1#
Zelfverzekerd liep ik de deur uit. Niemand thuis had gezien hoe ik de deur uitging. Maargoed ook. Ze zouden zich doodschrikken. Een legging, kort blousje en een hoofddoekje die meer bedoeld was voor de sier. Om mijn ongekamde haar te verbergen. Meer niet. Soms zie ik niet moslima’s zich beter kleden dan mij, maar dat deert mij niet. Het enigste waar het om draait is dat ik er het best uit moet zien. Alle aandacht moet op mij gericht zijn. Op mijn strak ingepakte achterwerk en dunne taille. Hoe strakker hoe verleidelijker en hoe korter hoe beter. Lopend richting de station spoot ik voor de twaalfde keer wat sterke parfum op. Ik was scherp en lette op alle blikken die naar mij werden geworpen. Vandaag ging ik niet naar school. Mijn ouders denken dat ik op school ben, maar ik heb andere plannen. Samen met Miriam ga ik naar Rotterdam. Daar zou ze iemand voor me ''regelen''.Het begon allemaal een week geleden.. Miriam is negentien jaar en twee jaar ouder dan mij. Ik zag haar als ideaal voorbeeld. Een prachtige dame met een prachtig figuur. Ze kreeg veel mannelijk aandacht en had ook veel contact met jongens. Toen ik haar vertelde dat ik nog nooit een relatie heb gehad, schrok ze. ‘’Zo een lekkerding als jou nog nooit een vriend gehad? Ben je gek in je hoofd? Leef je in een grot ofzo?.’’ Zei ze lachend. ‘’Ssst! Je praat echt hard. Niet iedereen hoeft dat te weten.’’ Fluisterde ik. ‘’Arme ziel.. Ik zal je wel verlossen van je hopeloosheid. Ik kan zo iemand voor je regelen’’. Er verscheen een brede glimlach op mijn gezicht. Ik twijfelde geen seconde en gaf haar een hand. Ze pakte mijn hand vast en liep met me de linkerpad op. Ik liet haar los en bewandelde vrolijk deze pad. Niet wetend wat me nog te wachten stond.
‘’Heey mop, hoe is het’’ zei Miriam luidruchtig. Als krijsend en lachen liepen we door richting onze perron. De trein zou pas over een half uur aankomen. We besloten plaats te nemen op een bankje vlak bij de perron. Miriam pakte haar felroze lipgloss en bracht een dik laagje aan op haar volle lippen. Ze keek me ondeugend aan en tuitte haar lippen. Ik pakte lachend het potje uit haar handen en maakte er ook gebruik van. Terwijl ik bezig was met het bekliederen van mijn lippen liep er een vrouw langs met een gewaad aan. Een lang en wijd kledingstuk. Ze keek me teleurstellend aan met haar prachtige grote ogen. Ze straalde noor en rust uit. Even stond mijn gedachte stil. Ik voelde de diepe schaamte opkomen. Waar ben ik eigenlijk mee bezig? Is dit wel wat ik wil? Stilletjes en vol schaamte gaf ik de lipglos terug. ‘’Zij is zeker schijnheilig’’ zei Miriam verafschuwd. ‘’Je moet niet denken dat als iemand zoiets draagt, ze meteen een goed meisje is. Ken je Saloua? Die ene die ook zulke kleding draagt? Wollah ze is zo..’’. Ik hoorde haar niet meer. Ik voelde me zo vreselijk schuldig. Ik kon wel huilen. Ik keek naar mijn benen waarvan de huid bijna zichtbaar was en nam een diepe zucht. Het leek erop dat Miriam wist waar ik aan dacht. Ze probeerde me in te praten met de woorden van de saytaan. Even leek het alsof de saytaan sprak en niet zij. ‘’Je ziet er echt super uit weetje dat? Samira?’’ zei Miriam vragend. Op het moment dat ik wilde antwoorden, liep er een jongen op ons af. Hij zag er goed uit en had een mooie uitstraling. Toen hij ons groette voelde ik dat mijn gedachtes veranderde. Ik stopte de schuldgevoelens en schaamte weg. ‘’Dames, waar gaat de reis heen?’’. Ik lachte zo lief en verleidelijk mogelijk. Ik was bang dat hij mij niet zou zien staan, maar voor Miriam zou gaan. Aan het einde van de gesprek toen de trein aankwam, vroeg hij mijn nummer. ‘’Heb je nummer of ping?’’ vroeg hij zachtjes. Ik voelde me zo goed. Zo zelfverzekerd en zo gelukkig. Ik kreeg het zelfs warm. Miriam was al naar de trein gelopen en riep me. Ik stond op en wilde weglopen, maar hij liet me niet gaan. Hij drong aan en zwoor dat als ik geen nummer zou geven hij me overal zou zoeken. ‘’Doe het nou maar dan ben je van hem af’’ zei een stemmetje in mijn hoofd. Niet wetend dat de influisteringen van de saytaan me constant liet beslissen. Ik liep richting Miriam die me geïrriteerd aankeek.’’ Maakte je trouwplannen ofzo?’’ . Zonder hierop te reageren liep ik huppelend de trein in.
Bbzzzt Bzzzt. Het was mijn telefoon. Iemand belde me. Tot mijn schrik zag ik dat het school was die belde. Mijn hart bonsde in mijn keel..