Bekijk volle/desktop versie : De wil van het volk?



03-03-2012, 08:15
De wil van het volk?


Bij iedere belastingbetalende Nederlander komt regelmatig de vraag op in hoeverre hij of zij nog eigenlijk iets te zeggen heeft over alle maatregelen die de overheid ons oplegt. Wordt er door onze overheid wel zorgvuldig omgesprongen met ons geld? Waarom is ons eertijds zo uitstekende onderwijs in luttele jaren zó verloederd, dat vele jongeren niet meer goed kunnen lezen, schrijven en rekenen, hoewel het aantal leerkrachten per school steeds meer toeneemt, evenals de financiële eisen van het onderwijs.

Hoe komt het dat onze krijgsmacht door drastische bezuinigingen praktisch wordt uitgehold en onze kostbare bewapening voor een appel en ei wordt verkocht aan landen die wij nooit helemaal vertrouwd hebben, terwijl de ongelimiteerde instroom van bijvoorbeeld allochtonen ons financieel ruïneert? Hoe komt het dat de bestrijding van de criminaliteit neerkomt op dweilen met de kraan open? En dat een gemiddelde politieagent slechts vijftien minuten per dag (!) aan surveillance kan besteden en voor de rest van zijn werkdag administratief werk verricht achter zijn computer?

Democratie betekent letterlijk dat de macht bij de bevolking ligt. Het is een Griekse term en een Griekse uitvinding. Vandaar dat iedere mopperaar op onze samenleving te horen krijgt dat hij of zij voor alles wat hem of haar ergert, uiteindelijk zélf verantwoordelijk is. Wij hebben de verantwoordelijke politici immers zelf gekozen. Maar is dat eigenlijk wel zo? De schrijvers Frank Karsten en Karel Beckman hebben getracht achter die vraag vele vraagtekens te plaatsen. Zij hebben dat gedaan in een klein maar alleraardigst boekje, getiteld: ’De democratie voorbij’ (uitg. Aspekt, ISBN 13.978.90.5911.4524).

Libertarisme

De schrijvers zijn beiden vooraanstaande vertegenwoordigers van de politieke filosofie die libertarisme heet. Bij libertarisme staat de individuele vrijheid centraal. Daaruit vloeit voort het zelfbeschikkingsrecht voor iedereen. Dat is het recht om ieder mens over zijn of haar leven te laten beschikken en daarbij ook over de vruchten van zijn/haar arbeid. Volgens het libertarisme, voortgekomen uit het liberalisme, zijn individuen niet verplicht zich op te offeren aan een collectief zoals bij het socialisme, het fascisme en de sociaaldemocratie. Het libertarisme kent een eeuwenoude traditie.

De schrijvers leveren grondige kritiek op onze democratie aan de hand van een aantal democratische mythen die stuk voor stuk worden ontmanteld. Zo luidt een eerste democratische mythe (die ons vooral tegen verkiezingstijd uitentreuren wordt voorgehouden) dat ’iedere stem telt’ . Dat is een politiek sprookje dat niet opgaat. Gezien de vele kiesgerechtigden is de invloed van de individuele kiezer op de uitslag van een verkiezing vrijwel nihil. De persoon die daar gekozen is, kan vier jaar lang besluiten wat hij of zij wil zonder dat de kiezers daar iets tegenin kunnen brengen.

Het is niet waar dat ’het volk’ beslist in een democratie. Hoogstens een meerderheid. En ’de meerderheid’ omvat minstens 51 procent van alle kiezers. De minderheid bestaat uit 49 procent van de kiezers, en die groep heeft dus, politiek gezien, niets in te brengen. Het is een kleine elite die de beslissingen neemt. Veelal achter de schermen. Het heeft met ons idee van democratie niets te maken. Een schoolvoorbeeld hiervan was het eerste echt democratische referendum in 2005, toen we allemaal mochten stemmen vóór of tégen een Europese grondwet.

Het Nederlandse volk wees die grondwet massaal af. Maar dat was niet de bedoeling geweest van onze ’democratisch’ gekozen regering. Het resultaat was dat er vermoedelijk nooit meer een referendum wordt georganiseerd en dat de zogenaamde Europese (grond)wet werd omgedoopt in ’Verdrag van Lissabon’, dat buiten ons om door de EU werd ingevoerd. Zodoende is de conclusie van de schrijvers dat niet de wil van het volk, maar de wil van politici, belangengroepen en activisten ons regeert.

Dat torpedeert de mythe dat de meerderheid altijd gelijk heeft. Veel totalitaire en criminele regeringen zijn door een democratische meerderheid gekozen. Zo komen de schrijvers tot de conclusie dat democratie feitelijk in haar diepste wezen een totalitaire ideologie is. Dat kunnen we onder meer zien aan de overheidsuitgaven, die begin van de twintigste eeuw rond de tien procent van het bruto nationaal product waren, maar thans reeds meer dan vijftig procent bedraagt. Het betekent dat de Nederlandse burger meer dan een half jaar per jaar via de belastingen voor de overheid werkt.

De mythe dat democratie tot welvaart leidt, wordt vakkundig afgebroken. De schrijvers stellen zelfs dat een democratisch systeem eerder de neiging heeft welvaart te vernietigen. Als een zogenaamd democratisch bestuurd land tot welvaart komt, dan is dat niet dankzij , maar ondanks democratie die de mensen ervan weerhoudt om zelf de vruchten van hun arbeid te plukken. Democratieën hebben de neiging om te gaan potverteren. Zo ontstaan onder meer de staatsschulden. In Nederland bedroegen die 380 miljard euro in 2010. Dat is 50.000 euro per hoofd van de bevolking (inclusief kinderen en baby’s)!

Geldpers

Om de rente op die gigantische bedragen c.q. aflossingen te kunnen betalen, grijpen regeringen gaarne terug op een oude financiële truc, namelijk het vervaardigen van geld. Op 1 maart jl. stond in het Algemeen Dagblad het bericht dat de euro voorlopig gered was door het massaal laten draaien van de geldpersen. In december 2011 was er al 489 miljard euro bijgedrukt en thans is er nog 530 miljard bijgekomen. Al dat geld is niet gedekt door een voorraad goud en is dus in wezen een vorm van valsmunterij. Alleen leveren thans diezelfde persen geen ongedekte bankbiljetten af, maar worden die gigatransacties elektronisch geregeld. Iedereen weet dat zulk een systeem op den duur tot een volledige economische ineenstorting kan leiden. Er is echter geen enkele Nederlander die nu nog kan beweren dat dit ’de wil van het volk’ is.

Zwitserland is een democratie die het klassieke ideaal wellicht het meest benadert. Het land is kleiner dan Nederland en heeft de helft minder inwoners. Maar Zwitserland is zeer succesvol. Het is een democratie die opgesplitst is in 26 kleine eenheden, de zogenaamde kantons. Het land kent een oude en lange democratische traditie in de vorm van referenda over alles wat van belang is: over drugsgebruik tot het bouwen van islamitische minaretten aan toe. De belastingdruk is er veel minder dan bij ons en de negatieve gevolgen van een grootschalige parlementaire democratie blijven achterwege. Het is een veilig land dat plezierig is om in te wonen.

Het boek ’De democratie voorbij’ eindigt met een grap van de befaamde cabaretier wijlen Wim Kan. Die zei eens: „Democratie is de wil van het volk. Ik lees elke morgen stomverbaasd in de krant wat ik nou weer wil…’

Prof.Smalhout

http://telegraaf-i.telegraaf.nl/telegraaf/_main_/2012/03/03/007/