan wat je wilt.”

Overgeleverd door al-Bukhaaree op gezag van Ibn Mas`ood. Datgene waarmee de getroffene door deze ziekte geadviseerd moet worden is: het nemen van een of twee bandjes en het boek “Hisnu l-Muslim”. En wie tovenarij heeft gedronken, die persoon adviseer ik het met het drinken van “sanah”. Dit is een profijtvolle genezing voor zowel de man als de vrouw behalve wanneer de vrouw zwanger is. En ik waarschuw voor het te nalatig zijn in het hanteren van de correcte wettelijke gedragsregels die van toepassing zijn bij het reciteren op een vrouw. Het is verboden om te reciteren op een vrouw zonder dat zij een mahram [bij zich] heeft en het is niet toegestaan om op haar te reciteren terwijl haar gezicht en ogen onbedekt zijn. Het is ook niet toegestaan voor de persoon die ar-Rouqya doet om zich af te zonderen met een vrouw. Het is ook niet toegestaan om het reciteren te misbruiken om te trouwen met een of meerdere [vrouwen].

Tot slot: Ik adviseer de mensen die ar-Rouqya verrichten om zich in te zetten om deze handeling op de meest correcte manier uit te voeren en dat hij zijn handelingen tot de da`wah naar Allaah laat behoren. En dat hij zich zelf verheft boven de hebzucht van zijn ziel die hem kleineert. Ik vraag de moslims in het algemeen en ahlu s-sunnah in het specifiek dat zij diegenen die beproeft zijn met de genoemde ziektes... [ik vraag hen] dat zij voor ar-Rouqya gaan naar personen voor wie de mensen van goedheid en oprechtheid hebben getuigd dat hij standvastig is in zijn Religie en ver verwijderd is van de bovengenoemde fouten. En dat zij hun broeders die ar-Rouqya doen adviseren om hun fouten te verlaten, en het is aan de mensen die ar-Rouqya verrichten om het advies van hun broeders te accepteren. En men moet gewaarschuwd zijn voor diegenen van wie blijkt dat hij blijft op de tegenstrijdigheden aan de Wetten van Allaah.

Aan Allaah vraag ik dat hij ons openers van het goede laat zijn en de sluiters van het slechte. Er is geen macht en geen kracht behalve door Allaah.

Jullie broeder [Shaykh] Mohammed bin Abdillaah al-Imaam


http://olamayemen.com/show_fatawa14.html [B] en An Nasieha. nl



Kenmerken van "raaqi" oplichters oftewel charlatans in disguise zie deze topic:

http://forums.marokko.nl/showthread.php?t=3946507&


[/B]


[video=youtube;Kf6lVgW6RkA]http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=Kf6lVgW6RkA[/video]

15-05-2012, 03:09
"Ar-Rouqya en enkele fouten die erbij gemaakt worden" :


Door Shaykh Mohammed al-Imaam :



Deze vraag richten wij aan onze Shaykh Mohammed bin Abdillaah al-Imaam - moge Allaah hem behouden-


Vraag:



Er zijn vele instanties geopend voor ar-Rouqya. De meeste personen die deze instanties runnen denken alleen aan het verzamelen van geld. Zo zijn er ook vele fouten in deze instanties terug te vinden. Bijvoorbeeld dat de lezer de vrouwen in een ruimte brengt waar gelezen wordt en de mahaarim moeten dan buiten wachten. Zo worden vrouwen bijvoorbeeld ook bij hun keel gepakt (gewurgd) en worden de vrouwen aangeraakt op hun hoofd en andere delen van hun lichaam. Zo worden er ook bepaalde producten voor genezing verkocht terwijl die niet nodig zijn en de bedoeling hiervan is het verzamelen van geld.

Wij hopen op een antwoord van onze Shaykh – moge Allaah hem behouden - op deze vraag; een antwoord die volledig en voldoende is omdat het een algemene beproeving is geworden. [Wij hopen ook op] een gericht advies aan deze mensen; moge Allaah jullie hiervoor belonen.



Antwoord:



Alle lof behoort toe aan Allaah en zegeningen en vrede aan de boodschapper van Allaah, zijn familie en metgezellen. En wat volgt:

Wij moeten weten dat het lezen over iemand die getroffen is door bezetenheid of tovenarij, wanneer dit is omwille van het aangezicht van Allaah en de lezer is standvastig is in kennis en bekend is met deze handelingen, dan behoort dit tot één van de beste goede daden. Shaykhu l-‘Islaam ibn Taymiyyah heeft gezegd toen hij sprak over het reciteren over iemand die getroffen is door een jinn:

“Dit behoort tot de beste daden en het behoort tot de handelingen van de profeten en de rechtsgeschapenen. Voorwaar de profeten en de rechtsgeschapenen hielden zich bezig met het weghouden van de duivels bij de kinderen van ‘Aadam met de bemiddelen die zijn verordend door Allaah en Zijn Boodschapper. Net zoals de Maseeh (`Eesaa - ‘alayhi s-salaam -) en onze profeet (Muhammad - salla l-Laahu `alayhi wa-sallam -) dit deden.” [Majmoo`u l-Fataawaa: 19-56/57]

En hoe kan het zo zijn dat deze daden niet tot de beste daden behoren terwijl de lezer een middel is voor het helpen van de moslims tegen de aanvallen van de duivels van onder de jinn en de mensen tegen de moslims? En [de lezer] ook een middel is in het beschermen van de Religie van de getroffene, en hij zal veilig zijn voor de tovenaars, astrologen en de bedriegers? Deze handeling is een belangrijke daad waar de moslims nog meer aan genoodzaakt zijn dan dat zij genoodzaakt zijn aan de artsen voor hun lichamen, want de ziekte van bezetenheid en tovenarij heeft invloed op het hart, verstand en lichaam.

Wat betreft de personen die reciteren op de mensen die geraakt zijn door bezetenheid en hier geld voor vragen: er zijn hier vele bewijzen die deze mensen misprijzen. De Boodschapper van Allaah – salla l-Laahu `alayhi wa-sallam - heeft gezegd:

“Reciteer de Qur’aan en eet er niet mee [vraag er geen geld voor]”

En hij zei: “Reciteer de Qur’aan en vraag Allaah hiermee. Voorwaar er zullen mensen verschijnen die de Qur’aan reciteren en de mensen [om bezit] vragen.” Zoals dit overgeleverd is door `Imraan ibn Husayn door Ahmed en anderen.

En de mensen die een beloning [aan]nemen voor de wettelijke ar-Rouqya zijn van twee soorten:

Eén groep heeft deze beloning [voor Rouqya] als een oorsprong gemaakt voor het verdienen van haar inkomsten [en] hij maakt daarom al zijn tijd vrij voor het reciteren; die eet middels zijn religie en sommige van de Salaf werden gevraagd over an-Nadl [de laaghartige dief], zei zeiden: “Dat is diegene die eet middels zijn religie.” Wie zijn tijd dus geheel vrijmaakt om te reciteren met als reden om geld te verzamelen: dit is niet toegestaan. En deze verdiensten zijn de afgekeurde [verdiensten] in de overleveringen die al eerder vermeld zijn. En Allaah is ervan op de hoogte dat wij een hekel hebben aan dit soort mensen, omdat in deze handelingen die vermeld zijn een vernedering zit.

Een andere groep neemt een beloning, maar stelt dit niet als oorsprong voor haar inkomsten. In deze kwestie is een geschil tussen de mensen van kennis. Voorrang wordt verleend aan het laten van het nemen van een beloning, wachtend op de beloning van Allaah. Wanneer hij (i.e. diegene die Rouqya doet) een beloning accepteert zonder dit als ambitie te hebben, dan is het toegestaan. Sommige mensen die ar-Rouqya verrichten misbruiken ar-Rouqya voor het verzamelen van geld op een andere manier, nmelijk door het verkopen van producten voor genezing zoals kruiden, honing, zware zaad [habbu s-sawdah] en olijfolie. Wij moeten weten dat de meeste mensen die getroffen zijn door tovenarij en bezetenheid niet genoodzaakt zijn aan deze producten. En deze groep die zich zo heeft uitgebreid: het kan zo zijn dat zij op elke afzonderlijke product dat gedronken of gesmeerd moet worden ar-Rouqya verrichten, en nog ernstiger dan dit, sommigen reciteren op water en vervolgens verkopen zij dat water. Wij moeten niet verbaasd zijn als deze mensen grote sommen geld hebben verzameld waarmee zij de grote handelaren voorbij gaan. Op hun is de uitspraak van de Boodschapper van Allaah - salla l-Laahu `alayhi wa-sallam - van toepassing:

“Als je niet schaamt, doe dan wat je wilt.”

Overgeleverd door al-Bukhaaree op gezag van Ibn Mas`ood. Datgene waarmee de getroffene door deze ziekte geadviseerd moet worden is: het nemen van een of twee bandjes en het boek “Hisnu l-Muslim”. En wie tovenarij heeft gedronken, die persoon adviseer ik het met het drinken van “sanah”. Dit is een profijtvolle genezing voor zowel de man als de vrouw behalve wanneer de vrouw zwanger is. En ik waarschuw voor het te nalatig zijn in het hanteren van de correcte wettelijke gedragsregels die van toepassing zijn bij het reciteren op een vrouw. Het is verboden om te reciteren op een vrouw zonder dat zij een mahram [bij zich] heeft en het is niet toegestaan om op haar te reciteren terwijl haar gezicht en ogen onbedekt zijn. Het is ook niet toegestaan voor de persoon die ar-Rouqya doet om zich af te zonderen met een vrouw. Het is ook niet toegestaan om het reciteren te misbruiken om te trouwen met een of meerdere [vrouwen].

Tot slot: Ik adviseer de mensen die ar-Rouqya verrichten om zich in te zetten om deze handeling op de meest correcte manier uit te voeren en dat hij zijn handelingen tot de da`wah naar Allaah laat behoren. En dat hij zich zelf verheft boven de hebzucht van zijn ziel die hem kleineert. Ik vraag de moslims in het algemeen en ahlu s-sunnah in het specifiek dat zij diegenen die beproeft zijn met de genoemde ziektes... [ik vraag hen] dat zij voor ar-Rouqya gaan naar personen voor wie de mensen van goedheid en oprechtheid hebben getuigd dat hij standvastig is in zijn Religie en ver verwijderd is van de bovengenoemde fouten. En dat zij hun broeders die ar-Rouqya doen adviseren om hun fouten te verlaten, en het is aan de mensen die ar-Rouqya verrichten om het advies van hun broeders te accepteren. En men moet gewaarschuwd zijn voor diegenen van wie blijkt dat hij blijft op de tegenstrijdigheden aan de Wetten van Allaah.

Aan Allaah vraag ik dat hij ons openers van het goede laat zijn en de sluiters van het slechte. Er is geen macht en geen kracht behalve door Allaah.

Jullie broeder [Shaykh] Mohammed bin Abdillaah al-Imaam


http://olamayemen.com/show_fatawa14.html [B] en An Nasieha. nl



Kenmerken van "raaqi" oplichters oftewel charlatans in disguise zie deze topic:

http://forums.marokko.nl/showthread.php?t=3946507&


[/B]


[video=youtube;Kf6lVgW6RkA]http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=Kf6lVgW6RkA[/video]

29-07-2012, 14:29


salam alakum

baraka Allahu fiki voor het delen hiervan zus

29-07-2012, 14:38

Citaat door Nepotisme:
BRUSSEL - Ze kon geen kinderen krijgen, en dus moest Latifa (23) wel bezeten zijn door de duivel. Daarvan was haar man Mourad Mazouj (34) overtuigd. 56 dagen lang probeerde een exorcist de duivel te verdrijven met hete baden, oorverdovende koranverzen en een bezemsteel. Tot Latifa bezweek. De Brusselse assisenjury moet oordelen over Mourad Mazouj en vijf medebeklaagden. Onder hen Xavier Meert, de bekeerde Belg die de rituelen leidde.

Mourad Mazouj trok op 5 augustus 2004 zijn tegenspartelende vrouw bij de benen en duwde haar meermaals kopje onder in een heet, 'zuiverend' bad. Latifa kon geen kinderen krijgen en daarom moest een exorcist de boze geesten uitdrijven. De vrouw onderging de folteringen 56 dagen lang, op 5 augustus stierf ze tijdens het ritueel.

Naast hoofdverdachte Mourad Mazouj zitten nog vijf personen op de beklaagdenbank. Onder hen Xavier Meert, een Belg die zich tot de islam bekeerde. Hij had de leiding over de duiveluitdrijving bij Latifa. Ook Mohamed Abdelkrim Aznagui, de goeroe van de vzw die Latifa ervan overtuigde dat ze bezeten was, zit op de strafbank.

Voor Fouad, de oudste broer van Latifa, lijdt het geen twijfel: haar man Mourad draagt de volle verantwoordelijkheid voor de dood van Latifa. Maar Fouad wordt ook verteerd door een schuldgevoel. 'Ik had beter op mijn zus moeten passen. Ik had moeten zien dat ze veranderde, dat ze niet meer in haar normale doen was. Helaas kampte ik toen zelf met familiale problemen. Daardoor verloor ik mijn zus een beetje uit het oog. Bovendien wou ik mij niet mengen in het huwelijk van mijn zus. Een jong koppel laat je toch rustig zijn nestje bouwen, niet?'

'Ik ben als oudste broer te kort geschoten tegenover mijn zus. Ik had te veel vertrouwen in Mourad, die me erg sympathiek leek. En toen Latifa in Marokko vertelde dat zij verliefd was op Mourad, wilde papa haar gelukkig maken. Latifa was de oogappel van mijn ouders, hun enige dochter. Ze was altijd vriendelijk, deed geen vlieg kwaad. Je kon haar gewoon niets weigeren. Dus stemde papa in met haar wens om met Mourad te mogen trouwen, ook al was zij toen nog geen 18jaar. U kunt zich voorstellen hoe papa zich nu voelt.'

Huisje, tuintje...

Latifa's grote droom was een gezin te stichten. 'Huisje, tuintje en kinderen, de droom van vele meisjes. Latifa wist echter dat ze moeilijk kinderen kon krijgen. Toen bleek dat er ook een probleem was bij haar man, was de kans plots bijzonder klein dat haar droom in vervulling zou gaan. Ze was daar erg verdrietig om, maar leek er uiteindelijk toch in te berusten.'

Waarom zijn zus dan door een duiveluitdrijving toch haar kinderwens nog in vervulling wou laten gaan, is Fouad een raadsel. 'Latifa ging vroeger naar een gemengde school in Woluwe. Daar ging zij om met meisjes én jongens met verschillende overtuigingen. Ze wou wetenschappen studeren. Toen Latifa besloot om een hoofddoek te dragen, moest ze plots van school veranderen. Ze belandde in Schaarbeek, in een meisjesschool waar iedereen een hoofddoek droeg. Daar kwam ze terecht in de afdeling snit en naad. Weg was haar open venster op de wereld. Geen sprake meer van confrontaties met andere denkbeelden. Latifa raakte sociaal geïsoleerd en werd een gemakkelijk slachtoffer voor manipulators', vertelt Fouad, in een poging de gebeurtenissen te verklaren.

Mourad repte tegenover de familie van Latifa met geen woord over de rituele uitdrijving, de roqya, die Latifa fysiek en mentaal uitputte. 'Geen wonder als je ziet wat Latifa moest ondergaan. Bijna elke dag moest ze een zuiverend bad nemen in heet water. Ondertussen kreeg ze door een koptelefoon de koran in de oren gebulderd, want de volumeknop stond altijd op maximum. Dagelijks dronk ze liters water, gemengd met saffraan, tot ze moest braken. Ze mocht ook niet veel eten om de boze geest -de djinn- uit te hongeren. Ze at slechts af en toe een potje yoghurt. Bovendien kreeg ze slaag met een bezemsteel waarop de verzen van de koran geschreven stonden. Niemand zou dat hebben volgehouden.'

Pas een maand voor de dood van Latifa kregen haar ouders argwaan. 'Mourad belde ze in Marokko op. Latifa was ziek, maar niks om zich zorgen over maken, zei hij. Papa voelde dat er iets ernstigs met zijn dochter aan de hand was. De volgende dag vloog hij al naar Brussel. Hij heeft heel die bende uitdrijvers bij Latifa weggejaagd. Mijn ouders hebben gedurende verscheidene dagen voor hun dochter gezorgd. Zij hebben haar weer gewoon eten gegeven. Latifa herleefde. Mijn ouders wilden haar in een ziekenhuis laten opnemen. Maar Mourad vreesde dat zij in de psychiatrie zou belanden. Althans, dat zei hij. Hij is hoe dan ook in zijn opzet geslaagd. Latifa is bij hem thuis gebleven. Hij zou haar zelf verzorgen. Maar in werkelijkheid riep hij er de exorcisten binnen de kortste keren weer bij. Latifa onderging opnieuw dezelfde folteringen en is uiteindelijk gestorven.'

Geen proces van islam

Fouad hoopt dat niet alleen Mourad, maar iedereen die zijn zus met de rituele uitdrijving de dood heeft ingejaagd, een strenge straf krijgt. 'De daders hebben niet alleen Latifa vermoord, ze hebben het leven van onze familie verwoest. Daarvoor moeten ze de juiste prijs betalen. Maar ik hoop ook dat dit assisenproces niet het proces wordt van de islam. Want de folteringen die Latifa onderging, horen niet bij de islam. Dergelijke praktijken stammen uit lang vervlogen tijden. Ze worden alleen toegepast door charlatans en ketters, die zwakke personen in hun macht willen krijgen. Als het assisenproces dit bij het brede publiek duidelijk kan maken, is Latifa niet voor niets gestorven.'

bron: http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=H93Q28L6
Waarom zou sharia niet toegepast mogen worden op zulke idioten