Ten eerste: Voor degenen die een van zijn ouders heeft verloren:Allahie Rahmoe,Ina lilahi wa ina ilahi wa raji3oen en moge Allah jou en je familie veel sbar geven en hen een plekje geven in Al-Jennah .. Ameen!
Na het overlijden van een ouder dient men zorg te dragen voor een goede begrafenis, voor de keffen (doodsgewaad), de ghusl en de Djanaazah namaaz. Dit alles moet volgens de Sunnah en de Mustahabs plaatsvinden.
- Daarna moeten kinderen hun overleden ouders altijd in hun dua’s blijven gedenken en vergeving voor hun vragen.
- Zij moeten continu sawaab (zegeningen) voor hun vragen door middel van sadaqa, goede daden etc.
- Verder kan men Nafl namaaz voor hun lezen, ook vasten en hiervoor zegeningen voor hun vragen. De beloning hiervoor bereikt niet alleen hun ouders, maar zij krijgen er ook heel veel sawaab voor. Ook kan men voor meerdere moslims sawaab vragen.
- Mocht de overleden ouder schulden hebben nagelaten, dan is het de plicht van de kinderen om de schulden zo spoedig mogelijk af te lossen. Heeft men er de financiële middelen niet voor, dan moet men familie en vrienden vragen om te helpen.
- Heeft de overleden ouder zijn plicht van de Hadj niet kunnen voldoen, dan moet men “Hadj Badal” voor hem/haar doen.
- Kinderen behoren het graf van hun ouders elke vrijdag te bezoeken, er de Qur’an hoorbaar te reciteren zodat de overledene hem kan horen. Daarna moeten zij sawaab (zegeningen) voor de Roeh (ziel) van de overledene vragen.
Goede en slechte daden van kinderen worden aan de overleden ouders getoond. Wanneer de goede daden worden getoond, dan lichten hun gezichten op en zijn ze zeer verheugd. Wanneer de slechte daden (zonden) worden getoond, dan zijn ze zeer bedroefd. Kinderen hebben niet het recht om hun ouders , zelfs na hun overlijden verdriet te doen.
Door Ibn Najjar bin Abu Asyad Malik bin Zararah radi Allaho anhu is overgeleverd, dat men Dua (smeekbede) voor de overleden ouders moet vragen. Hierdoor handhaaft men de goede relatie met overleden ouders.
In Tibrani staat het volgende vermeld: "Wanneer iemand Nafl gebeden verricht en sawaab vraagt voor hun overleden ouders, zal ook hij hiervoor beloond worden. Hij krijgt hier heel veel sawaab voor.".
(overgeleverd door Abdullah bin Umar radi Allaho anhu)
Het volgende is overgeleverd in Darr Qutni. Een metgezel van de Profeet sallallaho alaihi wasallam vroeg een keer aan de Profeet sallallaho alaihi wasallam: ”O Boodschapper van Allah. Ik had een goede band met mijn vader toen hij nog leefde. Hoe kan ik een goede relatie met hem onderhouden nu hij overleden is?”. De Profeet sallallaho alaihi wasallam antwoordde: ”Een goede relatie met je overleden vader onderhouden wil zeggen, met je namaaz (salaah) ook namaaz (salaah) voor hem lezen, voor hem vasten. Met andere woorden wanneer je een Nafl namaaz verricht of Nafl vast, doe het dan ook uit naam van de overledene. De beloning die je hiervoor krijgt is enorm (Durre Mukhtar)".
Iemand die Hadj verricht voor zijn ouders of de schulden van zijn ouders aflost, zal op de dag van Qiyamat tot de godvruchtigen behoren. (Tibrani)
In Darr Qutni is door Jabir bin Abdullah radi Allaho anhu overgeleverd dat iemand die de Hadj voor zijn moeder of zijn vader verricht, hiervoor de beloning voor tien Hadj zal krijgen.
In Asbaha en Baihaqi is overgeleverd door Ibn Umar radi Allaho anhu dat iemand die de bedevaart, de Hadj voor zijn overleden ouders verricht, door Allah Subhana Wa Ta’Ala gevrijwaard zal worden voor het vuur van Djahannam.
In Tirmizie staat vermeld dat indien iemand elke vrijdag het graf van zijn overleden ouders bezoekt dat zijn zonden dan vergeven zullen worden.
Het volgende is overgeleverd door Imam Al Hakim. Elke maandag en donderdag worden je daden aan Allah Subhana Wa Ta’Ala voorgelegd. En op elke vrijdag worden je daden aan de Profeet sallallaho alaihi wasallam en aan je overleden ouders voorgelegd. De ouders zijn verheugd over de goede daden en zijn zeer droevig over de slechte daden.
Dus heb Allah Subhana Wa Ta’Ala lief en grief je overleden ouders niet door zonden te begaan.
Waarlijk,wij zijn verantwoordelijk voor onze eigen daden...!
XX