Salim22
27-09-2004, 13:01
Erik O.: 'Ik ben onschuldig'
Marinier Erik O. heeft maandag voor de militaire kamer van de rechtbank in Arnhem gezegd onschuldig te zijn aan de dood van een Irakees. Het Openbaar Ministerie (OM) verdenkt O. ervan 27 december vorig jaar de geldende dienstvoorschriften te hebben overtreden door een schot te lossen in de richting van een groep Irakezen. Hem wordt dood door schuld ten laste gelegd. "Ik ben onschuldig aan alle feiten", verklaarde O. bij aanvang van het proces.
Erik O. vuurde eind vorig jaar twee waarschuwingsschoten af op een groep Irakezen die een vrachtwagen wilde plunderen. Het tweede schot zou hij gericht hebben afgevuurd. Door één van die kogels kwam een plunderaar om het leven. De marinier zegt zelf echter dat hij links van de menigte heeft geschoten en dat het fatale schot dus niet van hem kan zijn. O. werd na het incident teruggehaald uit Irak op verdenking van moord, maar het OM zwakte de beschuldiging later af tot dood door schuld.
De rechtszaak is maandag begonnen met een reconstructie van het incident. Het onderzoek ter plaatse nam veel tijd in beslag, met name omdat cruciaal bewijsmateriaal als kogels en het lichaam van het slachtoffer ontbraken. Centraal staat de vraag of de situatie dreigend genoeg was om het gebruik van vuurwapens te legitimeren. Volgens het OM stonden de plunderaars op geruime afstand en waren zij ongewapend. Erik O. zegt dat de plunderaars stenen in hun hand hielden en wel degelijk dreigend op de Nederlanders afkwamen.
Het Openbaar Ministerie diende een verzoek bij de rechtbank in om het gedeelte van het proces dat over de geweldsinstructie handelt achter gesloten deuren te behandelen vanwege de gevoeligheid van de informatie. De verdediging noemt dat onzin omdat de geweldsinstructie ook gewoon op internet te vinden zou zijn. De rechtbank moet nog een besluit nemen over het verzoek.
Marinier Erik O. heeft maandag voor de militaire kamer van de rechtbank in Arnhem gezegd onschuldig te zijn aan de dood van een Irakees. Het Openbaar Ministerie (OM) verdenkt O. ervan 27 december vorig jaar de geldende dienstvoorschriften te hebben overtreden door een schot te lossen in de richting van een groep Irakezen. Hem wordt dood door schuld ten laste gelegd. "Ik ben onschuldig aan alle feiten", verklaarde O. bij aanvang van het proces.
Erik O. vuurde eind vorig jaar twee waarschuwingsschoten af op een groep Irakezen die een vrachtwagen wilde plunderen. Het tweede schot zou hij gericht hebben afgevuurd. Door één van die kogels kwam een plunderaar om het leven. De marinier zegt zelf echter dat hij links van de menigte heeft geschoten en dat het fatale schot dus niet van hem kan zijn. O. werd na het incident teruggehaald uit Irak op verdenking van moord, maar het OM zwakte de beschuldiging later af tot dood door schuld.
De rechtszaak is maandag begonnen met een reconstructie van het incident. Het onderzoek ter plaatse nam veel tijd in beslag, met name omdat cruciaal bewijsmateriaal als kogels en het lichaam van het slachtoffer ontbraken. Centraal staat de vraag of de situatie dreigend genoeg was om het gebruik van vuurwapens te legitimeren. Volgens het OM stonden de plunderaars op geruime afstand en waren zij ongewapend. Erik O. zegt dat de plunderaars stenen in hun hand hielden en wel degelijk dreigend op de Nederlanders afkwamen.
Het Openbaar Ministerie diende een verzoek bij de rechtbank in om het gedeelte van het proces dat over de geweldsinstructie handelt achter gesloten deuren te behandelen vanwege de gevoeligheid van de informatie. De verdediging noemt dat onzin omdat de geweldsinstructie ook gewoon op internet te vinden zou zijn. De rechtbank moet nog een besluit nemen over het verzoek.