Door Chaykh Hamid al-Ali
Vraag :
Wat is al Irjaa’, wat is het gevaar van deze doctrine en wat zijn haar oorzaken?
Waarom bestrijden zij ( de murjia ) de jihad en werken deze zodanig tegen dat zij een opname uitbrachten die erop neerkwam dat er geen jihad is in deze tijd en dat de mujahideen khawaridj zijn…?
Wat is het oordeel betreffende de landen die wetten uitvaardigen die de jihad criminaliseren? En wat is het oordeel betreffende degene die hen helpt bij het in de gaten houden, de opsporing en het in de gevangenis stoppen van de mujahideen?
Antwoord:
Lof aan Allah en moge Zijn Salaah en Salaam geschonken worden aan onze Profeet Mohammed , evenals aan zijn familieleden en al zijn metgezellen.
Verdergaand;
Wat is al Irjaa’?
Het is bekend uit de geschiedenis van de sektes dat de term al irjaa’ wordt genoemd bij het verwijderen van de handelingen uit de Imaan.
De murjia is de sekte die de Imaan welke Allah heeft verplicht voor Zijn dienaren en waarmee Hij zijn boodschappers zond beperkt tot de bevestiging van het hart alleen, of het uitspreken van het geloofsgetuigenis ( alleen) of hierbij de daden van het hart toevoegen ( hier verschillen zij onderling over).
De murjia hebben de handelingen buiten de Imaan gebracht, zij maakten het een bijkomstigheid boven diens werkelijkheid en niet een onderdeel ervan.
Hierop bouwden zij twee dwalende overtuigingen voort.
Ten eerste:
Degene die ervan afziet om door middel van zijn ledematen te handelen met hetgeen de Boodschapper gekomen is en dus helemaal niets verricht hoewel hij daartoe in staat is, dit annuleert zijn geloof niet en het werpt hem niet uit de islam.
Ten tweede:
Het geloof wordt niet geannuleerd door handelingen, hoezeer de handeling ook duidelijke kufr en Shirk bevat, totdat hieraan de juhood ( moedwillige ontkenning) of Istihlaal ( geoorloofd verklaring) verbonden is.
Want volgens hen is de Imaan tasdeeq (loochening) en kan het alleen verwijderd worden door takdeeb ( verloochening).
En ondanks dat sommigen die deze overtuiging aanhangen niet ( uitdrukkelijk) beweren dat het geloof alleen tasdeeq is, toch weerspreken zij zichzelf.
Want het geloof is handeling en uitspraak en wordt dus ook geannuleerd door handeling en uitspraak.
Waar schuilt het gevaar van de Irjaa’ overtuiging?
Het gevaar van beide [irjaa’]overtuigingen schuilt in het feit dat zij de Imaan waarmee de koran kwam losmaken van zijn vitale karakteristieken die het innerlijke met het uiterlijke verbinden, het hart verbinden met de ledematen ; zodat er bij de mens een geloofsvermogen wordt gevormd die de bron is van de goede daden en ( dus) niet alleen woorden die uitgesproken worden.
Allah zegt( vertaling van de betekenis):
Ziet gij niet hoe Allah de gelijkenis van een goed woord geeft? Het is als een goede boom, waarvan de wortel hecht is en zijn takken reiken tot in de hemel.
Deze brengt door het gebod van zijn Heer zijn vrucht voort in ieder jaargetijde. En Allah geeft de gelijkenissen voor de mensen, opdat zij lering mogen trekken { Ibrahim;24}
Beide overtuigingen beschouwen de Imaan dus als een starre voorstelling of een levenloze overtuiging waarin geen beweging zit.
Daarmee maken zij eigenlijk de weg vrij voor de ontsporing van de mensheid uit het pad van de Boodschapper van Allah .
Zij verruimen de weg voor het achterwege laten van de verwezenlijking van het geloofsgetuigenis door handelingen en geloof.
Op deze manier worden de geloofsleringen niet vertaald in het dagelijkse leven.
Tevens zetten zij aan tot afvalligheid in woord en daad en maken het aanvallen van het geloof een gemakkelijke zaak.
Immers hij ( die het geloof aanvalt) is dan beschermt tegen het oordeel van afvalligheid onder het mom van dat er niet aan de voorwaarde van Juhood ( moedwillige ontkenning) en Istihlaal ( geoorloofd verklaren) is voldaan.
De mate van verderf die voortvloeit uit de Irjaa’ doctrine.
Imam Ibn al Qayyim verwoordde in zijn Nooniyah de mate van verderf van de Irjaa’doctrine, deze verkeerde voorstelling van de werkelijkheid van de Imaan en waar het naartoe leidt:
Zo ook al irjaa’ wanneer je de Aanbedene erkent wordt je volmaakt in het geloof.
Dus gooi het heilige boek weg
verniel de ka’ba en ijver in ongehoorzaamheid
Doodt,als je daartoe in staat bent elke monotheist
en laat je zalven bij de priester en het Kruis
Beledig alle Boodschappers en waar zij mee kwamen
openlijk en zonder je in te houden
En wanneer je een steen ziet buig er dan voor
Sterker nog buig voor de standbeelden en afgodsbeelden.
Bevestig (dan) dat Allah de Verhevene de Majestueuze is
en dat Hij de Ontwikkelaar is van het Heelal
En bevestig dat Zijn Boodschapper werkelijk met Zijn openbaring en Kor’an kwam
Je bent dan een ware gelovige
en alle lasten zijn op jou maar leiden niet tot jou ongeloof
Dit is de Irjaa’ bij hun extremen
van elke Jahmi een duivelbroeder.
De atheïstische seculieren zijn blij met deze dwalende doctrine.
Datgene wat bedroeft is dat dit precies datgene is wat de ketters van deze tijd, de seculiere atheïsten, wensen te propageren.
Hun ultieme wens is immers dat het gehele Islamitische geloof beperkt wordt tot een zaak waarin men met zijn hart gelooft wanneer hem dat schikt en niemand mag hem vragen om wat daaruit voortvloeit van uitspraken of handelingen.
Want het geloof (als men er niet omheen kan) behoort bij de atheïsten niet verder te gaan dan louter een zaak van overtuiging.
Geen enkele daadkrachtige standpunt wordt erop gebaseerd of het is al volmaakt,
en de totale verwijdering ervan ( de handelingen) neemt niets weg van de Imaan.
De Irjaa’ is geestelijke verslagenheid.
Velen van de vroegere en latere geleerden hebben de murjia weerlegd en deze innovatie was sindsdien in vergetelheid geraakt, totdat het stof er weer vanaf werd geblazen door bepaalde islamisten.
Zij werden ermee beïnvloed vanwaar zij het niet verwacht hadden; via de atheïstische propaganda, en door hun angst om de atheïstische ketters ongelovigen te noemen vanwege hun gebruik van het wapen der beschuldigingen zoals: ‘takfeeri’s’ voor degene die hen (de atheïsten)tot ongelovigen verklaart.
En ze bestempelen hen als ‘extremisten’ of ‘terroristen’.
Dus trokken de verontruste geesten zich in hun schulp vanwege de kreten van deze ketters.
Ze werden onevenwichtig en vluchten uit angst om te vervallen in de fitnah van takfeer, (waarover men struikelt wanneer men niet de weg wordt gewezen) naar de verslappende fitnah van al Irjaa’ die de geloofsovertuiging van de ummah vernietigt…
Dit pushte hen naar de twee voorgenoemde dwalende Irjaa’ gezegdes die in sommige publicaties en boeken vermeld stonden.
Het verspreidde zich binnen bepaalde kringen van de islamitische ontwaking en sommige fanatiekelingen namen het aan vanwege hun vertrouwen in de uitgever van de boeken of degene die deze aanprees. Dus kwam het in de circulatie en verspreidde het zich snel.
Een van de redenen voor de verspreiding van al Irjaa’ is de minachting van de positie van handelingen in het geloof en het onderschatten van het vervallen in afvalligheid:
Een van de belangrijkste redenen voor de verspreiding van de Irjaa’ verschijnsel in deze tijd waarin de ummah een periode van teruggang beleeft in haar religieuze betrokkenheid en waarin ze aangevallen wordt door haar vijanden, is dat ze heeft toegegeven aan het laten rusten van de zielen en deze vrijstellen van de bitterheid van de confrontatie met de valsheid en diens volgelingen.
Een van de redenen is ook:
De nonchalance en gebondenheid zonder bewust te zijn van de druk van de realiteit.
Daarnaast de wereldwijde propaganda van de zogenaamde vrijheid van overtuiging en handelingen,zelfs al zouden de handelingen het geloof annuleren en het in diens diepste wezen vernietigen…
Het is bekend dat het gebieden van het goede en het verbieden van het kwade, het confronteren van de valsheid (temeer als het ongelovigen zijn) een grote inzet en jihad vergt die zwaar weegt op de ziel. .
Vooral als de valsheid vertegenwoordigd wordt door de tirannen (tawaghit), de invloedrijken en rijken.
Vroeger werd er gezegd:“Wanneer de innovatie overeenkomt met het verlangen dan vestigt het zich zeer stevig in het hart.”