Bekijk volle/desktop versie : Eenzaam en op zoek naar geluk(drama/actie/liefde)



23-11-2011, 21:21
Verhaal gaat over een jongen die samen met zijn zusje en vader op een boerderij woont. Er overkomt hem iets waardoor hij op zoek gaat naar geluk, liefde en vrede. Speelt zich af in het verleden toen er nog geen technologie
bestond, maar het leven bestaat uit cirkels dus jij zult veel terug herkennen ook al speelt het verhaal zich in het
verleden af.

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
1:

De jonge Arman was een simpele schaapherder die met zijn vader en jongere zuster Lea op een boerderij woonde. Het was een kleine boerderij met veel land, maar Arman's vader was geen eigenaar over zijn land, want de nieuwe heersers van Suria waren de Mandalesiërs, uit een buurland, die al snel veel land van het volk begonnen op te eisen en vaak met geweld.
Arman's vader gaf toe en mocht in ruil daarvoor met zijn zoon en dochter op het land blijven wonen en werken om zo zelf te kunnen rondkomen, maar het koste hen veel moeite want de Mandalesiërs begonnen steeds meer onkosten te eisen aan de arme boeren van wie zij land stolen.
Ging Lea naar bed dan las Arman altijd een verhaal voor haar voor. En zo begon hij te vertellen over een arme jongen die altijd pech had.
'Luister lieve kleine zuster want ik zal jou een verhaal doen vertellen over een arme jongen die altijd pech had'
'Altijd vroeg Lea?' verbaasd.
'Hij had altijd pech. Ging hij vis vangen dan ving hij nooit vis en daarbovenop raakte zijn hengel ook nog eens stuk aan de rotsen en ging hij een kar maken dan brak altijd wel een wiel af en was zijn hart warm van een schone jonge vrouw dan bleef haar hart koud en deed hij een vloot maken dan brak deze al voordat deze op het water lag'
'Zoveel pech had hij?' vroeg Lea. Arman knikte.
'Hij was een doorzetter en hij hield niet op met zoeken naar geluk, maar op een dag deed hij ontwaken en toen bemerkte hij dat het leven aan hem voorbij ging en dat hij niets bezat. Hij had geen familie, geen vrienden en geen munten'
'Was hij alleen op de wereld?' vroeg Lea.
'Ja Lea. Hij was altijd al alleen op de wereld geweest, maar omdat hij steeds op zoek was naar geluk had hij nooit in de gaten dat hij alleen was en toen op een dag trok hij het niet. Hij viel neer en begon te huilen. Ik heb altijd pech riep hij. Nooit heb ik geluk in het leven. Wie doet mij dit toch aan dat ik dit verdien want slecht ben ik niet en ik heb de mensen om mij heen lief maar zij zien mij niet staan en niemand helpt mij nu ik alleen ben? Waarom doet mijn hart zoveel pijn en waarom kan ik niet zoals alle anderen zijn?'
'En wat gebeurde er toen?' vroeg Lea.
'Er gebeurde niets en zijn moed raakt op want hij joeg niet meer op geluk. Hij had alles opgegeven en wenste zelfs niet meer in leven te blijven. Hij riep altijd:'Maak mij maar dood want de dood smaakt zoeter dan het leven dat mij geschonken is. Zie mij lopen door duisternis maar voor hen om mij heen is er licht. Dan maak mij maar dood want ik kan niet waakzaam zijn in duisternis dus breng mij maar in een diepe slaap zodat ik mijn ellendig bestaan doe vergeten'
'En toen?'
'Toen gebeurde er weer niets en hij begon steeds magerder te worden want zelfs naar eten zoeken gaf hij op. En hij trok zich terug in een donker hoekje waar hij alleen honden als vrienden bezat en met deze deed hij zijn beetje eten delen die hij overdag deed bedelen. Kwam hij onder de mensen dan deden zij hem altijd uitlachen omdat de honden altijd aan zijn zij liepen en ook zag hij er vies uit en zijn kleding was oud en kapot. De mensen begonnen hem te schoppen gelijk hij een hond was en zij joegen hem steeds weg wanneer hij door de markten liep. Met betraande ogen rende hij terug naar zijn donker hoekje waar hij in verdriet verbleef, want slecht was hij niet. Hij was een lieve jongen en hij hield veel van de mensen en keek altijd stiekem naar mensen hoe zij samen deden eten en lachen en dan deed hij inbeelden dat hij zoals hen kon zijn. En zo gebeurde het op een dag dat hij nog maar een enkele hond bezat want de andere waren oud geworden en heengegaan. Maar ook zijn laatste hond was maar een oude hond en liepen zij door de markten dan liep zijn hond moeizaam achter hem aan. En toen gebeurde het op een dag dat zijn hond in elkaar zakte. Hij keek om en riep zijn hond om op te staan, maar zijn hond gaf hem te kennen dat deze niet langer kon want zijn poten waren op. De jongen wierp zich langs zijn hond en begon hem te smeken:'Vriend van mij. Mij enige vriend op aarde die mij gelijk een mens is. Wat doe jij mij aan door mij te verlaten en alleen op de wereld te laten die mij niet lief heeft? Blijf bij mij mijn enige vriend want jij deed mijn hart kloppen door bij mij te zijn als een vriend, maar nu laat jij mij alleen en wat moet ik daarna nog want ik heb niemand meer?'

23-11-2011, 21:21


2:

en toen hield hij zijn hond stevig vast en hij begon te huilen terwijl zijn hond in zijn armen stierf. De mensen om hem heen stonden hem uit te lachen en enkele markt mannen vonden dat hij in de weg lag en zij trokken hem bij zijn hond vandaan. De jongen riep om hem, maar de verkopers joegen hem weg door stenen naar hem te gooien en te schoppen. De jongen rende met tranen terug naar zijn donker hoekje en viel daar neer. Hij kroop samen en bleef heel de nacht huilen. Ik heb niemand. Ik heb helemaal niemand. Hoe kan ik zo leven terwijl ik niemand heb? Waarom is het leven mij niet eerlijk en waarom doen zij zo gemeen tegen mij want ik doe hen nooit iets aan? Waarom doen zij mij altijd pesten en ik pest hen nooit? Ben ik soms in het leven gekomen om bespot te worden? Dan maak mij dood. Neem mijn ziel weg en doe mijn lichaam vergaan want ik wil niet meer in leven zijn. En opeens verscheen er een felle licht voor zijn ogen en de jongen schrok zo erg dat hij opstond en wegrende, maar het licht bleef achter hem aangaan.
'Ga weg van mij' riep de jongen, maar hoe hard hij ook deed rennen, het licht bleef bij hem en na een tijdje het licht ontweken te hebben werd hij zo moe dat hij uitgeput neerviel. Hij bleef liggen en huilen want hij was bang terwijl het licht boven hem scheen.
'Arme jongen wat is het leven jou toch zwaar geweest' sprak een stem tegen hem.
De jongen hield zijn handen voor zijn gezicht en begon hard te huilen.
'Ik heb nooit geluk gekend' snikte hij.
'Dan treur niet arme jongen want jij mag een wens doen en jij mag alles wensen binnen één wens' zei de stem.
De jongen klom overeind en keek in het licht. 'Dan wens ik geluk voor alle mensen op de wereld' antwoordde hij.
'Maar wat wens jij?' vroeg de stem.
'Ik wens niets voor mezelf want ik heb toch altijd pech' antwoordde de jongen.
'Dan zij het zo' zei de stem. 'Omdat jij die nooit geluk hebt en niets bezit, wenst dat heel de wereld gelukkig zal zijn terwijl jij voor jezelf niets wenst, dan ben jij het die koning zal worden om heel de wereld geluk te brengen en zo komen er voor jou twee wensen uit die één wens is want jij hebt maar één wens gedaan en dit begrijp jij niet'. En toen verdween het licht. De jongen verbaasde zich want hij begreep niet wat de stem bedoelde en hij dacht dat er toch nooit iets zou gebeuren, maar toen hij de volgende dag deed ontwaken bleek hij opeens geen honger meer te hebben en ook was hij opeens heel wijs geworden. Ook was zijn angst weg en hij durfde voortaan zonder angst onder de mensen te komen en omdat hij wijs was hielp hij de markt mannen met het oplossen van hen geschillen en ook deed hij de markt mannen leren hoe zij goed en eerlijk konden handelen en voordat hij het wist begonnen mensen naar hem te luisteren en ook deden de mensen hem verzorgen. Hij kreeg kleding en voedsel van hen en toen hij inmiddels een jongeman was kwamen grote menigten naar hem luisteren wanneer hij sprak en zo begon zijn gevolg te groeien omdat zijn woorden zonder leugens waren en hij wist iedereen met hen problemen te helpen en voordat hij het in de gaten kreeg zat hij op een troon en van daaruit was hij koning over de wereld en hij deed met liefde voor zijn volk zorgen en ook trouwde hij een mooie prinses en zij kregen vele kinderen en werden samen oud en gelukkig binnen een schitterende koninkrijk. En zo zie jij maar kleine zuster dat een mens nooit hoort op te geven want er waakt altijd wel iemand over ons ook al denken wij alleen te zijn'.
Het was ochtend en Arman droeg zijn zusje Lea op zijn nek toen zij met hen schapen een grote veld onderaan een berg deden bereiken. Hij deed zijn zusje neerzetten en zij rende meteen achter
een groep vlinders aan.
'Kijk Arman. Mooie vlinders' riep zij. Arman lachte naar zijn zusje en ving voor haar een vlinder die hij op haar arm deed zetten.
'Zo mooi' zei Lea.
'Alle vredige wezens zijn mooi Lea' antwoordde Arman en toen vloog de vlinder weg.
'Ik wil ook vliegen' zei Lea.
'Wil jij vliegen net zoals een vlinder kleine zuster?' vroeg Arman waarop Lea knikte.
'Dan zal ik van mijn kleine zuster een vlinder maken' zei Arman. Hij tilde zijn zusje op en hield haar boven zijn hoofd.
'Sluit je ogen zuster en jij zal vliegen'. Lea sloot haar ogen en Arman hield haar stevig vast en begon te rennen.
'Ik vlieg Arman. Ik vlieg' lachte Lea. En zo bleven zij nog heel de middag spelen. Toen het avond werd zaten zij met hen vader aan tafel. De oude man zag er sympathiek uit en lachte naar Lea en Arman.

23-11-2011, 21:22
3:

'Zoon, er volgt snel een regenseizoen dus het lijkt mij beter om alvast een nieuwe rieten dak te plaatsen op één van de stallen die lekt'
'Oké vader. Ik zal u morgen in de ochtend helpen' antwoordde Arman.
'Mag ik ook meehelpen?' vroeg Lea.
'Wil jij mannenwerk doen?' vroeg haar vader met een glimlach. Lea keek hem aan knikte. Arman moest lachen en aaide zijn zusje over haar hoofd.
'Binnenkort wanneer jij groot bent dan mag jij voortaan eten maken want wat ik voor jullie kook smaakt nooit' lachte Arman.
'Jij kookt lekker Arman' lachte Lea. En zo bleven zij nog heel de avond samen aan tafel praten en lachen, maar Arman lachte met droefenis want hij begon zich met de dag eenzamer te voelen sinds zijn oudere broer heen was gegaan en zo ook zijn moeder na Lea's geboorte. Arman's oudere broer kwam in verzet tegen de Mandalesiërs die Suria deden bezetten en hij stierf tijdens een gevecht en sindsdien was Arman zijn beste vriend kwijt want hij was altijd samen met zijn oudere broer en ook leefde zij afgelegen waardoor hij geen vrienden had.
In de ochtend deden zij één van de drie stallen een nieuwe rieten dak toedienen. Zij stonden op twee ladders die zij zelf deden maken en zo was ook al hen gereedschap zelf gemaakt want zij waren heel arm. Het was een lastige taak en Arman's vader bleef Arman continu aanwijzingen geven die Arman soms bot overkwamen en na enkele uren te hebben gewerkt hield hij er mee op.
Hij liet zijn gereedschap bewust vallen en zijn sprong van zijn ladder. Zijn vader keek hem aan en zo ook Lea die onderaan stond.
'Kind, wat bezielt je?' riep zijn vader die nog op zijn ladder stond, maar Arman sprak geen woord terug en liep aan. Lea liep achter hem aan.
'Waar ga jij naar toe Arman?' vroeg zei.
''Blijf thuis Lea' antwoordde Arman. Hij deed vaart in zijn passen zetten en Lea moest achter hem aanrennen.
'Arman. Wacht op mij' riep zij. Zonder om te kijken begon Arman opeens te rennen en Lea probeerde nog achter hem aan te rennen.
'Arman, ga niet weg grote broer' riep zij en haar ogen werden droevig en zo ook die van Arman die de bossen inrende. Hij bleef rennen tot aan een grote meer en ging daar op een grote rots zitten. Hij hield zijn handen voor zijn gezicht en begon te snikken.
'Waarom ben ik zo eenzaam terwijl ik mijn vader en zuster heb die zoveel liefde aan mij geven? Arme vader ziet niet hoe eenzaam ik ben ook al lach ik steeds naar hem, maar mijn hart voelt zo leeg van binnen dat ik er niet meer tegen kan. Zoveel pijn overkomt ons en wij zijn goede mensen dan waar komt ons onrecht toch vandaan? Mijn vader is een oude man geworden en ik ben het die voor mijn zuster zal zorgen, maar hoe kan ik haar de wereld geven terwijl wij ten ondergaan aan armoede? Wat doe ik verkeerd het leven. Wat doe ik verkeerd!' riep Arman. Toen klonk er opeens een stem.
'Vredige jongen wat treurt jou?' vroeg de stem. Arman schrok en spong overeind.
'Wie is dit? Wie spreekt tegen mij?' vroeg hij terwijl hij angstig om zich heen keek.
'Ik ben die spreekt wanneer ik wens te spreken en ik doe jou vertellen dat jij nog veel leed zult kennen in het leven omdat er iets groots op jou staat te wachten. Dus droog je tranen en keer snel terug naar huis' en toen klonk de stem niet meer. Arman schrok en haastte zich terug naar huis.
Toen hij thuiskwam zag hij twee Mandalesiërs op paarden zitten en voor zijn vader en zusje staan. Dit waren Mandalesische soldaten die ook diende als collectanten om belastingen op te halen bij de boeren van wie zij land stolen. Arman's vader sprak tegen hen.
'Beste heren, uwer meester nam altijd genoeg met twintig zilvermunten'
'Onze meester is ook uwer meester en door zijn vele onkosten zult u voortaan veertig zilvermunten aan hem afstaan' zei één van de collectanten die wat aan de forse kant was en hij leek ook dronken van wijn.
'Maar beste heren, hoor mij aan. Ik ben maar een simpele en arme boer en ik heb al veel van mijn land zonder tegen woord afgestaan en nu eist uwer meester ook nog eens veertig zilvermunten die ik niet bezit?'

23-11-2011, 21:23
4:

'Dat is uwer zorg oude man en komen wij de volgende keer terug en heeft u niet genoeg munten dan zullen wij uwer boerderij afbranden'. De collectanten reden aan en Arman rende naar zijn vader toe.
'Vader, wat scheelt u dat u zo bezorgd kijkt?'
'Er is niets aan de hand mijn zoon' antwoordde Arman zijn vader.
'Nee vader. Ik voel dat er iets aan de hand is dus vertel het mij?'
'De Mandalesiërs eisen dat wij voortaan veertig zilvermunten af zullen staan in plaats van twintig'
'Veertig zilvermunten?' vroeg Arman geschrokken. 'Hoe kunnen wij ooit tot veertig zilvermunten komen want wij zijn maar arbeiders en het land en de schapen vallen niet onder ons bezit dus hoe kunnen wij ooit tot veertig zilvermunten komen vader?' vroeg hij met grote ogen en zijn vader keek hem bezorgd aan.
'Wees niet bevreesd door angst mijn zoon en laat ons hopen dat er snel regen zal vallen zodat onze oogsten goed zullen zijn en komen zij terug dan zullen wij hopelijk genoeg hebben'
'Vader, zij behandelen ons onmenselijk. Begrijpen de Mandalesiërs soms niet dat wij armoedige mensen zijn?'
'Heersers kijken altijd neer op het volk mijn zoon en laat ons geen gevecht met hen uitlokken gelijk mijn oudste zoon wiens rebellie hem het leven liet. Laat ons werken voor onze heersers zonder een kwaad woord over hen te spreken'.
En zo bleven zij doorwerken toen de collectanten weer verschenen. Arman's vader overhandigde de flinke ruiter een zakje met munten. Hij woog deze een keek kwaad.
'Zit u ons te bespotten oude man?' riep hij kwaad. Arman's vader keek bang.
'Beste heren. Wij hebben hard gewerkt en zijn maar tot dertig munten geraakt. Vergeef ons hiervoor want regen bleef uit ons land'
'U bent een dwaas' riep de ruiter.
'Neem uwer woorden weg en spreek nooit meer zo tegen mijn vader' riep Arman. De ruiters keken hem aan en zij hielden handen op hen zwaarden. Arman's vader duwde snel Arman opzij.
'Heren negeer mijn zoon want hij weet niet tegen wie hij spreekt'
'Uwer zoon weet inderdaad niet wie hij doet uitdagen'
'Ik daag dieven uit' riep Arman. De flinke ruiter klom van zijn paard en trok zijn zwaard. Arman maakte snel van zijn handen twee stevige vuisten. Arman's vader viel voor de ruiter neer op zijn knieën en begon hem te smeken.
'O beste man. Laat mijn zoon ongemoeid want hij denkt zelden na voordat hij spreekt'. De ruiter bleef naar Arman kijken en spuugde toen op de grond waarna hij terug op zijn paard klom. De andere ruiter begon te spreken.
'U bent een dwaas oude man en ik zal mijn meester meedelen dat u niet genoeg munten kon verkrijgen'. En toen reden de ruiters aan. Arman bleef zijn vader aankijken.
'Wat nu vader? Wat zal er van ons komen?'. Zijn vader kwam overeind staan en hield zijn hand vast.
'Ken geen angst mijn zoon en zet je woede opzij, want zij zullen ons uitstel verlenen en ons de komende tijd niet meer lastig vallen' zei hij bemoedigend. Ook Lea stond langs Arman en zij hield zijn andere hand vast.
'Gaan zij onze thuis afpakken?' vroeg zei bang. Arman keek haar aan en tilde haar op.
'Zij zullen nooit onze thuis afpakken lieve zuster want ik ben jou grote broer en ik zal jou altijd veilig houden' zei hij. Lea moest lachen zij gaf Arman een kus op zijn wang.
'Mijn grote broer zal mij beschermen'
'Ik zal je altijd beschermen. Altijd' fluisterde Arman in haar oor.
Tijdens het avondmaal aten zij weinig want zij moesten voortaan flink bezuinigen. Lea at haar bord snel leeg en Arman gaf zijn bord aan haar.
'Nee grote broer. Eet jij maar want jij hoort sterk te blijven om ons te beschermen' zei ze. Arman kreeg een traan en liep snel naar buiten voordat zijn zusje zijn tranen kon zien. Hij ging op een waterput zitten en keek met een droevige blik naar de grond. Zijn vader kwam ook naar buiten en kwam langs hem zitten.
'Mijn zoon. Wat zit jou dwars?'

23-11-2011, 21:23


5:

'Waarom behandelen zij ons alsof wij honden zijn vader? Wij zijn mensen die hen gelijken zijn, maar zij kijken op ons neer en nemen alles van ons weg. Dit was ooit ons land en wij deden hier werken, maar nu werken wij voor hen en wij horen alles aan hen af te staan'
'Ik weet dat dit moeilijk is mijn zoon, maar zo werkt het leven. Wij zijn maar dienaren van onze heersers die veel land bezitten en grote rijkdommen en zodoende horen wij hen te bedienen. Dus wees geen rebel zoals mijn oudste zoon want zie hoe hij ten onder ging door zijn hoogmoed'
'Wat is hoogmoed vergeleken met eer, met gerechtigheid, vader?'
'Er heerst geen recht op de wereld mijn zoon en dit zal nooit veranderen voor ons. Zij die rijkdom bezitten zullen altijd over ons heersen en geen van ons zal hier iets tegen kunnen doen dus laat ons niet dwalen in hoogmoed en laat ons de dienaren blijven die wij zijn'. Arman droogde zijn tranen en knikte en zijn vader sloeg een arm om hem heen.
'Mijn zoon, waar was ik toch zonder jou en wat moest Lea zonder haar grote broer? Dus blijf bij ons mij zoon en ga nooit heen zolang wij nog hier zijn'
'Ik zal altijd bij jullie blijven vader' antwoordde Arman. Zijn vader glimlachte naar hem. En zo ging er een avond voorbij en de volgende avond lagen zij allen in een kamer te slapen. Lea sliep op een bed die Arman voor haar deed maken, maar Arman en zijn vader sliepen op de grond.
Opeens schrok Arman wakker. Hij kwam overeind en keek door een luikje naar buiten en hij zag alleen maar duisternis. Ook zijn vader werd wakker en keek Arman aan die naar buiten keek.
'Zoon, wat scheelt er?' vroeg zijn vader.
'Het is zo stil' antwoordde Arman al fluisterend.
'Dan kom slapen' zei zijn vader en opeens vloog de deur open. Mandalesiërs stormde naar binnen en enkele soldaten hielden brandende fakkels in hen handen. Lea schrok wakker en zij begon hard te schreeuwen. Ook Arman en zijn vader schrokken want alles gebeurde zo snel en er heerste al snel chaos. Armans vader werd aan zijn benen weggetrokken en één soldaat trok Lea van bed die om haar grote broer begon te schreeuwen. Arman sprong op de soldaat en sloeg hem weg waarna de soldaat neerviel. Toen doken twee andere soldaten op Arman en zij begonnen op hem in te slaan waardoor Arman neerviel. Toen hij op grond lag begonnen de soldaten tegen hem te schoppen en hij zag hoe zijn vader in een hoekje werd gedreven en daar in elkaar werd geslagen door drie soldaten. Ook Lea bleef door schreeuwen en Arman schreeuwde om zijn zusje.
'Arman... Arman, bescherm ons grote broer' riep zij terwijl zij bang op bed zat.
'Lea.... wees niet bang. Wees niet bang lieve zuster' riep Arman terwijl de soldaten hem bleven trappen. Zijn ogen werden rood en hij begon tranen te krijgen. Toen kwam de flinke collectant binnen die Arman eerder deed uitdagen. Hij hoorde Lea schreeuwen en sloeg haar hardhandig bewusteloos.
'Zwijg kind' riep hij. Lea kreeg zo'n harde klap dat zij van bed viel en bewusteloos langs Arman bleef liggen die ondertussen nog steeds getrapt werd. Arman zag zijn zusje langs hem vallen en hij begon hard te schreeuwen.
'LEAAAAAAAAAAAAAAAA' was tot in wijde omtrek te horen. Arman begon te huilen want hij zag ook hoe zijn vader een laatste klap tegen het hoofd kreeg en bewusteloos in elkaar zakte. Arman begon te snikken en veel speeksel verliet zijn mond.
'O vader.... o kleine zuster... waarom... waarom doen zij ons dit aan?' snikte hij terwijl de soldaten hem bleven slaan en schoppen. De flinke collectant kwam boven Arman staan.
'Dit is dus de hond die mij dief noemde? Hoe flink ben jij nu zonder jou vader?' lachte hij. Hij trok zijn broek uit en plaste over Arman heen, maar deze had alleen oog voor zijn zusje die vredig langs hem lag. De tranen rolde over zijn wangen en er leek geen stop aan zijn tranen te komen.
De soldaten moesten hard lachen om de collectant die over Arman deed plassen en daarna trok deze Arman aan zijn haren overeind.
'Kijk maar eens goed naar je familie, want weet dat zij as zullen worden' lachte hij.
'NEEEEEEEEEEEEEEEEE' riep Arman. Hij wist zoveel kracht te verzamelen dat hij zichzelf los wist te rukken en hij dook naar zusje en begon haar gelijk op haar gezicht te kussen.
'O kleine zuster. O mijn dierbare zuster wat hebben zij ons aangedaan' snikte hij, maar de soldaten doken weer op hem en trokken hem naar buiten.

23-11-2011, 21:24
6:

Buiten deden zij hem tegen de grond schoppen en de flinke collectant trok hem aan zijn haren overeind.
'Zie hoe je dierbaren aan hen einde zullen komen' lachte hij. De soldaten met de brandende fakkels staken de boerderij in brand en Arman moest toekijken hoe zijn vader en zusje in brand vlogen. Hij begon hard te schreeuwen en huilen en sinds die dag was hij getekend voor het leven want nooit had hij in zijn leven zoveel pijn gekend. Toen de boerderij as geworden was verkocht de flinke collectant Arman een flinke trap tegen zijn hoofd waardoor Arman zijwaarts in het zand viel en bewusteloos bleef liggen.
Uiteindelijk ontwaakte hij om te bemerken dat hij vastgebonden zat aan een kruis die de soldaten eerder deden plaatsen terwijl hij bewusteloos was. De soldaten stonden voor hem wijn te drinken.
Één van hen zag Arman ontwaken en maakte de andere daarop attent.
'Kijk, hij is wakker geworden' lachte hij. Hij nam zijn zweep en kwam voor Arman staan.
'Zie hier vuile Suriaan. Zie wat jou te wachten staat'. Hij nam zijn zweep stevig vast en verkocht Arman enkele zweepslagen, maar Arman hield zich sterk en hij had alleen oog voor de boerderij die inmiddels verdwenen was op enkele stenen na.
'Hij is sterk en laat zich niet kennen' lachte de soldaat die Arman sloeg. Toen kwam de collectant achter hem staan. Hij nam een flinke slok wijn en daarna de zweep over.
'Hij is hoogmoedig, maar ik zal deze Suriaan leren hoe wij hoogmoed bestraffen'. En deze ging als een beest tekeer tegen Arman wiens lichaam binnen korte tijd onder het bloed zat. Arman kon zich niet meer inhouden. Hij keek op naar de hemel en begon hard om verlossing te schreeuwen.
'Schreeuw maar hond, want niemand hoort jou geschreeuw aan' riep de collectant die maar niet ophield. Uiteindelijk kwam een soldaat te paard aangereden en deze keek kwaad. Hij stopte bij de groep en sprong van zijn paard af.
'Wat is hier allemaal aan de hand?' riep hij kwaad tegen de soldaten. De collectant hield op en keek hem aan.
'Wij leren deze vuile Suriaan een les' lachte hij.
'Zwijg!' riep de soldaat die aanzien had en de andere zwegen. 'Waar is zijn familie?' vroeg hij.
'As geworden' zei de collectant en hij wees met een glimlach naar waar de boerderij eerst stond. De sympathieke soldaat keek naar Arman en toen terug naar de groep.
'Heb jullie hem soms niet genoeg gestraft?'
'Hij bleef zich verzetten dus wij moesten hem wel een les leren' antwoordde de flinke collectant.
'Zwijg jij hond en ga allen heen' riep de sympathieke soldaat. De andere klommen met tegenzin op hen paarden en zij reden aan. De sympathieke soldaat bleef alleen met Arman achter die nog steeds aan de kruis hing en keek hem bezorgd aan.
'Arme kind. Alleen een wonder kan jou nog redden' zei hij waarna hij terug op zijn paard klom en aanreed.
En zo bleef Arman heel de nacht aan de kruis hangen terwijl het bloed over zijn lichaam liep en zijn voeten verliet om op aarde te landen. En toen werd het ochtend en raven begonnen cirkels over hem vliegen alsof zij zijn dood konden proeven. En de zon scheen flink en Arman droogde uit, maar toen doken er donkere wolken boven hem op en de regen stortte zich over hem uit en deze spoelde het bloed van zijn lichaam waarna er nog vele open wonden zichtbaar bleven die zijn lichaam verminkte. En zo werd het weer nacht en Arman hing nog steeds bewusteloos aan de kruis.
En toen werd het ochtend. Er kwam een kar voorbij die werd aangetrokken door een paard en de oude man die voorop zat hield de teugels vast. Hij keek opzij en zag Arman aan de kruis hangen en meteen liet hij zijn kar tot stop komen.
'Allemachtig wat zien mijn ogen nu?'. Hij klom van zijn kar en kwam voor Arman staan die aan de kruis hing en achter Arman zag hij nog het resterende van de boerderij.
'Wat heeft deze jongen gedaan dat hij zo moest sterven? Hoe kan één zo aan zijn einde komen? Nee, ik zal hem een eerlijke begrafenis geven al gaat dit mij veel moeite kosten want ik ben maar een zwakke man'. De oude man liep terug naar kar en zocht een schep, maar opeens hoorde hij Arman naar adem snakken. De man liet geschrokken zijn schep vallen en keek Arman aan.
'Hoe is dit mogelijk? Hij leeft nog' riep de oude man.

23-11-2011, 23:46
up up goed verhaal spanned, gruwelijk dramatisch

24-11-2011, 00:27
7:

Hij nam snel een kruik met water en liep ermee naar Arman. Hij wenste Arman een slok water te geven, maar Arman hing te hoog aan het kruis waardoor de oude man niet bij Arman kon komen.
'Kind, hoe kan ik jou water geven terwijl jij zo hoog hangt?'. De oude man moest nadenken en toen wist hij het. Hij liep naar zijn kar om een bijl te pakken en liep ermee terug naar het kruis. Hij keek Arman aan en zei:'Het spijt mij voor wat ik nu zal doen'. En hij begon de kruis te hakken alsof deze een boom was. Uiteindelijk brak het kruis aan de onderkant en Arman viel nog vastgebonden aan de kruis achterover neer in het zand. Toen hij neerviel steeg een flinke stofwolk op en Arman liet een harde kreet. De oude man doorstond de stofwolk en bood Arman snel water aan. Arman dronk een paar slokken, maar dit koste hem veel moeite en hij stikte er zelfs bijna in. De man bleef bij hem en hielp hem. Toen Arman genoeg had draaide hij zijn hoofd opzij. De oude man kon Arman nu goed zien en schrok van de vele wonden op zijn lichaam en gezicht.
'Kind, wat jij ook gedaan hebt in het leven, zo hoort niemand aan zijn einde te komen'. De oude man liep terug naar zijn kar om een dolk te pakken en sneed Arman los van het kruis. Toen nam hij zijn kar dichterbij en hij keer weer bezorgd naar Arman.
'Het spijt mij, maar ik zal jou weer veel pijn moeten doen'. Hij nam Arman bij zijn armen beet en trok hem met moeite op de kar en ondertussen schreeuwde Arman het uit van pijn doordat zijn vele open wonden uitrekte. De oude man kon zijn geschreeuw bijna niet meer aanhoren en hij was blij toen Arman eindelijk op zijn kar lag.

Hij bracht Arman naar zijn eigen boerderij en deed hem daar vervolgens vele maanden verzorgen totdat Arman weer op krachten kwam. Hij ontwaakte als een welp en hij zag er weer gezond en fit uit. Arman verliet voor het eerst in maanden zijn kamer en liep naar buiten waar hij de oude man zag die hij al kon omdat de man hem steeds aan bed deed verzorgen, maar nu liep Arman op eigen krachten en hij liep de oude man tegemoet die hem goed bekeek en naar hem lachte.
'Zie hoe goed je wonden genezen zijn alsof jij opnieuw geboren bent kind' zei hij.
'Hoe kan ik u ooit bedanken beste man? Had ik ik munten dan had ik u die gegeven'
'Nee! Ik wens geen munten te zien want een daad uit het hart is een daad uit liefde en liefde kent geen prijs' zei de oude man.
'Alsnog wens ik iets voor u te betekenen beste man'. De oude man wees naar zijn kleine boerderij.
'Al tijden droom ik ervan om mijn huis op te knappen, maar zie, ik ben maar een oude man die weinig kracht bezit'
'Dan spreek niet verder en laat mij uw woning opknappen want ik ben goed in bouwen' zei Arman. De oude man moet glimlachen.
'Wanneer jij weer op krachten bent dan zullen wij beginnen'
'Zoals u wenst beste man'. En nog geen week later begonnen zij zijn huis op te knappen en Arman luisterde graag naar de oude man die wijs was.
'Zij die teveel nadenken komen nooit vooruit jongen en daarom is het beter om altijd op zoek te gaan naar hetgeen jij verlangt door constant in beweging te blijven. Blijf bewegen, blijf zoeken en sta nooit stil in het leven, want sta jij stil dan raak jij achterop, maar loop nooit met de kudde mee. Dit zijn dwazen die bewegen zonder zichzelf af te vragen waarnaar zij op zoek zijn en zodoende vinden zij nooit hetgeen zij zoeken maar alsnog bewegen zij, dus wat zoeken zij?'
'Kunt u mij dat vertellen?'
'Zij zoeken een uitweg omdat zij onbewust meelopen in een kudde waar zij geen onderdeel van wensen te zijn en toch lopen zij mee. Het is hen hart die hen doet smeken om uit de kudde te komen, maar zij dwalen zo ver met hen kudde dat zij vergeten zijn om naar hen hart te luisteren. Jij bent hier in mijn huis en hier ben jij vrij dus leer nu om naar jou hart te luisteren en laat er altijd een verbond zijn tussen je gedachte en hart. Doe jij dit dan komt het met jou wel goed want zie ik jou dan zie ik iemand die op iets groots staat te wachten, maar dit is allemaal aan jou om te ontdekken wanneer jij van hier gaat'
'Maar ik heb daar in de wereld niets te zoeken beste man'
'Dat heb jij wel jongen. Jij bent jong, sterk, dus blijf hier niet hangen maar trek eropuit. Toon jezelf aan de wereld en buig nooit voor het kwaad, maar blijf altijd rechtop staan en schenk aan een ieder in nood hulp zoals ik ook jou deed helpen toen jij aan een kruis hing. Jij hebt pijn geleden en weet dat er nog velen op de wereld bestaan die gelijke pijn voelen en wie bestaat er voor hen om hen te helpen? Negeer dus nooit degene die om hulp smeken, want zij hebben niemand zoals ook jij niemand had was ik niet gekomen om jou te redden'
'U heeft gelijk beste man. Ik zal een vriend voor de mens in nood zijn en wensen zij hulp dan zal ik hen mij hulp aanbieden, maar weet dat ik weinig verstand bezit'
'Nee jongen, want wat is verstand? Zij die rijkdom bezitten roepen dat zij verstand hebben, maar zij bezitten geen verstand. Jij jongen. Jij bezit liefde want jou hart is zuiver en daarin zit meer verstand dan jij verwerken kunt. Dus weet dat jij hen rijkdommen zult overstijgen wanneer jij in de wereld komt door juist afstand te nemen van rijkdom. Ga nooit achter munten aan want dit maakt van een mens een dier die aan het jagen is en onderweg zal hij concurrenten uit de weg ruimen en dit omdat er geen eer meer in hem zit. Deze verliezen zichzelf aan hen jacht en zij gaan geloven dat zij geboren zijn om te jagen. Dus laat hen maar jagen en bestudeer hen handelingen van een afstand. Leer hoe zij bewegen en jij zult daarna altijd enkele stappen voor hen staan en vang hen op en leer hen om een andere pad te kiezen. Doe hen beseffen dat zij verkeerd leven en dit zodat jou land ooit op een dag weer stralen zal zonder bemoeienis van hebzuchtige heersers die alles opeisen. Dit is een wijze les voor jou jongen en hier laat ik het bij, want de wereld is aan jou om te ontdekken'

24-11-2011, 01:18
8:

Arman bleef nog enkele weken bij de oude man die hem nog wijze lessen gaf over het leven. Zo zat hij op de stam van een afgehakte boom en keek op naar de hemel. De man kwam langs hem zitten.
'Wat bestaat daarboven?' vroeg Arman en hij wees naar de sterren.
'Daarboven is geen zorg voor mens wanneer mens genoeg problemen op de wereld kent. Wees hier met jou gedachte en nooit daarboven want daarboven hangen zij die kunnen dromen, maar wij zijn geen dromers omdat wij sterfelijk zijn en geen tijd hebben om te dromen en daarom leer ik jou dat jij altijd in beweging hoort te zijn'
'Maar is hoop dan soms geen droom?' vroeg Arman.
'Is het hoop wat jij zoekt dan zul jij hoop vinden zonder dat jij erover hoeft te dromen. De wereld is aan jou jongen en laat niemand jou iets anders wijsmaken. Dit is jou wereld dus neem en geef wat jij teveel hebt zodat ook zij genoeg zullen hebben van hetgeen jij hen doet schenken'
'Maar wat hoor ik hen te schenken?'
'Wijsheid, kennis, liefde, vrede. Dit zul jij aan hen schenken want er zit geen haat in jou dus verwacht niet dat jij met haat binnen hen wereld zult treden. Wees wie jij bent en laat de mens weten wie jij bent en ben jij zoals jij nu bent dan zal mens jou lief gaan hebben voor wie jij bent'
'Maar wat als zij mij niet wensen aan te horen?'
'Zoeken zij waarheid dan zullen zij tot jou komen en zoeken zij geen waarheid dan zullen zij zich van jou doen afkeren en meer hoef jij nu niet te weten, maar pas op voor de leiders van de wereld en hen spinnenweb, want daarin zat jij vast voordat ik jou leven deed redden. Zie, jij verblijft al maanden in mijn huis en hoeveel collectanten zijn hier gekomen?'
'Ik heb er geen gezien beste man'
'En dit komt omdat ik niet in een spinnenweb leef. En dit is juist wat zij doen op de wereld. Zij leven in een spinnenweb zonder hiervan besef te hebben omdat zij de spin nooit zien en weet dat alleen de spin overzicht heeft. Dus kom jij hen wereld binnen raak dan nooit verstrikt in hen spinnenweb maar loop daar omheen en bestudeer deze zodat jij weet hoe jij hen spinnenweb kunt afbreken'
'U verteld mij wijsheid wat ik niet verwerken kan'
'Nee jongen. Jij verwerkt mijn wijsheid niet omdat jij hier stilzit, maar nog enkele dagen en dan stuur ik jou weg van hier, want daarbuiten heb jij een taak te vervullen en een stem heeft dit tegen mij gesproken dus weet dat jij heen zult gaan. En ik weet niet wat jou te wachten staat maar weet dat iemand over jou doet waken'
Na enkele dagen was het zover en Arman nam afscheid van de man die hem een zak met eten en water gaf.
'Wees veilig jongen' zei hij.
'Ik zal u nooit vergeten beste man' zei Arman. Hij trok verder en reisde door zijn land. Hij deed in het begin kleine vestigingen aan en deed daar werken voor onderdak en voedsel en hij luisterde in het begin aandachtig naar de mannen die hij mee hielp. En daarna begon ook hij te spreken en de mannen hoorde hem aan en hoe meer hij sprak des te meer mensen naar hem kwamen luisteren. En zo trok Arman verder naar grote vestigingen en ook daar deed hij werken voor onderdak en voedsel en nooit nam hij een munt aan. Toen bereikte hij Saliha, een klein vissersdorp.
Hij liep over een kleine plein en waste zijn gezicht bij een waterput. Toen hoorde hij opeens een mooie stem zingen. Haar mooie stem was een geschenk en hij was nieuwsgierig naar haar geworden en zo liep hij een stuk verder waar hij haar zag staan met enkele vrouwen onder een boom waar zij kleding deden wassen. Hij zag haar staan en zijn hart vatte vlam want niet alleen haar gezang was mooi maar ook zij die als Ayara door het leven ging was een beeldschone jongedame. Hij deed zich zetten op een muurtje en bleef haar van een afstand bekijken terwijl zij verder zong.
'Hoeveel levens nog voordat hij komen zal? Hoeveel levens nog voordat ik liefde en vreugde voelen zal? Ben ik soms te min om bemind te worden in het leven dat mij geschonken is? Ben ik er één die voor altijd alleen zal blijven en moet mijn hart hierom lijden? Dan weet dat ik zijn komst nooit zal vermijden want komt hij hier dan komt hij voor mij en hij zal mij dragen uit duisternis en zijn liefde zal mij het licht tonen dus weet dat ik zijn liefde al eeuwen mis'. De oudere vrouwen langs haar keken naar haar met een glimlach.
'Dromen zijn jou te zoet geworden Ayara' lachte zij. Ayara glimlachte terug en nam haar kleren in een mand.
'Ik weet dat hij komen zal' zei ze.
'Arme kind. Zij heeft koorts' zei één van de vrouwen waarna de andere begonnen te lachen. Ayara nam haar mand van de grond en toen zij opkeek zag zij Arman naar haar kijken. En opeens leek het alsof de tijd stilstond. Zij keek hem aan, hij keek haar aan, en meer zagen zij niet behalve elkaar. En toen schrokken zij wakker. Ayara liep aan maar zij keek steeds achterom naar Arman die bleef staan en uiteindelijk verdween zij uit zicht.

24-11-2011, 04:50
up up
je hebt talent

24-11-2011, 22:14
9:

Arman liep langs een oever en zag daar een visserman zijn netten uit de knoop halen.
'Beste visserman, laat mij uw netten uit de knoop halen'. De visserman keek hem aan.
'Het spijt me jongen maar ik bezit geen munten'
'Ik accepteer geen munten want mijn diensten komen uit mijn hart dus laat mij u assisteren'
'Wie op de wereld accepteert er geen munten?' vroeg de visserman.
'Munten zijn bedrog en een lust voor het oog' antwoordde Arman.
'Maar toch moeten wij zien te overleven is het niet?'
'Daar heeft u gelijk in beste visserman, maar ik leef alleen vanuit mijn diensten'
'Maar hoe kunnen wij overleven door geen munten voor onze diensten te vragen?'
'Er zit geen waarde in munten, maar het is de mens die doet geloven dat er waarde in munten zit en zie hoe de zielen zich overgeven aan rijkdom omdat zij bedrogen worden door zilver en goud en waar staan wij als mens nog wanneer zilver en goud boven ons zal staan?'
'Wat een gedachte, maar bezit jij nog realiteit of zie jij niet hoe de wereld werkt?'
'Geen dag op aarde blijft gelijk en wie nu heerst zal vallen voor een andere heerser, maar wanneer er gelijke heersers blijven opstaan dan leven wij in een toneelspel wiens doek ooit zal vallen zodat geen slechte heerser nog over ons heersen zal' zei Arman. De visserman moest lachen.
'Ben jij goed met netten?'
'Ik ben goed met knopen want ik ontdoe ze voor iedereen die mijn diensten aanneemt'. Arman hielp de visserman.
'Weet beste man dat het leven uit knopen bestaat en wiens geest geen verlichting kent die zit in de knoop. Dus sta altijd klaar om andere hulp aan te bieden zoals ook ik hier ben om u te assisteren en uw knopen te ontdoen'
'Maar jij spreekt over een geest en wat heeft mijn net met mijn geest te maken?'
'Uw geest is een doolhof gelijk uwer net al ziet u dit niet, maar weet dat u in uwer hoofd op zoek bent naar een weg uit'
'En waar wens ik uit te komen jongen?'
'U wenst uit uw lichaam te komen om zo de wereld die onze ogen doet bedriegen te verlaten'
'Is het leven op aarde soms niet alles?'
'Alleen voor degene die geloven dat zij vlees en botten zijn, maar weet dat uwer geest uwer lichaam doet bewegen dus laat uwer lichaam nooit over uwer geest winnen'
'Maar hoe dan jongen?'
'Door nooit achter uwer ogen aan te lopen want weet dat deze u doen bedriegen. Zie dat het leven gelijk een spel is. Zie de mens concurreren en zie goed tegen slecht vechten. Is dit soms geen spel beste visserman?'
'Maar waar heerst dan nog waarheid?'
'In uwer hart want daar zult u kennis, vrede, geluk en liefde vinden en alleen deze bestaan uit waarheid en wat aarde ons in onze ogen doet schijnen is bedrog dus keer nooit naar vals licht, maar blijf altijd in uwer licht staan en laat geen aardse licht uwer licht bevlekken want weet dat de wereld ons veel bedrog doet schenken als licht, maar licht is het niet'
'Jij bent een prediker?'
'Nee beste man. Ik ben een wezen op doorgang en wil mijn geluk beproeven voordat ik heenga'
'Waar zul jij dan geluk vinden op de wereld aangezien alles bedrog is?'
'U doet uwer zelf alleen bedriegen wanneer u nooit naar uwer hart zult luisteren, maar doet u wel naar uwer hart luisteren dan zult u aanschouwen hoe transparant bedrog is. Dan zult door de vele leugens kijken die zich door aarde verspreiden voor mens om erin te trappen gelijk een val waarin zij vastraken gelijk een insect in een ingewikkelde spinnenweb'. De visserman keek Arman aan en verbaasde zich over zijn woorden zo groeide ook zijn respect voor Arman.
'Dit zijn krachtige woorden en alsnog spreekt u kalm en nadenken hoeft u niet. Kom met mij mee zodat ook mijn vrienden u zullen aanhoren en u zult met ons aan tafel zitten gelijk wij broederen van elkaar zijn'. Arman ging mee naar zijn vrienden en zij aten samen en daarna sprak Arman de mannen toe waarvan vele vissers waren. Zij zaten om hem heen en keken hem aandachtig aan.
'Wij zijn Surianen en dit is ons verbond dus breek geen zegel zodat wij als Surianen samen zullen zijn om een muur te vormen tegen al het kwaad dat Suria binnensluipt. Zie hoe de Mandalesiërs als parasieten ons land in verderf brengen en onze vrouwen en kinderen in honger laten en staan wij hier tegen op dan slaan zij ons neer. Maar ik zeg u heren dat dit uwer wateren en vissen zijn en niet die van de Mandalesiërs die als koningen door onze steden paraderen dus waarom doet ulieden geloven dat u belastingen hoort af te staan aan valse heersers die land opeisen wat nooit aan hen geschonken was, want land is van het volk en geen heerser waar ook ter wereld mag land opeisen want wij mensen zijn allen gelijken van elkaar en aarde is ons gezamenlijk geschonken. Doet er één op een troon zitten dan is het hebzucht, rijkdom en legers die hem daar doen zitten. Hoe lang nog blijven wij zulke heersers bedienen? Hoe lang nog voordat er er één onder ons opstaat om alle valse wetten te verbranden zodat wij in rust kunnen leven? Hoe lang nog beste heren?'. De vissers begonnen te juichen en al snel deden meer mensen zich erbij voegen en zo ook Ayara met twee vriendinnen. Zij keken van een afstand mee. Arman wees een visser aan die voor hem zat.
'Wanneer u volle netten vis vangt en hier heel de dag voor hebt moeten werken, wie ben ik dan om ook maar een munt over uw winst te vragen? Dit maakt van mij een dief want ik heb u geen boot, noch nieuwe netten geschonken, dus wie ben ik om ook maar één munt aan u te vragen en dit als zogenaamde belasting? De Mandalesiërs schenken u niets en toch blijven zij uwer vestigingen aandoen om belastingen te eisen, dan zeg voortaan nee! Zeg nee tegen hen en vragen zijn waarom, zeg hen dan:'Wat doen jullie voor ons dat wij ook maar iets terug hoeven te doen voor jullie?'. Hij sprak de mannen en vrouwen moed in en zij deden zich steeds verbazen over zijn uitspraken, want hij sprak zonder angst en zij sloegen veel kennis op want hij deed hen alles gemakkelijk uitleggen.
'Ik zie hier een vestiging die Suriana als parel zal zijn. Zoveel wateren, zoveel vissen, zoveel vruchtbare landen, maar waar is jullie rijkdom. Jullie allen zijn arme lieden en voor wat? Jullie zijn de arbeiders. Ulieden doet ploegen, u doet vangen en u doet zaaien en u doet oogsten, dus waar is jullie rijkdom? Ik zie arme lieden voor mij die allen zwoegen om te overleven maar zie ik uw land dan horen jullie hierin als koningen te leven want jullie wonen op ontelbare rijkdommen, maar alleen de Mandalesiërs profiteren hiervan omdat jullie angst voor hen legers kennen, dan weet dat zij fortuin soldaten zijn die zonder hart strijden en van corruptie zijn zij niet vies. Dan laat ons deze tegen elkaar uitspelen. Laat ons uwer vestigingen genezen zodat jullie allen geen leed meer zullen kennen. Laat ons een verbond sluiten die wij niet zullen breken voordat wij Suriana terug nemen als rechtmatige eigenaren'

24-11-2011, 22:21
Weer een mooi stuk.Ben wel benieuwd wat je heeft geïnspireerd zo'n verhaal te schrijven

24-11-2011, 22:23


check je hoekje

25-11-2011, 09:52
Uppa! nieuwe fan.
Mooie vervolgen! Ga zo doorr.