Bekijk volle/desktop versie : een vraag: waar is Allah?



27-04-2010, 19:44

Citaat door mabroka:
waar is Allah?

llah is boven de hemel.

Mu'awiyyah Ibn al-Hakam as-Sulami (radi Allahu 'anhu) heeft in een
overlevering gezegd:

..En ik had een slavin die schaapherder was in de buurt van Uhud en Al-Juwaniyyah. Op een dag ging ik kijken en kwam er achter dat een wolf een van schapen had opgegeten. Ik ben maar een man van de zonen van Adam; ik word boos zoals zij allen boos worden. Daarom gaf ik haar een klap in haar gezicht. Ik ging naar de Profeet, die wat ik gedaan had afkeurde. Ik zei: 'O Profeet van Allah, zal ik haar vrijheid schenken?' Hij antwoordde: "Breng haar naar mij toe." Waarop hij tegen haar zei: "Waar is Allah?" Zij antwoordde: 'Boven de Hemel.' Hij (sal Allahu alaihi wa salam) zei: "En wie ben ik?" Zij antwoordde: 'Jij bent de Boodschapper van Allah.' De Profeet zei toen: "Bevrijd haar, want zij is gelovig".
(Overgeleverd door Moslim en Abu Daawood)

We leren uit deze overlevering het volgende:
1. De metgezellen richtten zich bij problemen, hoe klein ook, tot de Profeet (sal Allahu alaihi wa salam), om te weten wat de Wet van Allah daarover is.

2. Arbitrage zoeken bij Allah en Zijn Boodschapper. Hiermee geeft men gehoor aan de woorden van Allah:

"Maar nee, bij jouw Heer, zij geloven pas (echt) als zij jou laten oordelen over dat waar zij over van mening verschillen en vervolgens geen weerstand in zichzelf vinden tegen wat jij geoordeeld hebt en het volledig aanvaarden." (4:65)

3. De Profeet (sal Allahu alaihi wa salam) verweet de metgezel dat hij zijn slavin heeft geslagen. De Profeet (sal Allahu alaihi wa salam) vatte de kwestie hoog op.

4. Bevrijding uit slavernij komt toe aan een Moslim, niet aan een ongelovige. Dit omdat de Profeet (sal Allahu alaihi wa salam) de slavin heeft getest. Toen hij wist dat zij gelovig was, beval hij haar te bevrijden. Indien zij ongelovig zou zijn dan zou hij niet bevelen haar te
bevrijden.

5. De plicht om te vragen over Tawheed. Een onderdeel van deze Tawheed is de Verhevenheid van Allah boven Zijn Troon. Het is een plicht om deze kwestie te kennen.

6. De legitimiteit van de vraag: 'Waar is Allah?' Deze Hadith bewijst dat het een Soennah is, omdat de Profeet (sal Allahu alaihi wa salam) er ook naar vroeg.

7. De legitimiteit van het antwoord: 'Allah is boven de hemel.' Dit omdat de Profeet (sal Allahu alaihi wa salam) het antwoord van de slavin heeft bevestigd. Verder is dit antwoord in overeenkomst met wat in de Qor'aan staat: "Wanen jullie je veilig voor (Hem) Die boven de hemel is dat Hij de aarde met jullie laat wegzinken?" (67:16) Ibn Abbas heeft gezegd: "Met hij wordt hier Allah bedoeld." De betekenis van (IN de hemelen) is (in het Arabisch) BOVEN de hemelen.

8. Het geloof (Imaan) is pas compleet na het getuigen dat Mohammed (sal Allahu alaihi wa salam) de Boodschapper van Allah is.

9. Het geloven dat Allah boven de hemel is, is een bewijs van juistheid van het geloof (Imaan). Geloven hierin is een plicht voor elke Moslim.

10. De weerlegging van de fout van wie zegt dat Allah Zelf overal is. De waarheid is dat Allah met ons is met Zijn kennis en niet met Zijn Zelf.

11: Het feit dat de Profeet, sal Allahu alaihi wa salam, de slavin bij zich riep om haar te testen, bewijst dat hij (sal Allahu alaihi wa salam) het verborgene (en onbekende) niet kent. In dit geval was het verborgene het geloof van de slavin, dat de Profeet (sal Allahu alaih wa salam) niet kende. Dit is dus de weerlegging van wat de Soefies zeggen, dat hij het verborgene
kent. Echter, Allah stelde weleens enkelen van Zijn Boodschappers op de hoogte van het verborgene. Dit gebeurde echter alleen in gevallen van noodzaak. Het bewijs staat in de Qor'aan: "De Kenner van het onwaarneembare, Hij maakt voor niemand het onwaarneembare dat bij Hem is zichtbaar. Behalve een Boodschapper die hem welgevallig is, en voorwaar, dan laat Hij voor hem en achter hem wachters (Engelen) gaan. Om te doen weten dat zij Boodschappen van hun Heer overbrachten. En Hij omvat wat er bij hen is en Hij somt alle zaken nauwkeurig op." (72:26-28 )

Anderen (behalve de Boodschappers dus in enkele gevallen) kennen het verborgene niet, zoals bijvoorbeeld de (zogenaamde) vromen.
.