Bekijk volle/desktop versie : Gehoorzaamheid aan ouders in strijd met gehoorzaamheid aan Allaah



29-09-2010, 10:23
Ten eerste: de verplichting gehoorzaam te zijn aan de ouders en hun rechten is een verplichting opgelegd door Allah en overgebracht via de woorden van zijn profeet . En dit, en niets anders, maakt het dus een verplichting, omdat Allah het heeft bepaald.


Allah heeft gezegd
وَقَضَى رَبُّكَ أَلاَّ تَعْبُدُواْ إِلاَّ إِيَّاهُ وَبِالْوَالِدَيْنِ إِحْسَانًا إِمَّا يَبْلُغَنَّ عِندَكَ الْكِبَرَ أَحَدُهُمَا أَوْ كِلاَهُمَا فَلاَ تَقُل لَّهُمَآ أُفٍّ وَلاَ تَنْهَرْهُمَا وَقُل لَّهُمَا قَوْلاً كَرِيمًا (23) (سورة الإسراء)
“En jullie Heer heeft bepaald dat jullie niets dan Hem alleen aanbidden, en goedheid betrachten tegenover de ouders”.
(Soerah al Isra 17:23)

Ten tweede: In de ayaat waarin Allah goedheid jegens de ouders beveelt, plaatst Hij dit naast het bevel Hem alleen te aanbidden.
Allah heeft gezegd
وَإِذْ أَخَذْنَا مِيثَاقَ بَنِي إِسْرَائِيلَ لاَ تَعْبُدُونَ إِلاَّ اللّهَ وَبِالْوَالِدَيْنِ إِحْسَاناً وَذِي الْقُرْبَى وَالْيَتَامَى وَالْمَسَاكِينِ وَقُولُواْ لِلنَّاسِ حُسْناً وَأَقِيمُواْ الصَّلاَةَ وَآتُواْ الزَّكَاةَ ثُمَّ تَوَلَّيْتُمْ إِلاَّ قَلِيلاً مِّنكُمْ وَأَنتُم مِّعْرِضُونَ _83)
(سورة البقرة)
“Aanbidt niets dan Allah en betracht goedheid jegens de ouders”.
(Soerah al Baqarah 2:83)

Allah heeft gezegd
وَاعْبُدُواْ اللّهَ وَلاَ تُشْرِكُواْ بِهِ شَيْئًا وَبِالْوَالِدَيْنِ إِحْسَانًا وَبِذِي الْقُرْبَى وَالْيَتَامَى وَالْمَسَاكِينِ وَالْجَارِ ذِي الْقُرْبَى وَالْجَارِ الْجُنُبِ وَالصَّاحِبِ بِالجَنبِ وَابْنِ السَّبِيلِ وَمَا مَلَكَتْ أَيْمَانُكُمْ إِنَّ اللّهَ لاَ يُحِبُّ مَن كَانَ مُخْتَالاً فَخُورًا(36) (سورة النساء)
“En aanbidt Allah en kent Hem in niets een deelgenoot toe, en weest goed voor de ouders”. (Soerah an-Nisa 4:36)

Allah heeft gezegd
قُلْ تَعَالَوْاْ أَتْلُ مَا حَرَّمَ رَبُّكُمْ عَلَيْكُمْ أَلاَّ تُشْرِكُواْ بِهِ شَيْئًا وَبِالْوَالِدَيْنِ إِحْسَانًا وَلاَ تَقْتُلُواْ أَوْلاَدَكُم مِّنْ إمْلاَقٍ نَّحْنُ نَرْزُقُكُمْ وَإِيَّاهُمْ وَلاَ تَقْرَبُواْ الْفَوَاحِشَ مَا ظَهَرَ مِنْهَا وَمَا بَطَنَ وَلاَ تَقْتُلُواْ النَّفْسَ الَّتِي حَرَّمَ اللّهُ إِلاَّ بِالْحَقِّ ذَلِكُمْ وَصَّاكُمْ بِهِ لَعَلَّكُمْ تَعْقِلُونَ (151) (سورة الأنعام)
“Zeg:”Komt, ik zal voorlezen wat jullie Rabb jullie verboden heeft verklaard: dat jullie iets als deelgenoot aan hem toekennen. Weest goed voor jullie ouders”. (Soerah al An’am 6:151)

Allah heeft gezegd
وَاقْصِدْ فِي مَشْيِكَ وَاغْضُضْ مِن صَوْتِكَ إِنَّ أَنكَرَ الْأَصْوَاتِ لَصَوْتُ الْحَمِيرِ(19) (سورة لقمان)
“En Wij bevolen de mens (goedheid) jegens zijn ouders. Zijn moeder droeg hem in zwakheid op zwakheid, en het zogen van hem duurde twee jaren. Wees daarom Mij en jouw ouders dankbaar. Tot Mij is de terugkeer”. (Soerah Loeqman 31:19)

Ten derde: Gehoorzaamheid aan ouders net als gehoorzaamheid aan degene in gezag is dienend aan gehoorzaamheid aan Allah en Zijn boodschapper . Dus als gehoorzaamheid aan ouders in strijd is met gehoorzaamheid aan Allah en Zijn boodschapper moeten de ouders op dit punt niet gehoorzaamd worden.

‘Ali leverde over dat de profeet zei:
De Profeet (saw) heeft gezegd
‏لا طاعة (لبشر) في معصية الله إنما الطاعة في المعروف (البخاري ومسلم والنسائي)
“Er is geen gehoorzaamheid aan iemand in ongehoorzaamheid aan Allah . Voorzeker gehoorzaamheid is in datgene wat correct is”. (verzameld door al Boecahaarie, Moeslim en an-Nasa’ie ‘as-Sahiehah van al-Albanie, nr. 181)

En met betrekking tot gehoorzaamheid aan de boodschapper zijn er vele ayaat die dit verplichten, zo zegt Allah :
Allah heeft gezegd
وَمَا أَرْسَلْنَا مِن رَّسُولٍ إِلاَّ لِيُطَاعَ بِإِذْنِ اللّهِ وَلَوْ أَنَّهُمْ إِذ ظَّلَمُواْ أَنفُسَهُمْ جَآؤُوكَ فَاسْتَغْفَرُواْ اللّهَ وَاسْتَغْفَرَ لَهُمُ الرَّسُولُ لَوَجَدُواْ اللّهَ تَوَّابًا رَّحِيمًا (64) (سورة النساء)
“En Wij hebben slechts een booschapper gestuurd om gehoorzaamd te worden, met het verlof van Allah”. (Soerah an Nisâ 4:64)


En aboe Hoerairah leverde over dat de profeet zei:
De Profeet (saw) heeft gezegd
من أطاعني فقد أطاع الله ومن عصاني فقد عصى الله ومن يطع الأمير فقد أطاعني ومن يعص الأمير فقد عصاني (البخاري ومسلم ولنسائي وابن ماجه)
“Degene die mij gehoorzaamd, gehoorzaamd Allah en degene die mij ongehoorzaam is, is Allah ongehoorzaam, en diegene die de amier gehoorzaamt, gehoorzaamt mij en degene die de amier ongehoorzaam is, is mij ongehoorzaam”. (Verzameld door al-Boechaarie, Moeslim, an-Nasa’ie en ibn Majah van al-Albanie nr.394)

In de tafsier van aya 83 van soerah al Baqarah zegt ibn Kathier: “ Allah de Gezegende en Meest Hoge, herinnert Banie israiel aan deze bevelen welke Hij hen had gegeven en het verbond dat Hij van hen aanvaardde en dat zij zich hiervan hebben afgewend, van alle bevelen, alwetend en opzettelijk, terwijl zij het wisten. Dus Hij verplichtte hen Allah alleen te aanbidden en geen partners met Hem te vereenzelvigen, en Hij verplichtte dit voor de gehele schepping. Dit is de reden waarom Hij hen heeft geschapen. En dit is dus het allerhoogste en grootste van de rechten van Allah de Gezegende en Meest Hoge, dat Hij alleen aanbeden moet worden, en pas daarna komen de rechten van de schepping, en de meest belangrijke van deze zijn de rechten van de ouders en daarom verbindt Hij deze twee”.

Dus alles wat Allah en Zijn boodschapper hebben verplicht moet uitgevoerd worden en als de ouders dit proberen te voorkomen moeten zij hierin niet gehoorzaamd worden.

Ibn Taimiyyah zegt in Majmoe al-Fatawa, 14/339-340:
“Een onderdeel van het dankbaar zijn voor het goede wat iemand doet, is de dankbaarheid verschuldigd aan de ouders en anderen die jou goed hebben gedaan, want degene die de mensen niet dankbaar is, is Allah niet dankbaar. Toch echter, noch de rechten van een persoon, noch zijn gunsten mogen ooit het niveau bereiken dat zij bedankt worden met de ongehoorzaamheid aan Allah of dat zij gehoorzaamd worden in ongehoorzaamheid aan Allah - aangezien Allah de ene is die alle grote zegeningen neergedaald heeft, waartoe niets van Zijn schepping in staat was”.

En zelfs de gunsten verleend door iets van Zijn schepping is ook van hem, zoals Hij zegt:
Allah heeft gezegd
وَمَا بِكُم مِّن نِّعْمَةٍ فَمِنَ اللّهِ ثُمَّ إِذَا مَسَّكُمُ الضُّرُّ فَإِلَيْهِ تَجْأَرُونَ (53) (سورة النحل)
“En jullie hebben geen gunst of het komt van Allah”. (Soerah an Nahl 16:53)


En:
Allah heeft gezegd
وَسَخَّرَ لَكُم مَّا فِي السَّمَاوَاتِ وَمَا فِي الْأَرْضِ جَمِيعًا مِّنْهُ إِنَّ فِي ذَلِكَ لَآيَاتٍ لَّقَوْمٍ يَتَفَكَّرُونَ (13) (سورة الجاثية)
“En Hij heeft voor jullie alles wat zich van Hem in de hemelen en de aarde bevindt dienstbaar gemaakt”. (Soerah al Djathiyah 45:13)

29-09-2010, 10:24


En niemand is in staat gehoorzaamheid, ongehoorzaamheid en koefr te vergelden behalve Allah . Daarom is het niet mogelijk dat iemand gehoorzaamd moet worden in ongehoorzaamheid aan de Schepper zoals Allah zegt:
Allah heeft gezegd
وَوَصَّيْنَا الْإِنسَانَ بِوَالِدَيْهِ حُسْنًا وَإِن جَاهَدَاكَ لِتُشْرِكَ بِي مَا لَيْسَ لَكَ بِهِ عِلْمٌ فَلَا تُطِعْهُمَا إِلَيَّ مَرْجِعُكُمْ فَأُنَبِّئُكُم بِمَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ (8) (سورة العنكبوت)
“En Wij hebben de mens bevolen goed te zijn voor zijn ouders, maar indien zij jou dwingen om deelgenoten toe te kennen aan Mij, waarvan jij geen kennis hebt, gehoorzaam hen dan niet. Tot Mij is jullie terugkeer, daarna zal ik jullie op de hoogte brengen van wat jullie plachten te doen”. (Soerah al’ Ankaboet 29:8)


en:
Allah heeft gezegd
وَوَصَّيْنَا الْإِنسَانَ بِوَالِدَيْهِ حَمَلَتْهُ أُمُّهُ وَهْنًا عَلَى وَهْنٍ وَفِصَالُهُ فِي عَامَيْنِ أَنِ اشْكُرْ لِي وَلِوَالِدَيْكَ إِلَيَّ الْمَصِيرُ (14) وَإِن جَاهَدَاكَ عَلى أَن تُشْرِكَ بِي مَا لَيْسَ لَكَ بِهِ عِلْمٌ فَلَا تُطِعْهُمَا وَصَاحِبْهُمَا فِي الدُّنْيَا مَعْرُوفًا وَاتَّبِعْ سَبِيلَ مَنْ أَنَابَ إِلَيَّ ثُمَّ إِلَيَّ مَرْجِعُكُمْ فَأُنَبِّئُكُم بِمَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ(15) (سورة لقمان)
“.....Wees daarom Mij en jouw ouders dankbaar. Tot Mij is de terugkeer. En als zij jou dwingen dat jij iets aan Mij toekent, zonder dat jij er kennis over hebt; gehoorzaam hen dan niet. En vergezel hen vriendelijk op de wereld. En volg de weg van degenen die zich tot Mij hebben gewend. Daarna is tot Mij jullie terugkeer”. (Soerah Loeqman 31:14-15)


De Profeet (saw) heeft gezegd
‏عن ‏ ‏ابن عمر ‏ ‏قال ‏ ‏قال رسول الله ‏ ‏صلى الله عليه وسلم ‏ ‏على المرء المسلم السمع والطاعة فيما أحب وكره إلا أن يؤمر بمعصية فإذا أمر بمعصية فلا سمع ولا طاعة (النسائي)
“De moeslim moet luisteren en gehoorzamen in wat hem bevalt en wat hem niet bevalt, zolang hij niet bevolen wordt tot ongehoorzaamheid en als hij bevolen wordt tot ongehoorzaamheid moet hij niet luisteren noch gehoorzamen”.


En in al-Boechaarie en Moeslim zegt hij :
De Profeet (saw) heeft gezegd
إنما الطاعة في المعروف (البخاري ومسلم)
“Voorwaar, gehoorzaamheid is in datgene wat correct is”. (al-Boecharie en Moeslim)

De Profeet (saw) heeft gezegd
لا طاعة لمخلوق في معصية الخالق
“Er is geen gehoorzaamheid aan enig schepsel in ongehoorzaamheid aan de Schepper”.


In de tafsier van aya 83 van soerah al-Baqarah zegt al-Baghawie: “Dit betekent: Wij dragen goed gedrag en zachtheid tegenover hen op en die bevelen van hen te gehoorzamen die niet tegen de bevelen van Allah ingaan”.

En al-Qoertoebi zegt in de tafsier van aya 23 van soerah al-Isra: “Ongehoorzaamheid aan hen is ongehoorzaamheid aan hun toegestane eisen, net zoals goedheid naar hen, het eens zijn met hun toegestane eisen is, zolang als dit niet ongehoorzaamheid aan Allah inhoudt”.