Redactie
17-03-2011, 13:15
Het CDA vreest genocide in Libie.
Kamerlid Henk Jan Ormel noemde de situatie 'dramatisch en zorgelijk' en riep minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal (VVD) donderdag tijdens een Kamerdebat op om samen met zijn Europese collega's zo snel mogelijk in actie te komen.
Rosenthal deelde de zorgen, maar nam de term genocide niet over. Dit woord heeft volkenrechtelijke implicaties. Zodra er sprake is van een dreiging van genocide moet de internationale gemeenschap optreden, zo is in een VN-verdrag uit 1948 vastgelegd.
Ormel riep de volkerenmoord in Rwanda in 1994 in herinnering, waarbij de internationale gemeenschap te laat optrad en honderdduizenden mensen om het leven kwamen.
Alle Kamerfracties laakten het optreden van de Europese Unie ten aanzien van Libië. Het gebrek aan eensgezindheid en daadkracht werd 'beschamend' genoemd. Vooral het getreuzel over het instellen van een no-fly zone werd fel bekritiseerd. Frankrijk en Groot-Brittannië hebben zich uitgesproken als voorstanders van ingrijpen, maar Duitsland en Italië zijn tegen.
Vrijwel alle fracties dringen aan op snelle actie, al wordt gevreesd dat het al te laat is om een no-fly zone in te stellen. "Too little too late", typeert PvdA-Kamerlid Sjoera Dikkers de situatie. Volgens D66-Kamelid Wassila Hachchi is de internationale gemeenschap 'zwaar tekortgeschoten'.
Er klonk in de Kamer ook felle kritiek op de uitlating van de Franse president Nicolas Sarkozy die vorige week op eigen gezag de Libische oppositiebeweging erkende. Rosenthal gaf toe niet blij te zijn met de uitspraak, en voegde daar aan toe dat die niet alleen voor hem, maar voor alle andere EU-lidstaten als een 'donderslag bij heldere hemel' kwam.
Ondertussen trekken de strijdkrachten van Moammar Gadhafi op naar Benghazi, de belangrijkste stad die in handen is van de verzetstroepen. De Tweede Kamer drong er bij Rosenthal op aan om te onderzoeken of het mogelijk is een corridor te creëren van Benghazi naar Egypte, zodat vluchtelingen de stad kunnen verlaten.
(Novum)
Kamerlid Henk Jan Ormel noemde de situatie 'dramatisch en zorgelijk' en riep minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal (VVD) donderdag tijdens een Kamerdebat op om samen met zijn Europese collega's zo snel mogelijk in actie te komen.
Rosenthal deelde de zorgen, maar nam de term genocide niet over. Dit woord heeft volkenrechtelijke implicaties. Zodra er sprake is van een dreiging van genocide moet de internationale gemeenschap optreden, zo is in een VN-verdrag uit 1948 vastgelegd.
Ormel riep de volkerenmoord in Rwanda in 1994 in herinnering, waarbij de internationale gemeenschap te laat optrad en honderdduizenden mensen om het leven kwamen.
Alle Kamerfracties laakten het optreden van de Europese Unie ten aanzien van Libië. Het gebrek aan eensgezindheid en daadkracht werd 'beschamend' genoemd. Vooral het getreuzel over het instellen van een no-fly zone werd fel bekritiseerd. Frankrijk en Groot-Brittannië hebben zich uitgesproken als voorstanders van ingrijpen, maar Duitsland en Italië zijn tegen.
Vrijwel alle fracties dringen aan op snelle actie, al wordt gevreesd dat het al te laat is om een no-fly zone in te stellen. "Too little too late", typeert PvdA-Kamerlid Sjoera Dikkers de situatie. Volgens D66-Kamelid Wassila Hachchi is de internationale gemeenschap 'zwaar tekortgeschoten'.
Er klonk in de Kamer ook felle kritiek op de uitlating van de Franse president Nicolas Sarkozy die vorige week op eigen gezag de Libische oppositiebeweging erkende. Rosenthal gaf toe niet blij te zijn met de uitspraak, en voegde daar aan toe dat die niet alleen voor hem, maar voor alle andere EU-lidstaten als een 'donderslag bij heldere hemel' kwam.
Ondertussen trekken de strijdkrachten van Moammar Gadhafi op naar Benghazi, de belangrijkste stad die in handen is van de verzetstroepen. De Tweede Kamer drong er bij Rosenthal op aan om te onderzoeken of het mogelijk is een corridor te creëren van Benghazi naar Egypte, zodat vluchtelingen de stad kunnen verlaten.
(Novum)