PsvBlood
03-09-2011, 16:33
In de voorafgaande hoofdstukken hebben we gezien dat het voornaamste verschil tussen de gelovigen en de ongelovigen het bewustzijn van Allah’s oneindige Macht is. We hebben ook besproken dat een gelovige die zich bewust is van het bestaan van Allah en zijn hele leven moet oriënteren op het verkrijgen van de goedkeuring van Allah.
Een van de meest veelbetekende eigenschappen van iemand die de macht van Allah waardeert en aldus al zijn daden erop richt om Zijn zegeningen te mogen verdienen, bevrijdt zichzelf van alle andere wezens naast Allah. Door zijn leven te richten op Zijn goedkeuring en een dienaar voor Hem te zijn, ontwikkelt hij een ander inzicht in het heelal, waarvan hij weet dat deze geschapen en beheerst wordt door Allah. Aangezien hij Allah als de Enige God beschouwt, verliezen de onechte goden om hem heen hun betekenis.
In de Qur’an wordt dit onderwerp benadrukt in het verhaal van Profeet Ibrahiem :
“En vertel (O Mohammed) in het Boek over Ibrahiem: hij was waarheidsgetrouw, een Profeet. (Gedenk) toen hij tot zijn vader zei: ‘O vader, waarom aanbidt u iets dat niet hoort en niet ziet en u niets baat?’” (Soera Maryam: 41-42)
Aangezien een gelovige alleen de tevredenheid van Allah probeert te verkrijgen en zijn smeekbedes alleen tot Hem richt, is hij onafhankelijk geworden van alle andere geschapen wezens. Hij voelt geen behoefte om te proberen de tevredenheid van andere mensen te verkrijgen en hij vestigt zijn hoop niet op iemand anders dan Allah. Het bereiken van de ware vrijheid is in feite alleen mogelijk door een volledig inzicht hierin te hebben en zich naar Allah te keren.
De levens van degenen die een gebrek aan echt geloof hebben zijn onderdanig aan ontelbare goden. Zulke mensen wijden hun hele leven aan het verwerven van de goedkeuring van vele mensen en wanneer zij hulp zoeken, zoeken zij dit bij mensen. In werkelijkheid zijn de wezens die de ongelovige in gedachten aanbidt slechts zwakke ‘dienaren’, net zoals hijzelf. Deze wezens kunnen zijn verlangens verreweg niet vervullen, en hem zeker niet redden. Er is geen twijfel aan dat de dood het meest duidelijke feit is die onthult dat deze afgoden op geen enkele manier behulpzaam kunnen zijn. Het zou echter te laat zijn om te wachten op de dood alvorens de denkbeeldige natuur van deze goden in te zien. De impasse die deze mensen onder ogen moeten komen wordt in de Qur’an als volgt beschreven:
“En zij nemen naast Allah goden in de hoop dat zij geholpen zullen worden. Zij zijn niet in staat om hen te helpen, en zij (de veelgodenaanbidders) zijn voor hen een leger dat wordt voorgeleid.” (Soera Ya Sin: 74-75)
Ongelovigen baseren hun leven op deze verdraaide beredenering. Hieruit blijkt een ander belangrijk verschil tussen gelovigen en ongelovigen: gelovigen nemen alleen de criteria als leiding die Allah voor ze heeft bepaald. Ze gehoorzamen de bevelen van de Qur’an, het rechtvaardige Boek en de Soenna van de Profeet (saas). Hun religie is de Islaam, welke tot in detail in de Qur’an is uitgelegd en aan ons getoond is door het voorbeeldige leven van de Profeet (saas).
Mensen die zich in hun leven niet bewust zijn van Allah, zullen zeker eerder de criteria accepteren die de denkbeeldige goden voorschrijven, dan de criteria die Allah uiteengezet heeft. Hun religie is polytheïstisch, terwijl de Islam de enige en onveranderlijke wet van Allah is. De mensen hebben verschillende tegenstrijdige regels en doelen die door de maatschappij zijn opgelegd. Zo nemen de polytheïstische religies die zij volgen verschillende vormen aan.
Sommige doelen op geld en macht, terwijl andere zich richten op een prestigieuze en invloedrijke status. Sommige streven ernaar om een goede echtgenoot(e) te vinden en een gelukkig gezinsleven te hebben. Deze diversiteit die verschillende levensstijlen en ‘religies’ met zich mee brengt, is in feite gebaseerd op het gebrek om het bestaan van Allah en Zijn grenzen in te zien.
De mens is er echter van nature toe geneigd om op Allah te vertrouwen en een dienaar voor Hem te zijn. Doordat hij niet in staat is zijn oneindige behoeftes en verlangens te vervullen, richt hij zich alleen tot Allah. Overeenkomstig is de mens van nature geneigd Allah als zijn Heer te erkennen:
“Wend dan jouw aangezicht (O Mohammed) naar de godsdienst als een Hanif. (Volg) de natuurlijke aanleg, die Allah in de mens geschapen heeft. Er is geen verandering in de schepping van Allah. Dat is de juiste godsdienst, maar de meeste mensen weten het niet.” (Soera ar Roem: 30)
Een oprechte gelovige die niet gegrepen wordt door de slechte verlangens van zijn ziel maar die gelooft in Allah, leert hoe hij zichzelf moet gedragen in zijn leven door het boek dat geopenbaard is door Allah en door de Profeten als rolmodellen te nemen. Het leven van een gelovige is geheel anders dan dat van een ongelovige. Daarnaast leert een gelovige de feiten waarvan ongelovigen zich niet bewust zijn uit de Qur’an en de Soennah van de Profeet (saas). Allah heeft bijvoorbeeld het goede nieuws gegeven dat Hij redding zal geven aan degene die zijn plicht aan Allah nakomt:
“....Dat is waartoe jullie gemaand worden, (voor) wie gelooft in Allah en in de Laatste dag. En wie Allah vreest, die zal Hij een oplossing geven. En Hij voorziet hem van waar hij het niet verwacht en (voor) wie op Allah vertrouwt, is Hij voldoende. Voorwaar, Allah voert Zijn zaak uit. Waarlijk, Allah heeft voor alle zaken een maatgeving bepaald.” (Soera at Talaq: 2-3)
Een gelovige die de macht van Allah erkent zal zijn leven aan Hem toewijden, omdat hij weet dat Allah genoeg zal zijn voor ‘ieder die in Hem vertrouwt’. Dit wordt uitgedrukt in het volgende vers:
“Hij (Ya’qoeb) zei: ‘O Mijn zonen, ga niet door één poort naar binnen, maar ga door verschillende poorten naar binnen. Ik kan niets voor jullie doen tegen (de Wil van) Allah, het oordeel is slechts aan Allah. Op Hem heb ik mijn vertrouwen gesteld. En laten zij die vertrouwen hebben, op Hem hun vertrouwen stellen.’” (Soera Yoesoef: 67)
Een van de meest veelbetekende eigenschappen van iemand die de macht van Allah waardeert en aldus al zijn daden erop richt om Zijn zegeningen te mogen verdienen, bevrijdt zichzelf van alle andere wezens naast Allah. Door zijn leven te richten op Zijn goedkeuring en een dienaar voor Hem te zijn, ontwikkelt hij een ander inzicht in het heelal, waarvan hij weet dat deze geschapen en beheerst wordt door Allah. Aangezien hij Allah als de Enige God beschouwt, verliezen de onechte goden om hem heen hun betekenis.
In de Qur’an wordt dit onderwerp benadrukt in het verhaal van Profeet Ibrahiem
“En vertel (O Mohammed) in het Boek over Ibrahiem: hij was waarheidsgetrouw, een Profeet. (Gedenk) toen hij tot zijn vader zei: ‘O vader, waarom aanbidt u iets dat niet hoort en niet ziet en u niets baat?’” (Soera Maryam: 41-42)
Aangezien een gelovige alleen de tevredenheid van Allah probeert te verkrijgen en zijn smeekbedes alleen tot Hem richt, is hij onafhankelijk geworden van alle andere geschapen wezens. Hij voelt geen behoefte om te proberen de tevredenheid van andere mensen te verkrijgen en hij vestigt zijn hoop niet op iemand anders dan Allah. Het bereiken van de ware vrijheid is in feite alleen mogelijk door een volledig inzicht hierin te hebben en zich naar Allah te keren.
De levens van degenen die een gebrek aan echt geloof hebben zijn onderdanig aan ontelbare goden. Zulke mensen wijden hun hele leven aan het verwerven van de goedkeuring van vele mensen en wanneer zij hulp zoeken, zoeken zij dit bij mensen. In werkelijkheid zijn de wezens die de ongelovige in gedachten aanbidt slechts zwakke ‘dienaren’, net zoals hijzelf. Deze wezens kunnen zijn verlangens verreweg niet vervullen, en hem zeker niet redden. Er is geen twijfel aan dat de dood het meest duidelijke feit is die onthult dat deze afgoden op geen enkele manier behulpzaam kunnen zijn. Het zou echter te laat zijn om te wachten op de dood alvorens de denkbeeldige natuur van deze goden in te zien. De impasse die deze mensen onder ogen moeten komen wordt in de Qur’an als volgt beschreven:
“En zij nemen naast Allah goden in de hoop dat zij geholpen zullen worden. Zij zijn niet in staat om hen te helpen, en zij (de veelgodenaanbidders) zijn voor hen een leger dat wordt voorgeleid.” (Soera Ya Sin: 74-75)
Ongelovigen baseren hun leven op deze verdraaide beredenering. Hieruit blijkt een ander belangrijk verschil tussen gelovigen en ongelovigen: gelovigen nemen alleen de criteria als leiding die Allah voor ze heeft bepaald. Ze gehoorzamen de bevelen van de Qur’an, het rechtvaardige Boek en de Soenna van de Profeet (saas). Hun religie is de Islaam, welke tot in detail in de Qur’an is uitgelegd en aan ons getoond is door het voorbeeldige leven van de Profeet (saas).
Mensen die zich in hun leven niet bewust zijn van Allah, zullen zeker eerder de criteria accepteren die de denkbeeldige goden voorschrijven, dan de criteria die Allah uiteengezet heeft. Hun religie is polytheïstisch, terwijl de Islam de enige en onveranderlijke wet van Allah is. De mensen hebben verschillende tegenstrijdige regels en doelen die door de maatschappij zijn opgelegd. Zo nemen de polytheïstische religies die zij volgen verschillende vormen aan.
Sommige doelen op geld en macht, terwijl andere zich richten op een prestigieuze en invloedrijke status. Sommige streven ernaar om een goede echtgenoot(e) te vinden en een gelukkig gezinsleven te hebben. Deze diversiteit die verschillende levensstijlen en ‘religies’ met zich mee brengt, is in feite gebaseerd op het gebrek om het bestaan van Allah en Zijn grenzen in te zien.
De mens is er echter van nature toe geneigd om op Allah te vertrouwen en een dienaar voor Hem te zijn. Doordat hij niet in staat is zijn oneindige behoeftes en verlangens te vervullen, richt hij zich alleen tot Allah. Overeenkomstig is de mens van nature geneigd Allah als zijn Heer te erkennen:
“Wend dan jouw aangezicht (O Mohammed) naar de godsdienst als een Hanif. (Volg) de natuurlijke aanleg, die Allah in de mens geschapen heeft. Er is geen verandering in de schepping van Allah. Dat is de juiste godsdienst, maar de meeste mensen weten het niet.” (Soera ar Roem: 30)
Een oprechte gelovige die niet gegrepen wordt door de slechte verlangens van zijn ziel maar die gelooft in Allah, leert hoe hij zichzelf moet gedragen in zijn leven door het boek dat geopenbaard is door Allah en door de Profeten als rolmodellen te nemen. Het leven van een gelovige is geheel anders dan dat van een ongelovige. Daarnaast leert een gelovige de feiten waarvan ongelovigen zich niet bewust zijn uit de Qur’an en de Soennah van de Profeet (saas). Allah heeft bijvoorbeeld het goede nieuws gegeven dat Hij redding zal geven aan degene die zijn plicht aan Allah nakomt:
“....Dat is waartoe jullie gemaand worden, (voor) wie gelooft in Allah en in de Laatste dag. En wie Allah vreest, die zal Hij een oplossing geven. En Hij voorziet hem van waar hij het niet verwacht en (voor) wie op Allah vertrouwt, is Hij voldoende. Voorwaar, Allah voert Zijn zaak uit. Waarlijk, Allah heeft voor alle zaken een maatgeving bepaald.” (Soera at Talaq: 2-3)
Een gelovige die de macht van Allah erkent zal zijn leven aan Hem toewijden, omdat hij weet dat Allah genoeg zal zijn voor ‘ieder die in Hem vertrouwt’. Dit wordt uitgedrukt in het volgende vers:
“Hij (Ya’qoeb) zei: ‘O Mijn zonen, ga niet door één poort naar binnen, maar ga door verschillende poorten naar binnen. Ik kan niets voor jullie doen tegen (de Wil van) Allah, het oordeel is slechts aan Allah. Op Hem heb ik mijn vertrouwen gesteld. En laten zij die vertrouwen hebben, op Hem hun vertrouwen stellen.’” (Soera Yoesoef: 67)