ouafaatje
06-01-2011, 16:26
Salaam alaykoum,
Misschien dat sommigen hier wat aan hebben.
- Personen die een fiets, bromfiets, snorfiets, motorfiets, kinderwagen, etc. in hun hand meevoeren, behoren tot de voetgangers. Met skeelers, steps, kateboard, kruiwagen, etc. ook.
- Fietsers met trapondersteuning volgen dezelfde regels als fietsers.
- De plaats op de weg bepaalt of een gehandicapte met een gehandicaptenvoertuig een voetganger oof bestuurder is.
- Bordjes met A-nummer zijn autosnelwegen.
- Verdrijvingsvlak en punstuk mogen alleen worden gebruikt als ze in een spitsstrook, busstrook of busbaan liggen.
- De meest ernstige ongevallen vinden plaats op gebiedsontsluitingswegen buiten de bebouwde kom (80km/h)
- Bestuurders zijn verplicht om zoveel mogelijk rechts te houden, uitzonderingen: in een file, tijdens het inhalen vlak voor of op een rotonde, bij het voorsorteren nar links.
- Brommobielen volgen regels van personenauto's.
- Bij spitsstroken mogen doorgetrokken lijnen overschreden worden en punstukken en verdrijvingsvlakken worden gebruikt.
- Reactietijd: 1 seconde.
- Volgafstand: 2 seconden, zo bereken je het: snelheid/2 + 10% van de snelheid. Bijv: Je rijd 20 km/h, wat is volgafstand? 20/2 +2 =12 m.
- Reactietijd kan worden vertraagd door: Haast, gebruik van bepaalde stoffen (medicijnen en drugs), afleiding, vermoeidheid, slechte zit-en stuurhouding, slechte conditie.
- Je kunt reactietijd verkleinen door goed te anticiperen.
- Ligt een obstakel aan jou kant, dan moet je de tegenligger voor laten gaan.
- Bij tegenliggers zoveel mogelijk uitwijken.
- Voordat je een berm inrijdt, moet je remmen. Als je met hoge snelheid de berm inrijdt, nooit remmen! Gewoon gas los laten.
- Inhalen moet links, uitzonderingen: Als een andere auto voorsorteert naar links mag je rechts inhalen, voor of op een rotonde, besturders rechts van de blokmarkering mogeen bestuurders links van de blokmarkering inhalen, bij file.
- Zonder uitstapbordjes bij een tram of bushalte moet je in en uitstappende passagiers voor laten gaan bij het oversteken. Als er wel een uitstapbord is, hoeft het niet.
- Inhaalverbod: Bij het overschrijden van een doorgetrokken streep, voor of op een zebrapad, bij inhaalverbodsborden.
- Vluchtstrook gebruiken bij een file is verboden.
- Bestuurders van rechts hebben altijd voorrang op gelijkwaardige wegen, uitzondering: Trams hebben altijd voorrang (behalve bij een zebrapad voor voetgangers), bestuurders van onverharde wegen geven voorrang aan bestuurders op verharde wegen, verkeerslichten en verkeerstekens.
- Bij het afslaan geef je een voetganger voorrang waarvan je zijn borstkas of rug ziet. Een voetganger waarvan je zijn zijkant ziet, hoef je geen voorrang te geven als er geen zebrapad is bij afslaan.
- Bij fietspad/ strook met de doorgetrokken streep mag je nit voorsorteren.
- Bij volledige eenrichtingswegen moet je helemaal links voorsorteren.
- Bij beperkte eenrichtingswegen moet je tegen de wegas voorsorteren.
- Binnen de bebouwde kom: 50 km/h voor iedereen.
- Buiten de bebouwde kom: 80 km/h op overige wegen voor iedereen behalve brommobielen (45km/h). Autoweg: 100 km/h en autosnelweg: 120 km/h. Met aanhangwagen: 90 km/h.
- Stilstaanverbod: in tunnel, op kruispunt of overweg, op fietsstrook en op rijbaan naast fietstrook, bij een zebrapad, rijbaan langs bbusstrook, gele doorgetrokken streep, invoeg-en uitrijstroken en rijbanen, trottoir, voetpad.
- Parkeerverbod: binnen 5m van een kruispunt, voor een in-en uitrit, op rijbaan van voorrangsweg buiten de bebouwde kom, langs gele onderbroken streep, langs een geparkeerd voertuig.
- Stil staan is wel toegestaan bij een in of uitrit en bij een gele doorgetrokken streep.
- Pinnen, mobiel bellen, drinken, boodschappen doen = allemaal parkeren en neit stilstaan!
- Grootlicht is verboden bij het tegenkomen van andere weggebruikers, bij dag en bij het korte afstand volgen van een ander voertuig.
- Mistlicht voor mag alleen als het zicht ernstig wordt belemmerd bij mist, sneeuw en regenval.
- Mistlicht achter mag alleen bij een zicht minder dan 50 m bij alleen mist en sneeuwval.
- Verlichting tijdens parkeren en stlstaan is alleen verplicht buiten de bebouwde kom bij dag met slecht zicht, en bij nacht.
- Bestuurders met auto's langer dan 7 m mogen niet op de 3de rijstrook rijden.
- Bij invoegen richting aangeven op het moment van invoegen.
- Bij uitvoegen richting aangeven ongeveer 300 m van te voren (op autosnelweg).
- Bij uitvoegen richting aangeven ongeveer 150 m van te voren (op 80 km/h).
- Bij in-of uitrit laat je al het verkeer voorgaan.
- Waarschuweingsstrepen zijn onderbroken strepen waarbij de tussenstukken kleiner zijn dan de witte strepen.
- Onderbroken streep mag niet overschreden worden, behalve bij de spitsstrook en als tussen bestuurder en doorgetrokken streep onderbroken strepen liggen.
- Tijdelijke gele strepen gaan voor witte strepen.
- Overweglicht: Wit knipperlicht=er nadert geen trein.
- Defensief rijden: rekening houden met anderen.
- Maximale lengte van 1 of meer aanhangwagens achter een auto is 18 m.
- Een ander motorvoertuig slepen mag alleen als de afstand tussen die 2 voertuigen neit mer is dan 5 m.
- Bij het slepen van een voertuig moeten de rem- en stuurbekrachtiging neit werken.
- Bij bijzondere manoeuvres moet je alle verkeer voor laten gaan.
- Kinderen korter dan 1.35 m moeten een stoeltje in de auto hebben.
- Meer dan 5 jaar rij-ervaring: 0,2 promille, 88 microgram.
- Minder dan 5 jaar rij-ervaring: 0,5 promille, 220 microgram.
- Alcohol wordt na 1 tot 1.5 uur weggewerkt in je lichaam.
- Algemene alarmnummer: 112
- Theoriecertificaat is 1 jaar geldig.
- Rijbewijs is 10 jaar geldig.
- Deel 1A (voertuigbewijs) en 1B (tenaamstellingbewijs) zijn altijd verplicht bij je te hebben.
- Verzekeringsbewijs is 1 jaar geldig.
- Deel 1A van het kentekenbewijs kan ingevorderd worden door een agent.
- Maximale combinatiegewicht = 50000 kg (50 ton).
- Maximale hoogte voortuig: 4 m. breedte: 2,55 m (onverharde weg=2.20 m)
- Lading aan zijkant bij auto = max. 20 cm! Bij aanhangwagen is het max. 10 cm, anders moet je markeringsbord doen.
- Lading achterzijde mag maximaal 1 m uitsteken, anders meot je markeringsbord plaatsen.
- Aanhangwagens minder dan 3500 kg hoeven niet APK-gekeurd te worden.
- De hoofdgroeven moeten minimaal 1.6 mm profieldiepte hebben.
- Parkeerrem is handrem en bedrijfsrem is voetrem.
- Parkeer-en bedrijfsrem zijn verplicht voor aanhangwagens meer dan 750 kg.
- Hulpkoppeling + losbreekreminrichting mag neit samen gebruikt worden.
- N wegen zijn overige wegen.
- Verstandig rijden (besparing brandstofverbruik) = starten zonder gas te geven, rustig wegrijden, laag toerental behouden.
- Langer dan 1 min bij bijv. brug wachten: Motor afzetten.
- Gelijkwaardige kruispunten nader je met lage snelheid.
- Mag niet met 70 km/h achter brommer rijden.
- Op autosnelweg bij plotselinge file: waarschuwingslichten aanzetten en remmen.
Gr.
Misschien dat sommigen hier wat aan hebben.
- Personen die een fiets, bromfiets, snorfiets, motorfiets, kinderwagen, etc. in hun hand meevoeren, behoren tot de voetgangers. Met skeelers, steps, kateboard, kruiwagen, etc. ook.
- Fietsers met trapondersteuning volgen dezelfde regels als fietsers.
- De plaats op de weg bepaalt of een gehandicapte met een gehandicaptenvoertuig een voetganger oof bestuurder is.
- Bordjes met A-nummer zijn autosnelwegen.
- Verdrijvingsvlak en punstuk mogen alleen worden gebruikt als ze in een spitsstrook, busstrook of busbaan liggen.
- De meest ernstige ongevallen vinden plaats op gebiedsontsluitingswegen buiten de bebouwde kom (80km/h)
- Bestuurders zijn verplicht om zoveel mogelijk rechts te houden, uitzonderingen: in een file, tijdens het inhalen vlak voor of op een rotonde, bij het voorsorteren nar links.
- Brommobielen volgen regels van personenauto's.
- Bij spitsstroken mogen doorgetrokken lijnen overschreden worden en punstukken en verdrijvingsvlakken worden gebruikt.
- Reactietijd: 1 seconde.
- Volgafstand: 2 seconden, zo bereken je het: snelheid/2 + 10% van de snelheid. Bijv: Je rijd 20 km/h, wat is volgafstand? 20/2 +2 =12 m.
- Reactietijd kan worden vertraagd door: Haast, gebruik van bepaalde stoffen (medicijnen en drugs), afleiding, vermoeidheid, slechte zit-en stuurhouding, slechte conditie.
- Je kunt reactietijd verkleinen door goed te anticiperen.
- Ligt een obstakel aan jou kant, dan moet je de tegenligger voor laten gaan.
- Bij tegenliggers zoveel mogelijk uitwijken.
- Voordat je een berm inrijdt, moet je remmen. Als je met hoge snelheid de berm inrijdt, nooit remmen! Gewoon gas los laten.
- Inhalen moet links, uitzonderingen: Als een andere auto voorsorteert naar links mag je rechts inhalen, voor of op een rotonde, besturders rechts van de blokmarkering mogeen bestuurders links van de blokmarkering inhalen, bij file.
- Zonder uitstapbordjes bij een tram of bushalte moet je in en uitstappende passagiers voor laten gaan bij het oversteken. Als er wel een uitstapbord is, hoeft het niet.
- Inhaalverbod: Bij het overschrijden van een doorgetrokken streep, voor of op een zebrapad, bij inhaalverbodsborden.
- Vluchtstrook gebruiken bij een file is verboden.
- Bestuurders van rechts hebben altijd voorrang op gelijkwaardige wegen, uitzondering: Trams hebben altijd voorrang (behalve bij een zebrapad voor voetgangers), bestuurders van onverharde wegen geven voorrang aan bestuurders op verharde wegen, verkeerslichten en verkeerstekens.
- Bij het afslaan geef je een voetganger voorrang waarvan je zijn borstkas of rug ziet. Een voetganger waarvan je zijn zijkant ziet, hoef je geen voorrang te geven als er geen zebrapad is bij afslaan.
- Bij fietspad/ strook met de doorgetrokken streep mag je nit voorsorteren.
- Bij volledige eenrichtingswegen moet je helemaal links voorsorteren.
- Bij beperkte eenrichtingswegen moet je tegen de wegas voorsorteren.
- Binnen de bebouwde kom: 50 km/h voor iedereen.
- Buiten de bebouwde kom: 80 km/h op overige wegen voor iedereen behalve brommobielen (45km/h). Autoweg: 100 km/h en autosnelweg: 120 km/h. Met aanhangwagen: 90 km/h.
- Stilstaanverbod: in tunnel, op kruispunt of overweg, op fietsstrook en op rijbaan naast fietstrook, bij een zebrapad, rijbaan langs bbusstrook, gele doorgetrokken streep, invoeg-en uitrijstroken en rijbanen, trottoir, voetpad.
- Parkeerverbod: binnen 5m van een kruispunt, voor een in-en uitrit, op rijbaan van voorrangsweg buiten de bebouwde kom, langs gele onderbroken streep, langs een geparkeerd voertuig.
- Stil staan is wel toegestaan bij een in of uitrit en bij een gele doorgetrokken streep.
- Pinnen, mobiel bellen, drinken, boodschappen doen = allemaal parkeren en neit stilstaan!
- Grootlicht is verboden bij het tegenkomen van andere weggebruikers, bij dag en bij het korte afstand volgen van een ander voertuig.
- Mistlicht voor mag alleen als het zicht ernstig wordt belemmerd bij mist, sneeuw en regenval.
- Mistlicht achter mag alleen bij een zicht minder dan 50 m bij alleen mist en sneeuwval.
- Verlichting tijdens parkeren en stlstaan is alleen verplicht buiten de bebouwde kom bij dag met slecht zicht, en bij nacht.
- Bestuurders met auto's langer dan 7 m mogen niet op de 3de rijstrook rijden.
- Bij invoegen richting aangeven op het moment van invoegen.
- Bij uitvoegen richting aangeven ongeveer 300 m van te voren (op autosnelweg).
- Bij uitvoegen richting aangeven ongeveer 150 m van te voren (op 80 km/h).
- Bij in-of uitrit laat je al het verkeer voorgaan.
- Waarschuweingsstrepen zijn onderbroken strepen waarbij de tussenstukken kleiner zijn dan de witte strepen.
- Onderbroken streep mag niet overschreden worden, behalve bij de spitsstrook en als tussen bestuurder en doorgetrokken streep onderbroken strepen liggen.
- Tijdelijke gele strepen gaan voor witte strepen.
- Overweglicht: Wit knipperlicht=er nadert geen trein.
- Defensief rijden: rekening houden met anderen.
- Maximale lengte van 1 of meer aanhangwagens achter een auto is 18 m.
- Een ander motorvoertuig slepen mag alleen als de afstand tussen die 2 voertuigen neit mer is dan 5 m.
- Bij het slepen van een voertuig moeten de rem- en stuurbekrachtiging neit werken.
- Bij bijzondere manoeuvres moet je alle verkeer voor laten gaan.
- Kinderen korter dan 1.35 m moeten een stoeltje in de auto hebben.
- Meer dan 5 jaar rij-ervaring: 0,2 promille, 88 microgram.
- Minder dan 5 jaar rij-ervaring: 0,5 promille, 220 microgram.
- Alcohol wordt na 1 tot 1.5 uur weggewerkt in je lichaam.
- Algemene alarmnummer: 112
- Theoriecertificaat is 1 jaar geldig.
- Rijbewijs is 10 jaar geldig.
- Deel 1A (voertuigbewijs) en 1B (tenaamstellingbewijs) zijn altijd verplicht bij je te hebben.
- Verzekeringsbewijs is 1 jaar geldig.
- Deel 1A van het kentekenbewijs kan ingevorderd worden door een agent.
- Maximale combinatiegewicht = 50000 kg (50 ton).
- Maximale hoogte voortuig: 4 m. breedte: 2,55 m (onverharde weg=2.20 m)
- Lading aan zijkant bij auto = max. 20 cm! Bij aanhangwagen is het max. 10 cm, anders moet je markeringsbord doen.
- Lading achterzijde mag maximaal 1 m uitsteken, anders meot je markeringsbord plaatsen.
- Aanhangwagens minder dan 3500 kg hoeven niet APK-gekeurd te worden.
- De hoofdgroeven moeten minimaal 1.6 mm profieldiepte hebben.
- Parkeerrem is handrem en bedrijfsrem is voetrem.
- Parkeer-en bedrijfsrem zijn verplicht voor aanhangwagens meer dan 750 kg.
- Hulpkoppeling + losbreekreminrichting mag neit samen gebruikt worden.
- N wegen zijn overige wegen.
- Verstandig rijden (besparing brandstofverbruik) = starten zonder gas te geven, rustig wegrijden, laag toerental behouden.
- Langer dan 1 min bij bijv. brug wachten: Motor afzetten.
- Gelijkwaardige kruispunten nader je met lage snelheid.
- Mag niet met 70 km/h achter brommer rijden.
- Op autosnelweg bij plotselinge file: waarschuwingslichten aanzetten en remmen.
Gr.