Hoofdstuk 1: Tears
1.0
[/SIZE]
[SIZE="2"]Het was begin winter. Niemand was buiten, ik daar integendeel zat op een bankje voor mij uit te staren. Ik had het niet koud, terwijl ik ook geen jas droeg. Ik stond op een gegeven moment zuchtend op. Ik moest naar huis.
Met een angstig gevoel ging ik naar binnen. Ik rook de sterke geur van alcohol door het hele huis. Mijn benen begonnen te trillen. Vader had weer gedronken. Hij zou ermee ophouden! Waarom deed hij dat dan toch niet eens een keer. Waarom loog hij mij telkens voor. Verdomme! Ik deed rustig mijn schoenen uit en liep naar de woonkamer waar ik hem aantrof. Ik zag minstens acht flessen die helemaal leeg waren. Mijn vader lag op de bank te slapen. Ik keek hem boos aan en liep toen door naar mijn kamer. Met die man valt echt niet te praten.
Ik ging op mijn bed liggen en fantaseerde over mijn moeder. Was zij hier nog maar. Als ze er was dan zou pa niet drinken, noch mij slaan. Ik voelde mijn hart pijn doen. Het was pijnlijk als je vader je mishandeld. Niet om de klappen, nee. Het gaat erom dat hij het doet. Dat hij jou pijn wil doen. Een vader hoort je toch te beschermen tegen het kwade en niet zelf het kwade te worden.
Mijn gedachtes werden verstoord door mijn kamerdeur die ruw werd opengemaakt. Ik keek naar de deuropening en zag mijn vader. ‘’Mag ik geld Dounia. Ik wil even wat halen.’’ Het klonk geen eens als een vraag, maar meer als een bedreiging. ‘’Pap ik heb geen geld!’’ Ik was boos om het feit dat ik alles moest betalen in dit huis terwijl hij niets doet. Als ik geld had dan pakte hij die van mij af, goedschiks of kwaadschiks. Hij pakte het af en als ik geen geld had sloeg hij mij bont en blauw.
Hij liep kwaad naar mijn tas en pakte mijn portemonnee. Hij haalde er een briefje van vijftig uit. ‘’Nee pap leg dat terug, die heb ik nodig voor de boodschappen!’’
‘’Vieze, vuile leugenaar. Je had toch geen geld!’’
Hij kwam half rennend naar mij toe en pakte mij bij mijn haren. Hij trok mij mee en ik gilde het van de pijn. Ik werd in een kamertje geduwd en kreeg nog een paar flinke klappen en toen deed hij de deur op slot. ‘’Dit doe ik met vuile leugenaars!’’ riep hij nog naar me toe. Ik voelde een paar tranen langs mijn wang glijden en ik veegde ze ruw af. Ik keek de kamer rond. Het was donker en griezelig. Mijn vader sloot mij hier wel vaker op. Hij kwam dan pas in de middag mij weer eruit halen en dan kreeg hij spijt en zei dan sorry. Ik vergaf het telkens maar opnieuw, slechts omdat hij mijn vader was.
Het was nu ongeveer twee jaar geleden dat mijn moeder is gestorven en ik ben nu al inmiddels achttien. De eerste jaar ging het nog goed met mijn vader, maar algauw begon hij te drinken om zijn pijn te verzachten. Om niet meer aan haar te denken.
De deur werd na een tijdje opengemaakt en ik keek naar mijn broer die mij glimlachend aankeek. ‘’Gaat het zus?’’ Ik keek hem glimlachend aan en knikte. Ik kon even niets uitbrengen en stond langzaam op. Ik liep naar de keuken en dronk een glas water.
‘’Waarom slaat hij jou telkens voor niets? Kom het door moeder? Dounia waarom pik je dit steeds. Kom bij mij wonen dan ben je van alles verlost. Je pijn, alles!’’ Zijn woorden klonken mooi, maar ik kon het niet. Als ik weg was wie moest er dan voor mijn vader zorgen? Hij zou het niet redden zonder mij, financieel en geestelijk.
‘’Hij slaat mij slechts omdat hij alcohol nodig heeft en ik hem geen geld wil geven. Ik kan niet bij hem weg, wat moet hij zonder mij? Hij heeft niemand meer. Hij is oud en kan nu bijna nauwelijks op zijn eigen benen staan.’’ Mijn broer keek mij hoofdschuddend aan.
‘’Hij word nog je dood.’’ Ik glimlachte naar mijn broer en gaf hem een kettinkje. ‘’Voor je kindje’’ zei ik glimlachend. Hij knikte en gaf mij een kus op mijn voorhoofd.
‘’Waar is die oude nu eigenlijk naar toe?’’
‘’Alcohol kopen denk ik.’’
‘’Ga je mee een luchtje scheppen, zusje?’’ Ik glimlachte en keek naar het raam. Ik zag buiten geen enkele mens, noch auto voorbij rijden.
Ik gaf hem een hand en wij liepen naar buiten. Zus en broer. Hij was de enige die werkelijk om mij gaf.
Het was buiten best wel frisjes. Doordat ik kapotte schoenen had voelde ik telkens water mijn schoen betreden. Ik vond het een onprettige gevoel, maar ik klaagde niet. ‘’Zullen wij gaan shoppen?’’ Ik knikte nee. Ik wilde niet dat hij geld aan mij besteed. ‘’Kom op. Je hebt nieuwe schoenen nodig en kleren. Want zus, sorry maar je ziet er niet uit.’’
‘’Maar…’’
‘’Geen gemaar. Lopen’’ Hij sleepte mij mee naar zijn auto en duwde mij der in. Hij kwam ook in de auto en zo reden wij naar de stad toe. Yassin, mijn broer zette een leuke muziekje op en begon mee te zingen. Ik moest om hem lachen, want hij kon totaal niet zingen. Ik hoorde het liedje Christina Aguilera- Something’s got a hold on me. Ik begin mee te zingen. Ik hield zoveel van haar liedjes. Yassin was stil en luisterde naar mij en het liedje. Nadat het liedje voorbij was zette hij de radio uit.
‘’Wow! Ik wist niet dat mijn zusje zo goed kon zingen. Misschien word je later wel beroemd’’ Hij glimlachte en ging parkeren.
Na een tijdje te hebben geshopt, gepraat en gelachen bracht hij mij weer naar huis. Voordat ik de auto wilde uitstappen hield hij mij tegen. ‘’Dounia denk er eens over na. Zo kan het niet verder. Je toekomst zal niets goeds brengen als je alleen bij die ouwe blijft. Denk na over mijn voorstel en dan hoor ik het wel.’’ Hij liet mij los en ik stapte uit. Ik zei niets en zag hoe zijn auto wegreed en na een tijdje uit het zicht was.
Ik deed de deur open en de geur van alcohol drong opnieuw in mijn neusgaten. Ik vond het vies ruiken en moesten er bijna van kokhalzen. Ik liep op mijn tenen naar de woonkamer en zag jammer genoeg mijn vader daar met een fles alcohol in zijn handen. Hij kreeg mij in het vizier en kwam naar mij toe.
‘’Waar was je! Vieze xxxx dat je bent. Kom hier! Ik leer het je meteen af!’’ Aan de manier hoe hij liep zag ik dat hij dronken was. Hij viel letterlijk bijna over zijn eigen voeten. Ik keek toe hij langzaam en klunzig naar mij toe liep. Ik rende niet weg, nee. Ik zou dan hardere klappen ontvangen als ik hem moeite liet doen om mij te pakken.
Hij pakte mij ruw bij de haren en trok mij mee naar de keuken. ‘’Weetje wat ik doe met hoeren?!’’ Hij trok een mes uit de keukenla en keek er glimlachend naar terwijl ik verbaasd naar hem toekeek. Mijn benen trilde van angst. Het mes was groot en scherp, één beweging en ik zou er geweest zijn.