Bekijk volle/desktop versie : Opinie: Het Westen heeft niemand te vrezen (Carl Stellweg)



06-01-2011, 13:40
Een superieure cultuur is standvastig als het moet, ruimhartig als het kan, kosmopolitisch en verdraagzaam.

Het openbare debat in Nederland is al jaren een carrousel van verbetenheid, wrok en miskenning. Veel nieuwe, kleurrijke krachttermen, van ‘geitenneuker’ tot ‘schijn-elite van de valse munters’, zijn voorbij gevlogen. Soms zijn ze aanstootgevend, soms amusant, vaak beide. Maar het woord dat het politiek-maatschappelijke ongenoegen vermoedelijk het best weergeeft - het schampere ‘multikul’ - is vooral benepen en daardoor slecht te verdragen.

Provincialisme

Over het angstige provincialisme dat het verbloemt zou je de schouders kunnen ophalen - ware het niet dat het een respectabele bondgenoot heeft gevonden in de afwijzing van het cultuurrelativisme door de intelligentsia. Die afwijzing had ooit enig nut, maar is al een jaar of tien ‘bon ton’ en dus al te vanzelfsprekend geworden. Hoog tijd om te ageren tegen deze onderhand ergerlijke vorm van politieke correctheid.

Ter herinnering: volgens critici van het cultuurrelativisme, onder wie veel eertijds progressieve denkers, zijn culturen niet gelijkwaardig. Zo is de westerse cultuur superieur aan de islamitische. Men mag daar best voor uitkomen. Het zou zelfs noodzakelijk zijn om de achterlijke krachten die ons bedreigen hun plaats te wijzen en de eigen rangen te sluiten.

Culturele paradox

Toch is cultuurrelativisme een voorwaarde voor een superieure cultuur. Wezenlijke kenmerken van zo’n cultuur zijn immers zelfonderzoek en zelfkritiek. Dat zal een cultuur die tot de overtuiging is gekomen dat ze superieur is minder geneigd zijn te doen, en die zal daardoor stagneren. Dat is nu ook aan het gebeuren. Alras kan het dan gedaan zijn met de superioriteit. Noem het de culturele paradox.

Cultuurrelativisme is geworteld in intellectuele nieuwsgierigheid en hoort bij de moderne beschaving. Het is iets anders dan het dweperig omhelzen van alles wat exotisch is. Dat is een allang verbleekt modeverschijnsel waaruit een zalvende neerbuigendheid spreekt. Maar er mankeert niets aan het uitgangspunt dat elke cultuur een product is van specifieke omstandigheden en in die zin begrip verdient. Begrip is nog geen sympathie, laat staan dat het betekent dat alle culturen even benijdenswaardig zijn.

Gemeenschapszin

De ware cultuurrelativist begrijpt dat asociaal gedrag van sommige migranten voortkomt uit een gebrek aan burgerzin en dat dit weer is te wijten aan de afkomst van deze migranten uit jonge, zwakke, nog niet tot naties gevormde staten waar overheden onvoldoende loyaliteit bij hun onderdanen weten af te dwingen omdat ze legitimiteit ontberen. In die landen telt burgerzin niet, maar gemeenschapszin. Dit betekent niet dat migranten geen burgerzin moet en kan worden bijgebracht, maar dat gaat gemakkelijker indien men de moeite neemt hun achtergrond te begrijpen.

Daarnaast is cultuurrelativisme juist onontkoombaar voor de verdediging van eigen waarden. Ooit gaf zelfs Wilders er blijk van: kopjes thee drinken met radicale imams, dat moest afgelopen zijn. Inderdaad, het is zeer aanmatigend te veronderstellen dat iemand die openlijk een vijandig waardestelsel verkondigt, in een paar beleefde gesprekjes van zijn ongelijk kan worden overtuigd.

Standvastig

Een superieure cultuur is standvastig als het moet, ruimhartig als het kan, kosmopolitisch en verdraagzaam. Alleen dan kan ze in het huidige werelddorp de toon zetten. Ook slaat ze zich niet op de borst: dat doen vooral verliezers, en wie zich door verliezers van de wijs laat brengen door zich ook op de borst te slaan, is er zelf een.

‘Als Israël valt, valt het Westen’, zei Wilders afgelopen december in een toespraak in Tel Aviv. Hieruit spreekt een onthutsend gebrek aan vertrouwen in eigen weerbaarheid. Hoe kan iets dat superieur is tegelijkertijd zo kwetsbaar zijn?

Superioriteitsgevoel is vaak gesublimeerde angst, maar daarvoor is hier geen reden. Het Westen hoeft de superioriteit van zijn cultuur niet uit te venten, als dat al wenselijk zou zijn, omdat die cultuur reeds wereldwijd wordt bewonderd. Het Westen worden sprookjesachtige eigenschappen toegedicht. Veel bewoners van de Derde Wereld willen van die sprookjeswereld deel uitmaken. Het gaat niet alleen om welvaart, maar ook om democratie en mensenrechten. Die hebben nog lang niet overal wortel geschoten, maar zijn inmiddels wel algemeen geaccepteerde en begeerde waarden.

Veilig

Heeft de vrije wereld geen ideologische vijanden meer? Jawel, maar vergeleken met nationaal-socialisme en communisme is het moslimextremisme een buitengewoon zwakke tegenbeweging. De naoorlogse westerse cultuur staat niet onder druk. Integendeel. Democratie wint langzaam terrein, grootschalig oorlogsgeweld lijkt dankzij het internationaal recht uitgebannen. De vrees voor terrorisme ten spijt, is deze tijd ongekend vredig en veilig.

Dit westers geïnspireerde succes moet echter niet worden benadrukt door de eigen superioriteit te proclameren, want dan treedt onherroepelijk het verval in. Het is bovendien niet bepaald hoffelijk, en geloof het of niet: ook hoffelijkheid is een teken van beschaving.


Carl Stellweg is journalist, gespecialiseerd in het Midden-Oosten. Volgens hem is cultuurrelatisme een unieke kwaliteit van de westerse cultuur. Alleen verliezers slaan zichzelf op de borst. En het Westen is geen verliezer.

http://opinie.volkskrant.nl/artikel/show/id/7550/Het_Westen_heeft_niemand_te_vrezen