Boosheid voorkomen en genezen.
Je moet de oorzaken van je boosheid achterhalen en wegnemen. De oorzaken van boosheid zijn o.a. trots, anderen bespotten en voor de gek houden, nieuwsgierigheid, teveel van je bezit houden, geen geduld, een zwak imaan (geloof), de Dag der Opstanding vergeten waarop iedereen zijn recht terug krijgt en waarop geen onrecht zal zijn etc. De genezing van boosheid is in het kort het tegenovergestelde doen van wat de nefs wil. Je moet je zelf trainen met goede zeden zoals geduld, beheersing en vergevingsgezindheid. Ontwikkel je imaan door kennis te zoeken en het te praktiseren. Ahmed ibn Hanbal heeft gezegd: “Allah geeft imaan aan mensen die vergevingsgezind zijn.”
Allah de Verhevene zegt in Zijn Boek: “En wanneer een influistering van de Satan jou ingefluisterd wordt, zoek dan je toevlucht bij Allah. # Voorwaar, Hij is Alhorend, Alwetend.” (Soerat Al-A'raaf (7), aayah 200)
# Men zoekt toevlucht bij Allah door bijvoorbeeld het uitspreken van “ ‘Aoedhoe billaahi minasj shaytaanir radjiem (ik zoek mijn toevlucht bij Allah tegen de vervloekte Satan).”
In een h'adieth lezen we dat twee mannen elkaar uitscholden in het bijzijn van de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem). Eén van de mannen zei slechte woorden en was heel boos en zijn gezicht was rood geworden van woede. De profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) zei: “Ik ken enkele woorden die je woede verjagen als je ze zegt. Het is, “ik zoek toevlucht bij Allah tegen Satan.” (Moeslim en Boekhaarie)
Je moet je houding veranderen. Verhaald door AboeDharr: “De boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) heeft ons verteld: “Als iemand van jullie boos wordt terwijl hij staat, dan moet hij gaan zitten. Als de boosheid hem verlaat, goed en wel; anders moet hij gaan liggen.” (Soenan van Aboe-Dawood, h'adieth 4764. Ook overgeleverd door Ah'mad en Tirmidhi)
De kleine wassing (woedoe-e) verrichten. Als je boos bent wordt je lichaam warm en door water koelt het af. Verhaald door Atiyyah as-Sa'di dat Aboe Wa'il al-Qass zei: “We naderde Oerwah ibn Mohammad ibn as-Sa'di. Een man sprak tot hem en maakte hem kwaad. Dus stond hij op en verrichte woedoe-e en zei: “Mijn vader vertelde mij op gezag van mijn grootvader Atiyyah die het overleverde van de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) dat hij zei: “Boosheid komt van de duivel en de duivel is geschapen van vuur en vuur wordt alleen door water geblust, dus als iemand van jullie boos wordt, laat hem woedoe-e verrichten.” (Soenan van Aboe-Dawood, h'adieth 4766)
De profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) heeft ook gezegd: “Boosheid is iets wat gloeit in het hart van de zoon van Adam en door woedoe-e herinnert hij zich Allah de Barmhartige en Satan wordt steeds kleiner totdat hij verdwijnt.”
Diegene die boos is, is verantwoordelijk voor alles wat hij doet. Als hij iemand in zijn woede doodt, krijgt hij zijn verdiende straf, of als hij in zijn woede woorden van ongeloof uit, is hij een afvallige geworden en moet hij tauwbah doen (berouw tonen) voordat hij weer tot de Islaam treedt.
Moslims moeten elkaar altijd advies geven en contact onderhouden met mensen van goede zeden en die kennis hebben en daarnaar handelen. De moslim dient weinig te spreken en veel te doen en een goed voorbeeld zijn voor anderen. De selef (moge Allah tevreden met hen zijn) dachten aan de dood wanneer zij een persoon adviseerden die bezig was met zonden begaan. Een van de selef waarschuwde een ander, toen hij in hun midden laster pleegde, door te zeggen: “Gedenk het doek dat ze over je ogen zullen doen, dat wil zeggen het doodskleed.”
Vermijd zo veel mogelijk discussies. De profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) heeft gezegd in een authentieke overlevering: “Niemand zal dwalen nadat hij is geleid, behalve wanneer hij twistziek wordt.” (Moesnad Ah'mad 5/252, Sah'ieh' al-Djaami' 5633)
We zijn voldoende gemotiveerd om nutteloze discussies te vermijden, zoals de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) heeft gezegd: “Ik garandeer een huis in het Paradijs aan degene die een discussie vermijdt, ook al heeft hij gelijk.” (Aboe Daawoed 5/150, Sah'ieh' al-Djaami' 1464)