Mocro_zine
25-09-2010, 02:02
In één van de overleveringen betreffende de bestraffingen van zondige gelovigen, zei de profeet: "Er kwamen vannacht twee personen bij mij en vroegen mij hen te volgen, zij zeiden tegen mij: "Vertrek met ons." En ik ging met hen. We kwamen bij een man die lag en een andere man die over heen stond met een grote steen in zijn handen die hij op het hoofd van de man gooide, het hoofd verplretterde, de steen rolde om, de man volgde de steen en raapte hem op. Op het moment dat hij terug ging naar de man die lag, was het hoofd weer in zijn normale en gezonde toestand, dus deed hij weer hetzelfde als wat hij de eerste keer gedaan had. Hij (de profeet) zei: "ik zei hen: Glorieus is Allah! Wie zijn dat?" Hij (de profeet) zei: "Zei zeiden: "Vertrek, vertrek."
Dus gingen we door en vonden een man liggend op zijn rug en een andere man (staande) die over hem heen stond met een ijzeren haak. De man begon aan één kant van zijn (Liggende man) gezicht en scheurde het helemaal weg naar achteren toe, zijn neus naar zijn achterkant. Toen ging hij naar de andere kant en deed hetzelfde als wat hij deed met de eerste kant. Op het moment dat hij klaar was met de tweede kant, was de eerste kant weer intact, dus deed hij wat hij al eerder gedaan had. Hij (de profeet) zei: "ik zei: Glorieus is Allah! Wie zijn dat?" Hij (de profeet) zei: "Zij zeiden: "vertrek, vertrek."
Dus gingen we door en kwamen bij een rivier en ik denk dat hij zei: "Het was zo rood als bloed." Er zat een zwemmende man in. Op de kant van de rivier was een man die vele stenen had verzameld. De zwemmenede man zwom zo hard als hij kon. Toen naderde hij de andere die al die stenen verzameld had en opende ver zijn mond zodat hij (staande man) een steen in zijn (zwemmende man) mond gooide. Hij zwom weg en keerde terug naar hem. Elke keer dat hij terugkeerde, openede hij ver zijn mond naar hem (de man die op de rand staat) zodat hij (staande man) een steen in zijn (zwemmende man) mond gooide. Hij (de profeet) zei: "ik zei: Glorieus is Allah! Wie zijn dat?" Hij (de profeet) zei: "Zij zeiden: "vertrek, vertrek."
Dus we gingen door en vonden een afschuwwekkende - of de meest afschuwwekkende - uitziende man die ik ooit had gezien, die een vuur had dat hij voedde en er omheen liep. Hij (de profeet) zei: wat is dat?" Hij (de profeet) zei: "Zij zeiden: "vertrek, vertrek."
Dus gingen we door en kwamen bij een overvloedige weide. In de weide was een lange man wiens hoofd zo hoog in de lucht was, dat ik het niet kon zien. Rondom die man waren kinderen, zoveel had ik er nog nooit gezien. Hij (de profeet) zei: "ik zei: wat is dit?" Hij (de profeet) zei: "Zij zeiden: "vertrek, vertrek."
Dus gingen we door naar een groot weiland. Ik had nog nooit een groter, noch een betere vallei gezien. Hij (de profeet) zei: "Zij zeiden: "Stijg er verder!" Dus ik steeg verder.
Hij (de profeet) zei: "We eindigden bij een stad gebouwd met stenen van goud en zilver. We arriveerden bij de poort van de stad en vroegen toestemming om er naar binnen te gaan en de poort werd voor ons geopend. We gingen naar binnen en werden verwelkomd door mannen met een deel van hun lichaam zo mooi dat je nog nooit gezien hebt en het andere deel was zo afwshuwwekkend dat je nog nooit gezien hebt." Hij (de profeet) zei: "Hen werd gezegd te springen in die rivier." Hij (de prfeet) zei: "Het was een rivier die er dwars door heen stroomde. Zijn water was het puurste wit. Dus zij gingen en sprongen erin. Toen kwamen zij terug, genezen van die lelijkheid en zagen er op hun best uit."
Hij (de profeet) zei: "Zij zeiden: "Dit is het paradijs 'Aden en dat is jou verblijfplaats." Dus ik keek omhoog om een paleis te zien dat zo wit was als een witte wolk. Zij zeiden: "Dit is jouw verblijfplaats." Dus ik zei: "Moge Allah jullie beiden zegenen, laat me naar binnen gaan." Zij zeiden: "Nu niet, maar je zult er naar binnen gaan."
Dus zei ik tegen hen: "Ik heb verbazingwekkende zaken gezien vannacht. Wat is het wat ik gezien heb?" Zij zeiden tegen me: "we zullen het je vertellen. Wat betreft die eerste man wiens hoofd gebroken werd, het is de man die de Qoraan leest maar het afwijst en slaapt tijdens de verplichte gebeden. De man die je zag wiens neus en ogen tot de zijkant van zijn gezicht afgescheurd werden, is de man die zijn huis vroeg in de ochtend verlaat en liegt, een leugen (die zo groot is) dat het de horizon bereikt. De naakte mannen en vrouwen die je gezien hebt in dep laats die lijkt op een oven, zijn de vrouwen en mannen die ontcuht en overspel plegen. De man die je hebt zien zwemmen in de rivier, waarbij stenen in zijn mond werden gegooid, is degene die rente nuttigt. De onaangenaam uitziende man die je gezien hebt bij het vuur, die het voedde en er omheen liep, is Maalek, de beheerder van de hel. De lange man in de weide is Ibraahiem. De kinderen om hem heen zijn de kinderen die stierven op de natuurlijke aangeboren aanleg (d.w.z gestorven zijn vóórdat zij verantwoordelijk werden gesteld voor hun daden, vóór de puberteit)."
In de overlevering van Al-Boerqaani: "Zijn geboren met de natuurlijke aanleg. Sommige moslims zieden: "O prfeet van Allah, wat betreft de kinderen van de polytheisten?" De profeet antwoordde: "Zelfs de kinderen van de polytheisten. Wat betreft de mensen wiens ene helft lelijk is en de andere helft mooi, zij hebben goede daden gemend met slechte daden. Allah heeft hen vergeven." [Overgeleverd door Al-Boekhaarie]
Voor meer, kan men het boek "Een glimp van de Binnenkant van de Hel" lezen.
Dus gingen we door en vonden een man liggend op zijn rug en een andere man (staande) die over hem heen stond met een ijzeren haak. De man begon aan één kant van zijn (Liggende man) gezicht en scheurde het helemaal weg naar achteren toe, zijn neus naar zijn achterkant. Toen ging hij naar de andere kant en deed hetzelfde als wat hij deed met de eerste kant. Op het moment dat hij klaar was met de tweede kant, was de eerste kant weer intact, dus deed hij wat hij al eerder gedaan had. Hij (de profeet) zei: "ik zei: Glorieus is Allah! Wie zijn dat?" Hij (de profeet) zei: "Zij zeiden: "vertrek, vertrek."
Dus gingen we door en kwamen bij een rivier en ik denk dat hij zei: "Het was zo rood als bloed." Er zat een zwemmende man in. Op de kant van de rivier was een man die vele stenen had verzameld. De zwemmenede man zwom zo hard als hij kon. Toen naderde hij de andere die al die stenen verzameld had en opende ver zijn mond zodat hij (staande man) een steen in zijn (zwemmende man) mond gooide. Hij zwom weg en keerde terug naar hem. Elke keer dat hij terugkeerde, openede hij ver zijn mond naar hem (de man die op de rand staat) zodat hij (staande man) een steen in zijn (zwemmende man) mond gooide. Hij (de profeet) zei: "ik zei: Glorieus is Allah! Wie zijn dat?" Hij (de profeet) zei: "Zij zeiden: "vertrek, vertrek."
Dus we gingen door en vonden een afschuwwekkende - of de meest afschuwwekkende - uitziende man die ik ooit had gezien, die een vuur had dat hij voedde en er omheen liep. Hij (de profeet) zei: wat is dat?" Hij (de profeet) zei: "Zij zeiden: "vertrek, vertrek."
Dus gingen we door en kwamen bij een overvloedige weide. In de weide was een lange man wiens hoofd zo hoog in de lucht was, dat ik het niet kon zien. Rondom die man waren kinderen, zoveel had ik er nog nooit gezien. Hij (de profeet) zei: "ik zei: wat is dit?" Hij (de profeet) zei: "Zij zeiden: "vertrek, vertrek."
Dus gingen we door naar een groot weiland. Ik had nog nooit een groter, noch een betere vallei gezien. Hij (de profeet) zei: "Zij zeiden: "Stijg er verder!" Dus ik steeg verder.
Hij (de profeet) zei: "We eindigden bij een stad gebouwd met stenen van goud en zilver. We arriveerden bij de poort van de stad en vroegen toestemming om er naar binnen te gaan en de poort werd voor ons geopend. We gingen naar binnen en werden verwelkomd door mannen met een deel van hun lichaam zo mooi dat je nog nooit gezien hebt en het andere deel was zo afwshuwwekkend dat je nog nooit gezien hebt." Hij (de profeet) zei: "Hen werd gezegd te springen in die rivier." Hij (de prfeet) zei: "Het was een rivier die er dwars door heen stroomde. Zijn water was het puurste wit. Dus zij gingen en sprongen erin. Toen kwamen zij terug, genezen van die lelijkheid en zagen er op hun best uit."
Hij (de profeet) zei: "Zij zeiden: "Dit is het paradijs 'Aden en dat is jou verblijfplaats." Dus ik keek omhoog om een paleis te zien dat zo wit was als een witte wolk. Zij zeiden: "Dit is jouw verblijfplaats." Dus ik zei: "Moge Allah jullie beiden zegenen, laat me naar binnen gaan." Zij zeiden: "Nu niet, maar je zult er naar binnen gaan."
Dus zei ik tegen hen: "Ik heb verbazingwekkende zaken gezien vannacht. Wat is het wat ik gezien heb?" Zij zeiden tegen me: "we zullen het je vertellen. Wat betreft die eerste man wiens hoofd gebroken werd, het is de man die de Qoraan leest maar het afwijst en slaapt tijdens de verplichte gebeden. De man die je zag wiens neus en ogen tot de zijkant van zijn gezicht afgescheurd werden, is de man die zijn huis vroeg in de ochtend verlaat en liegt, een leugen (die zo groot is) dat het de horizon bereikt. De naakte mannen en vrouwen die je gezien hebt in dep laats die lijkt op een oven, zijn de vrouwen en mannen die ontcuht en overspel plegen. De man die je hebt zien zwemmen in de rivier, waarbij stenen in zijn mond werden gegooid, is degene die rente nuttigt. De onaangenaam uitziende man die je gezien hebt bij het vuur, die het voedde en er omheen liep, is Maalek, de beheerder van de hel. De lange man in de weide is Ibraahiem. De kinderen om hem heen zijn de kinderen die stierven op de natuurlijke aangeboren aanleg (d.w.z gestorven zijn vóórdat zij verantwoordelijk werden gesteld voor hun daden, vóór de puberteit)."
In de overlevering van Al-Boerqaani: "Zijn geboren met de natuurlijke aanleg. Sommige moslims zieden: "O prfeet van Allah, wat betreft de kinderen van de polytheisten?" De profeet antwoordde: "Zelfs de kinderen van de polytheisten. Wat betreft de mensen wiens ene helft lelijk is en de andere helft mooi, zij hebben goede daden gemend met slechte daden. Allah heeft hen vergeven." [Overgeleverd door Al-Boekhaarie]
Voor meer, kan men het boek "Een glimp van de Binnenkant van de Hel" lezen.