Marokkaans brood
ingrediënten:
voor 3 broden
3 tl gedroogde gist
375 ml lauw water
410 gr. bloem [van gewone of harde tarwe, liefst ongebleekt]
200 gr. volkorenmeel
125 ml lauwe melk
2 el polenta
1 el anijszaad, geroosterd sesamzaak, zwart sesamzaad of grof zout [om te bestrooien]
Los de gist op in 125 ml van het lauwe water. Zeef de bloem, het meel en 1 + 1/2 theelepel zout in een grote kom en maak in het midden een kuiltje. Giet hierin het gistmengsel, het restant water en de melk erin en roer er genoeg van het bloem/meelmengsel door om een dun beslag te vormen. Dek de kom af met een doek en laat het geheel 15 minuten staan tot er bellen ontstaan.
Roer de rest van het bloem/meelmengsel geleidelijk door het beslag. Meng alles dan met uw handen tot een zacht deeg en voeg indien nodig extra water toe. Kneed het deeg 10 minuten op een met bloem bestoven werkblad tot het deeg glad en elastisch is en het terugveert als u er op drukt. Kneed er wat extra bloem door als het deeg en enkele minuten kneden nog kleverig is.
Het deeg hoeft maar 1 keer te rijzen. Verdeel het in drie stukken en vorm van elk stuk een bal. Rol die op een met bloem bestoven werkblad uit tot cirkels met een doorsnede van 23 centimeter [of 26 centimeter voor plattere broden].
Zeef de polenta boven de bakplaten en leg de deegcirkels erop. Vorm ze indien nodig opnieuw. Bestrijk de bovenkanten licht met water en bestrooi ze met de zaadjes of het zout; druk alles iets aan. Dek de broden af met theedoeken en laat ze op een warme, tochvrije plaats 1 uur rijzen. Het brood is genoeg gerezen als er een kuiltje in het deeg achterblijft als u er licht op drukt.
Verwarm tijdens het rijzen de oven voor op 220°C (gasstand 7). Prik de broden vlak voor het bakken meermaals in met een vork. Bak de broden 12-15 minuten tot ze goudbruin zijn en hol klinken als u tegen de onderkant klopt. Laat ze afkoelen op een rooster. Serveer de broden in punten en eet ze nog dezelfde dag. Restjes kunnen worden ingevroren.