Bekijk volle/desktop versie : Doenyaa



25-02-2012, 14:59
Er werd verteld dat een jongeman tegen zijn vader zei: "Pa, ik wil trouwen met een vrouw die ik gezien heb. Ik ben gek op haar schoonheid en haar ogen hebben mij betoverd.
"De vader zei blij: "Waar is deze vrouw, zodat ik haar hand zal vragen voor jou?"
Toen ze eenmaal aangekomen zijn en de vader de betreffende vrouw aanschouwde, vond hij haar beeldschoon. Hij zei tegen zijn zoon: "Luister mijn zoon, deze vrouw is niet van jouw rang en zal niet bij jou passen. Voor haar is een man bestemd die ervaring in het leven heeft en iemand op wie zij kan rekenen zoals ik."
De zoon schrok door de woorden van zijn vader en zei: "Nee pa.. Ik huw haar en niet jij."
Zo maakten zij ruzie met elkaar en gingen ze vervolgens naar een politieman om het probleem voor hen op te lossen. Toen zij aan de politieman het verhaal hebben voorgedragen, zei hij: "Breng de vrouw en we vragen haar met wie zij wilt trouwen." Echter toen hij haar zag, zei hij: "Jullie zullen niet bij haar passen. Ze zal beter passen bij iemand die een belangrijke functie betreedt in het land zoals ik."
De drie maakten vervolgens onderling ruzie en stapten naar de minister.
En toen de minister de vrouw zag, zei hij: "Zo een vrouw wordt alleen door de ministers gehuwd."
Ook maakten zij hierover ruzie, totdat de zaak bij de prins terechtkwam.
Hij zei tegen hen: "Breng de vrouw en ik zal jullie probleem oplossen. "En toen hij haar zag zei hij ook: "Deze vrouw wordt alleen gehuwd door iemand met aanzien zoals ik."
Toen het conflict groter werd tussen de mannen, zei de vrouw: "Ik heb de oplossing..." ze vervolgde: "Ik ga rennen en julllie rennen achter mij aan en wie het eerst mij aanhoudt, die zal ik dan trouwen.
"En inderdaad de vrouw rende en de mannen renden achter haar aan, totdat de mannen plotseling in een kuil vielen. De vrouw keek hen aan van boven "Weten jullie wie ik ben?" vroeg ze met een grijns op haar gezicht: "Ik ben de Doenya (het wereldse leven)! Ik ben degene achter wie iedereen aanrent. En alle mensen wedijveren om mij te krijgen en laten hun godsdienst om mij bij te houden, totdat ze in het graf terechtkomen, terwijl ze mij niet te pakken hebben gekregen