Bekijk volle/desktop versie : Hadieths.



28-12-2010, 23:46
Anas vertelde dat de Profeet vzmh zei:''Allah zei:'Als ik Mijn dienaar beproef met het wegnemen van zijn twee dierbaren (Hij bedoelt hiermee: zijn ogen of zijn vermogen om te zien) en als hij dat met geduld tegemoet treedt, zal Ik hem belonen met het paradijs.''(Al-Boechari)

"Het is overgeleverd van Djarier bin 'Abdoellah (radiyallahoe'anhoe) dat hij heeft gezegd: "Wij waren bij de Boodschapper van Allah (salallahoe 'aleihie wa sellem), toen hij eens keek naar de volle maan en zei:
"Waarlijk, jullie zullen jullie Heer zien en aanschouwen zoals jullie deze maan zien, en jullie zullen geen greintje ongemak voelen bij het zien van Hem." (Al-Boekhaarie en Moeslim)

Oem Al-Moe'minien Oem Habiebah (radiya Allahu 'anha), zij was dus een van de vrouwen van de profeet (salla Allahu 'aleyhi wa sallam), verhaalt dat zij de Boodschapper van Allah (salla Allahu 'aleyhi wa sallam) hoorde zeggen:

"Er is geen moslimdienaar die iedere dag twaalf vrijwillige rak'aat voor Allah de Verhevene bidt, of Allah (subhanahu wa ta'Ala) bouwt voor hem een huis in het Paradijs."

'Aisjah (radiya Allahu 'anha) verhaalt:

"De profeet (salla Allahu 'aleyhi wa sallam) bad in mijn huis voor het duhr-gebed vier (vrijwillige rak'aat) en ging dan en leidde het (duhr-gebed) voor de mensen, vervolgens kwam hij terug en bad twee (vrijwillige) rak'aat. (Daarna) leidde hij het magreb-gebed voor de mensen, keerde terug naar mijn huis, en bad twee (vrijwillige) rak'aat. Hij leidde het 'iesha-gebed voor de mensen, keerde naar mijn huis terug en bad twee (vrijwillige) rak'aat."

[Moeslim]

Sa'ad ibn Abi Waqas heeft de Profeet, Allah's vrede en zegeningen zij met hem, horen zeggen, 'Je zult beloont worden voor alles wat je uitgeeft op de weg van Allah, al was het maar een hapje eten die je in de mond van je vrouw deed'. (Sahih Bukhari, Boek 2, Hadith 53).

Anas heeft overgeleverd dat de Profeet, Allah's vrede en zegeningen zij met hem, langs een dadeltje liep die op de grond was gevallen en zei, 'Als ik niet bang was dat het mischien een deel van een aalmoes was van iemand, had ik het gegeten'. (Sahih Bukhari, Boek 42, Hadith 612).