Bekijk volle/desktop versie : De straf in het graf



Pagina's : [1] 2 3

07-08-2011, 15:09

NIET AFHAKEN DOOR DE HOEVEELHEID TEKST, GEWOON LEZEN.

[/SIZE]













..."O kon jij het waarnemen, wanneer de onrechtvaardigen in doodstrijd zijn en de engelen hun handen uitstrekken, (zeggende): "Geef uw zielen op!
Deze dag zal u de straf der schande worden toegekend.""
(Al Anâam (6)-93)




Het graf is een onbekend terrein. De buitenkant is stil, maar de binnenkant
bevat geheimen en verschrikkingen, welke een gewoon mens niet kunnen
waarnemen. Zij kunnen slechts waargenomen worden door iemand die een hoog
niveau van geloof en innerlijk gezicht heeft gekregen.

Het is een vreemd feit dat dieren in staat zijn om de straf van in het graf te horen terwijl mensen dat over het algemeen niet kunnen.
De profeet (moge Allah hem zegenen en vrede geven) zei:
"Zij worden gestraft en de dieren horen het."

Thabit al-Boenani zei hierover:
"Ik liep een keer tussen de graven en ik hoorde een stem achter mij zeggen:
"Thabit! Wordt niet in de stilte bedrogen! Hoeveel mensen lijden daarin?!"
Ik keerde mij om maar ik zag niemand."

Al-Hassan liep voorbij een begraafplaats en zei:
"Wat zijn hier veel mensen! En wat stil zijn zij! Hoeveel onder hen zijn er
die lijden!"

__________________________________________________ ____________________________

We hebben in het vorige gedeelte al duidelijk gemaakt dat een overledene of in een staat van zegening of van straf verkeert, en dit is vanaf het moment dat hij sterft tot het moment dat de twee engelen hem ondervragen. Wij zijn bij het moment aangekomen dat de deur naar de Tuin voor de ongelovigen wordt geopend en hem verteld wordt wat zijn plaats in de Tuin zou geweest zijn als hij Allah gehoorzaamd had. Daarna wordt deze gesloten terwijl een andere deur wordt geopend en hem wordt verteld om naar zijn plaats in het Vuur te kijken. Deze blijft open en een hete wind komt op hem af tot de Dag der Opstanding. Dan drukt de aarde op hem en hij wordt zo verpletterd dat zijn ribben splijten. Dan komen er verschillende vormen van straf op hem neer, afhankelijk van het soort slechte daden dat hij verricht heeft.

Er zijn veel uitspraken aan ons geopenbaard die ons de realiteit van de straf in het graf laten zien of we kunnen het ook de straf in de tussenruimte tussen de twee werelden noemen.
De Profeet, moge Allah hem zegenen en hem vrede geven, zei:
"Ik kwam voorbij Badr en ik zag een man uit de grond komen. Een andere man sloeg hem met een stok tot hij weer onder de aarde was. Daarna gebeurde dat opnieuw."

De Boodschapper van Allah, moge Allah hem zegenen en vrede geven, ging door en zei:
"Dat was Aboe-Jahl ibn Hisham, die zo gestrafd wordt tot de Dag der Opstanding."

Wij kwamen op de weg naar Basra voorbij een bepaalde drenkplaats. We
hoorden het balken van een ezel en vroegen de mensen daar wat het balken te betekenen had. Zij antwoordden ons dat de moeder van één van de mannen die vroeger bij hen was, haar zoon iets gevraagd had en hij had haar gezegd als een ezel te gaan balken. Sinds zijn dood werd dit gebalk iedere nacht uit zijn graf gehoord.[/FONT]

[FONT=Verdana]Amr ibn Dinar zei:
"De zus van één van de mannen uit Medina stierf en hij begroef haar. Toen hij van de begrafenis terugkwam, herinnerde hij zich, dat hij iets in het graf had laten liggen. Hij vroeg één van zijn metgezellen om hem te helpen. Zijn metgezel vertelde dat zij het graf hadden opgegraven en dat waar zij op zoek naar waren het ook gevonden hadden. Toen zei de man: "Laten we eens verder graven en zien wat er met mijn zuster is gebeurd." Hij tilde een van de stenen op, die de opening van het graf afsloot en zag dat het graf met vuur gevuld was. Hij plaatste de steen terug en vulde het graf opnieuw. Toen keerde hij naar zijn moeder terug en vroeg haar: "Hoe was mijn zus eigenlijk?" Zij antwoordde: "Vraag je nu pas naar haar, nu ze dood is?!" Hij zei: "Vertel het me." Zij zei: "[COLOR="#006400"]Zij stelde meestal het gebed uit en legde haar oor te luister aan de deuren van de buren en vertelde andere mensen wat ze gehoord had dat van dat afluisteren." [/COLOR][/FONT]

__________________________________________________ __

[FONT=Verdana]Dan zijn er ook nog hadiths van de Boodschapper (moge Allah hem zegenen en vrede schenken) over de Miraadj, waarin veel beschrijvingen voorkomen van straffen, die hij in de tussenruimte tussen de twee werelden zag. Wij geven hier een samenvatting van.

Er zijn zielen, die als vee worden voortgedreven en gedwongen worden om kruiden te eten, die bitter zijn dan de bittere vruchten van de zakkoem en over hete stenen van Djahanam worden gedreven, omdat zij hun eigendommen niet gereinigd hebben door de zakaat te betalen.

Er zijn zielen, die vuil rottend vlees moeten eten omdat zij [COLOR="#008000"]verkracht hebben. Er zijn zielen wiens lippen met ijzeren scharen worden geknipt omdat zij een burgeroorlog aanwakkerden. Sommigen hebben buiten zo groot als huizen en telkens als één van hen opstaat, wordt hij neergeslagen en zegt hij: "O Allah, laat het Uur niet komen!" Zij staan op de weg van de mensen van de farao, die eraan komen en hun vertrappen, terwijl zij niets kunnen doen behalve schreeuwen. Dit zijn de mensen die rente hebben gevraagd. [/COLOR]

Sommigen schreeuwen met wijd open monden terwijl zij hete kolen verslinden, die uit hun anussen komen.
[COLOR="#006400"]Dit zijn de mensen die de eigendommen van de wezen hebben geconsumeerd. Sommigen snijden stukken uit hun eigen zijde en eten hun eigen vlees. Dat zijn de lasteraars en diegenen waarvan de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd:
"Wij zagen mensen die vlees uit hun zijde sneden en het aten. Er werd gezegd: "Zoals jullie het vlees van jullie broeder aten!" Ik vroeg: "Wie zijn zij?" en mij werd gezegd: "Diegenen uit jullie gemeenschap die lasteren."" [/COLOR]
[/FONT]

[FONT=Verdana]Sommigen hebben bronzen nagels waarmee zij over hun gezichten en borst krabben. Dit zijn diegenen die achterklap pleegden en de eer van de mensen aantastten.


Zie vervolg hieronder

07-08-2011, 15:25


Een deel van de hadith van de Miraadj is:

Sommige mensen kraakten met een steen hun hoofd open. Iedere keer dat zij dat deden, werden hun hoofden hersteld tot hoe zij daarvoor waren geweest. Dit ging onophoudelijk door. Ik zei: "Djibriel, wie zijn dat?" Hij antwoordde: "Dit zijn mensen die zich van het gebed hebben afgekeerd."

Een van de dromen van de Profeet, en de dromen van de Profeet waren waar en onderdeel van de openbaring en raakten de kern van de zaak, werd als volgt verteld. [B]Hij zei: [/B]

"Afgelopen nacht zag ik dat twee mannen naar mij toekwamen, mij bij de hand namen en mij naar het Heilige Land brachten. Ik zag dat een man zat en een andere man stond, die een ijzeren haak vast had en daarmee in de mondhoek van de zittende sloeg en wel op zo'n manier dat de haak aan de achterkant van zijn nek naar buiten kwam. Hij deed hetzelfde met de andere kant. Hierna genas de mond vanzelf en herstelde zich in de oorspronkelijke staat en hij deed weer hetzelfde. Ik vroeg wat dit was en zij vertelden mij dat ik door moest lopen."

"We gingen verder en kwamen bij een man die op zijn rug lag. Een andere man stond bij zijn hoofd en verpletterde dit met een steen of rotsblok. Als hij het hoofd sloeg, rolde de steen weg en ging hij hem halen. Hij kwam niet terug tot het hoofd van de man weer in de normale staat was en daarna verpletterde hij het weer. Ik vroeg wat er was en zij zeiden mij dat ik door moest lopen."

Wij kwamen bij een gat dat er uitzag als een oven, nauw van boven en beneden wijd. Er brandde een vuur onder en er waren naakte mannen en vrouwen in. De vlammen kwamen van beneden omhoog. Toen het vuur dichterbij kwam, stonden zij op tot zij er bijna uitkwamen. Wanneer het wat doofde gingen zij weer terug. Ik vroeg wat dit was en zij zeiden mij dat ik door moest lopen.

We gingen door tot we bij een rivier van bloed waar een man in stond. Aan de oever van de rivier was er een man, die wat stenen voor zich had liggen. De man in de rivier kwam naar voren en wanneer hij uit de rivier wilde komen, gooide de man een steen naar hem en ging hij terug naar zijn oorspronkelijke plaats. Iedere keer als hij uit de rivier wilde komen, gooide de man een steen naar hem en ging hij terug naar zijn oude plaats. Ik vroeg wat dit was en ze zeiden mij dat ik door moest lopen.

Wij liepen door tot wij bij een groene tuin kwamen met een reusachtige boom erin, onder de boom zat een oude man met een paar kinderen. Naast de boom was een man die een vuur voor hem stookte. Zij namen mij mee naar boven, de boom in en in een huis, dat het mooiste was van alles wat ik ooit heb gezien. Daar waren oude mannen en jongelingen binnen. Zij namen mij op en brachten mij naar een ander huis dat zelfs nog mooier was. Ik zei tegen mij metgezellen: "Jullie waren de hele nacht bij mij geweest, vertel me dus over wat ik gezien heb."

Zij antwoordden: " zeker! De man die je zag waarvan de mond doorstoken was, was [COLOR="#008000"]de bedenker van een leugen, die zich van hem tot over alle delen van de aarde had verspreid. Hij zal op deze manier blijven lijden tot de Dag der Opstanding. Diegene wiens hoofd verpletterd werd, was een man die de Qor'aan uit zijn hoofd had geleerd maar zijn nachten slapend doorbracht en er overdag niet naar handelde. Hij zal op deze manier blijven lijden tot de Dag der Opstanding. De mensen in het gat waren overspeligen. De man die je in de rivier zag, vroeg rente. De oude man aan de voet van de boom van Ibrahiem en de kinderen rondom hem waren de [COLOR="#008000"]kinderen van de mensheid.[/COLOR]
Diegene die het vuur stookte; was Malik, de behoeder van het Vuur. Het eerste huis was dat van de gewone gelovigen en dit huis is het huis van de martelaars. Ik ben Djibriel en dit Mika'il. Hij keek naar boven en ik deed dat ook. Ik zag een kasteel als een wolk en zij vertelde dat dat mijn woning was. Ik vroeg hen mij mijn woning binnen te laten gaan. Zij antwoordden dat mijn leven nog liet compleet was maar als mijn leven beëindigd zou zijn, dat ik dan mijn woning zou binnengaan." [/COLOR]

De Profeet (moge Allah hem zegenen en vrede geven) zei over het toevlucht zoeken van de straf van de tussenruimte of het graf:
"Als ieder van jullie de laatste tashahoed uitgesproken heeft, moet hij
toevlucht bij Allah zoeken tegen vier dingen namelijk tegen :
de straf van de Djahannam
de straf van het graf
de beproevingen van de levenden
de beproevingen van de Dajjal."[/SIZE]

[/FONT]

[FONT=Verdana]Dit alles laat zien dat de straf van het graf zonder twijfel waar is. Wij voegen hier nog dat aan toe wat Allah over twee straffen heeft gezegd namelijk de straf van de tussenruimte en de straf op de Dag der Opstanding:

[SIZE=3]

Aan het vuur zullen zij (in het graf) morgen en avond worden blootgesteld. En de Dag waarop het Uur zal komen, zal er worden gezegd: "Doet Faraos volk de strengste straf ondergaan."
(Al-Momin (40):47)

Doch diegene die zich van Mijn gedachtenis zal afwenden, zal in benarde
omstandigheden leven en op de Dag der Opstanding zullen Wij hem blind doen opstaan."
(Taahaa (20):124)


08-08-2011, 12:53
Abd-Allaah ibn Umar heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) zei:
''Wanneer een van jullie dood gaat, hij zal zijn plek zien in de ochtend en in de avond. Als hij iemand van het Paradijs is, dan zal hij ook iemand van het Paradijs zijn, en als hij iemand van de Hel is, dan zal hij iemand van de Hel zijn.''
[Overgeleverd door Al-Bukhaari, Bid’ al-Khalq, 3001 Zie ook Muslim, al-Jannah wa sifat na’eemihaa, 2866]

08-08-2011, 12:54
Aaishah vroeg de Profeet (vrede zij met hem) over de bestraffing van het graf en hij zei:
"Ja, de bestraffing van het graf (is echt - is er)'', Aaishah voegde eraan toe: ''Ik heb de Profeet (vrede zij met hem) daarna nooit een gebed zien verichten zonder dat hij bescherming zocht bij Allah tegen de bestraffing van het graf''.
[Overgeleverd in al-Bukhaari, al-Janaaiz, 1283 - Zie ook Muslim, al-Kusoof, 903]

08-08-2011, 12:59


De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd:
"Surah Al-Mulk is een bescherming tegen de bestraffing van het graf.''
[Overgeleverd door Hakim 2/498 & Nasai zie ook Sahihul Jamiea 1/680]

08-08-2011, 13:00
Shaykh Ibn Uthaymeen zei:
''Als de persoon een Kafir is (we zoeken bij Allah toevlucht tegen dat), dan is er voor hem geen weg tot geluk en de beloning(=zijn bestraffing) zal door blijven gaan(tot de Dag Des Oordeels), maar als de persoon een zondaar is maar toch een gelovige, dan zal hij de bestraffing krijgen voor zijn zondes. Mischien neemt het minder tijd in en is hij klaar voordat de Dag des Oordeels is aangebroken.''
[Zie al-Sharh al-Mumti, vol. 3, p. 253]

08-08-2011, 13:05
Abu Dharr heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) zei:
''De verzameling voor de Dag Des Oordeels zal plaats vinden in al-Shaam (Groter Syrie, met Palastina)
[Overgeleverd door Ahmad als Saheeh]

08-08-2011, 13:09
Djazaak Allah oughairan.

UP!

08-08-2011, 13:19
Kan de Surah al Mulk worden geplaatst?

08-08-2011, 18:55

Citaat door Farfella:
Djazaak Allah oughairan.

UP!

Wa khairen jazaki!

Citaat door Sniwla:
up!


Citaat door Sniwla:
Kan de Surah al Mulk worden geplaatst?


Jazeker!
Surah Al-Mulk
Transcriptie:

Citaat:
Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi
In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.

1. Gezegend is Hij in Wiens hand het Koninkrijk is en Die macht heeft over alle dingen.

2. Die de dood en het leven heeft ingesteld, opdat Hij u moge beproeven wie onder u zich het beste
gedraagt; en Hij is de Almachtige, de Vergevensgezinde.

3. Hij Die de zeven hemelen opeenvolgend heeft geschapen. Gij kunt geen tekort zien in de schepping
van de Barmhartige. Kijk dan nog eens; ziet gij een enkel gebrek?

4. Kijk dan weer eens en dan nog eens, uw blik zal vermoeid en verzwakt tot u terugkeren.

5. En voorwaar, Wij hebben de naastbije hemel met lampen versierd, Wij hebben hem tot een middel
gemaakt om de satans te verdrijven en voor hen hebben Wij de straf van het razende Vuur bereid.

6. En voor degenen die niet in hun Heer geloven is de straf der hel (bereid), en dit is een slechte
bestemming.

7. Wanneer zij er in worden geworpen, zullen zij haar van woede horen zieden.

8. Zij zal bijna barsten van woede. Telkens als een groep er in geworpen wordt, zullen de bewakers er
van (der hel) hun vragen: "Kwam er geen waarschuwer tot u?"

9. Zij zullen zeggen: "Zeker, de waarschuwer kwam tot ons, maar wij verwierpen hem, en zeiden: "Allah
heeft niets geopenbaard; gij verkeert slechts in grote dwaling."

10. En zij zullen zeggen: "Indien wij maar geluisterd hadden en ons verstand hadden gebruikt, zouden
wij ons niet onder de bewonerg van het laaiende Vuur bevinden."

11. Dan zullen zij hun zonden bekennen; maar de bewoners van het Vuur zijn verre (van genade).

12. Waarlijk, degenen die hun Heer in het verborgene vrezen, zullen vergiffenis en een grote beloning
ontvangen.

13. Hetzij gij uw woorden verbergt of openbaar maakt, Hij weet, wat in (uw) binnenste is.

14. Zou Hij Die schiep niet alles weten? Hij is Aldoordringend, Alkennend.

15. Hij is het Die de aarde aan u onderworpen heeft; wandelt dus op haar paden en geniet van haar
gaven. En tot Hem zal de Opstanding zijn.

16. Voelt gij u veilig voor Hem Die in de Hemel is, dat Hij u niet zal doen verzwelgen als de aarde
plotseling begint te schudden?

17. Voelt gij u veilig voor Hem Die in de Hemel is, dat Hij niet tegen u een orkaan zal zenden? Dan zult
gij weten, hoe (mijn) waarschuwing was.

18. En voorzeker loochenden zij die vòòr u waren ook (de boodschap). Hoe (ernstig) was dan Mijn
afkeuring!

19. Hebben zij de vogelen niet boven hun (hoofden) gezien, die hun vleugels uitspreiden en in-
eenvouwen? Niemand behalve de Barmhartige houdt ze tegen, waarlijk, Hij ziet alle dingen.

20. Waar is uw leger dat u buiten Allah om zou kunnen helpen? De ongelovigen zijn omhuld door
bedrog.

21. Of wie is er die voor u wil zorgen indien Hij Zijn voorziening terughoudt? Neen, zij volharden in
opstandigheid en afkerigheid.

22. Is hij die gebogen loopt, beter geleid of hij die rechtop het rechte pad bewandelt?

23. Zeg: "Hij is het, Die u schiep, en u oren, ogen en hart gaf; weinig dank betuigt gij er voor."

24. Zeg: "Hij is het Die u vermenigvuldigt op aarde en tot Hem zult gij bijeen verzameld worden."

25. En zij zeggen: "Wanneer zal deze belofte vervuld worden, als gij de waarheid spreekt?"

26. Zeg: "De kennis daarvan ligt alleen bij Allah en ik ben slechts een duideliike waarschuwer."

27. Maar als zij de straf van nabij zullen zien, zal het gezicht der ongelovigen zich verduisteren en er zal
gezegd worden: "Dit is wat gij placht te vragen."

28. Zeg: "Vertel mij, indien Allah mij en degenen die met mij zijn, zou vernietigen - veeleer zal Hij ons
genadig zijn - wie zal de ongelovigen tegen een pijnlijke straf kunnen beschermen?"

29. Zeg: "Hij is de Barmhartige, in Hem geloven wij en in Hem stellen wij ons vertrouwen. En gij zult
weldra weten wie in klaarblijkelijke dwaling verkeert."

30. Zeg: "Vertel mij, indien uw water diep in de aarde wegzakt, wie zal u dan helder stromend water
kunnen brengen?"
[video=youtube;u-mqpgLrhsU]http://www.youtube.com/watch?v=u-mqpgLrhsU[/video]

08-08-2011, 19:41
De profeet (sallallahu 'alaihi wa salam) heeft gezegd:
"Bezoekt de graven, want deze doen jullie herinneren aan het hiernamaals.Gaat kijken wat er terecht is gekomen van degenen voor jullie. Zij die wellicht over meer eerzucht, over meer geld, over meer wensdromen beschikten dan jullie, gaat kijken wat er van hen terechtgekomen is, gaat kijken hoe zij opgegaan zijn in de grond en dat er niets van hen is overgebleven"

08-08-2011, 20:14
uppp!

erg leerzaam!

08-08-2011, 20:31


uppppppp djazaaak allah oe gairan

09-08-2011, 19:13
Wa khairen jazaki!

11-08-2011, 13:26

Citaat door Miuseporaqtie:
Een deel van de hadith van de Miraadj is:

Sommige mensen kraakten met een steen hun hoofd open. Iedere keer dat zij dat deden, werden hun hoofden hersteld tot hoe zij daarvoor waren geweest. Dit ging onophoudelijk door. Ik zei: "Djibriel, wie zijn dat?" Hij antwoordde: "Dit zijn mensen die zich van het gebed hebben afgekeerd."

Een van de dromen van de Profeet, en de dromen van de Profeet waren waar en onderdeel van de openbaring en raakten de kern van de zaak, werd als volgt verteld. [B]Hij zei: [/B]

"Afgelopen nacht zag ik dat twee mannen naar mij toekwamen, mij bij de hand namen en mij naar het Heilige Land brachten. Ik zag dat een man zat en een andere man stond, die een ijzeren haak vast had en daarmee in de mondhoek van de zittende sloeg en wel op zo'n manier dat de haak aan de achterkant van zijn nek naar buiten kwam. Hij deed hetzelfde met de andere kant. Hierna genas de mond vanzelf en herstelde zich in de oorspronkelijke staat en hij deed weer hetzelfde. Ik vroeg wat dit was en zij vertelden mij dat ik door moest lopen."

"We gingen verder en kwamen bij een man die op zijn rug lag. Een andere man stond bij zijn hoofd en verpletterde dit met een steen of rotsblok. Als hij het hoofd sloeg, rolde de steen weg en ging hij hem halen. Hij kwam niet terug tot het hoofd van de man weer in de normale staat was en daarna verpletterde hij het weer. Ik vroeg wat er was en zij zeiden mij dat ik door moest lopen."

Wij kwamen bij een gat dat er uitzag als een oven, nauw van boven en beneden wijd. Er brandde een vuur onder en er waren naakte mannen en vrouwen in. De vlammen kwamen van beneden omhoog. Toen het vuur dichterbij kwam, stonden zij op tot zij er bijna uitkwamen. Wanneer het wat doofde gingen zij weer terug. Ik vroeg wat dit was en zij zeiden mij dat ik door moest lopen.

We gingen door tot we bij een rivier van bloed waar een man in stond. Aan de oever van de rivier was er een man, die wat stenen voor zich had liggen. De man in de rivier kwam naar voren en wanneer hij uit de rivier wilde komen, gooide de man een steen naar hem en ging hij terug naar zijn oorspronkelijke plaats. Iedere keer als hij uit de rivier wilde komen, gooide de man een steen naar hem en ging hij terug naar zijn oude plaats. Ik vroeg wat dit was en ze zeiden mij dat ik door moest lopen.

Wij liepen door tot wij bij een groene tuin kwamen met een reusachtige boom erin, onder de boom zat een oude man met een paar kinderen. Naast de boom was een man die een vuur voor hem stookte. Zij namen mij mee naar boven, de boom in en in een huis, dat het mooiste was van alles wat ik ooit heb gezien. Daar waren oude mannen en jongelingen binnen. Zij namen mij op en brachten mij naar een ander huis dat zelfs nog mooier was. Ik zei tegen mij metgezellen: "Jullie waren de hele nacht bij mij geweest, vertel me dus over wat ik gezien heb."

Zij antwoordden: " zeker! De man die je zag waarvan de mond doorstoken was, was [COLOR="#008000"]de bedenker van een leugen, die zich van hem tot over alle delen van de aarde had verspreid. Hij zal op deze manier blijven lijden tot de Dag der Opstanding. Diegene wiens hoofd verpletterd werd, was een man die de Qor'aan uit zijn hoofd had geleerd maar zijn nachten slapend doorbracht en er overdag niet naar handelde. Hij zal op deze manier blijven lijden tot de Dag der Opstanding. De mensen in het gat waren overspeligen. De man die je in de rivier zag, vroeg rente. De oude man aan de voet van de boom van Ibrahiem en de kinderen rondom hem waren de [COLOR="#008000"]kinderen van de mensheid.[/COLOR]
Diegene die het vuur stookte; was Malik, de behoeder van het Vuur. Het eerste huis was dat van de gewone gelovigen en dit huis is het huis van de martelaars. Ik ben Djibriel en dit Mika'il. Hij keek naar boven en ik deed dat ook. Ik zag een kasteel als een wolk en zij vertelde dat dat mijn woning was. Ik vroeg hen mij mijn woning binnen te laten gaan. Zij antwoordden dat mijn leven nog liet compleet was maar als mijn leven beëindigd zou zijn, dat ik dan mijn woning zou binnengaan." [/COLOR]

De Profeet (moge Allah hem zegenen en vrede geven) zei over het toevlucht zoeken van de straf van de tussenruimte of het graf:
"Als ieder van jullie de laatste tashahoed uitgesproken heeft, moet hij
toevlucht bij Allah zoeken tegen vier dingen namelijk tegen :
de straf van de Djahannam
de straf van het graf
de beproevingen van de levenden
de beproevingen van de Dajjal."[/SIZE]

[/FONT]

[FONT=Verdana]Dit alles laat zien dat de straf van het graf zonder twijfel waar is. Wij voegen hier nog dat aan toe wat Allah over twee straffen heeft gezegd namelijk de straf van de tussenruimte en de straf op de Dag der Opstanding:

[SIZE=3]

Aan het vuur zullen zij (in het graf) morgen en avond worden blootgesteld. En de Dag waarop het Uur zal komen, zal er worden gezegd: "Doet Faraos volk de strengste straf ondergaan."
(Al-Momin (40):47)

Doch diegene die zich van Mijn gedachtenis zal afwenden, zal in benarde
omstandigheden leven en op de Dag der Opstanding zullen Wij hem blind doen opstaan."
(Taahaa (20):124)




allah yester..

Pagina's : [1] 2 3